Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
I
f
8 M.
van
nr.
mssw>
FEUILLETON
DOOR, ER.W1MC
NUMMER 38.
WOENSDAG 1TMEI 1927.
50e JAARGANG.
UITGAVE:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No, 38. Telegr.-AdresECHO.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
TWEE BLADEN.
EERSTE BLAD.
De Electriciteitsvoorziening
van Noord Brabant.
Het Rapport der Commissie uit de
Noord Brabantsche Kamers van Koop
handel tot onderzoek der electriciteits-
tarieven in Noord Brabant.
Verschenen is het rapport der Com
missie uit de Noord-Brabantsche Ka
mers van Koophandel tot onderzoek
der Electriciteitstarieven in Noord-
Brabant. Tot de instelling dezer Com
missie werd besloten in een bijeen
komst der Noord-Brabantsche Kamers
op 11 Augustus 1924.
De Commissie besiond uit de heeren
B. Timmermans, afgevaarde der
Kamer van Koophandel en Fabrieken
voor de Langstraat te Waalwijk, tevens
Voorzitter der Commissie
Ir. A. F. J. Beukers, afgevaardigde
der Kamer van Koophandel en Fabrie
ken voor Westelijk Noord-Brabant te
Breda
ir. A. W. Jansen, afgevaardigde der
Kamer van Koophandel en Fabrieken
voor Oosselijk Noord-Brabant, te Gel
drop
F. M. Rouppe v.d. Voort, afgevaar-
diz-ic d^r Kz--.tr var. handt! co
Fabrieken voor 's Hertogenbosch e. o.
te 's Hertogenbosch
F. A. J. M van Spaendonck, afge
vaardigde der Kamer van Koophandel
en fabrieken voor Tilburg e o. te
Tilburg
Dr. W. Lulofs, Directeur der Ge
meente Electriciteitswerken te Amster
dam, Adviseur;
Mr. B. J. M van Spaendonck te
Tilburg, Secretaris.
In het rapport wordt op de eerste
plaats een beschrijving gegeven van
de electriciteitsvoorziening van Noord-
Brabant. die, behalve door de Gemeen
telijke E ectrische Centrale te Tilburg
en de particuliere Centrale te Boxtel,
geschiedt door de Provinciale Noord-
Brabantsche Electriciteits Maatschappij
(P.N.E M).
Voorts wordt in het Rapport mede
deeling gedaan van de door de Com
missie onder de stro >mafnemers inge
stelde enquête, een uitgebreid werk,
waar de enquête zich uitstrekte tot
alle ingeschrevenen in de Handels
registers der 5 Brabantsche Kamers
van Koophandel, zoodat duizenden
vragenlijsten moesten worden uitge-
zonden.
Van de aldus verkregen gegevens
werd door den Adviseur der Commis
sie, Dr. W. Lulofs, een uitgebreide
studie gemaakt.
In zijn Rapport komt Dr. Lulofs tot
de volgende conclusies
1°. Gerekend mag worden, dat aan
bestaande industriëele grootver
bruikers in Noord-Brabant voor
1924 nog aan te sluiten viel 44 000
K. V. A. met minstens 24 mlllioen
K.W.U., hetgeen zou hebben
bateekend een vermeerdering van
het verworvene van 122°/0 op
K.W.A., 118°/o opK. W.en79°/0
opK. W.U.
2°. In verhouding tot hetLimburg-
sche en het Amsterdamsche be
drijf, alsmede eigen opwekking
zijn de prijzen in Noord Brabant
over het jaar 1924 niet gunstig
te noemendeze zijn namelijk
van l8°/o als minimum tot 36°/0 als
maximum hooger dan de drie
bovengenoemde rubrieken, in to
taal gemiddeld 32°/o*
3°. Berekeningen toonen aan, dat
prijsverlaging tot op het niveau
het ne^lddelde der 'n ver
gelijking getrokken bedrijven en
dat van eigen opwekking ver
wacht mag worden tot voordeel
te strekken zoowel voor de Bra
bantsche industriëelen als voor
het Prov. bedrijf.
4°. Te overwegen ware of niet door
bemiddeling der Kamers van
Koophandel aan grootverbruikers
een inzicht ware te geven in die
voorwaarden, welke voor hen
voordeeliger en voor het Prov.
bedrijf acceptabel zouden zijn
zulks geschiede echter niet dan
na vooraf gepleegd overleg met
den Heer Jonker.
Het volledige rapport van Dr. Lulofs.
alsook de ingekomen vragenlijsten
werden daarna aan den Heer Jonker.
Directeur der P.N.E. M., gezonden.
Voorzoover de ingekomen ingevulde
vragenlijsten afkomstig waren van af
nemers, die rechtstreeks door de PNEM
worden bediend, werden deze door den
Heer Jonker vergeleken met de omtrent
deze stroomlevering a in de PNEM ten
dienste staande gegevens, waarbij dezen
zeer dikwijls bleek. Jat de invulling
der vragenlijsten niet joist was geschied.
Daardoor meende de Heer jonker reden
te hebben te mogen aannemen, dat
zulks ook het geval zal zijn bij de in
gevulde vragenlijsten an afnemers, die
den stroom door bemiddeling van de
gemeenten betrekken; de P N E.M.kon
hierop evenwel geen controle uitoefe
nen omdat de gegeven* bij de Gemeen
ten berusten. Bij het -doorzien der in
gekomen vragenlijsten kreeg de Heer
Jonker den indruk, da» de invulling aan
verschillende inzenders moei ijkheden
moest hebben opgelev-rd, vermoedelijk
omdat vaak de juiste gegevens niet
voorhanden waren.
OF
Speciaal vestigde de Heer Jonker er
de aandacht op, dat volgens thans nog
geldende door de PNEM. met ver-
schillende gemeenten afgesloten stroom-
leveringscontracten, de stroomlevering
aan de in bedoelde gemeenten geves
tigde industrieën niet rechtstreeks door
de P N E M. geschiedt en de tarief
politiek dier gemeenten geheel los staa
van die der P N E M. Men behoort dus
ook hier een splitsing te maken tusschen
de ingekomen antwoorden ter verkrij
ging van een zoo juist mogelijk eind
oordeel.
Voorts betoogde de Heer Jonker, dat
uit de enquête van ontevredenheid
onder de rechtstreeks aangesloten in
dustriëelen nieis bleek. Evenzoo moest
naar de meening varr den Heer jonker
uit de omstandigheid dat het aantal
grootverbruikers, dat rechtstreeks door
de P.N E.M. wordt bediend, een sterk
stijgende lijn vertoont, worden afge
leid, dat de tarieven acceptabel zijn
bevonden en in het algemeen niet van
ontevredenheid kan worden gesproken.
De Heer Jonker wees verder op
verschillende maatregelen, door de
P. N.E M. genomen, die aan een
goedkoopere stroomvoorziening zijn
ten goede gekomen. De P N E. M Is
er toe overgegaan om de electricitets-
bedrijven van gemeenten, die zulks
wenschten, over te nemen, waardoor
de in die gemeenten gevestigde in
dustrieën voortaan rechtstreeks door
de P N. E. M. tegen aanmerkelijk lagere
tarieven dan diewelke zij vroeger
betaalden, kunnen worden bediend.
Het gevolg daarvan is geweest, dat
reeds aanstonds tal van kleinbedrijven
zich voor aansluiting hebben aange
meld, terwijl bij de reeds vroeger op
de voormalige gemeentelijke netten i
aangeslotenen een verhoogd verbruik
kon worden geconstateerd.
Verder is de P. N E.M. er toe
overgegaan om bij sommige kleinbe
drijven, waar het maximaaltarief be-
zwaren opleverde, een zuiver K.W.U.
tarief in te voeren.
Voorts is in de nieuwe contracten
voor en groslevering aan de gemeen
ten een bepaling opgenomen, waar
door industrieën, welke een totale
aansluitwaarde van minstens 20 P. K.
of een jaanijksch verbruik van min
stens 10 000 K.W.U. hebben, in de
gelegenheid zijn gesteld rechtstreeks
van het Prov. Bedrijf stroom te be
trekken, wanneer zij met de gemeente
niet op redelijke voorwaarden tot
overeenstemming kunnen komen.
Aangaande de stijging van de KWU-
afname en den daarmede samenhan-
genden sterken vooruitgang van het
bedrijf der P N E.M. deelde de Heer
Jonker ~de Commissie het volgende
mede
De K.W.U. afgifte steeg in de jaren
1923, 1924 en 1925 resp. met 7 3
millioen, 10 59 millioen en 10 15 mil-
lloen K.W U. Op grond van de tot
dusverre bekende cijfers mag voor
1926 een stijging van pl.m. 12 mil
lioen K W.U. worden verwacht; in
totaal dus een toeneming van pl m.
40 millioen K W U. binnen den tijd
van 4 jaren. Het is niet te verwachten,
dat deze debietvermeerdering een ver
schijnsel van tijdelijken aard zal zijn,
daar in de 2e helft van 1925 de
meeste en belangrijkste afnemers hun
stroomleveringscontracten met 5 ot 3
jaar hebben verlengd en een groot
aantal nieuwe contracten voor een
tijdsduur van 5 jaar werd afgesloten.
In een volgende paragraaf ontwik
kelt de Commissie hare beschouwin
gen naar aanleiding van de conclusies
van Dr. Lulofs en de daartegen door
den heer Jonker aangevoerde beden
kingen.
Het sterk stijgende debiet van de
P.N.E M hoe belangrijk op zichzelf,
bewijst niet, dat de tarieven der
P N E.M. voor de industrie aanneme
lijk zijn. Dat van de inrichting eener
eigen installatie wordt afgezien ge
schiedt vaak geheel op andere motie
ven dan uitsluitend een tariefswaar-
deering. Gebrek aan kapitaal b v. zal
i den industriëel vaak weerhouden van
I het aanschaffen eener nieuwe instal
latie; hij zal den duurderen P N E M.-
stroom moeien preferetren boven den
goedkooperen zelt opgewekien slioom.
Anderzijds vestigt de Commissie er
de aandacht op, dat ook industriëelen
en daaronder zeer belangrijke, na een
tijdlang door de P.N E M. te zijn be
diend, opnieuw tot eigen opwekking
zijn overgegaan.
Wat betreft het betoog van den
Heer Jonker, dat het door de enquête
verkregen materiaal niet bruikbaar zou
zijn voor het trekken van goede con
clusies erkent de Commissie, dat er
ongetwijfeld fouten bij het invullen
der vragenlijsten, z?;n gemaakt. Dat er
echter een werkelijk belangrijk ver
schil zou bestaan tusschen den prijs,
dien de betreffende industriëelen op
geven betaald te hebben en dien-zij
in werkelijkheid betaald hebben, acht
de Commissie onwaarschijnlijk. Boven-
dien had, naar het oordeel der Com
missie, van den heer Jonker mogen
WulwQksekt en Langslraatsche Courant
Dit blad verschynt
WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco per post door het gebeele rijk 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz.
franco te zenden aan den Uitgever.
Prijs der Advertentlën
20 cent per regel; minimum 1,50.
Bij contract flink rabat.
Reclames 40 cent per regel.
Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag
des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit
zijn.
van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN".
56)
Daar zij in dien oom een vriend van den
jongen man zag, kon zij weldra niet meer
buiten hem. Onophoudelijk moest zy hem
over het een en ander spreken, om zyn mee
ning over haar gedachten te vragen, of hem
verschillende raadgevingen te doen.
zy wa9 er dan ook zeer mee ingenomen,
toen hy haar na korten tqd vroeg, hem open-
ïyk by haar te ontvangen.
Niets gemakkelyker dan dat. zy zou den
markies de Clameran als een oud vriend van
haar familie aan haar man voorstellen en
dan hing het slechts van hem af, of hy in
tiem by hen wilde verkeeren.
En zy had van dit besluit geen spyt. Daar
zy Raoul niet eiken dag kon spreken, kreeg
zy door Louis berichten van hem.
Deze bleven niet lang gunstig en binnen
een maand zeide Clameran haar, dat hy
zich ernstig ongerust over Raoul maakte.
Wat is er dan? vroeg mevr. Fauvel.
Er is, antwoordde Louis, dat ik in dien
jongen man de trots en de hartstochten van
de Clamerans terugvind. *Hy behoort tot die
naturen, die zich door alles laten meesree-
pen, die door hinderpalen opgewonden wor
den en ik weet geen middel, hem tegen te
houden.
Groote God, wat heeft hy gedaan?
Niet* wat bepaald te laken U, niets on
herstelbaars, maar iets, wat my voor zyn
toekomst doet vreezen. Hy weet nog niets
van uwe goedheid jegens hem en meent op
inyn kosten te leven. Hy is even verkwis
tend als de zoon van een millionnair.
Mevrouw Fouvel zou geen vrouw geweest
zyn. als zy niet gepoogd had, Raoul te ver
dedigen.
Misschien zdjt u wat streng, zei zy. De
arme jongen, hy heeft zooveel geleden. Ily
heeft tot nu slechts ontbering gekend, liet
geluk verblindt hem. Hy werpt zich op het
genoegen als een uitgehongerde op een goe
den maaltyd. Hy zal wel weer kalmer wor
den, hy heeft een goede natuur.
Hy is zoo ongelukkig geweest! Dit was
de verontschuldiging die mevrouw Fauvel
altyd voor Raoul klaar had. Dien zin her
haalde zy telkenmale, als mynheer de Cla
meran over zyn neef klaagde.
En als hy eens begon te klagen, hield, hy
zoo gauw niet op.
Niets houdt hem tegen, zuchtte liy.
een dwaze gedachte wordt by hem dadelyk
een slechte daad.
Maar mevrouw Fauvel kon er niet zoo
gauw boos om worden.
Laat ons bedenken, zei zy, dat hij van
zyn vroegste jeugd aan zichzelf is overge
laten. Hy heeft geen moeder aan zyn wieg
gehad, om in zyn ziel de kiem van goede
gedachten en edele hartstochten te planten.
Geen strenge stem eens vaders heeft hem
ooit voor afwyking van het goede berispt.
Ja, hy is te verontschuldigen, maar hij
moet zich toch veranderen. Zoudt u niet
eens ernstig met hem kunnen praten en pro-
beeren iets van hem gedaan te krygen?
zy beloofde het, maar hield haar belofte
niet. Zy had zoo weinig tyd, met Raoul te
spreken en dacht er niet aan dien met be
rispingen door te brengen.
Soms maakte zy het vaste plan, de raad
gevingen van den markies op te volgen,
maar zoodra zy Raoul zag, miste zy de
noodige kracht, zyn blik verjoeg de beste
voornemens, en als zy hem hoorde spreken,
vergat zy alles.
Maar Clameran had, zooals hy zei, vaste
voornemens, waarvan hy niet af te brengen
was.
Gaston wa» dood en had hem op zyn sterf-
bed de zorg van zyn zoon opgedragen. Hij
beschouwde die zaak als een zedeiyke ver
plichting.
Daarom riep by, toen liy zag dat zyn po
gingen vergeefsch bleven, de hulp van me
vrouw Fauvel in.
Iiy zei, dat Raoul meer in haar omgeving
moest zyn, meer onder haar invloed, kort
om, dat het noodig was, dat^ hy haar lede
ren dag zag en sprak.
nelaas, antwoordde zy. hoe gaarne zou
ik dat willen, maar hoe kan het?
Ik zal er eens over nadenken, zei hy,
misschien kan ik u by ons volgend onder
houd een middel daartoe aan de hand doen.
Den volgenden Donderdag begon hy
Ik heb gezocht en gevonden.
Wat?
Het middel om Raoul te redden.
Mevrouw Fauvel kon hem onmogeiyk
iederen dag opzoeken, het was daarom dus
noodig dat Rauol by haar kwam.
Met die gedachte kon mevrouw Fauvel
zich niet zoo dadeiyk vereenigen. Hoe kon
zy den jongen man in haar liuisciyken
kring ontvangen, hoe hem aan haar man
voorstellen
Neen, riep zy uit, dat is onmogeiyk.
En toch, hernam de markies, het is
het eenige middel om hem te redden.
Ditmaal echter verzette zy zich tegen
Louis' plannen, zy was woedend van ver
ontwaardiging.
Neen, herhaalde zy, dat kan ik nooit
toegeven. -
De ongelukkige, zy begreep nog niet
waartoe men gedwongen wordt, als men
zich eens in een weefsel van geheimen en
leugens begeven heeft.
Dat „nooit" was uit het diepst van haar
ziel gekomen en tegen het einde der week
was zy reeds zoover, dat zy het plan niet
alleen niet meer verwierp, maar zelfs mid
delen tot uitvoering er van beraamde.
Maar hoe, vroeg zy, onder welk voor
wendsel kan ik Raoul ontvangen?
Niets eenvoudiger dan dat, antwoordde
de Clameran, u moet hem als een bloedver
want voorstellen.
En na eenige oogenblikken vervolgde hy
Woont er te Saint Remy niet een oude
nicht van u, die twee dochters heeft?
Ja, myn nicht Lagors.
Juist dezelfde; hoe is de staat harer
financiën?
zy is arm,' mynheer, zeer arm.
En zonder uw ondersteuning zou zy van
de publieke vrygevigheid afbangen.
Mevrouw Fauvel was ten hoogste ver
wonderd dat de markies zoo nauwkeurig
ingelicht was.
Wat, stamelde zy. u weet dat?
ja mevrouw, en nog veel meer. By-
voorbeeld dat uw man byna niemand van uw
familie kent en nauwelyks het bestaan dier
nicht vermoedt. Begint u myn plan te door
zien
zy begreep hem langzamerhand en vroeg
zich af, hoe zy hem kon tegenspreken.
Ik heb het volgende gedacht. Morgen
of overmorgen zult u uit Saint-Remy een
brief van uw nicht ontvangen, waarin zy
u de komst van haar zoon meldt en u ver
zoekt over hem te waken. Natuuriyk toont
u dien brief aan uw man en eenige dagen
later ontvangt hy zyn neef, Raoul de La-
gors. een allerliefsten jongeman, rijk, gees
tig, innemend, die alles zal doen om hem
te behagen en hem behagen zal.
Nooit mynheer, riep mevrouw Fauvel,
myn nicht zal aan zulke schandeiyke ko
medie nooit willen meedoen.
De markies glimlachte met zelfvoldoening.
Heb ik u gezegd, vroeg hij. dat wy uwe
nicht iö vertrouwen zouden nemen?
Dat zou toch wel dienen.
In de verste verte niet. De brief, dien
u zult ontvangen en toonen, zal door my
aan de eerste de beste vrouw gedicteerd en
door een vertrouwd persoon in Saint-Remy
op de post gedaan worden.
Toen ik u op de verplichting wees, die
uw nicht aan u had, deed ik dit om u te
toonen, hoe haar eigenbelang, ons in geval
van ontdekking, geheimhouding zal verze
keren. Ziet u nog een hinderpaal?
Mevrouw Fauvel stond verontwaardigd
op.
Myn wil, mynheer, ndjne toestemming
rekent die niet mee?
Pardon, zei de markies met spottende
beleefdheid, ik weet zeker dat u zich in
myn wenschen zult voegen.
Maar dat ia misdaad, mynhccr, waar
toe u my dwingt, een scliandeiyke misdaad.
Clameran was ook opgestaan. Iiy zag
bleek en zyn slechte hartstochten gaven
hem een kwaadaardige uitdrukking.
Ik geloof, zei hy met ingehouden woe
de, dat wy het niet eens worden. U waart
niet altyd zoo kiesch. Waar was die kiesch-
heid, toen u met mynlieer Fauvel trouwde
en hem niet bekende, dat u een ajider be
minde en hem alleen nam. om uw positie
te verbeteren. Ik bezweer u, dat ik, zoo u
myn raad niet opvolgt hem alles zal zeg
gen. zoowel van vroeger, als dat. u nu in
het geheim geld aan Raoul gegeven en hem
bezocht hebt. Wat zal hy daarvan denken?
Ik zal gehoorzamen, prevelde de on
gelukkige, overwonnen vrouw en acht dagen
later dineerde liaoul, die nu Raoul de La-
gors geworden was, by den bankier, tus
schen mevrouw en Madeleine in.
XVII.
Het was slechts na hevige tooneelcn, dat
mevrouw Fauvel, zich aan den onbuigbaren
wil van den markies de Clameran onder
worpen had. Alle middelen, waarmee zy
meende, hem te kunnen vermurwen, waren
afgestuit. Iiy had haar zonder medeiyden
aan zyn voeten geknield gezien. Geen tranen
of smeekredenen bewogen dat slechte hart
Hy dreigde steeds haar man en zelfs de
wereld alles te zullen vertellen. Met kloppend
hart had Valentine den valschen brief uit
Saint-Remy aan haar echtgenoot getoond,
die haar de komst van den jongen, ryken
neef meldde.
En nog zenuwachtiger was zy, toen zy
Raoul aan de haren moest voorstellen. Do
bankier begroette hem met een glimlach op
de lippen en reikte hem vriendeiyk de band.
Ja, zei hy, als men jong en ryk is,
moet men Parys wel boven Saint-Remy
voortrekken.
(Wordt vervolgd).