Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
f
van
li
teóf
U
'eraeetniet
De Droogmaking
der Zuiderzee.
FEUILLETOM
MGOPOBPABAMD
50e JAARGANG.
UITGAVE:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No, 38, Telegr.-Adre»ECHO.
DRIE BLADEN.
EERSTE BLAD.
Jarenlang wordt reeds gesproken
over de droogmaking der Zuiderzee,
de uitgestrekte watervlakte tusschen
de provincies Noord-Holland en Fries
land, die als een geweldige binnenzee
diep is doorgedrongen in ons land en
daaraan duizenden hectaren vruchtba
ren grond heeft ontnomen. Toch weten
slechts weinigen onzer landgenooten,
wat dit eigenlijk te beteekenen heeft.
Wanneer ze de behandeling der Zui
derzeewerken door de Staten-Generaal
al gevolgd hebben, dan zal bij tien
tegen een de heugenis slechts zijn bij
gebleven van de enorme credieten,
die voor de uitvoering dezer werken
gevoteerd moeten worden. Millioenen
en nog eens millioenen om een stuk
land op de zee te heroveren, terwijl
wij nog de beschikking hebben over
duizenden hectaren onontgonnen hei.
Zulks kan weieens aanleiding worden
tot een onderschatten en niet goed
begrijpen van de droogmaking der
Zuiderzee, want men vergeet, dat de
ontginning van woesie heigronden
ook enorm veel geld kost, dat daar
mede niet direct een landaanwinst
gepaard gaat, terwijl toch de droog
gelegde Zuiderzee de oppervlakte van
ons grondgebied met rond 7 pCt. zal
vermeerderen en de bebouwbare op
pervlakte zelfs een vergrooting met
rond 10 pCt. zal ondergaan. Wanneer
men niet, weet wat men er voor krijgt,
gelijken het fantastische bedragen, die
de Zuiderzeewerken aan den Neder-
landschen Staat zullen kosten. De
totaalsom aan uitgaven voor de droog
makerijen tot aan het tijdstip, dat de
gronden hunne normale kapitaalwaar-
de zullen verkregen hebben, ongeacht
nog de voorziening in de defensie- en
visscherij-belangen, wordt geraamd op
f 454 millioen, zoodat het niet behoeft
te verwonderen, wanneer een groot
deel van het Nederlandsche publiek
denkt, dat men voor zulk een duize
lingwekkende som ongeveer heel Ne
derland kan koopen.Toch is de waarde
van zulke getallen slechts relatief, want
men dient zich ook eenig oordeel te
kunnen vormen over de daartegenover
staande praestatie.
Beginnen wij bij Ewijksluis, waar
in 1920 werd aangevangen met het
omvangrijke werk, dat nog tientallen
van jaren vorderen zal alvorens het
in zijn geheel is tot stand gebracht.
Tusschen het eiland Wieringen en de
N.-Hollandsche kust ligt de vaargeul,
het Amsteldiep, ruim 1300 M. breed
met tegen de Hollandsche kust de 1200
M. breede uitlooper van het Balgzand-
wad. Begonnen moest worden met de
z.g. beteugeling van het Amsteldiep,
nl. de bodem der vaargeulen het
zijn er twee respectievelijk 12 en 7 M.
beneden N.A.P. moest met 'n dam
worden opgehoogd tot 4.50 M. bene
den N.A.P. om daarop later den afsluit
dijk Wieringen—N.-Hollandsche kust
te kunnen bouwen. Het dempen der
vaargeul had tot gevolg, dat deze
waterweg werd versperd en daarom
moest een klein tijdelijk verbindings
kanaal worden gegraven van den aan
te leggen dijk tot de Ewijksluis. Ter
vervanging van het Amsteldiep werd
voor de scheepvaart en de afwatering
van den Anna Paulowna-polder een
kanaal gegraven langs de N.-Holland
sche kust, dat dicht bij den Helder
een groote uitwateringssluis in zee
leeft en nabij liet vliegveld de Kooi
n verbinding treedt met het Noord-
Hollandsch kanaal. Doordat men het
Amsteldiep ging afsluiten werd, zooals
begrijpelijk is, de waterstand aan de
N -Hollandsche kust hooger en moest
een nfeuwe zeedijk worden gebouwd
met een kruinbreedte voor rijweg en
dubbele spoorbaan. Dat zijn de voor
bereidingen geweest voor het groote
werk,
In de jaren 1922 tot en met 1925
beperkten de werkzaamheden zich tot
het aanleggen van den 2500 M. langen
afsluitdijk Noord Holland-Wieringen
met de hierboven vermelde onmiddel-
ijk daarr^ge verband houdende voor
zieningen. Hier kon men zien op welke
wijze het eiland Wieringen door een
jreeden dijk, gelegd dwars door het
Amsteldiep, met de Hollandsche kust
s verbonden.
Te Den Oever vindt men 'n groote
nieuwe haven, met uitgestrekte opslag
plaatsen. Deze werkhaven, is rond de
oude visschershaven en moet dienst
doen voor 't aanvoeren van materialen
en werktuigen, die noodig zijn bij den
aanleg van den 30 K.M. langen afsluit
dijk die Wieringen-Oost met de Friesche
kust bij het dorpje Surig zal verbinden,
de 55.000.000 kosten le dam, waardoor
de Zuiderzee wordt afgesloten.
Het in de tachtiger jaren ontstane
plan-Lely, waarbij ongeveer 232.000
H.A. land zou worden drooggelegd,
terwijl binnen den giooten atsiuitdijk
nog een groot mee« zou blijven be
staan voor de uitmonding van den
ljssel en de afwatert ig, werd in juni
1918 door de Staten-üeneraal aange
nomen en met enkele wijzigingen op
onderdeelen, wordt ciit plan thans uit
gevoerd. Volgens dit gewijzigd plan-
Lely wordt, behalve de reeds boven
omschreven werken, een afsluitdijk
gelegd van den Oostpunt van Wierin
gen naar de Friesche kust by Surig.
Het diepste deel der aldus algesloten
zee, hei oude Flevo-meer, wordt als
ljsselmeer met een oppervlakte van
rond 100.000 H.A. oenouden, terwijl
nog een tweede meertje 'iz.g. IJ meer
voor den Amstel openblijft.
Het aanleggen van dezen grooten
afsluitdijk brengt mei zich mede, dat
ADVERTEERT IN DIT BLAD.
bij Wieringen voor de loozing van 't
water 3 groepen van 5 uitwaterings
sluizen, ieder wijd 12 Meter, worden
gebouwd, met voor de scheepvaart
een schutsluis voor schepen van 2000
ton en op ongeveer 4 K M. buiten de
Friesche kust 2 groepen van 5 uitwa
teringssluizen, als zoo juist genoemd
met een groote en 'n kleine schutsluis
voor schepen van 2000 en 600 ton.
De door de afsluiting te verwachten
verhooging der stormvloedstanden be
noorden de afsluiting, maken verder
een verhooging noodzakelijk van de
zeeweringen in Friesland en Noord-
Holland, alsmede verbetering van
sommige waterkeeringen langs de
Noordzee-eilanden.
Als een zaak van groote beteekenis
dient erbij vermeld, dat 't binnen den
afsluitdijk nog open blijvend deel der
Zuiderzee, het IJselmeer, door den toe
voer van zoetwater, een zoetwatermeer
zal worden, waarvan vooral Friesland,
dat veel last heeft van brakwater, zal
runnen profiteeren. Verdere voordee
en der drooglegging, die niet ter
stond in geld waardeerbaar zijn, zul-
en bestaan in betere afwatering der
omringende gebieden, maar hoofdzaak
blijft natuurlijk, de aanwinst van
224 000 H.A. vruchtbaren grond.
Volgens het thans bestaande plan
zullen vier polders worden aangelegd,
de N -W. polder of Wiefin germeer
20.000 H.A Z.-W. polder56 000 H.A..
Z.-O. polder 95 000 H.A., N.-O pol
der 53 000 HA. De met den aanleg
der polders gepaard gaande werken
zijn het aanleggen van ringdijken,
daarna de bemaling, vervolgens het
graven van kanalen voor afwatering
en scheepvaart, de ontzilting van den
jrond, wegenaanleg en verkaveling.
Het hiervoor noodige bedrag is ge
raamd op 365 millioen gulden. Wan
neer men met het inpolderen begint,
zal het ongeveer vier jaar duren eer
de gronden bebouwd kunnen worden,
terwijl de zwaarste gronden eerst na
7 jaar, hun normale cultuurwaarde
zullen hebben, De verkoopwaarde van
de gronden der drooggelegde Zuider
zee wordt geschat op f 510 000 000.
De groote afsluitdijk, waarmede men
nu begonnen is moet binnen 8 jaar
voltooid zijn en inmiddels wordt over
gegaan tot het aanleggen van den
Wieringermeer-polder Ten einde
eenige contröle te hebben op de met
grond te verwachten goede resultaten
is men bezig een proefpolder van 40
H.A. aan te leggen bij Andijk.
Een reusachtige baggermachine Is
bezig om uit den zeebodem het kei-
leem uit te graven, dat het hoofd
bestanddeel van het dijkslichaam gaat
vormen. Keileem, zooals dat In een
breede strook op den Zuiderzeebodem
wordt gevonden, is een met keien ge
mengde taaie leemsoort, een grond-
moraine uit den ijstijd, die beter dan
de meest vaste kleisoorten weerstand
aan stroomingen en golfslag biedt.
Het is een uitkomst, dat men dit bui
tengewoon geschikte materiaal hier
aantreft, want dat is juist hetgeen men
hebben moet.
Nu zullen we even vertellen, hoe
men te werk gaat bij het opwerpen
van den zwaren dam, die eens ons
land tegen de golven der zee zal moe
ten beschutten. Het is erg eenvoudig
om te zien. In zee Hggen een paar
drijvende kranen met een boot vol kei-
leem langszij. Aan de kraan bengelt
een halfronde ijzeren bak, die
aan de onderzijde mechanisch kan
worden opengesperd. Men laat den
NUMMER 40.
ZATERDAG 18 JUNI 1927.
Waahyiisclie en Langslraalstbe Courant,
Dit blad verschflut
WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco per post door het geheele rflk 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz.
franco te zenden aan den Uitgever.
Prfls der Advertentiën
20 cent per regel; minimum 1,50.
Btj contract flink rabat.
Reclames 40 cent per regel.
Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag
des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit
zijn.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
van „DE EOHO VAN EET ZUIDEN".
OF
67)
Waarom? vroeg Louis.
Omdat ik :djn raad noodig hel». Laten
wij elkaar niets wijs -naken. Ik ben er er
aan toe. Slechts dwazen laten zich dooi
den dood overvallen. Als ik mijne beschik
kingen gemaakt heb, zal ik geruster zijn,
geloof mij.
llij had den dood te dikwijls onder de
oogen gezien, om hem te vreezen en was
geheel voorbereid te sterven.
Toen liy in Fraukryk aangekomen, te
Bordeaux ziek geworden was, had hij zijn
zaken geregeld en nu maakte de genegen
heid voor zijn weergevonden broeder het
noodig, ztJn voornemens en beschikkingen
te veranderen.
IIy verlangde een deskundige te spreken,
om een nieuw testament te maken, en Louis
tot erfgenaam van zyn geheel vermogen
aan te wijzen.
De advocaat, een klein mannetje, in de
buurt als zeer slim en doortrapt bekend,
kende het burgerlijk wetboek op zyn duim
pje. v
Alq liy eens in de zaken van zyn klanten
doorgedrongen was, had hij maar één ge
dachte, n.in. om alles zoo voordeelig moge
lijk te regelen en de altijd belangrijke suc
cessierechten te doen verminderen. Een een
voudig middel deed zich. daartoe voor.
f-WjaCÖAPpy VAN VERZEKERING OP HET LEVEN
Als Gaston door een contract zijn broe
der tot deelgenoot zijner ondernemingen
maakte, waarhij hij een inleggeld. dat met
zijn half vermogen gelijk stond, als ontvan
gen erkende, behoefde Louis slechts voor
de rest, dus de helft, rechten te betalen.
Gaston nam dit voorstel gretig aan. niet
omdat liy er, in geval hij stierf, een be
sparing in zag. maar, omdat hy dacht, dat
zyn 1)roeder nu, als hy bleef leven, alles
wat hy bezat met hem kon deelen, zonder
diens kieschheid te kwetsen.
Maar Louis, die ingewyd moest worden,
om te teekenen. deed alsof hy zich met alle
kracht tegen die plannen verzette. Waartoe
al die voorbereidselen? Waarom de gedachte
aan den dood, als men slechts aan een lich
te ongesteldheid lydt, die! binnen acht dagen
voorbij zal zijn? Denk) toch niet aan de dood
en zoo lang als ge leeft, behoort alles wat
ge bezit, ook my, dat hebben we immers
afgesproken. Als ge sterft ben ik uw erf
genaam. wat wilt ge meer?
Vergeefsche moeite. Gaston was er de
man niet naar, om zonder gegronde reden
zyn plan op te geven.
Als hy naar rflp- beraad een besluit geno
men had, voerde hy het ook in alle byzou-
derheden uit, wat anderen er ook van zei-
den.
Na een langen edelmoedigen weerstand,
die zyn edel karakter en zeldzame onbaat
zuchtigheid In het licht moest stellen, gaf
Louis, door den advocaat aangezet toe en
plaatste zyn liandteekeniug onder het daar
toe opgemaakte stuk.
Eu nu was Louis voortaan voor het ge
recht en voor de wereld de compagnon van
zyn broer, de bezitter van diens half ver
mogen. Eu dat bezit was nu onwankelbaar.
Gaston zou nooit meer op zyn besluit te
rugkomen, daar de stukken vani alle wettige
formaliteiten voorzien waren.
Louis was vreemd te moede. Hy verloor
by na het hoofd door die opgewondenheid in
beslag genomen, welke iedereen overvalt,
die plotseling uit ellende in den overvloed
verplaatst wordt i
Of Gaston stierf of bleef leven, Louis be
zat langs wettigen weg 25000 francs rente,
daarby nog niet eens de waarschyniyke
winsten gerekend, die de fabriek afwerpen
zou.
Nooit had hy zoo een rfjkdom durven
hopen of droomen. Zijn wenschen waren
niet alleen vervuld maar overtroffen.
Wat zou hem nu nog ontbreken!
Helaas! Do mogelykheid, die weelde in
vrede te genieten, ontbrak hem.
Zij kwam te laat. Dat vermogen, dat van
den hemel kwam gevallen, en hem met
vTeugde moest overstelpen, vervulde zyn
hart slechts met droefheid en woede.
Dat geluk. dat.hem ten deel viel!
O bittere spot van het noodlot was een
vreeseiyke straf, die hem voor zyn vroeger
leven kwam treffen. En in plaats in te zien,
dat die straf verdiend wn9, gaf hy er zijn
broeder de schuld van. Ja, hy stelde Gas
ton voor het vreesClyke van zyn toestand
aansprakelijk.
Zyn brieven aan Raoul gaven die gedach
te wel terug en behelsden den weerklank
van de walgelijke gevoelens, welke zich van
hem meester maakten.
Eenige uren, nadat hy het. contract ge-
teekend had, schreef hy het volgende:
Ik heb 25.000 francs rente, ik bezit 500
duizend francs. De helft, wat zeg ik, een
Aderde van de som was voldoende geweest,
my verleden jaar tot de gelukkigste der
stervelingen te maken.
Wat heb ik nu aan dat vermogen? Niets!
AI liet goud der aarde kan geen enkele
moeilykheid van myn toestand uit den weg
ruimen. Ja. gy hebt geiyk gehad, ik ben
onvoorzichtig geweest, maar ik moest die
daad duur betalen.
wy zyn) nu op een zoo hellenden weg, dat
we of wq willen of niet i verder moeten
gaan. Zelfs een poging tot stilstand zou on
zinnig zyn. Arm of ryk, ik moet alles vree
zen, zoolang een ontmoeting van Valentine
en Gaston mogeiyk is. Zal myn broeder
het opgeven die zoo beminde vrouw weer
te zien?|
Neen, Gaston gaf dat plan niet op. Een
bewys, daarvan was, dat hy te midden, van
zyn pynen meermalen haar naam genoemd
had.
En het ging hem niet beter. Ondanks de
krachtige behandeling verdwenen de onrust
barende symptomen slechts tydeiyk.
De pynen wisselden af tusschen het hart
en liet hoofd en traden lederen keer heviger
op.
Tegen het einde der week had de zieke
twee goedej dagen. Hy kon opstaan, een wei
nig eten en zelfs wat wandelen.
Maar hij was nog slechts de schaduw van
wat hy geweest was. In minder dan tien
dagen scheen hy wel tien jaar ouder ge
worden.
Gaston, voor veertien dagen een toon-
lieeld van mannelyke schoonheid en kracht,
was nu zwakker dan een kind en liep ge
bogen als een grysaard.
Zyn boenen konden z'n vermagerd lichaam
nauwelijks dragen. Hoewel het zomer en
zeer heet was, rilde hy jnidden op den dag
in de zon.
Op den arm van zyn broeder geleund,
stak liy de weide over, om zyn fabriek te
bezichtigen en niet ver van een der ovens
gezeten, die in werking was verklaarde hy
zich wat beter en zich door die verkwikken
de warmte als herboren te gevoelen.
Iiy leed niet. Zyn hoofd was vry, hy kon
ruim ademen en zyn sombere voorgevoelens
verdwenen.
Ik heb my te vroeg ongerust, gemaakt,
zei liy tot de hem omringende werklieden,
ik zal wel weer opknappen. -
Eenige lieeren uit Oloron, die hem hadden
bezocht, maakten de opmerking, dat zyn
ziekte wellicht een gevolg was van de 1 licht
verandering, en Gaston was geneigd, dit te
gelooven.
Oude boomen moet men niet verplan
ten, zei hy, als ik lang zou willen leven,
moest ik naar Rio teruggaan.
Louis klampte zich gretig aan die hoop
vast.
Ja, zei hy. daar zoudt ge zeer goed
aan doen, ik ,ga met u mee. Een reis naar
Brazilië met u zou een heeriyk uitstapje
voor my zyn.
Gaston antwoordde er nooit toe te zullen
besluiten, Frankryk nogmaals te verlaten.
Hy was van plan, zoodra hy genezen zou
zijn naar Parijs te gaan. DAar zou li|j be
roemde doktoren kunnen raadplegen en Va
lentine opzoeken.
Naarmate Gastons ziekte langer duurde,
scheen hy meer naar haar te verlangen en
verwonderde zich er over geen brief uit
Beauciare ontvangen te hebben. Het ver
wachte antwoord hield hem zoo bezig, dat
hy nogmaals schreef; dringender en om
gaand antwoord vroeg.
Dien tweeden brief kreeg Lafourcade
nooit.
Dieuzelfden avond begon Gaston weer te
klagen.
Die twee of drie goede dagen waren
slechts een rustpunt in <le ziekte geweest.
Zy kwam nu nog heviger op en voor het
eerst toonde de dokter zich ongerust.
Van dit oogenblik kon men den noodlot-
tigen afloop tegemoet zien. Al scheen Gaston
minder te ïyden, zyn krachten namen af
en langzamerhand verloor hy het bewust
zijn.
Ieder uur klopte zyn hart minder snel en
werden zijn ledematen kouder. Eindelijk op
den vierden morgen scheen Gaston, die den
ganschen nacht gesluimerd had, eenigszins
by te komen.
Hy zond om een priester en bleef wel een
half uur met dezen alleen, verklarende dat
hy evenals zyn voorouders als christen wil
de sterven. Toen gaf hy bevel de werklie
den te laten, binnenkomen. HU nam afscheid
van allen en verzekerde dat hy zich met
hunne toekomst had bezig gehouden.
Nadat dze vertrokken waren, liet hy
Louis beloven de fabriek te behouden, om
helsde hem voor het laatst en viel toen af
gemat in de kussens terug.
Toen het twaalf uur sloeg, lilies hy kalm
en zonder doodstryd den laatsten adem uit.
Nu was Louis markies de Clameran en
daarbij millionair.
Veertien dagen later zette hy zich op het
spoor, nadat hy alle zaken geregeld en niet
den ingenieur die de fabriek bestuurde eeu
contract gesloten had.
Den vorigen dag had by aan Itaoul gete
legrafeerd, dat h|J terugkwam.
(Wordt vervolgd.)