Knagende pijnen Sanapirin-tabletten t< g 1 2 fa die mede een van de eersten was om gehoor te geven aan de roepstem van Leo XIII z g. Pater v. d. Elzen heeft hard gearbeid aan de opheffing en veredeling van den landbouwer. Vervolgens zegt spr. heeft de gods dienst nog meer gegeven n.I. Uw mooie karakter, zooals onlangs nog een liberaal blad getuigde 't blije karakter van den Brabanter die tevre den en gulhartig is. Ja, onderden in vloed van 't geloof ontwikkelt zich dit schoone karakter waarin geborgen is een machtig Godsvertrouwen dat de diepste grond is van den echen room- schen Brabanter. Dat mooie karakter moet behouden worden, moet men achten en ontwikkelen. In dezen geest zou spr. door kun nen gaan, maar toch ook niet zonder eenig voorbehoud, want de laatste jaren is men aan dat mooie Brabant- sche karakter gaan tornen. De jacht naar genotzucht kwam van de steden overgewaaid naar 't goede Brabant en heeft dit aangetast. En daarom wil spr. toeroepen handhaven wij 't erfdeel onzer vade ren. Dit is mogelijk indien men de oude Brabantsche gebruiken blijft be waren: des morgens de H. Mis bij wonen en des avonds gezamenlijk 't rozenhoedje bidden. Na de H. Mis zong 't Koor nog 't Deum en gezamenlijk begeleid door de Fanfare „Aan U, o Koning der eeuwen." Vermelden we nog even dat 't kerk koor onder leiding van Rector van Kessel 'n verdienstelijke uitvoering gaf van Stehlen's missa: „Salve Regina Hierna trok men gezamenlijk naar 't Patronaatsgebouw. Op het versierde podium hadden intusschen Bestuur en Comité plaats genomen. Hierbij merkten wij de leden van het Eere comitéZEerw. heer Rector W. J. van Kessel, WelEerw. heer ka pelaan H J. Goossens, den EdelAchtb. heer Mr. H. J. M Loeff en den oud- hoofdonderwijzer en mede-oprichter H. G. Klerkx. Voorts nog pastoor Th. J. Goossens, pastoor J. Willems, mr. Ür. Dekkers, mr. Dubois en de zilveren Bestuurs leden: Frans van Drunen, Godefridus Pijnenborg en Adrianus Robben. Als men onder begeleiding van de Elshoutsche Fanfare „Roomsche Blijd schap heeft gezongen opent de ZEerw. heer Th. J. Goossens als voorzitter van het Comité de feestelijke bijeen komst met den Christel, groet. De voorzitter heet allen hartelijk welkom in 't bijzonder echter mr. Dr. Deckers, secretaris van den Nederl. Boerenbond en lid der Tweede Kamer, die deel heeft willen nemen aan deze feestvreugde. Spr. zegtik wensch u geluk met uw 25 jarig bestaan van boer, wat ge vroeger waart weet ik niet maar nu zijt ge boer in den goe den zin des woords. Al die jaren is men trouw gebleven aan de schoone leuzeOra et Labora Ja, gij hebt ge beden en gewerkt. Gewerkt van den vroegen morgen tot den laten avond, ja soms 's nachts. Geen 8 uren dag maar achttien uren. En de boer wordt nooit moede; bidden en werken dat is zijn eer. Zet daarom vandaag maar eens de bloemetjes buiten, al is de boer geen man van feestvreugde. Dan geeft spr. 't woord aan den feestredenaar mr. Dr. Deckers. Rede Mr. Dr. Deckers. Zeer gaarne, zegt spr., heb ik de uitnoodiging aanvaard om op deze vergadering 't woord te voeren. Wel heb ik me een oogenblik afgevraagd, wat zou ik tot die menschen moeten spreken die daar al een kwart eeuw onverdroten hebben gearbeid en dit nu in een feestelijke bijeenkomst her denken, want gij allen kent de waarde van uw vereeniging, dat behoef ik eigenlijk niet te zeggen, gij weet ook welk een machtig goed uw Boeren bond is. Zou ik hierover moeten spreken om u dat nog beter te doen beseffen? Toen dacht ik: kom ik zal enkele woorden spreken van hart tot hart en ze zullen vinden een goede plaats. We leven in een tijd van vooruit gang, van ontwikkeling sneltreinen, electriciteit, auto's, motoren, enz. enz En velen zullen 't straks nog beleven dat er zich in de lucht een verkeer gaat ontwikkelen, zooals zich niemand heeft durven droomen. De mensch heeft zich op elk terrein begeven. En overal trad hij als over winnaar uit het strijdperk. Dit over wegende zouden we geneigd zijn om te zeggeno, wat is die mensch van de 20ste eeuw toch gelukkig. Hij heeft alles te zijner beschikking. Hij heeft groote geheimen aan de wereld ontrukt. En inderdaad, de mensch moest met dit alles ook gelukkig kunnen zijn. Maar wie dit meent vergist zich danig. Wie zich de oogen heeft uitgewreven en de wereld inziet zal tot de erken ning geraken dat er van eenalgemeen geluk onder de menschen geen sprake is. Het klatergoud moge een oogenblik verblinden, 't maatschappelijk vraag stuk bestaat nog. Dit is 't grootste en moeilijkste werk wat ons door de vo rige eeuw ter oplossing is nagelaten. En wij en onze kinderen moeten aan de oplossing van dit vraagstuk wer ken. Het is niet mogelijk hierover te spreken zonder te denken aan den Re- rum Novarum van Leo XIII z.g. Ja, deze hoog geroemde maar nog te wei nig gekende Reruui Novarum geeft ons de oplossing. Zouden wij op deze feest- vergadering van twee machtige organi saties over dit vraagstuk kunnen zwij gen? Neen. Het maatschappelijk vraagstuk betreft niet alleen den werk lieden. ook de boerenstand lijdt onder een verzameling van moeilijkheden die we hieronder kunnen samen vatten. Denk maar eens aan den geregelden achteruitgang van onze landbouwbe drijven. De statistieken wijzen 'l im mers uit. Dat is jammer, want de land bouw is de grondslag waarop heel de maatschappij is opgetrokken. Midden stand e.a. zijn sterk afhankelijk van den boer. Daarom is het zoo noodig dat men den boerenstand blijft hand haven. Sterk van leden is de boer ook zede lijk sterk. Hij voelt zijn afhankelijkheid van God eiken dag en zulke menschen zijn de groote steunpilaren der maat schappij. Maakt krachtig uw stand om dat daar het geloof in veilige handen is en tot meerdere ontwikkeling kan komen. Onze beschaafde eeuw vraagt zoo weinig naar God of godsdienst. Men hecht uitsluitend waarde aan het uiterlijk; men vraagt of Uw pak gemaakt is naar de laatste mode. De menschen vragen een opgeschroefde hoffelijkheid, men knikt naar links en rechts met een uiterlijk vriendelijk ge zicht; vraag echter niet of het gemeend is. En dan nog de hedendaagsche sa lonhelden. Maar liever is ons de boer die, een eenvoudig pak draagt, maar waar onder een warm en oprecht en braaf hart klopt. Liever als het gepomnieerde hoofd is ons de boer wiens bruinen kop nog voor God kan buigen; wiens vereelde handen zich nog tot een gebed kunnen vouwen; liever als een salon prater hooien we den eenvoudigen boer die misschien niet zoo'n mond vol woorden heeft, maar die nog op recht z'n Onze Vader kan bidden ja liever dan de hypermoderne salons zien we een boerenhofstee en een een voudig boerengezin waar man en vrouw en kinderen eendrachtig en vreedzaam met en voor elkander wer ken (applaus). Het aantal pachters neemt toe waar tegenover te constateeren valt een ver mindering van eigen geërfde hofsteden en een stijgende schuldenlast drukt zwaar op den landbouw, 't Is mis schien wel niet mooi op een l'eestver- gadering hierover te spreken, maar verstandige menschen sluiten ook on der deze omstandigheden de oogen niet voor de werkelijkheid. Die algeheele verschulding is zeer te betreuren want de vrijheid van den boer komt er door in 't gedrang. En 't is toch de boer die van God zelve de vrijheidsbrieven ontving. De omstan digheden hebben er thans toe geleid dat deze brieven worden ingewisseld voor credietbrieven. En waar dit zoo is, kan men spreken van een boeren- vraagstuk. Hoe nu is dit tot oplossing te bren gen? Laat ons eerst de oorzaken vast stellen. Als hoofdoorzaak kunnen we vaststellen 't feit, dal. zoovelen in hun levens- en wereldbeschouwing zijn af geweken van het Christendom. Ook voor ons geldt hier als eerste middel: Zelfheiliging. We moeten samen bid den om betere christenen te worden, en dat is mogelijk als we ook sterk maken onze Godsdienstige vereenigin- gen. Een andere oorzaak waaraan 't boerenvraagstuk te wijten is: dat na de revolutie de grond geworden is tot ge wone koopwaar. Er zijn thans te veel grondeigenaren die absoluut uit het oog verliezen, dat grond verplicht. Zoo zijn er verschillende factoren die samen hebben geleid tot een gelei delijke verhooging van den grondprijs en schuldenlast, 't Geneesmiddel ligt nu bij de hand in 't belang dat we heb ben bij een behoorlijk landbouwcre- dietstelsel. Zeker, in vergelijk met voor 30 jaren hebben dit reeds meerderen aanmer kelijk weten te verbeteren. Gewone banken dachten er toen niet niet aan om geld te leenen onder voor waarden die voor den boer aanneme lijk geacht konden worden. Hij viel toen in handen van particulieren en woekeraars. Van eenige vrijheid was geen sprake meer toen de woeker over al tierde En zoo valt het ook niet al te zeer te verwonderen dat tal van boeren den bestaanstrijd hebben moeten op geven. Dat de toeschouwers zich ten gunste hebben gekeerd is mede en vooral te danken aan de boerenvrouw. Ja, wij danken dit aan de trouwe moeder, gij zijt 't die naast den strijd van uw man alles ten offer wist te brengen; ook gij hebt de hitte van den in'gewrichten en ledematen, alsmede hoofd- en kiespijn, verdrijft men met Proefbusje 25 ct.Bij Apoth. en Drog. dag en de zwaarte van den strijd ge- dragen. En daarom aan U zwoegende nimmer rustende moeders die in Gods vertrouwen mannen-arbeid deed, aan U waarachtige heldinnen geldt op de zen feestdag een groote dankbaarheid en een eerste huldegroet (applaus). Waaraan danken wij nog meer wat we bereikt hebben? Aan onzen trou wen eensgezinden arbeid. Vraag me niet te schetsen al wat onze vaderen gedaan hebben, dat is niet mogelijk want ook hier in Drunen is reuzen arbeid verricht. Ge vraagt van mij geen namen, maar wel, dat ik allen die hier leiding gaven namens U hulde en dank breng voor 't vele goede door hen gewrocht. Alles samengevat in deze hulde geldt dit allereerst aan hem den wijzen priester en eenv.óudigen geleerde die nu in den hemel dit feest met ons viert. Mgr. Selten, aan hem onze hulde en onverwoestbaren dank (applaus). Hulde en dank ook aan hel drieman schap Frans van Drnnen, Adrianus Robben, en Godefridus Pijnenborg. Ik weet dat zij leven voor onze organisa tie en eiken dag bezig zijn in het be lang der organisatie. Altijd staan zij gereed als er een beroep gedaan wordt op hun steun en medewerking. Geve God, dat zij nog vele jaren hun arbeid mogen blijven verleenen aan onzen mooicn Boerenbond (applaus). In Uwen arbeid werd ook door de priesters een leeuwenaandeel genomen. En nu kan het niet anders of ik moet hier een naam noemen dank en hul de aan den Boeren-apostel pater v. d. Elzen, (applaus). Wij missen hier zij ne tegenwoordigheid. Pater v. d. Elzen kan hier niet ko men, hij moet rusten zijn laatste dagen, wat heeft die boeren-apostel toch ge werkt! Hij heeft zich al zwoegende ge offerd en de hitte van den strijd ge dragen. Hij trok van dorp tot dorp om de boeren te vereenigen. Ja, dat was zijn leuze: Boeren vereenigt U! Jarenlang is pater v. d. Elzen secre taris geweest van onzen Bond. Hij is de schrijver van de sociolbgie der boe ren van het pachtvraagstuk hij is ook de stichter der sociale cursus sen deze onvermoeide organisator, wij kunnen hem niet genoeg eeretitels geven. Geen boer zal ooit vergeten wat pater v. d. Elzen deed. Wij zullen God danken in: boeren vereenigt U! Blijft den onverdroten arbeid van pater v. d. Elzen voor oogen houden. Blijft sterk, er zijn zoovele moeilijkhe den. En deze worden nog grooter nu de omringende landen ons uitvoer be lemmeringen in den weg leggen. Dan zijn er nog de moeilijkheden van den Nederl. pachter. En hieraan kan ik niet denken zonder dat er mij een dankbaar woord uit het hart welt voor U Rector van Kessel die zooveel hebt gewerkt aan de oplossing van het pachtvraagstuk. Ik hoop dat 't U ge geven zij hieraan nog lang te mogen blijven werken. Dat gij nog vele jaren moogt staan op de plaats u door onzen boeren-emancipator gewezen (ap plaus). Voortwaarts dan feestende boeren! Hoe nu konden al deze mannen de vele stormen 't hoofd bieden? Omdat zij 't offer hebben gebracht van hun persoon. En waar liefde is, verplicht de Heer. Er wacht ons veel strijd, maakt daar om Uw organisatie sterk. En gij, jonge boeren, wordt lid van uw boerenstand. Hebt vertrouwen in Uw leiders en streeft naar ontwikke ling naar verbreeding van uw inzicht, want 't komt er niet alleen op aan om veel leden te hebben. We moeten ook ontwikkelde menschen hebben. Zoo'n mooie Meidag, zoo'n feestdag vraagt van ons ook een daad, een feestgave. Laat die zijn, dat we al onze vruchten dankbaar aan de voeten van den grooten Koning leggen. Niet onze eer, maar de Zijne zoeken wij. Naar Hem ga onze liefde. Geen heb- geen ik zucht, neen. Den Koning zijn onze liefde en onze hoop. Door onzen arbeid willen we ver zekeren den maatschappelijken vrede. Christus wil met ons den vrede. En als wij liein bezitten blijven we dan alleen tol onzen Schepper bidden en offeren wij nimmer aan 't gouden kalf. Want aanbidden we 't gouden kalf dan is er i strijd, de gloeiende hatende oorlog van Beëlzebub tegen Christus. Wij zullen den vrede hebben als wij elkander beminnen. Maar hoe ver is i men hier nog af. Geen broeder maar eigenliefde, en 't is deze rustverstoor der, die elk vredegevoel buiten sluit, die i 't ouderhuis verlaagt tot kosthuis, die j vreemd maakt den eigen grond. Het is j de eigenliefde welke de eene groep te gen de andere doet opstaan; 't is eigen liefde die voert tot hartelooze critiek en die aanzet tot den geest van verzet en ondergraving van alle gezag. Eigen liefde is de vijand van liefde en zonder liefde bestaat er geen vrede en zonder vrede is een oplossing van het maat schappelijk vraagstuk niet mogelijk. 13e eigenliefde is 't die ons met getrok ken zwaard tegenover Christus onzen Koning plaatst; zij is 't die het onze vader maakt tot een leugen. In volheid zullen wij Roomsche boe ren Hem beminnen en de liefde is 't die ons Zijn dienaar doet zijn. Weg dan met eigenliefde? Zien we in onzen naasten, wie hij ook zij, een broeder. Schenken wij onze liefde onvoorbeliou- den, dan kunnen wij gaan tot Christus en dragen we vrede de wijde wereld in. Dan ook kunnen we hem aanbieden de zilveren vruchten van onzen onver- moeiden arbeid. Na deze warme en spontane rede van den heer Deckers, brak er een ge weldig applaus los. De Voorzitter dankt den geachten spreker namens allen. Dat deze woorden en lessen gewaar deerd worden aldus spr. bewijst wel 't aandachtig gehoor. Wij danken U ook voor de hulde gebracht aan de pionniers van den boer. Dank ook aan Rector van Kessel en meester Klerkx, hier in ons midden, die met Jan Truijen, de groote man uit Limburg, hier begonnen zijn. Boeren, bedenk 't wel, dat wat ge nu zijt, ge te danken hebt aan de groote mannen, die God ons heeft geschon ken, ja aan de groote mannen die wij bezitten hebben wij zeer veel te dan ken. En dan noem ik hier op de eerste plaats Mr. Dr. Deckers, (applaus). Wat hij heeft gepresteerd en in de Tweede Kamer en daarbuiten, kunnen wij nooit in woorden zeggen. Er is bij de laatste verkiezingen een roep gegaan: kiest geen burgemeester. Maar ik zeg, doe 't wel. Mannen die talenten hebben, die leiding weten te geven, kunnen meer doen dan gij. Blijf gij maar boer, bidden en werken, man nen van wetenschap zullen wel leiden. Daarom hulde aan hen en laat ons nu jubelen in Roomsche Blijdschap. Begeleid door de Fanfare zong men eendrachtig „Roomsche Blijdschap". Vervolgens was het woord aan Rec tor van Kessel. Vanmorgen aldus de Rector op mijn tocht naar m'n geboortegrond moest ik onwillekeurig denken aan ons feest dat we in 1921 te 's-Bosch vier den. Van den optocht daar is me een bijzonderheid van bijgebleven, n.I. een klein boeren karretje uit Drunen met 't lakonieke opschrift: „naar *t feest". Zoo dacht ik van morgen dat ik dit zelfde opschrift wel aan m'n „Ford" kan hangen „naar 't feest", want in Drunen is nog nimmer een feest mis lukt. Ook vandaag niet. Nu sta ik hier niet als jongen van Drunen. Niet dat ik me hiervoor 2ou schamen, neen, geenszins, want waar ik kom, kan ik met fierheid getuigen een zoon van Drunen te zijn. Maar als God me niet naar een andere plaats had geroepen, dan had ik mij mis schien vandaag onder uw feestende lei ders mogen rekenen. Doch ik ben nu hier om een plicht te vervullen als af gevaardigde van het Hoofdbestuur. Ik kom u dan van harte geluk wenschen. D'r is mij ook opgedragen om uwe afd. hartelijk dank te zeggen voor de loyale medewerking welke 't Hoofdbe stuur steeds van DrunenElshout heeft mogen ontvangen. Nog nooit is er door ons een beroep gedaan op me dewerking of de afd. DrunenElshout was vooraan om gul en warm, met hart en hand te helpen. Hiervoor on zen oprechten dank. Na eenige woorden van vorige spre kers te hebben onderschreven besluit spreker: Ik hoop dat Gods zegen op deze afdeeling zal blijven rusten voor wat betreft de geestelijke en stoffelijke belangen en dat men Drunen's trotsch hoog zal blijven houden, (ap plaus). Als afgevaardigde van de Centrale Boerenleenbank, Eindhoven" sprak Mr. Dubois om de jubileerende vereeniging geluk te wenschen. Spr. bepaalde zich voornamelijk tot de Boerenleenbank. Bij de oprichting telde de Bank 68 leden en thans over de 300. 't Eerste jaar bedroegen de spaar gelden 36.000, thans 350.000, de voorschotten 7000, nu is 150.000 uitgeleend en goed uitgeleend ook. Spf. noemt deze cijfers om te laten zien, dat de Boerenleenbank een groot sociaal werk heeft verricht en daarom recht heeft op den dank van allen. Ve len hebben hun redding te danken aan deze Bank. Spr. denkt dankbaar aan de leiders aan wie men de gelden kan toe vertrouwen en die deze zoo belange loos beheerden. Aan deze leiders brengt de heer Dubois van harte dank. Spr. hoopt dat men eendrachtig zal blijven samenwerken om de Boeren leenbank sterk te maken en dan eens 't gouden feest zal aanbreken, (ap plaus). De Edelaclitb. Heer van Liempt, bur gemeester van Elshout, sluit zich gaarne bij de vorige sprekers aan wensclit de vereeniging van harte ge luk, in 't bijzonder de zilveren jubi larissen. Spr. wenscht geen opsom ming te geven maar constateert, dat den Boerenbond zeer veel heeft gedaan men voor 't bestaan van dezen Bond nog nimmer zoo'n welvaart heeft ge kend. Daarom dankt spreker als Burge meester van Elshout de stoere stichters en leiders die zooveel.hebben gedaan voor de gemeente. Ook de zeereerw. heer Pastoor Wil lems van Elshout brengt een hartelijk woord van geluk en hulde, mede aan de pionniers der organisatie, de drie jubileerende mannen, die de eerste vore geploegd hebben op het brake land van den Boerenbond. Op de roepstem van Leo XIII sloe gen zij de hand aan ploeg en kruis. Daarom meent spr. niet beter te kun nen doen dan de jubilarissen namens den Boerenbond te decoreeren met 'l zilveren kruis met kruis en ploeg. (Applaus). De voorzitter deelt nog mede, dat ge in kwenschen waren binnengekomen van Notaris Canters, van de afd. Haar steeg, de R.K. Werkliedenvereniging en 't Hoofdbestuur. Hierna sloot de voorz. de vergade ring met den Christel, groet. Om half zes zou 't feest worden voortgezet in blije stemming, met een goed verzorgd program. Ook nu was de zaal van het Patronaat tot in alle boeken gevuld. Pastoor Goossens opende de bijeen komst met den Christel, groet en hoopt dat men in de afwerking van het rijk verzorgde program een feestelijke avond zal hebben. Daarna geeft spr. bet woord aan den Edelaclitb. Heer Mr. Loeff. Men moet wel, zegt spr., over een groote dosis moed beschikken om na de schitterende rede van Dr. Deckers nog het spreekgestoelte te durven be klimmen. Dat ik nochtans dien moed heb, ligt in 't feit, dat ik als burge meester dezer gemeente niet gaarne ten achter zou blijven om een hartelijk woord te spreken en u te feliciteeren met uw jubilé, want 't wel en wee van den Boerenstand houdt ten nauwste verband met de welvaart van Drunen. Zoo valt het ook niet te verwonderen, dat iedereen hierin belang stelt en heeft. Vervolgens gaf spr. een kort overzicht van de geologische -en schiedkuiidige ontwikkeling van Dru nen en omgeving «n hoe langzaam de bodemgesteldheid veranderde ten gun ste van het landbouwbedrijf. Als drager van den oudsten stand door God geschapen, heeft de boer zich weten te handhaven. Onder pater v. d. Elzen, den boeren Franciscus, verscheen de Boerenbond op 't wereld- tooneel. Toen in 1902 de Boerenbond werd opgericht, had geen optimist dur ven dénken, dat dit de vooruitgang van duizenden boeren zou beteekenen. Daarom wenscht spr. den oprichters geluk en zegt, thans de vlag jn top, want het is waardig om te feesten. De ouderen vooral hebben geleerd, wat machtige voordeelen den Boeren bond biedt. 't Verleden is goed, maar door sa menwerking moet men in de toekomst nog krachtiger worden. De toekomst is er, om met beide handen te worden aangegrepen. Men staat, zegt spr., onder de leiding van een \vaardig adviseur, die ons de eer doet, dat wij hem mogen rekenen tot onze grootste zonen van Drunen. (Applaus). Als stut van Kerk en Staat heeft de Boerenbond een roemrijk verleden, maar ook een zeer verantwoordelijk heden. Het is ook de taak van den Boeren bond, dat men Christus in 't vaandel blijft voeren. De boeren weten ook dat 't geloof in God de eerste schrede is tot waarachtig geluk. Uw arbeid is zwaar, zegt spr., maar bedenk, dat de zaak van Christus is ontstaan en geboren aan den voet van Calvarië. Die met offers zaait, zal rijk dom maaien. (Applaus). De voorzitter dankt spr. voor zijn hartelijke woorden, die voor den Boe renbond van groote beteekenis zijn, omdat ze gesproken zijn door de hoog ste autoriteit der gemeente. En waar men ook van die zijde medewerking en sympathie ondervindt, kan dit niet an ders dan goede gevolgen hebben. Spr. hoopt, dat de Burgemeester den Boe renstand zal blijven steunen, want als de overheid in de bres springt, kan men zich van geluk verzekeren. Hierna zong men gezamenlijk het Boerenbondslied „Kruis en Ploeg". De secretaris M. v. Halder, gaf hier na een kort overzicht van de ontwik keling van Boerenbond en Boeren leenbank, gedurende de 25 jaren van bestaan. In 1897 werd op initiatief van den Ti Si Z(

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1927 | | pagina 6