Knagende pijnen
Sanapirin-tabletten
t<
g
1
2
fa
die mede een van de eersten was om
gehoor te geven aan de roepstem van
Leo XIII z g. Pater v. d. Elzen heeft
hard gearbeid aan de opheffing en
veredeling van den landbouwer.
Vervolgens zegt spr. heeft de gods
dienst nog meer gegeven n.I. Uw
mooie karakter, zooals onlangs nog
een liberaal blad getuigde 't blije
karakter van den Brabanter die tevre
den en gulhartig is. Ja, onderden in
vloed van 't geloof ontwikkelt zich dit
schoone karakter waarin geborgen is
een machtig Godsvertrouwen dat de
diepste grond is van den echen room-
schen Brabanter. Dat mooie karakter
moet behouden worden, moet men
achten en ontwikkelen.
In dezen geest zou spr. door kun
nen gaan, maar toch ook niet zonder
eenig voorbehoud, want de laatste
jaren is men aan dat mooie Brabant-
sche karakter gaan tornen. De jacht
naar genotzucht kwam van de steden
overgewaaid naar 't goede Brabant en
heeft dit aangetast.
En daarom wil spr. toeroepen
handhaven wij 't erfdeel onzer vade
ren. Dit is mogelijk indien men de
oude Brabantsche gebruiken blijft be
waren: des morgens de H. Mis bij
wonen en des avonds gezamenlijk 't
rozenhoedje bidden.
Na de H. Mis zong 't Koor nog
't Deum en gezamenlijk begeleid door
de Fanfare „Aan U, o Koning der
eeuwen."
Vermelden we nog even dat 't kerk
koor onder leiding van Rector van
Kessel 'n verdienstelijke uitvoering gaf
van Stehlen's missa: „Salve Regina
Hierna trok men gezamenlijk naar
't Patronaatsgebouw. Op het versierde
podium hadden intusschen Bestuur
en Comité plaats genomen.
Hierbij merkten wij de leden van
het Eere comitéZEerw. heer Rector
W. J. van Kessel, WelEerw. heer ka
pelaan H J. Goossens, den EdelAchtb.
heer Mr. H. J. M Loeff en den oud-
hoofdonderwijzer en mede-oprichter
H. G. Klerkx.
Voorts nog pastoor Th. J. Goossens,
pastoor J. Willems, mr. Ür. Dekkers,
mr. Dubois en de zilveren Bestuurs
leden: Frans van Drunen, Godefridus
Pijnenborg en Adrianus Robben.
Als men onder begeleiding van de
Elshoutsche Fanfare „Roomsche Blijd
schap heeft gezongen opent de ZEerw.
heer Th. J. Goossens als voorzitter
van het Comité de feestelijke bijeen
komst met den Christel, groet.
De voorzitter heet allen hartelijk
welkom in 't bijzonder echter mr. Dr.
Deckers, secretaris van den Nederl.
Boerenbond en lid der Tweede Kamer,
die deel heeft willen nemen aan deze
feestvreugde. Spr. zegtik wensch u
geluk met uw 25 jarig bestaan van
boer, wat ge vroeger waart weet ik
niet maar nu zijt ge boer in den goe
den zin des woords. Al die jaren is
men trouw gebleven aan de schoone
leuzeOra et Labora Ja, gij hebt ge
beden en gewerkt. Gewerkt van den
vroegen morgen tot den laten avond,
ja soms 's nachts. Geen 8 uren dag
maar achttien uren. En de boer wordt
nooit moede; bidden en werken dat
is zijn eer. Zet daarom vandaag maar
eens de bloemetjes buiten, al is de
boer geen man van feestvreugde.
Dan geeft spr. 't woord aan den
feestredenaar mr. Dr. Deckers.
Rede Mr. Dr. Deckers.
Zeer gaarne, zegt spr., heb ik de
uitnoodiging aanvaard om op deze
vergadering 't woord te voeren. Wel
heb ik me een oogenblik afgevraagd,
wat zou ik tot die menschen moeten
spreken die daar al een kwart eeuw
onverdroten hebben gearbeid en dit
nu in een feestelijke bijeenkomst her
denken, want gij allen kent de waarde
van uw vereeniging, dat behoef ik
eigenlijk niet te zeggen, gij weet ook
welk een machtig goed uw Boeren
bond is. Zou ik hierover moeten
spreken om u dat nog beter te doen
beseffen? Toen dacht ik: kom ik zal
enkele woorden spreken van hart tot
hart en ze zullen vinden een goede
plaats.
We leven in een tijd van vooruit
gang, van ontwikkeling sneltreinen,
electriciteit, auto's, motoren, enz. enz
En velen zullen 't straks nog beleven
dat er zich in de lucht een verkeer
gaat ontwikkelen, zooals zich niemand
heeft durven droomen.
De mensch heeft zich op elk terrein
begeven. En overal trad hij als over
winnaar uit het strijdperk. Dit over
wegende zouden we geneigd zijn om
te zeggeno, wat is die mensch van
de 20ste eeuw toch gelukkig. Hij heeft
alles te zijner beschikking. Hij heeft
groote geheimen aan de wereld ontrukt.
En inderdaad, de mensch moest met
dit alles ook gelukkig kunnen zijn.
Maar wie dit meent vergist zich danig.
Wie zich de oogen heeft uitgewreven
en de wereld inziet zal tot de erken
ning geraken dat er van eenalgemeen
geluk onder de menschen geen
sprake is.
Het klatergoud moge een oogenblik
verblinden, 't maatschappelijk vraag
stuk bestaat nog. Dit is 't grootste en
moeilijkste werk wat ons door de vo
rige eeuw ter oplossing is nagelaten.
En wij en onze kinderen moeten aan
de oplossing van dit vraagstuk wer
ken. Het is niet mogelijk hierover te
spreken zonder te denken aan den Re-
rum Novarum van Leo XIII z.g. Ja,
deze hoog geroemde maar nog te wei
nig gekende Reruui Novarum geeft ons
de oplossing. Zouden wij op deze feest-
vergadering van twee machtige organi
saties over dit vraagstuk kunnen zwij
gen? Neen. Het maatschappelijk
vraagstuk betreft niet alleen den werk
lieden. ook de boerenstand lijdt onder
een verzameling van moeilijkheden die
we hieronder kunnen samen vatten.
Denk maar eens aan den geregelden
achteruitgang van onze landbouwbe
drijven. De statistieken wijzen 'l im
mers uit. Dat is jammer, want de land
bouw is de grondslag waarop heel de
maatschappij is opgetrokken. Midden
stand e.a. zijn sterk afhankelijk van
den boer. Daarom is het zoo noodig
dat men den boerenstand blijft hand
haven.
Sterk van leden is de boer ook zede
lijk sterk. Hij voelt zijn afhankelijkheid
van God eiken dag en zulke menschen
zijn de groote steunpilaren der maat
schappij. Maakt krachtig uw stand om
dat daar het geloof in veilige handen
is en tot meerdere ontwikkeling kan
komen. Onze beschaafde eeuw vraagt
zoo weinig naar God of godsdienst.
Men hecht uitsluitend waarde aan
het uiterlijk; men vraagt of Uw pak
gemaakt is naar de laatste mode. De
menschen vragen een opgeschroefde
hoffelijkheid, men knikt naar links en
rechts met een uiterlijk vriendelijk ge
zicht; vraag echter niet of het gemeend
is. En dan nog de hedendaagsche sa
lonhelden. Maar liever is ons de boer die,
een eenvoudig pak draagt, maar waar
onder een warm en oprecht en braaf
hart klopt. Liever als het gepomnieerde
hoofd is ons de boer wiens bruinen
kop nog voor God kan buigen; wiens
vereelde handen zich nog tot een gebed
kunnen vouwen; liever als een salon
prater hooien we den eenvoudigen
boer die misschien niet zoo'n mond
vol woorden heeft, maar die nog op
recht z'n Onze Vader kan bidden ja
liever dan de hypermoderne salons
zien we een boerenhofstee en een een
voudig boerengezin waar man en
vrouw en kinderen eendrachtig en
vreedzaam met en voor elkander wer
ken (applaus).
Het aantal pachters neemt toe waar
tegenover te constateeren valt een ver
mindering van eigen geërfde hofsteden
en een stijgende schuldenlast drukt
zwaar op den landbouw, 't Is mis
schien wel niet mooi op een l'eestver-
gadering hierover te spreken, maar
verstandige menschen sluiten ook on
der deze omstandigheden de oogen niet
voor de werkelijkheid.
Die algeheele verschulding is zeer te
betreuren want de vrijheid van den
boer komt er door in 't gedrang. En 't
is toch de boer die van God zelve de
vrijheidsbrieven ontving. De omstan
digheden hebben er thans toe geleid
dat deze brieven worden ingewisseld
voor credietbrieven. En waar dit zoo
is, kan men spreken van een boeren-
vraagstuk.
Hoe nu is dit tot oplossing te bren
gen? Laat ons eerst de oorzaken vast
stellen. Als hoofdoorzaak kunnen we
vaststellen 't feit, dal. zoovelen in hun
levens- en wereldbeschouwing zijn af
geweken van het Christendom. Ook
voor ons geldt hier als eerste middel:
Zelfheiliging. We moeten samen bid
den om betere christenen te worden,
en dat is mogelijk als we ook sterk
maken onze Godsdienstige vereenigin-
gen. Een andere oorzaak waaraan 't
boerenvraagstuk te wijten is: dat na de
revolutie de grond geworden is tot ge
wone koopwaar. Er zijn thans te veel
grondeigenaren die absoluut uit het
oog verliezen, dat grond verplicht.
Zoo zijn er verschillende factoren
die samen hebben geleid tot een gelei
delijke verhooging van den grondprijs
en schuldenlast, 't Geneesmiddel ligt
nu bij de hand in 't belang dat we heb
ben bij een behoorlijk landbouwcre-
dietstelsel.
Zeker, in vergelijk met voor 30 jaren
hebben dit reeds meerderen aanmer
kelijk weten te verbeteren.
Gewone banken dachten er toen niet
niet aan om geld te leenen onder voor
waarden die voor den boer aanneme
lijk geacht konden worden. Hij viel
toen in handen van particulieren en
woekeraars. Van eenige vrijheid was
geen sprake meer toen de woeker over
al tierde En zoo valt het ook niet al te
zeer te verwonderen dat tal van boeren
den bestaanstrijd hebben moeten op
geven.
Dat de toeschouwers zich ten gunste
hebben gekeerd is mede en vooral te
danken aan de boerenvrouw.
Ja, wij danken dit aan de trouwe
moeder, gij zijt 't die naast den strijd
van uw man alles ten offer wist te
brengen; ook gij hebt de hitte van den
in'gewrichten en ledematen, alsmede
hoofd- en kiespijn, verdrijft men met
Proefbusje 25 ct.Bij Apoth. en Drog.
dag en de zwaarte van den strijd ge-
dragen. En daarom aan U zwoegende
nimmer rustende moeders die in Gods
vertrouwen mannen-arbeid deed, aan
U waarachtige heldinnen geldt op de
zen feestdag een groote dankbaarheid
en een eerste huldegroet (applaus).
Waaraan danken wij nog meer wat
we bereikt hebben? Aan onzen trou
wen eensgezinden arbeid. Vraag me
niet te schetsen al wat onze vaderen
gedaan hebben, dat is niet mogelijk
want ook hier in Drunen is reuzen
arbeid verricht. Ge vraagt van mij
geen namen, maar wel, dat ik allen die
hier leiding gaven namens U hulde en
dank breng voor 't vele goede door hen
gewrocht.
Alles samengevat in deze hulde geldt
dit allereerst aan hem den wijzen
priester en eenv.óudigen geleerde die
nu in den hemel dit feest met ons viert.
Mgr. Selten, aan hem onze hulde en
onverwoestbaren dank (applaus).
Hulde en dank ook aan hel drieman
schap Frans van Drnnen, Adrianus
Robben, en Godefridus Pijnenborg. Ik
weet dat zij leven voor onze organisa
tie en eiken dag bezig zijn in het be
lang der organisatie. Altijd staan zij
gereed als er een beroep gedaan wordt
op hun steun en medewerking.
Geve God, dat zij nog vele jaren hun
arbeid mogen blijven verleenen aan
onzen mooicn Boerenbond (applaus).
In Uwen arbeid werd ook door de
priesters een leeuwenaandeel genomen.
En nu kan het niet anders of ik moet
hier een naam noemen dank en hul
de aan den Boeren-apostel pater v. d.
Elzen, (applaus). Wij missen hier zij
ne tegenwoordigheid.
Pater v. d. Elzen kan hier niet ko
men, hij moet rusten zijn laatste dagen,
wat heeft die boeren-apostel toch ge
werkt! Hij heeft zich al zwoegende ge
offerd en de hitte van den strijd ge
dragen. Hij trok van dorp tot dorp om
de boeren te vereenigen. Ja, dat was
zijn leuze: Boeren vereenigt U!
Jarenlang is pater v. d. Elzen secre
taris geweest van onzen Bond. Hij is
de schrijver van de sociolbgie der boe
ren van het pachtvraagstuk hij
is ook de stichter der sociale cursus
sen deze onvermoeide organisator,
wij kunnen hem niet genoeg eeretitels
geven. Geen boer zal ooit vergeten wat
pater v. d. Elzen deed. Wij zullen God
danken in: boeren vereenigt U!
Blijft den onverdroten arbeid van
pater v. d. Elzen voor oogen houden.
Blijft sterk, er zijn zoovele moeilijkhe
den. En deze worden nog grooter nu
de omringende landen ons uitvoer be
lemmeringen in den weg leggen.
Dan zijn er nog de moeilijkheden
van den Nederl. pachter. En hieraan
kan ik niet denken zonder dat er mij
een dankbaar woord uit het hart welt
voor U Rector van Kessel die zooveel
hebt gewerkt aan de oplossing van het
pachtvraagstuk. Ik hoop dat 't U ge
geven zij hieraan nog lang te mogen
blijven werken. Dat gij nog vele jaren
moogt staan op de plaats u door onzen
boeren-emancipator gewezen (ap
plaus).
Voortwaarts dan feestende boeren!
Hoe nu konden al deze mannen de
vele stormen 't hoofd bieden? Omdat
zij 't offer hebben gebracht van hun
persoon. En waar liefde is, verplicht de
Heer.
Er wacht ons veel strijd, maakt daar
om Uw organisatie sterk.
En gij, jonge boeren, wordt lid van
uw boerenstand. Hebt vertrouwen in
Uw leiders en streeft naar ontwikke
ling naar verbreeding van uw inzicht,
want 't komt er niet alleen op aan om
veel leden te hebben. We moeten ook
ontwikkelde menschen hebben.
Zoo'n mooie Meidag, zoo'n feestdag
vraagt van ons ook een daad, een
feestgave. Laat die zijn, dat we al onze
vruchten dankbaar aan de voeten van
den grooten Koning leggen. Niet onze
eer, maar de Zijne zoeken wij. Naar
Hem ga onze liefde. Geen heb- geen ik
zucht, neen. Den Koning zijn onze
liefde en onze hoop.
Door onzen arbeid willen we ver
zekeren den maatschappelijken vrede.
Christus wil met ons den vrede. En als
wij liein bezitten blijven we dan alleen
tol onzen Schepper bidden en offeren
wij nimmer aan 't gouden kalf. Want
aanbidden we 't gouden kalf dan is er
i strijd, de gloeiende hatende oorlog van
Beëlzebub tegen Christus.
Wij zullen den vrede hebben als wij
elkander beminnen. Maar hoe ver is
i men hier nog af. Geen broeder maar
eigenliefde, en 't is deze rustverstoor
der, die elk vredegevoel buiten sluit, die
i 't ouderhuis verlaagt tot kosthuis, die
j vreemd maakt den eigen grond. Het is
j de eigenliefde welke de eene groep te
gen de andere doet opstaan; 't is eigen
liefde die voert tot hartelooze critiek
en die aanzet tot den geest van verzet
en ondergraving van alle gezag. Eigen
liefde is de vijand van liefde en zonder
liefde bestaat er geen vrede en zonder
vrede is een oplossing van het maat
schappelijk vraagstuk niet mogelijk.
13e eigenliefde is 't die ons met getrok
ken zwaard tegenover Christus onzen
Koning plaatst; zij is 't die het onze
vader maakt tot een leugen.
In volheid zullen wij Roomsche boe
ren Hem beminnen en de liefde is 't
die ons Zijn dienaar doet zijn. Weg dan
met eigenliefde? Zien we in onzen
naasten, wie hij ook zij, een broeder.
Schenken wij onze liefde onvoorbeliou-
den, dan kunnen wij gaan tot Christus
en dragen we vrede de wijde wereld in.
Dan ook kunnen we hem aanbieden
de zilveren vruchten van onzen onver-
moeiden arbeid.
Na deze warme en spontane rede
van den heer Deckers, brak er een ge
weldig applaus los.
De Voorzitter dankt den geachten
spreker namens allen.
Dat deze woorden en lessen gewaar
deerd worden aldus spr. bewijst wel
't aandachtig gehoor. Wij danken U
ook voor de hulde gebracht aan de
pionniers van den boer.
Dank ook aan Rector van Kessel en
meester Klerkx, hier in ons midden,
die met Jan Truijen, de groote man uit
Limburg, hier begonnen zijn.
Boeren, bedenk 't wel, dat wat ge nu
zijt, ge te danken hebt aan de groote
mannen, die God ons heeft geschon
ken, ja aan de groote mannen die wij
bezitten hebben wij zeer veel te dan
ken. En dan noem ik hier op de eerste
plaats Mr. Dr. Deckers, (applaus).
Wat hij heeft gepresteerd en in de
Tweede Kamer en daarbuiten, kunnen
wij nooit in woorden zeggen.
Er is bij de laatste verkiezingen een
roep gegaan: kiest geen burgemeester.
Maar ik zeg, doe 't wel. Mannen die
talenten hebben, die leiding weten te
geven, kunnen meer doen dan gij. Blijf
gij maar boer, bidden en werken, man
nen van wetenschap zullen wel leiden.
Daarom hulde aan hen en laat ons nu
jubelen in Roomsche Blijdschap.
Begeleid door de Fanfare zong men
eendrachtig „Roomsche Blijdschap".
Vervolgens was het woord aan Rec
tor van Kessel.
Vanmorgen aldus de Rector op
mijn tocht naar m'n geboortegrond
moest ik onwillekeurig denken aan ons
feest dat we in 1921 te 's-Bosch vier
den. Van den optocht daar is me een
bijzonderheid van bijgebleven, n.I. een
klein boeren karretje uit Drunen met
't lakonieke opschrift: „naar *t feest".
Zoo dacht ik van morgen dat ik dit
zelfde opschrift wel aan m'n „Ford"
kan hangen „naar 't feest", want in
Drunen is nog nimmer een feest mis
lukt. Ook vandaag niet.
Nu sta ik hier niet als jongen van
Drunen. Niet dat ik me hiervoor 2ou
schamen, neen, geenszins, want waar
ik kom, kan ik met fierheid getuigen
een zoon van Drunen te zijn. Maar als
God me niet naar een andere plaats
had geroepen, dan had ik mij mis
schien vandaag onder uw feestende lei
ders mogen rekenen. Doch ik ben nu
hier om een plicht te vervullen als af
gevaardigde van het Hoofdbestuur. Ik
kom u dan van harte geluk wenschen.
D'r is mij ook opgedragen om uwe
afd. hartelijk dank te zeggen voor de
loyale medewerking welke 't Hoofdbe
stuur steeds van DrunenElshout
heeft mogen ontvangen. Nog nooit is
er door ons een beroep gedaan op me
dewerking of de afd. DrunenElshout
was vooraan om gul en warm, met
hart en hand te helpen. Hiervoor on
zen oprechten dank.
Na eenige woorden van vorige spre
kers te hebben onderschreven besluit
spreker: Ik hoop dat Gods zegen op
deze afdeeling zal blijven rusten voor
wat betreft de geestelijke en stoffelijke
belangen en dat men Drunen's
trotsch hoog zal blijven houden, (ap
plaus).
Als afgevaardigde van de Centrale
Boerenleenbank, Eindhoven" sprak Mr.
Dubois om de jubileerende vereeniging
geluk te wenschen. Spr. bepaalde zich
voornamelijk tot de Boerenleenbank.
Bij de oprichting telde de Bank 68
leden en thans over de 300.
't Eerste jaar bedroegen de spaar
gelden 36.000, thans 350.000, de
voorschotten 7000, nu is 150.000
uitgeleend en goed uitgeleend ook.
Spf. noemt deze cijfers om te laten
zien, dat de Boerenleenbank een groot
sociaal werk heeft verricht en daarom
recht heeft op den dank van allen. Ve
len hebben hun redding te danken aan
deze Bank. Spr. denkt dankbaar aan de
leiders aan wie men de gelden kan toe
vertrouwen en die deze zoo belange
loos beheerden. Aan deze leiders
brengt de heer Dubois van harte dank.
Spr. hoopt dat men eendrachtig zal
blijven samenwerken om de Boeren
leenbank sterk te maken en dan eens
't gouden feest zal aanbreken, (ap
plaus).
De Edelaclitb. Heer van Liempt, bur
gemeester van Elshout, sluit zich
gaarne bij de vorige sprekers aan
wensclit de vereeniging van harte ge
luk, in 't bijzonder de zilveren jubi
larissen. Spr. wenscht geen opsom
ming te geven maar constateert, dat
den Boerenbond zeer veel heeft gedaan
men voor 't bestaan van dezen Bond
nog nimmer zoo'n welvaart heeft ge
kend.
Daarom dankt spreker als Burge
meester van Elshout de stoere stichters
en leiders die zooveel.hebben gedaan
voor de gemeente.
Ook de zeereerw. heer Pastoor Wil
lems van Elshout brengt een hartelijk
woord van geluk en hulde, mede aan
de pionniers der organisatie, de drie
jubileerende mannen, die de eerste
vore geploegd hebben op het brake
land van den Boerenbond.
Op de roepstem van Leo XIII sloe
gen zij de hand aan ploeg en kruis.
Daarom meent spr. niet beter te kun
nen doen dan de jubilarissen namens
den Boerenbond te decoreeren met 'l
zilveren kruis met kruis en ploeg.
(Applaus).
De voorzitter deelt nog mede, dat ge
in kwenschen waren binnengekomen
van Notaris Canters, van de afd. Haar
steeg, de R.K. Werkliedenvereniging
en 't Hoofdbestuur.
Hierna sloot de voorz. de vergade
ring met den Christel, groet.
Om half zes zou 't feest worden
voortgezet in blije stemming, met een
goed verzorgd program. Ook nu was
de zaal van het Patronaat tot in alle
boeken gevuld.
Pastoor Goossens opende de bijeen
komst met den Christel, groet en hoopt
dat men in de afwerking van het rijk
verzorgde program een feestelijke
avond zal hebben.
Daarna geeft spr. bet woord aan den
Edelaclitb. Heer Mr. Loeff.
Men moet wel, zegt spr., over een
groote dosis moed beschikken om na
de schitterende rede van Dr. Deckers
nog het spreekgestoelte te durven be
klimmen. Dat ik nochtans dien moed
heb, ligt in 't feit, dat ik als burge
meester dezer gemeente niet gaarne
ten achter zou blijven om een hartelijk
woord te spreken en u te feliciteeren
met uw jubilé, want 't wel en wee van
den Boerenstand houdt ten nauwste
verband met de welvaart van Drunen.
Zoo valt het ook niet te verwonderen,
dat iedereen hierin belang stelt en
heeft. Vervolgens gaf spr. een kort
overzicht van de geologische -en
schiedkuiidige ontwikkeling van Dru
nen en omgeving «n hoe langzaam de
bodemgesteldheid veranderde ten gun
ste van het landbouwbedrijf.
Als drager van den oudsten stand
door God geschapen, heeft de boer
zich weten te handhaven. Onder pater
v. d. Elzen, den boeren Franciscus,
verscheen de Boerenbond op 't wereld-
tooneel. Toen in 1902 de Boerenbond
werd opgericht, had geen optimist dur
ven dénken, dat dit de vooruitgang
van duizenden boeren zou beteekenen.
Daarom wenscht spr. den oprichters
geluk en zegt, thans de vlag jn top,
want het is waardig om te feesten.
De ouderen vooral hebben geleerd,
wat machtige voordeelen den Boeren
bond biedt.
't Verleden is goed, maar door sa
menwerking moet men in de toekomst
nog krachtiger worden. De toekomst
is er, om met beide handen te worden
aangegrepen.
Men staat, zegt spr., onder de leiding
van een \vaardig adviseur, die ons de
eer doet, dat wij hem mogen rekenen
tot onze grootste zonen van Drunen.
(Applaus).
Als stut van Kerk en Staat heeft de
Boerenbond een roemrijk verleden,
maar ook een zeer verantwoordelijk
heden.
Het is ook de taak van den Boeren
bond, dat men Christus in 't vaandel
blijft voeren. De boeren weten ook dat
't geloof in God de eerste schrede is
tot waarachtig geluk.
Uw arbeid is zwaar, zegt spr., maar
bedenk, dat de zaak van Christus is
ontstaan en geboren aan den voet van
Calvarië. Die met offers zaait, zal rijk
dom maaien. (Applaus).
De voorzitter dankt spr. voor zijn
hartelijke woorden, die voor den Boe
renbond van groote beteekenis zijn,
omdat ze gesproken zijn door de hoog
ste autoriteit der gemeente. En waar
men ook van die zijde medewerking en
sympathie ondervindt, kan dit niet an
ders dan goede gevolgen hebben. Spr.
hoopt, dat de Burgemeester den Boe
renstand zal blijven steunen, want als
de overheid in de bres springt, kan
men zich van geluk verzekeren.
Hierna zong men gezamenlijk het
Boerenbondslied „Kruis en Ploeg".
De secretaris M. v. Halder, gaf hier
na een kort overzicht van de ontwik
keling van Boerenbond en Boeren
leenbank, gedurende de 25 jaren van
bestaan.
In 1897 werd op initiatief van den
Ti
Si
Z(