CIGARETTES
Uw Haar
2 ct.
3 ct.
2i ct.
31 ct.
ORANGE
ROUGE
BLEU
VERT
Prinses Suleika en de Witte
Olltant.
Een Indisch sprookje door LILY.
II.
Dag na dag gaal voorbij. Hooger,
hooger is de nood gestegen. Roof,
moord en plundering overal, waar men
ziet. Niemand is zeker van zijn leven.
Leden van één huisgezin vreezen el
kander. Ook in het paleis van den
Sultan is het somber. Weldra zal er
zelfs voor Prinses Suleika geen brood
meer zijn. Och, als er toch maar regen
kwam. Reeds heeft de Sultan boden
uitgezonden aan alle offerpriesters en
toovenaars en nu wacht hij met zijn
raadslieden Daar komen zij reeds In
de raadszaal is alles gereed. Weldra
branden de offervuren om de kwade
geesten goedgunstig te stemmen en
vervult het geiammer der offerdieren
de lucht. De toovenaars maken vreem
'de woorden en trekken allerlei figuren
op den grond. Dan treedt de oudste
naar voren. Hij knielt voor de voeten
van den Sultan neer en zegt„O groote
heer, het orakel zegt mij dat de regen
geest vertoornd is. Hij wil dat wij een
groot offer brengen, doch het is aan
u heer om dat te geven".
„Zeg het snel, wat moet ik doen,
ik wil alles om mijn volk te redden.
En plechtig herneemt de toovenaar
De Sultan moet geven het liefste wat
hij heeft
„Het liefste wat hij heeft": „Mijn
paarden Ik geef ze gaarne." Doch de
toovenaar zwijgt.
.Mijn paleizen, mijn schatten
dan
Een gemompel gaat door de menigte,
maar de toovenaar schudt ontkennend
het hoofd. De oogen van den Sultan
gaan zoekende rond, tot zij blijven
rusten op Suleika die in gezelschap
van hare slavinnen op een der balkons
heeft plaats genomen en zoo verborgen
achter tapijten en sierplanten de me
nigte gade slaat.
.Gij meent toch de Prinses niet
vraagt de Sultan met sidderende stem.
„Zij is het", klinkt 't dof.
Wat moet de Sultan doen. Zijn
dochter die hij zoo lief in den dood
zendeneen heel volk dat weldra
sterven zalen zijn koninklijk woord
dat hij alles wil doen om zijn volk te
redden. „Geef mij drie dagen om haar
voor te bereiden", zegt hij eindelijk,
De toestemming wordt gegeven en
de vergadering gaat uiteen.
Wij vinden den Sultan terug bij zijn
dochter. Haar groote donkere oogen
staren hem strak aan, terwijl hij al
maar spreekt over den nood van zijn
volk en het offer dat de regengeest
Ingezonden Mededeelingen.
wordt gezond en sterk
het krijgt mooier glans
het wordt vrij van roos
het blijit beter zitten
indien gij het des morgens
inwrijftmet een weinig Purol
't voldoet iedereen.
vraagt. Als hij eindelijk ophoudt om
dat zijn stem hem begeeft, zucht
Suleika diep, sluit de oogen en laat
zich in de kussens zinken. Langstaart
de Sultan naar het lieve gelaat en
eindelijk vraagt hij zacht: .Suleika
mijn libveling wat zult gij doen
Suleika slaat de oogen op.
„Hoelang nog vader?"
„Nog drie dagen".
Drie dagenZe bekijkt dof starend
de ringen aan haar vingers en dan
neemt ze de roode bloem uit de zwarte
haren en drukt haar gezichtje in de
geurige blaadjes. Suleika legt de bloem
in haars vaders hand. Dan zegt ze
met moede stem„Ik zal gaan, vader,
maar laat mij nu alleen".
Drie dagen zijn spoedig voorbij,
Het oogenblik van scheiden is aan
gebroken. In de groote raadszaal en
buiten op het plein branden reeds de
vuren, waarop de dieren zullen worden
geofferd. Het plein en ver daarbuiten
is zwart, van menschen, die getuigen
willen zijn van Suleika's heldendaad.
Daar worden de zware gordijnen weg
geschoven en Suleika verschijnt. Stil,
doodstil wordt het onder de bevolking.
Suleika heeft haar mooiste zijden kleed
aangetrokken. Haar zwarte haren zijn
en de kettinkjes op voorhoofd en
armen schitteren in het schijnsel der
vuren. Langzaam schrijdt ze voor
waarts. Haar blik blijft een oogenblik
op ieder der aanwezigen rusten. Dan
gaat ze aan de hand van haar vader
naar buiten. Haar oogen dwalen over
die menigte die zij redden zal door
haar offerdood. Haar vader tilt haar
in een draagstoel en voort gaan zij,
terwijl het paleis eenzaam staat in het
schijnsel der offervuren.
Na eenige uren is men gekomen aan
een dicht, donker woud. Men dringt
het binnen en als men gekomen is
aan een pad, dat enkel de wilde
beesten volgen, houdt de stoet stil.
Suleika stapt uit. Zij huivert bij het
zien van die dikke duisternis die over
het woud hangt, doch een blik op
haar vader geelt haar kracht. Een'
groet, een laatste blik en weg snelt zij,
den dood tegemoet. Lang staart de
Sultan naar de plaats, waar Suleika is
verdwenen en dan brengt men hem
zachtjes naar den draagstoel, die hem
brengt naar zijn leeg paleis. Plotseling
doen angst en jammerklachten hem
uit zijn smart opschrikken. Haastig
stijgt hij uit en vol ontzetting ziet hij
hoe zijn paleis geheel in vlammen is
gehuld. Langzaam kronkelen zij als
vurige slangen naar boven, naar het
gouden dak, het mooiste monument
in zijn land. „O, als dat slechts te
redden was", fluistert hij en hij roept
uit: „Water 1 vlug water!" Honderd
bereidwillige handen reppen zich, doch
te Iaat. Met donderend geraas stort
het dak naar beneden en een felle,
plotseling opgekomen wind neemt
duizenden vonken mee, die gretig
voedsel vinden in het droge bosch,
dat^ behoort bij de tuinen van het
paleis. Den geheelen nacht is ieder in
de weer om tenminste den brand zoo
veel mogelijk te beperken tot het
koninklijke bosch en tegen den morgen,
als men eindelijk rusten kan, is de
hemel zwaar zwart bewolkt. Maar zie,
des middags barst een geweldig on
weer los en valt de regen bij stroomen
neer.
BINNENLAND.
De Holland-Indië vlucht.
SINGAPORE, 29 Juni. Omtrent
de aankomst van de Fokker VII alhier
kunnen wij melden, dat tot dusver de
tocht uitstekend verloopen is. De af
stand van Sengora naar hier werd
volbracht in vijf en half uur. De heer
Van Laer Black klaagde nog al over
de landingsmogelijkheden voor vlieg
tuigen alhier. Hiermede, aldus zeide
hij in een kort onderhoud, is het vrij
treurig gesteld. Alvorens Bangkok te
Een proef alleen
is noodig om hun
superioriteit boven
alle andere siga
retten te bewijzen,
OVERAL
VERKRIJGBAAR
bereiken heeft de Fokker VII alle
moeilijkheden overwonnen, welke het
vliegtuig op dat traject konden over
komen. Volgens den heer Van Lear
Black is een vliegdienst van Europa
naar het Oosten in alle opzichten
uitvoerbaar te achten.
De Indië-vliegers zullen niet naar
Australië gaan. Zij zullen eenige dagen
op Java blijven. De heer Van Lear
Black hoopt 23 Juli in Londen terug
te zijn. De machine Is in uitstekende
conditie.
De eerste passagiersvlucht naar Indië.
BATAVIA, 30 Juni. Bij aan
komst van het Fokkervliegluig te Ba
tavia stroomde het publiek, dat vol
enthousiasme en niet te houden was,
het terrein op, juichende en hoeden
zwaaiende, terwijl spontaan het Wil
helmus aangeheven werd.
De heer Van Lear Black nam, rustig
in de cabine zittend, de enthousiaste
huldigingsbelulgingen in ontvangst.
Een vertegenwoordiger van Aneta
had een onderhoud met de piloten
Geysendorffer en Scholte.'Het gezel
schap blijit 6 of 7 dagen te Batavia in
verband met het nazien van het vlieg
tuig, ~~"wrnaivuur Qcy oendorffer reeda
morgen naar Bandoeng vertrekt.
De terugtocht gaat via Medan langs
dezelfde route, terwijl wordt doorge
vlogen naar Engeland. Eerst naar
Glasgow om de dochter van den heer
Van Lear Black af te halen. Daarna
gaat men naar Londen en indien moge-
lijk zal en passant Amsterdam worden
aangedaan.
Gedurende de reis heeft men goed
weer gehad behalve in Birma en bij
Bangkok.
Geysendorffer verklaarde dat 12
vliegdagen voldoende waren voor de
reis naar Indië, doch Scholte meent,
dat het in 8 dagen mogelijk is.
Gehoopt wordt op 23 Juli in Enge
land te zijn.
VEREENVOUDIGDE SPELLING.
Plannen van de regeering.
Naar we vernemen ligt het in de
bedoeling van de regeering, binnen
kort een vereenvoudigde spelling in
te voeren, waarbij de naamvallen ver
vallen en voor de e en o dezelfde
regels zullen gelden als voor de a en
u De uitgang lijk blijft onveranderd
en wordt niet vervangen door lik.
(Maasbode).
INGEZONDEN STUKKEN
WASPIK. Juni 1927.
Mijnheer de Redacteur.
Vergun mij s.v.p. ook een plaatsje
in uw veelgelezen blad. Bij voorbaat
mijn dank.
Ondergeteekende wil dan door mid
del van uw blad ook 't publiek in ken
nis stellen, dat de schuld waarmee hij
belasterd werd, als zou hij de ver
spreider zijn der strooibiljetten tegen
den heer v. d. Rijken gericht met de
laatste raadsverkiezing, onjuist is.
Reeds liet ik door de maréchaussée
de zaak onderzoeken, wie mij dat juk
op de schouders legde. Toch kan ik
den heer v. d. Rijken niet goed begrij
pen, daar eerst de een, dan weer 'n
ander de schuldige zou wezen. Zelfs
de werklieden werden verdacht; moet
genoemde heer dan ook niet eten van
den werkman? Waarom zet hij zich
dan zooveel hooger? Als men zoo de
laatste raadsvergaderingen nagaat,
dan kan ik hem niet goed begrijpen
bij dat niet-bevorderen, ja zelfs tegen
werken van ondersteuning voor hulp
behoevende arbeiders van Waspik.
Dat* dit zeker niet het bevorderen is
van het belang van genoemde men
schen, ja, ik heb me zelfs de vraag ge
steld hoe 't mogelijk is, dat zich noe
mende welopgevoede christelijke men
schen, dat met bovengenoemde han
delwijze vercenigbaar achten. Ik zou
zeggen dat ieder goed katholiek zeker
verplicht is om zijn evenmensch, die
in hulpbehoevenden toestand verkeert
te helpen wanneer 't kan en die dat
niet doet handelt in strijd met Gods
geboden en dat geldt ook voor raads
leden.
Met beleefden dank voor de plaatsing,
J. C. de Ruijter.
DRUNEN. Bij het hevig onweder dat
Donderdagavond woedde, werd een
koe van den landbouwer Th v. Delft
bij den Kanaaldijk achter deze gemeente
door den bliksem getroffen en gedood.
Ook van den landbouwer K. v. Delft
werd een der beste melkkoeien door
den bliksen getroffen en gedood.
Verzekering dekt slechts gedeeltelijk
de schade.
CAPELLE.#Vrijdag j.l. had door den
Rijkszuivelconsulent de beoordeeling
plaats van de resultaten van den van
wege de Coöp. Zuivelfabriek „De
Toekomst" gegeven melkcursus.
Het melkers-diploma werd toegekend
aan de volgende deelnemers:
Joh. van Heijst en Jos Kuijsten te
Besoijen, J. Paans en J. de Rooij le
CapcHc, "T. van der Kolk tc Sprairg.
Voor de Ned. Herv. gem. alhier
hoopt a s. Zondag des nam. half drie
uur op te treden Ds. Slemper uit
Waalwijk.
Door onbekende oorzaak ontstond
j.l. Woensdagmiddag bij A. W. op de
Nieuwevaart een begin van brand.
Door het flinke optreden van de vrouw
des huizes, bijgestaan door den bakker
v. O. die daar juist met brood was,
werd de brand met enkele emmers
water gelukkig spoedig gebluscht, zoo
dat erger voorkomen werd.
J.L Donderdag 30 dezer, bracht
de bij de Ned, Herv. gemeente te dezer
plaatse beroepen predikant, Ds. A. M.
den Oudsten uit Middelharnis, een
bezoek aan deze gemeente. Na des
middags kerk en pastorie bezichtigd
te hebben hield Z.E. des avonds 7 uur
een predikbeurt. Tengevolge van het
onweder was het kerkgebouw niet druk
bezet.
Toen deze week de heer D Spie-
rings, secretaris van den eierbond aan
den Loonschendijk bezig was met het
schouwen van eieren, moest hij deze
werkzaamheid staken, omdat de blik
sem zijn electrisch apparaat vernielde.
Persoonlijke ongelukken vielen geluk
kig niet voor.
A s Zondag zal des nam. 2 uur
in de Ned Herv. kerk a d. Loonschen
dijk optreden Ds. Mühlnikke! uit
Waalwijk.
De collecte voor den Gewapen-
den Dienst heeft in deze gemeente
opgebracht f 21.15
De heer M. de Rooy alhier, die
dezer dagen slaagde voor het onder
wijzersexamen, is aangesteld als volon
tair aan de Chr. school in de Heistraat.
Gedurende de maand Mei werden
voor den Vleeschkeuringsdienst aange
geven 40 runderen, 41 varkens en 3
geiten.
WASPIK Door de Voetbalvereni
ging „Brabantia" alhier zijn groote
seriewedstrijden uitgeschreven, te hou
den op 17 24 en 31 Juli a.s.x
Onder overgroote blijken van
belangstelling vierde heden het echtpaar
van Tilborgh—Klootwijk zijn gouden
huwelijksfeest. Door de buren was
aan de woning der oudjes een prach
tige eereboogopgericht. In den loop van
den avond bracht de Harmonie „Volks
vlijt en Volksvermaak" aan het jubi-
leerend echtpaar eene serenade.
De plechtige intocht der WelEerw.
Paters Carmelieten op a. s. Zaterdag
zal plaats hebben als volgt
Des namiddags half vier samenkomst
aan het klooster der Eerwaarde Zusters
alwaar de stoet wordt opgesteld. Om
vier uur wordt aan de pastorie der
Tot slot vraagt de heer van Drunen
om de perceelen 't Herpsche veil tc
ontginnen.
De voorzitter geeft omtrent de lig
ging van den grond eenige toelichting.
Thans wordt een en ander als strooisel
verpacht. Ook spr. heeft gehoord, dat
de grond voor ontginning geschikt is
en B. en W. zijn hiertoe gaarne bereid.
Spr. vraagt nu machtiging tot verpach
ting bij overschrijving.
Het voorstel v. Drunen om eerst in
één en dan in twee perceelen te ver
pachten wordt verworpen met 54
stemmen.
Tegen stemden de heeren v. Spijk,
Pijnenburg, A. v. d. Wiel, Elshout en
v. Halder.
Door den heer Muskens wordt op
gemerkt, dat hem ter oore is gekomen
(lat door gem.-pachters weer aan. der
den wordt verpacht.
I)e Voorzitter zegt dat men hierop
streng zal letten.
Hierna sluiting.
HEUSDEN.
Vergadering van den Raad dezer gemeen
te. gehouden op Woensdag 29 Juni 1927.
De Raad was compleet met nitzonderin
van het lid Verhoeven, die daarvan kennis
Jiad gegeven.
De notulen der laatste vergadering wer
den ongewijzigd vastgesteld.
Ingekomen waren een bericht van den
heer Ant. van Delft, waarin hij zijn dank
betuigt voor de hem 'toegekende jaarwedde
verhooging in de vorige vergadering: ver
der schrflven van den heer Roza. waarin hij
verklaart. zyn benoeming tot lid van het
College van Regenten der Godshuizen t(
aanvaarden, benevens proces-verbaal van
kas-opneming hij den gemeente-ontvanger en
administrateur van lietf Vleesehkeurings
bedrtJf, waarby alles in orde was bevonden
De Raad nam deze mededeelingen voor
kennisgeving aan.
Hierna bracht de Voorzitter verslag uit
van de aanbesteding tot verbouwing van
het pand der gemeente, grenzende aan het
stadhuis.
Hiervoor waren 5 gegadigden opgedaagd,
n.l.A. Roeren voor 2771Gcbns. Dankers
voor 2738P. A. Kramer voor 2400:
Ant. van Ryswyk voor 2242 en Gebrs. v.
d. Stank voor 2237. Deze firma's zijn alle
hier woonachtig behalve de middelste, li«
zyn domicilie heeft in Genderen.
De Voorzitter stelde voor het werk op t<
dragen aan den langsten inschröver, wat
werd goedgevonden.
Alsnu stelden B. en W. voor, in verhand
met. dit uit te voeren werk een geldleening
aan te gaan l>y het College der Godshuizen
en wel van 2000 i) 41 pCt., niet verplichte
janriyksche aflossing van 200.
Ook hiertoe werd besloten.
By de rondvraag stelde het lid De Mol
den voorzitter voor, ten gerieve dor bezoe
kers van het Kantongerecht een aanwy-
zing te doen aanbrengen naar het urinoir,
op het erf van het. stadhuis gelegen.
De Voorzitter geloofde wel, dat hiertegen
geen bezwaar zou zjjn.
Het lid Ruitinga maakte attent op de
kuilen in de bestrating nabij de Water
poort en zag graag dat. daar verbetering
werd aangebracht, wat z.i. nu geschikt kon.
daar nu meerdere straten een flinke beurt
krygen.
T la Vghv' <\r '/ai -AAu l»ou«.ol» Lko/.
en zei zoo mogelyk den wenseh te zullen
willigen.
Geen der leden iets meer in 't midden
te brengen hebbende, werd de vergadering
door den Voorzitter gesloten.
HAARSTEEG.
10 Mei 1927.
Nr. 45.
Wy Wilhelmina, by de gratie Gods. Ko
ningin der Nederlanden, Prinses van Oran-
je-Nassau, enz. enz.
Beschikkende op het beroep, ingesteld
door den Raad der gemeente Hedikhuizen,
tegen het besluit van Gedeputeerde Staten
van Noord-Bralmnt van 12 Januari 1927.
G. Nr. 316, 3e Afd. A, tol onthouding van
goedkeuring aan de begrooting dier gemeen
te voor het dienstjaar 1927 en tot toepas
sing ten aanzien van die begrooting»van art.
212 der gemeentewet:
Den Raad van State, Afdeeling voor ge
schillen van bestuur, gehoord, advies van
20 April 1927. no. 845;
Op voordracht van onze Minister1 van Bin-
nenlandsche Zaken en Landbouw van 13
Mei 1927, No. 3351 Afdeeling binnenlandsch
bestuur
Overwegende, dat Ged. Staten van Noord-
Brabant by bovengemeld besluit:
le. aan de liegrooting van de Gemeente
Hedikhuizen over het dienstjaar 1927. zoo
als die aan hun college ter goedkeuring is
aangeboden, hunne goedkeuring hebben ont
houden en 2e. aan die begrooting (Hoofd
stuk II) hebben toegevoegd de uitgaafpos
ten No. 9 „jaarwedden van de ambtenaren
en bedienden ter gemeente-secretarie, den
concierge en bode en van bet kantoor van
den gemeente-ontvanger" ten bedrage van
11.50. en no. 38: „toelage voor onderhoud
rywiel van den gemeente-bode" ten bedrage
van 40.
dat gedeputeerde staten daarhy hebben
overwogen, dat op de door Burgemeester en
Wethouders opgemaakte ontwerp-begroo-
ling voorkwam een post ad ƒ1150 voor: a.
jaarwedde van den ambtenaar ter secreta
rie ad 500, b. jaarwedde van den gemeen-
tebode ad 050.benevens een post ad
40 voor toelage voor onderhoud voor liet
rywiel van den gemeente-bode; dat de raad
by de vaststelling der begrooting heeft be
sloten deze post te doen vervallen; daar
't raadsbesluit ten doel had Burgemeester
en Wethouders te dwingen genoemde amb
tenaren te ontslaan; dat «le Itaad zich na
der in zyne vergadering van 21 December
1920 bereid heeft, verklaard op de onderha
vige liegrooting alsnog een bedrag uit te
trekken van 4<1b, als jaarwedde voor den
gemeentebode, onder* voorwaarde, dat die
bode slechts halve dagen dienst heeft te
doen; dat echter by Koninklyk besluit van
1 September 1925 no. 24, beschikkende op
het beroep, ingesteld door de Raad van He
dikhuizen tegen hun besluit van 25 Maart
1925 G. No. 332. waarby goedkeuring is ont
bonden aan de begrooting /dier gemeente
voor het jaar 1925 is beslist, dat ..aan het
ambt van gemeente-bode, waarin blyvend
moet worden voorzien,- nu de gemeente
veldwachter geene diensten als bode mag
verrichten, eene zoodanige bezoldiging moet
verbonden biyven, dat de ambtenaar met
zyne overige verdiensten uit nevenbetrek
kingen, een behoorlyk loon ontvangt", ter-
wyl voorts daarin wordt overwogen, „dat
met het oog op vervanging by verlof of
ziekte van den secretaris, tevens ontvanger,
de betrekking van ambtenaar ter secretarie
niet kan worden opgeheven"; dat de hier
boven uiteengezette omstandigheden zich
nog steeds voordoen; dat genoemde ambte
naren behooren tot de plaatseiyke ambte
naren, bedoeld in art. 205 sub a der ge
meentewet dat ingevolge genoemd wets
artikel hunne belooningen op de begrooting
der uitgaven behooren te worden gebracht;
dat de Raad' in zyne openbare vergadering
van 21 December 1926 heeft besloten by
zyne weigering om voornoemde belooningen
tot een toereikend bedrag op de begrooting
van 1927 uit te trekken te volharden; dat
mitsdien thans uitvoering behoort te wor
den .gegeven aan het bepaalde by art. 212,
eerste lid «Ier gemeentewet;
dat «1e Raad der gemeente Hedikhuizen
in beroep aanvoert, dat, wat «1e gemeente
bode betreft, de Raad is terug gekomen op
zyn besluit en voor bedoelden functionaris
een salaris voor halve dagen op 409 liecft
vastgesteld; dat destyds «le gemeentebode
zeker overtuigd zynde van de onbillijkheid
der te gr«>ote vergoeding voor zyne functie,
voorstelde, dit met 100.50.te ver
minderen dat overigens tegen de functies
van gemeentebode en ambtenaar ter secre
tarie nog onverzwakt dezelfde motieven
gelden-, als genoemd in de beroepschriften
•betreffende de begrootiugen 1925 en 1920
dat Weliswaar by koninkiyke besluiten van
1 September 1925 no. 24 en 10 Juni 1920.
no. 57 «1e beroepen ongegrond zyn ver
klaard. doch dat de Raad gedachtig het
spreekwoord ..Alle goede dini/en in drieën"
deze aangelegenheid nogmaals ter sprake
wil brengen
overwegende, dat, zooals reeds bij onze
besluiten van 1 September 1925 no. 24 en
10 Juni 1926 no. 57 i^ beslist, op «1e begroo
ting van uitgaven der gemeente Hedikhui
zen behooren te worden gebracht de behx»-
ning voor een ambtenaar ter secretarie en
«lie voor den gemeentebode
dat, wat de gemVentebode betreft, «le rand
thans wel bereid is eene belooning t«»t
400 op d<« begrooting te brengen.
doch dat met Gedeputeer«le Staten moet
worden aangenomen, dat «mui jaarwedde vuil
400 voor den gemeentebode onvoldoend'»
is te achten
dat, nu de gemeenteraad geweigerd heeft
om voornoemde belooningen tot «-en toerei
kend bedrag uit te trekken op «1«> begrooting
voor 1927, Gedeputeerde Staten reeds uit
dezen hoofde terecht hunlie goedkeuring
aan de begrooting hebben onthouden;
Gezien de Gemeentewet;
Hebben goedgevonden en verstaan.
Het beroep ongegroind te verklaren.
Onze Minister van Binnenlandsche Zaken
en Landbouw is belast met «1e uitvoering
van dit besluit, waarvan afschrift zal wor
den gezonden yaan den Raad van State, Af
deeling voor geschillen van bestuur.
Coll,
HET LOO, den 10 Mei 1927.
(get.) WILHELMINA.
De Minister van
Binnonlandsche Zaken «ui Landbouw
(get.) J. B. KAN.
flonrvlnrhten m*! gmtHen sierftpeldan
(Wordt vervolgd).
LAURENS
(Buiten verantwoordeiykheid der Redactie).