CIGARETTES Uw Haar 2 ct. 3 ct. 2i ct. 31 ct. ORANGE ROUGE BLEU VERT Prinses Suleika en de Witte Olltant. Een Indisch sprookje door LILY. II. Dag na dag gaal voorbij. Hooger, hooger is de nood gestegen. Roof, moord en plundering overal, waar men ziet. Niemand is zeker van zijn leven. Leden van één huisgezin vreezen el kander. Ook in het paleis van den Sultan is het somber. Weldra zal er zelfs voor Prinses Suleika geen brood meer zijn. Och, als er toch maar regen kwam. Reeds heeft de Sultan boden uitgezonden aan alle offerpriesters en toovenaars en nu wacht hij met zijn raadslieden Daar komen zij reeds In de raadszaal is alles gereed. Weldra branden de offervuren om de kwade geesten goedgunstig te stemmen en vervult het geiammer der offerdieren de lucht. De toovenaars maken vreem 'de woorden en trekken allerlei figuren op den grond. Dan treedt de oudste naar voren. Hij knielt voor de voeten van den Sultan neer en zegt„O groote heer, het orakel zegt mij dat de regen geest vertoornd is. Hij wil dat wij een groot offer brengen, doch het is aan u heer om dat te geven". „Zeg het snel, wat moet ik doen, ik wil alles om mijn volk te redden. En plechtig herneemt de toovenaar De Sultan moet geven het liefste wat hij heeft „Het liefste wat hij heeft": „Mijn paarden Ik geef ze gaarne." Doch de toovenaar zwijgt. .Mijn paleizen, mijn schatten dan Een gemompel gaat door de menigte, maar de toovenaar schudt ontkennend het hoofd. De oogen van den Sultan gaan zoekende rond, tot zij blijven rusten op Suleika die in gezelschap van hare slavinnen op een der balkons heeft plaats genomen en zoo verborgen achter tapijten en sierplanten de me nigte gade slaat. .Gij meent toch de Prinses niet vraagt de Sultan met sidderende stem. „Zij is het", klinkt 't dof. Wat moet de Sultan doen. Zijn dochter die hij zoo lief in den dood zendeneen heel volk dat weldra sterven zalen zijn koninklijk woord dat hij alles wil doen om zijn volk te redden. „Geef mij drie dagen om haar voor te bereiden", zegt hij eindelijk, De toestemming wordt gegeven en de vergadering gaat uiteen. Wij vinden den Sultan terug bij zijn dochter. Haar groote donkere oogen staren hem strak aan, terwijl hij al maar spreekt over den nood van zijn volk en het offer dat de regengeest Ingezonden Mededeelingen. wordt gezond en sterk het krijgt mooier glans het wordt vrij van roos het blijit beter zitten indien gij het des morgens inwrijftmet een weinig Purol 't voldoet iedereen. vraagt. Als hij eindelijk ophoudt om dat zijn stem hem begeeft, zucht Suleika diep, sluit de oogen en laat zich in de kussens zinken. Langstaart de Sultan naar het lieve gelaat en eindelijk vraagt hij zacht: .Suleika mijn libveling wat zult gij doen Suleika slaat de oogen op. „Hoelang nog vader?" „Nog drie dagen". Drie dagenZe bekijkt dof starend de ringen aan haar vingers en dan neemt ze de roode bloem uit de zwarte haren en drukt haar gezichtje in de geurige blaadjes. Suleika legt de bloem in haars vaders hand. Dan zegt ze met moede stem„Ik zal gaan, vader, maar laat mij nu alleen". Drie dagen zijn spoedig voorbij, Het oogenblik van scheiden is aan gebroken. In de groote raadszaal en buiten op het plein branden reeds de vuren, waarop de dieren zullen worden geofferd. Het plein en ver daarbuiten is zwart, van menschen, die getuigen willen zijn van Suleika's heldendaad. Daar worden de zware gordijnen weg geschoven en Suleika verschijnt. Stil, doodstil wordt het onder de bevolking. Suleika heeft haar mooiste zijden kleed aangetrokken. Haar zwarte haren zijn en de kettinkjes op voorhoofd en armen schitteren in het schijnsel der vuren. Langzaam schrijdt ze voor waarts. Haar blik blijft een oogenblik op ieder der aanwezigen rusten. Dan gaat ze aan de hand van haar vader naar buiten. Haar oogen dwalen over die menigte die zij redden zal door haar offerdood. Haar vader tilt haar in een draagstoel en voort gaan zij, terwijl het paleis eenzaam staat in het schijnsel der offervuren. Na eenige uren is men gekomen aan een dicht, donker woud. Men dringt het binnen en als men gekomen is aan een pad, dat enkel de wilde beesten volgen, houdt de stoet stil. Suleika stapt uit. Zij huivert bij het zien van die dikke duisternis die over het woud hangt, doch een blik op haar vader geelt haar kracht. Een' groet, een laatste blik en weg snelt zij, den dood tegemoet. Lang staart de Sultan naar de plaats, waar Suleika is verdwenen en dan brengt men hem zachtjes naar den draagstoel, die hem brengt naar zijn leeg paleis. Plotseling doen angst en jammerklachten hem uit zijn smart opschrikken. Haastig stijgt hij uit en vol ontzetting ziet hij hoe zijn paleis geheel in vlammen is gehuld. Langzaam kronkelen zij als vurige slangen naar boven, naar het gouden dak, het mooiste monument in zijn land. „O, als dat slechts te redden was", fluistert hij en hij roept uit: „Water 1 vlug water!" Honderd bereidwillige handen reppen zich, doch te Iaat. Met donderend geraas stort het dak naar beneden en een felle, plotseling opgekomen wind neemt duizenden vonken mee, die gretig voedsel vinden in het droge bosch, dat^ behoort bij de tuinen van het paleis. Den geheelen nacht is ieder in de weer om tenminste den brand zoo veel mogelijk te beperken tot het koninklijke bosch en tegen den morgen, als men eindelijk rusten kan, is de hemel zwaar zwart bewolkt. Maar zie, des middags barst een geweldig on weer los en valt de regen bij stroomen neer. BINNENLAND. De Holland-Indië vlucht. SINGAPORE, 29 Juni. Omtrent de aankomst van de Fokker VII alhier kunnen wij melden, dat tot dusver de tocht uitstekend verloopen is. De af stand van Sengora naar hier werd volbracht in vijf en half uur. De heer Van Laer Black klaagde nog al over de landingsmogelijkheden voor vlieg tuigen alhier. Hiermede, aldus zeide hij in een kort onderhoud, is het vrij treurig gesteld. Alvorens Bangkok te Een proef alleen is noodig om hun superioriteit boven alle andere siga retten te bewijzen, OVERAL VERKRIJGBAAR bereiken heeft de Fokker VII alle moeilijkheden overwonnen, welke het vliegtuig op dat traject konden over komen. Volgens den heer Van Lear Black is een vliegdienst van Europa naar het Oosten in alle opzichten uitvoerbaar te achten. De Indië-vliegers zullen niet naar Australië gaan. Zij zullen eenige dagen op Java blijven. De heer Van Lear Black hoopt 23 Juli in Londen terug te zijn. De machine Is in uitstekende conditie. De eerste passagiersvlucht naar Indië. BATAVIA, 30 Juni. Bij aan komst van het Fokkervliegluig te Ba tavia stroomde het publiek, dat vol enthousiasme en niet te houden was, het terrein op, juichende en hoeden zwaaiende, terwijl spontaan het Wil helmus aangeheven werd. De heer Van Lear Black nam, rustig in de cabine zittend, de enthousiaste huldigingsbelulgingen in ontvangst. Een vertegenwoordiger van Aneta had een onderhoud met de piloten Geysendorffer en Scholte.'Het gezel schap blijit 6 of 7 dagen te Batavia in verband met het nazien van het vlieg tuig, ~~"wrnaivuur Qcy oendorffer reeda morgen naar Bandoeng vertrekt. De terugtocht gaat via Medan langs dezelfde route, terwijl wordt doorge vlogen naar Engeland. Eerst naar Glasgow om de dochter van den heer Van Lear Black af te halen. Daarna gaat men naar Londen en indien moge- lijk zal en passant Amsterdam worden aangedaan. Gedurende de reis heeft men goed weer gehad behalve in Birma en bij Bangkok. Geysendorffer verklaarde dat 12 vliegdagen voldoende waren voor de reis naar Indië, doch Scholte meent, dat het in 8 dagen mogelijk is. Gehoopt wordt op 23 Juli in Enge land te zijn. VEREENVOUDIGDE SPELLING. Plannen van de regeering. Naar we vernemen ligt het in de bedoeling van de regeering, binnen kort een vereenvoudigde spelling in te voeren, waarbij de naamvallen ver vallen en voor de e en o dezelfde regels zullen gelden als voor de a en u De uitgang lijk blijft onveranderd en wordt niet vervangen door lik. (Maasbode). INGEZONDEN STUKKEN WASPIK. Juni 1927. Mijnheer de Redacteur. Vergun mij s.v.p. ook een plaatsje in uw veelgelezen blad. Bij voorbaat mijn dank. Ondergeteekende wil dan door mid del van uw blad ook 't publiek in ken nis stellen, dat de schuld waarmee hij belasterd werd, als zou hij de ver spreider zijn der strooibiljetten tegen den heer v. d. Rijken gericht met de laatste raadsverkiezing, onjuist is. Reeds liet ik door de maréchaussée de zaak onderzoeken, wie mij dat juk op de schouders legde. Toch kan ik den heer v. d. Rijken niet goed begrij pen, daar eerst de een, dan weer 'n ander de schuldige zou wezen. Zelfs de werklieden werden verdacht; moet genoemde heer dan ook niet eten van den werkman? Waarom zet hij zich dan zooveel hooger? Als men zoo de laatste raadsvergaderingen nagaat, dan kan ik hem niet goed begrijpen bij dat niet-bevorderen, ja zelfs tegen werken van ondersteuning voor hulp behoevende arbeiders van Waspik. Dat* dit zeker niet het bevorderen is van het belang van genoemde men schen, ja, ik heb me zelfs de vraag ge steld hoe 't mogelijk is, dat zich noe mende welopgevoede christelijke men schen, dat met bovengenoemde han delwijze vercenigbaar achten. Ik zou zeggen dat ieder goed katholiek zeker verplicht is om zijn evenmensch, die in hulpbehoevenden toestand verkeert te helpen wanneer 't kan en die dat niet doet handelt in strijd met Gods geboden en dat geldt ook voor raads leden. Met beleefden dank voor de plaatsing, J. C. de Ruijter. DRUNEN. Bij het hevig onweder dat Donderdagavond woedde, werd een koe van den landbouwer Th v. Delft bij den Kanaaldijk achter deze gemeente door den bliksem getroffen en gedood. Ook van den landbouwer K. v. Delft werd een der beste melkkoeien door den bliksen getroffen en gedood. Verzekering dekt slechts gedeeltelijk de schade. CAPELLE.#Vrijdag j.l. had door den Rijkszuivelconsulent de beoordeeling plaats van de resultaten van den van wege de Coöp. Zuivelfabriek „De Toekomst" gegeven melkcursus. Het melkers-diploma werd toegekend aan de volgende deelnemers: Joh. van Heijst en Jos Kuijsten te Besoijen, J. Paans en J. de Rooij le CapcHc, "T. van der Kolk tc Sprairg. Voor de Ned. Herv. gem. alhier hoopt a s. Zondag des nam. half drie uur op te treden Ds. Slemper uit Waalwijk. Door onbekende oorzaak ontstond j.l. Woensdagmiddag bij A. W. op de Nieuwevaart een begin van brand. Door het flinke optreden van de vrouw des huizes, bijgestaan door den bakker v. O. die daar juist met brood was, werd de brand met enkele emmers water gelukkig spoedig gebluscht, zoo dat erger voorkomen werd. J.L Donderdag 30 dezer, bracht de bij de Ned, Herv. gemeente te dezer plaatse beroepen predikant, Ds. A. M. den Oudsten uit Middelharnis, een bezoek aan deze gemeente. Na des middags kerk en pastorie bezichtigd te hebben hield Z.E. des avonds 7 uur een predikbeurt. Tengevolge van het onweder was het kerkgebouw niet druk bezet. Toen deze week de heer D Spie- rings, secretaris van den eierbond aan den Loonschendijk bezig was met het schouwen van eieren, moest hij deze werkzaamheid staken, omdat de blik sem zijn electrisch apparaat vernielde. Persoonlijke ongelukken vielen geluk kig niet voor. A s Zondag zal des nam. 2 uur in de Ned Herv. kerk a d. Loonschen dijk optreden Ds. Mühlnikke! uit Waalwijk. De collecte voor den Gewapen- den Dienst heeft in deze gemeente opgebracht f 21.15 De heer M. de Rooy alhier, die dezer dagen slaagde voor het onder wijzersexamen, is aangesteld als volon tair aan de Chr. school in de Heistraat. Gedurende de maand Mei werden voor den Vleeschkeuringsdienst aange geven 40 runderen, 41 varkens en 3 geiten. WASPIK Door de Voetbalvereni ging „Brabantia" alhier zijn groote seriewedstrijden uitgeschreven, te hou den op 17 24 en 31 Juli a.s.x Onder overgroote blijken van belangstelling vierde heden het echtpaar van Tilborgh—Klootwijk zijn gouden huwelijksfeest. Door de buren was aan de woning der oudjes een prach tige eereboogopgericht. In den loop van den avond bracht de Harmonie „Volks vlijt en Volksvermaak" aan het jubi- leerend echtpaar eene serenade. De plechtige intocht der WelEerw. Paters Carmelieten op a. s. Zaterdag zal plaats hebben als volgt Des namiddags half vier samenkomst aan het klooster der Eerwaarde Zusters alwaar de stoet wordt opgesteld. Om vier uur wordt aan de pastorie der Tot slot vraagt de heer van Drunen om de perceelen 't Herpsche veil tc ontginnen. De voorzitter geeft omtrent de lig ging van den grond eenige toelichting. Thans wordt een en ander als strooisel verpacht. Ook spr. heeft gehoord, dat de grond voor ontginning geschikt is en B. en W. zijn hiertoe gaarne bereid. Spr. vraagt nu machtiging tot verpach ting bij overschrijving. Het voorstel v. Drunen om eerst in één en dan in twee perceelen te ver pachten wordt verworpen met 54 stemmen. Tegen stemden de heeren v. Spijk, Pijnenburg, A. v. d. Wiel, Elshout en v. Halder. Door den heer Muskens wordt op gemerkt, dat hem ter oore is gekomen (lat door gem.-pachters weer aan. der den wordt verpacht. I)e Voorzitter zegt dat men hierop streng zal letten. Hierna sluiting. HEUSDEN. Vergadering van den Raad dezer gemeen te. gehouden op Woensdag 29 Juni 1927. De Raad was compleet met nitzonderin van het lid Verhoeven, die daarvan kennis Jiad gegeven. De notulen der laatste vergadering wer den ongewijzigd vastgesteld. Ingekomen waren een bericht van den heer Ant. van Delft, waarin hij zijn dank betuigt voor de hem 'toegekende jaarwedde verhooging in de vorige vergadering: ver der schrflven van den heer Roza. waarin hij verklaart. zyn benoeming tot lid van het College van Regenten der Godshuizen t( aanvaarden, benevens proces-verbaal van kas-opneming hij den gemeente-ontvanger en administrateur van lietf Vleesehkeurings bedrtJf, waarby alles in orde was bevonden De Raad nam deze mededeelingen voor kennisgeving aan. Hierna bracht de Voorzitter verslag uit van de aanbesteding tot verbouwing van het pand der gemeente, grenzende aan het stadhuis. Hiervoor waren 5 gegadigden opgedaagd, n.l.A. Roeren voor 2771Gcbns. Dankers voor 2738P. A. Kramer voor 2400: Ant. van Ryswyk voor 2242 en Gebrs. v. d. Stank voor 2237. Deze firma's zijn alle hier woonachtig behalve de middelste, li« zyn domicilie heeft in Genderen. De Voorzitter stelde voor het werk op t< dragen aan den langsten inschröver, wat werd goedgevonden. Alsnu stelden B. en W. voor, in verhand met. dit uit te voeren werk een geldleening aan te gaan l>y het College der Godshuizen en wel van 2000 i) 41 pCt., niet verplichte janriyksche aflossing van 200. Ook hiertoe werd besloten. By de rondvraag stelde het lid De Mol den voorzitter voor, ten gerieve dor bezoe kers van het Kantongerecht een aanwy- zing te doen aanbrengen naar het urinoir, op het erf van het. stadhuis gelegen. De Voorzitter geloofde wel, dat hiertegen geen bezwaar zou zjjn. Het lid Ruitinga maakte attent op de kuilen in de bestrating nabij de Water poort en zag graag dat. daar verbetering werd aangebracht, wat z.i. nu geschikt kon. daar nu meerdere straten een flinke beurt krygen. T la Vghv' <\r '/ai -AAu l»ou«.ol» Lko/. en zei zoo mogelyk den wenseh te zullen willigen. Geen der leden iets meer in 't midden te brengen hebbende, werd de vergadering door den Voorzitter gesloten. HAARSTEEG. 10 Mei 1927. Nr. 45. Wy Wilhelmina, by de gratie Gods. Ko ningin der Nederlanden, Prinses van Oran- je-Nassau, enz. enz. Beschikkende op het beroep, ingesteld door den Raad der gemeente Hedikhuizen, tegen het besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Bralmnt van 12 Januari 1927. G. Nr. 316, 3e Afd. A, tol onthouding van goedkeuring aan de begrooting dier gemeen te voor het dienstjaar 1927 en tot toepas sing ten aanzien van die begrooting»van art. 212 der gemeentewet: Den Raad van State, Afdeeling voor ge schillen van bestuur, gehoord, advies van 20 April 1927. no. 845; Op voordracht van onze Minister1 van Bin- nenlandsche Zaken en Landbouw van 13 Mei 1927, No. 3351 Afdeeling binnenlandsch bestuur Overwegende, dat Ged. Staten van Noord- Brabant by bovengemeld besluit: le. aan de liegrooting van de Gemeente Hedikhuizen over het dienstjaar 1927. zoo als die aan hun college ter goedkeuring is aangeboden, hunne goedkeuring hebben ont houden en 2e. aan die begrooting (Hoofd stuk II) hebben toegevoegd de uitgaafpos ten No. 9 „jaarwedden van de ambtenaren en bedienden ter gemeente-secretarie, den concierge en bode en van bet kantoor van den gemeente-ontvanger" ten bedrage van 11.50. en no. 38: „toelage voor onderhoud rywiel van den gemeente-bode" ten bedrage van 40. dat gedeputeerde staten daarhy hebben overwogen, dat op de door Burgemeester en Wethouders opgemaakte ontwerp-begroo- ling voorkwam een post ad ƒ1150 voor: a. jaarwedde van den ambtenaar ter secreta rie ad 500, b. jaarwedde van den gemeen- tebode ad 050.benevens een post ad 40 voor toelage voor onderhoud voor liet rywiel van den gemeente-bode; dat de raad by de vaststelling der begrooting heeft be sloten deze post te doen vervallen; daar 't raadsbesluit ten doel had Burgemeester en Wethouders te dwingen genoemde amb tenaren te ontslaan; dat «le Itaad zich na der in zyne vergadering van 21 December 1920 bereid heeft, verklaard op de onderha vige liegrooting alsnog een bedrag uit te trekken van 4<1b, als jaarwedde voor den gemeentebode, onder* voorwaarde, dat die bode slechts halve dagen dienst heeft te doen; dat echter by Koninklyk besluit van 1 September 1925 no. 24, beschikkende op het beroep, ingesteld door de Raad van He dikhuizen tegen hun besluit van 25 Maart 1925 G. No. 332. waarby goedkeuring is ont bonden aan de begrooting /dier gemeente voor het jaar 1925 is beslist, dat ..aan het ambt van gemeente-bode, waarin blyvend moet worden voorzien,- nu de gemeente veldwachter geene diensten als bode mag verrichten, eene zoodanige bezoldiging moet verbonden biyven, dat de ambtenaar met zyne overige verdiensten uit nevenbetrek kingen, een behoorlyk loon ontvangt", ter- wyl voorts daarin wordt overwogen, „dat met het oog op vervanging by verlof of ziekte van den secretaris, tevens ontvanger, de betrekking van ambtenaar ter secretarie niet kan worden opgeheven"; dat de hier boven uiteengezette omstandigheden zich nog steeds voordoen; dat genoemde ambte naren behooren tot de plaatseiyke ambte naren, bedoeld in art. 205 sub a der ge meentewet dat ingevolge genoemd wets artikel hunne belooningen op de begrooting der uitgaven behooren te worden gebracht; dat de Raad' in zyne openbare vergadering van 21 December 1926 heeft besloten by zyne weigering om voornoemde belooningen tot een toereikend bedrag op de begrooting van 1927 uit te trekken te volharden; dat mitsdien thans uitvoering behoort te wor den .gegeven aan het bepaalde by art. 212, eerste lid «Ier gemeentewet; dat «1e Raad der gemeente Hedikhuizen in beroep aanvoert, dat, wat «1e gemeente bode betreft, de Raad is terug gekomen op zyn besluit en voor bedoelden functionaris een salaris voor halve dagen op 409 liecft vastgesteld; dat destyds «le gemeentebode zeker overtuigd zynde van de onbillijkheid der te gr«>ote vergoeding voor zyne functie, voorstelde, dit met 100.50.te ver minderen dat overigens tegen de functies van gemeentebode en ambtenaar ter secre tarie nog onverzwakt dezelfde motieven gelden-, als genoemd in de beroepschriften •betreffende de begrootiugen 1925 en 1920 dat Weliswaar by koninkiyke besluiten van 1 September 1925 no. 24 en 10 Juni 1920. no. 57 «1e beroepen ongegrond zyn ver klaard. doch dat de Raad gedachtig het spreekwoord ..Alle goede dini/en in drieën" deze aangelegenheid nogmaals ter sprake wil brengen overwegende, dat, zooals reeds bij onze besluiten van 1 September 1925 no. 24 en 10 Juni 1926 no. 57 i^ beslist, op «1e begroo ting van uitgaven der gemeente Hedikhui zen behooren te worden gebracht de behx»- ning voor een ambtenaar ter secretarie en «lie voor den gemeentebode dat, wat de gemVentebode betreft, «le rand thans wel bereid is eene belooning t«»t 400 op d<« begrooting te brengen. doch dat met Gedeputeer«le Staten moet worden aangenomen, dat «mui jaarwedde vuil 400 voor den gemeentebode onvoldoend'» is te achten dat, nu de gemeenteraad geweigerd heeft om voornoemde belooningen tot «-en toerei kend bedrag uit te trekken op «1«> begrooting voor 1927, Gedeputeerde Staten reeds uit dezen hoofde terecht hunlie goedkeuring aan de begrooting hebben onthouden; Gezien de Gemeentewet; Hebben goedgevonden en verstaan. Het beroep ongegroind te verklaren. Onze Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw is belast met «1e uitvoering van dit besluit, waarvan afschrift zal wor den gezonden yaan den Raad van State, Af deeling voor geschillen van bestuur. Coll, HET LOO, den 10 Mei 1927. (get.) WILHELMINA. De Minister van Binnonlandsche Zaken «ui Landbouw (get.) J. B. KAN. flonrvlnrhten m*! gmtHen sierftpeldan (Wordt vervolgd). LAURENS (Buiten verantwoordeiykheid der Redactie).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1927 | | pagina 6