3
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
f
VAN ÉÉN STA NI.
MQOPD BRABiMD
FEUILLETON
50e JAARGANG.
UITGAVE:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38. Telegr.-AdresECHO.
EERSTE BLAD.
GEMEENTERAAD.
VLIJMEN.
Vrijdagavond kwam de Raad dezer
gemeente in een spoed-eischende ver
gadering bijeen.
Voorzitter de Edeiachtb. heer v. d.
Ven.
Afwezig het lid van Wagenberg.
De Voorzitter opent de vergadering
met den Christel, groet, waarna door
den Secretaris de notulen der twee
voorlaatste vergaderingen worden
voorgelezen.
De notulen geven geen aanleiding
tot eenige aan- of opmerking.
Agenda.
Aankoop grond van H. Boom.
De Voorzitter licht nader toe tot
welk resultaat de onderhandelingen
met Boom hebben geleid. Boom is
thans bereid het stuk grond te ver-
koopen voor f 655,— waar de café
houder Luyben in deze ook belang
heeft met betrekking tot zijn zaak, is
hij bereid om f 230,— in de koopsom
bij te dragen, op voorwaarde, dat
nooit op het perceel zal worden ge
bouwd, waardoor het uitzicht op zijn
café zou worden belemmerd. De ge
meente heeft dus voor den grond f 425
te betalen.
Van Engelen. Ik dacht dat die zaak
al lang van de baan was. d'r is toch
al zooveel over geschreven en te doen
geweest.
De Voorzitter antwoordt ontken
nend.
Van Buul. De raad was 't wel una-
niem eens om 't voor f 4.25.— te
koopen.
Van Halder. Als we 't nou koo
pen voor f 425 is dit dan eigenlijk
niet een beetje belachelijk voor de
gemeente. Tegen het bouwen is geen
bezwaar want de Inspecteur van de
Veiligheid is hier geweest en heeft
dit gezegd. Toen hebben we bouw
vergunning verleend en nu zullen we
't perceeltje weer koopen? Als we
nou nog om grond verlegen zaten,
dan was 't iets anders. Als Luyben
hier een verschil heeft dan moet hij
dat maar met Boom uitmaken.
Voorzitter. Deze zaak heeft een ge
woon verloop gehad en we stellen
ons niet belachelijk aan. We hebben
destijd gezegd als Boom den grond
niet wil verkoopen kunnen wij hem
de bouwvergunning niet weigeren.
Van Sprang. Bij mij blijft 't gevaar
nog een ernstig punt van overweging.
Maar dan gelden nog meer motieven
een er van is dat het vuil op den
publieken weg gegooid wordt, 't Is
dus in 't belang van 't verkeer en van
de zindelijkheid dat er op dat punt
niet wordt gebouwd, 't Is waar, de
gemeente heeft geen behoefte aan
grond maar wat hier 't zwaarste is
moet ook 't zwaarste wegen.
De Voorzitter beaamt zulks.
M. Boom. In beginsel was ik er ook
voor, maar nu ik gehoord heb, dat
door den Inspecteur van den Veilig
heidsdienst tegen den bouw geen be
zwaar werd gemaakt, ben fk tegen 't
voorstel van B. en W.
Voorzitter. De Inspecteur van den
Veiligheidsdienst heeft met deze zaak
niets te maken, en 't zijn slechts
praatjes van de menschen. Van offi
cieele zijde heeft hier geen onderzoek
plaats gehad.
M. Boom. Dan is 't wat anders.
Van de Qriendt. Aanvankelijk dacht
ik dat 't gevaar voor 't verkeer niet
zoo dreigend was, maar nu denk ik
er toch anders over. 't Verkeer neemt
op dat punt nog steeds toe. Ik ben
dan ook voor aankoop van den grond
temeer waar Luyben in de kosten bij
draagt.
Van Halder. Luijben heeft natuurlijk
gelijk, maar laat hij met Boom onder
handelen.
Voorzitter. Neen, U moet de zaak
niet omdraaien. B. en W. zijn 'teerst
met een voorstel gekomen
Van Halder. Zouden we bij aankoop
't terreintje niet kunnen bestemmen
voor 't afvoeren van vuil.
De Voorzitter antwoordt, dat daar
vooralsnog door de ligging van den
weg geen rioleering mogelijk is.
De heer v. Heesbeen zegt voor het
voorstel van B. en W. te zijn.
In stemming gebracht wordt het
voorstel van B. en W. aangenomen
met 6—4.
Tegen stemden de heeren v. Enge
len, van Halder, A. en M. Boom.
2. Gebruik Buitenhoek voor voet
balterrein.
De Voorzitter zegt, dat van de R.K.
voetbalver. „Vlljmensche Boys", 't ver
zoek is ingekomen om van de ge
meente een speelterrein te mogen
hebben, achter van Dungen en wel
van 15 Oct. t/m. 15 Mrt.
Door bijzondere omstandigheden
wordt gevraagd om reeds twee Zon
dagen vóór 15 Oct. van het terrein
gebruik te mogen maken.
De Voorzitter zegt, dat hiertegen
geen bezwaar kan bestaan, omdat de
koeien vóór dien tijd toch reeds over-
scharen.
v. d. Griendt. Elk jaar wordt door de
vereeniging weer opnieuw een terrein
gevraagd. Zouden we nu niet een vast
veld kunnen aanwijzen?
Voorzitter. Dat ligt niet op den weg
van de gemeente. Geen enkele ge
meente doet zulks.
Het voorstel van B. en W. werd
m.a.s. aangenomen,
c. Rondvraag.
Van Sprang. Zooveel jaren reeds is
er in de gem. een zucht naar uitbrei
ding van industrie. Ik ben de over
tuiging toegedaan, dat onze gem. met
industrie-uitbreiding zeer gebaat zou
zijn. Is het nou niet mogelijk om door
adverteeren hier nieuwe industrie ge
vestigd te krijgen D'r liggen hier
toch genoeg terreinen aan spoor en
tram. Ik zou dit punt eens bij B. en
W. in ernstige overweging willen
geven.
Voorzitter. Ik zou ook wel willen,
dat we hier meerdere industrie kregen,
maar dat gaat niet gemakkelijk. We
zouden gronden kunnen aanbieden,
maar hierover heeft de raad te be
schikken en te beslissen. Maar we
zullen dit punt in B. en W. ernstig
overwegen en bij de begrooting wel
ter sprake brengen.
A. Boom. Op 't Ven zijn nog veel
perceelen die niets opbrengen, zouden
we die niet op jaren kunnen ver
pachten.
Voorzitter. We kunnen niet alles
voor jaren verpachten, maar we zullen
dit wel eens onder 't oog zien.
Van Halder. Wordt 't Laagveer nu
weer een jaar te voren verpacht 1
Betrokken huurders en de gem. zouden
er mee gebaat zijn.
Voorzitter, we zullen dit overwegen.
Niets meer aan de orde zijnde, sluit
de Voorzitter de vergadering.
BINNENLAND.
8)
Roomschkaiholiek overheidspersoneel.
Gisteren Is te Utrecht een drukbe
zochte vergadering gehouden vanwege
de r.-k. centrale van burgerlijk over
heidspersoneel, ter verbetering van de
salarissen van het overheidspersoneel,
waarin de geestelijkeadviseur, de rector
J. G. Jansen, en de heer J. H. A. L.
von Frytag Drabbe uit Amsterdam
voorzitter der r.-k. centrale, het woord
hebben gevoerd.
Aan de regeering zal een adres wor
den gericht.
Na een levendige gedachtenwisse-
ling, waarin, uit overweging:
le. dat de noodzakelijkheid van
verlaging van het levenspeil van ambte
naren en werklieden in rijksdienst
indertijd door de toenmallige regeering
is gemotiveerd door den nood van
's lands financiën
2e dat achteraf is gebleken, dat voor
de sombere voorspelling geen plaats
was en daarmee het motief voor de
verschillende verslechteringen is komen
te vervallen
3e dat vaststaat, dat de voorwaarden
aanwezig zijn, volgens de bekende
motie-van Schaik die moesten leiden tot
weder ophefing van dat peil
4e dat door de aanneming van de
motie-Bulten de Tweede Kamer zich
in gelijken geest heeft uitgesproken,
er bij de r.-k. Kamerfractie op aan
gedrongen wordt, met alle haar ten
dienste staande middelen te bevorderen
dat aan het overheidspersoneel regres
worde verleend.
A.T.O.-diensten in Noord-Brabant.
Naar de .Tel." verneemt, wordt hard
gewerkt aan de voorbereiding van de
A.T.O.diensten in Noord-Brabant.
Dezer dagen zullen weer eenige
chassis uit Duitschland worden ge-
haald, die bestemd zijn voor de dien-
i sten in genoemde provincie. Zoodra
de wagens gemonteerd zijn, zullen de
diensten in Noord-Brabant beginnen.
Goederenvervoer door de A. T. O.
In verband met de voorgenomen
overname van den goederendienst van
Van Gend en Loos door de A. T. O.
zullen, naar de .Tel." meldt, in iedere
plaats van beteekenis Ford-chassis
geplaaist worden, die van gelijke af
metingen zullen zijn. Bij deze chassis
passen gelijksoortige bakken, die elk
voor een bepaalde gemeente bestemd
zijn. De goederen van die plaats wor
den in dien bak geladende bak
wordt dan naar het station gebracht
en in haar geheel met den trein naar
de plaats van bestemming gebracht.
Daar wacht dan een Ford-chassis, die
de heele zaak naar het magazijn ver
voert.
Men rekent er op, dat de bestelling
op deze wijze wel 24 uur sneller kan
plaats hebben.
In verband hiermede vraagt men
zich af of het personeel van Van
Gend en Loos naar de A. T. O. zal
overgaan. Met eenige zekerheid is dit
nog niet te zeggen. Wel weet de Tel.
dat dit punt zeer de aandacht heeft,
ook van de directie der A. T. O. Het
zal een belangrijke factor vormen bij
de besprekingen tusschen Van Gend
en Loos en de Spoorwegen.
Ingezonden Mededeelingen.
MIJNHARDTs
Hoofdpijn-Tabletten 60 ct
Laxeer-Tabletten 60 ct
Zenuw-Tabletten 75 ct
Staal-Tabletten 90 ct
Maag-Tabletten 75 ct
Big Apoth. en Drogisten.
NUMMER 74.
WOENSDAG 21 SEPTEMBER 19&7.
Waalwpsclie en Uixslrialsrke Courant
Dit blad verschflnt
WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco per poet door het geheele rijk 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz.
franco te zenden aan den Uitgever.
Prijs der Advertentiën
20 cent per regel; minimum 1,50.
Bö contract flink rabat
Reclames 40 cent per regel.
Ad verten tien moeten Woensdag en Vrijdag
des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit
zijn.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
TWEE BLADEN.
fWJSCHAPPy VAN VERZEKERING OP HET LEVEN
van „DE ECHO VAN EET ZUIDEN".
Vrij bewerkt naar den roman van
Louise B. B.
Zijn hart trok naar zijn goeden genius
zijn jongen broeder; zijn begeerte naar bet
vroolyk samenzijn niet vrienden, door een
eerste verblijf in een levendige 9tad, even
opgewonden gestemd als hy. Hij bleef aar
zelen... een kleinigheid,' kan in een gemoeds
stemming als de zijne de schaal doen over
slaan ten goede of ten kwade. Hij hoorde
vroolijke stemmen in de verte. Twee Fran-
sche heeren kwamen den corridor af, zij
moesten hem voorbij. Hij kon hun lulid ge
sprek woord voor woord hooren. Daar was
in de lichtzinnigheid hunner gezegden, in
de levendigheid hunner gebaren, iets van
de luchthartige, schitterende drukte van
deze Zuid-Fransclie stad, die reeds als een
soort vergif bedwelmend op Wolfgang ge
werkt had. Onwillekeurig liet hy den deur
knop los, dien liy nog altijd in de hand ge-
hoitden had en volgde hen, de trap af, zijn
boozen demon tegemoet.
Wat geven ze in de opera vanavond?
Heb je al plaatsen! besproken?
Mijn beste jongen, je bent nauwelijks
uit den trein en ik uit mijn bed, moest ik
dan al voor vanavond gezorgd hebben en
waarom?
Wel, het was immers de afspraak.
Den eersten dag van ons verblijf in l'arys
zouden we 's avonds naar de Groote Opera
gaan. Hoe dikwijls hebben wij het met
daarover gehad? Het is waar, onze plan
nen zijn door Didier, wel wat in de war ge
bracht. maar nu kunnen we ze toch weer
geregeld uitvoeren. En, o. oudste, d- nk
eens wat een verrukkelijk langen tijd we
nu vóór ons hebben
En Huibert lachte bij dit voor hem zoo
prettige vooruitzicht. Hy had een eigen-
aai'digen, prettigen lach, waarbij hij liet
hoofd een weinig achterover gooide en zijn
mooi, gezond gebit vertoonde. En waarom
zou hij niet vrooljjk zijlij Hij gevoelde zich
zoo tevreden gestemd, vol van dat „verhe
ven" gevoel, dat voor hem de belooning was
voor een goede daad. Hij had Didier thuis
gebracht en hem nu verlaten, reeds zoo
goed als stervende, dat is waar .maar in
zijn ouders armen. Nog zag hij dien innig
dankbaren blik by het'afscheid nemen uit
de donkere, sprekende oogen, nog voelde hy
op zyn voorhoofd den teederen kus van een
oude moeder, den warmen, langen handdruk
van een grijzen, door ziekte gebogen vad^r.
Nog hoorde hy hun aller bewogen woorden
van dank en vriendschap, en- nu was hij
Wolfgang dankbaar, die by het weerzien,
zooeven aan den trein, zijn gelukkige stem
ming niet had verstoord.
Den vorigen dag had hij hem het uur
van zijn komst getelegrafeerd en by het na
deren van Parijs, sporend door de voorste
den, bekroop hem eensklaps weer de angst
over de stemming of toestand, waarin hij
zyn oudsten broer terug zou vinden. Hy
was echter bij zijn aankomst aangenaam
verrast geworden Wolfgang aan het station
te zien, die hem als van ouds toeknikte
met een flauwen glimlach om de dunne
kleurlooze lippen. De bui was blijkbaar
weer overgedreven en hy wachtte zich wel
naar het verleden te vragen, dankbaar
voor wat hy in het heden vond. In een
open ry tuigje reden ze naar hun hotel en
niets kwam Huib's tevreden stemming ver
storen, want Wolfgang ging met de meeste
inschikkelijkheid in op al de plannen, die
de jongste voorstelde.
Zoo maakten zjj in den middag een toer
door het Bois de Boulogne. Het was een
zonnige lentedag, die met zyn lauwe warmte
reeds een belofte bracht van zoele zomer-
dagen. Met een glans van satijn prijkten de
jonge lichtgroene bladeren om de takken,
de atmosfeer was gedrenkt van bloemen- en
bloesemgeur.
O, meidoorn... en daar vogelkers...
Hoe verrukkelijk thuis te komen in de lente.
Zeg Wolf, dat mist men tocli in Indië, hé,
zoo'n voorjaar. Het ontluiken van het groen
na een kalen winter. Is dit nu niet eenig
mooi?
Minder expansief dan de jongste, is bet
toch den oudsten broeder aan te zien, hoe
bij na een vijftienjarig gemis met genot de
lieflijke wisseling van jaargetijden terug
ziet.
Je bent bier natuurlijk al geweest in
die zes dagen?
Neen
Het klonk; norscli en afgebeten en bet be
rouwt Huibert er naar gevraagd te hebben.
Maar hij kan niet lang toegeven aan het
ontevreden gevoel, dat hem wil bekruipen
de indruk van de frisscbe, scboone omge
ving werkt te opwekkend op liem en by
moet telkens weer zyn opgetogenheid in
woorden uliten. De koetsier, die zich ge
streeld gevoelt door de verrukking van den
jongen, vroolijken vreemdeling over zyn
mooi bosch, beeft bet rijtuig naar een afge
legen laan gevoerd. Daar stijgt bij af, ter
wijl het paard gewillig blyft stil staan en
gaat wat dieper bet bosch in, om spoedig
terug te komen met een paar takken bloei
ende meidoorn. Met een lacli op zyn rood.
verweerd gezicht, gooit hy, op den bok
klimmend, de bloemen in bet rijtuig, en
Huibert, die ze opvangt, houdt een oogen-
blik een arm vol geurende lenteweelde te
gen de borst gedrukt. Hij knikte den koet
sier vriendelijk dankend toe en deze rijdt
weer voort met een tevreden glimlachhy
weet, dat het drinkgeld straks niets te
wenscheu zal overlatenbij kent zyn volkje,
de oude Parijzenaar.
Maar Huib's gezicht is plotseling ernstig
geworden„Arme Didier", begint hij te
vertellen, terwijl hy de bloemen voorzichtig
neerlegt aan liun voeten, „zulk een bloenien-
sehat is zfln laatste vreugde geweest. We
hadden hem in een tuinkamer gebracht,
waar zorgende onderbanden reeds alles
voor zyn komst gereed gemaakt hadden. De
vermoeienis, liet weerzien, hadden hem
machtig aangegrepen en verergerden den
toestand, zooals (1e doctoren voorspeld had
den; toch lag hij niet niets dan oprechte
tevredenheid in de oogen te turen naar
buiten in al de schitterende tinten van
licht-groen van den ontwakendon tuin. De
deuren moesten op zyn verzoek open ble
ven en met zyn zwakke stem prevelde hy
„Ik ruik bloemengeur!"... O! hoe dikwijls
in (lie eindelooze, pijnlijke nachten aan
boord dacht ik er aan, dat liet Mei, lente
zou wezen, als ik terug kwam. Ik ruik nu
het meidoorn- en seringenhosclije op zfj van
liet lmlis. maar zien bloeien kan ik ze niet
meer!" Kort daarop viel liy in slaap. Zyn
ouders hieven stil by liem zitten, als spaar
den ze uit op elk oogenblik. dat ze liem nog
levend zouden bezitten. Ik sloop doodstil
weg naar buiten en plukte bloemen, zooveel
ik maar dragen kon en op de teenen weer
binnenkomend, plaatste ik ze aan het voe
teneinde van zijn rustbed. Toen mijn plaats
weer innemend, wachtten we alle drie op
zijn ontwaken. De twee oudjes hadden mij
slechts even toegeknikt, 0111 mij te bedanken
voor mijn gelukkige gedachte. Het was zoo
stil in liet vertrek, alsof er reeds een doods
lag. Didier sloeg eindelijk de oogen op en
een glimlach zijn laatste misschien
verhelderde zyn vervallen bleek gelaat.
„Moeder, dank u hem, ik kan liet niet meer",
prevelde bij. De oude dame stak me baar
band toe. „Leeft jé moeder nog kind?"
vroeg ze en bet klonk zoo natuurlijk, zoo
warm, dat „je" en „mijn kind", van die
oude lippen. Ik vertelde, dat ik mijn moe
der niet gekend had en toen zeide zy, tril
lend van aandoening: „Het lof is wreed,
wat zou zij gelukkig geweest zijn". En ze
zuchtte, de arme vrouw, die binnen weinige
dagen zelve geen moeder meer zou zijn
Huib breekt eensklaps zijn verhaal af, er
aan denkende, voor wien liij zijn gemoeds
stemming bloot legt. en zwijgt verlegen.
Wat is er, waarom zie je 111e zoo eigen
aardig aan? vraagt zijn broeder.
Ik wandelde op de wolken, zegt Hui
hert met een lach, nu verwacht ik dat ze
zich zullen oplossen in een kouden regen.
Een douche is gezond, want reinheid
is een levensvoorwaarde, mompelt Wolfgang
schertsend, maar liet klinkt niet van harte.
Dan buigt liij zich voorover eu neemt een
grooten tak meidoorn in de hand en zegt
„Zie, ik heb. terwijl jij vertelde, getuurd
naar (lezei^ éénen tak. liij leek mij de mooi
ste, weelderigste van alle, wit van bloesem
en zonder één enkel groen blaadje. E11 weet
je, lioe dit effect; bereikt wordt? Ik zal den
tak omkeereuzie je nu al die rupsen, die
de blaren hebben afgevreten
Zoo vroeg in den tyd
Wolfgang haalde (le schouders op.
Waarom niet, vroeg of laat zooals liet
valt. De rupsen zyn hier het bladeren-nood
lot geweest.
Huibert begreep den matten klank in
Wolfgang's stem niet en liij zei met een
verwonderden blik op zyn ouderen broeder:
Och, wat zou het, die leelijke blaren,
de bloemen komen immers zooveel te mooier
uit, dit heb je zelf gezegd. Buitendien, niet
de blaren planten de struik voort, de bloe
sem brengt het vruchtbeginsel.
Wolfgang mat Iluih met 'n langen, eigen-
aardigen blik en hem den tak nog eens too-
nende, voor hy dien neerwierp, zei liij ern
stig: „Je liebt gelijk en zie de bloemen eens,
hoe mooi ze zijn, zoo rein en... zoo gezond.
E11 toen met'de hand over liet voorhoofd
strijkende, prevelde hij„Goddank, geluk
kig..."
Maar Wolf, wat heb je toch, wat is
zoo gelukkig?
Wolfgang echter, zijn aandoening weer
meester, antwoordde met een blik op zyn
horloge, op zyn gewonen drogen toon„Dat
het tyd wordt voor ons diner, ik lieh hon
ger."
Des avonds zitten de beide broers in de
Opera, op een der eerste ryen van de fau
teuils d'orchestre. 't Is Huib, als 't scherm
is opgegaan, omnogeiyk zyn aandacht al
leen aan het tooueel te wijden, hij heeft te
veel emoties. Wolfgang vindt hem hinder-
lyk woelig, vooral omdat hij zelf geheel ge
boeid wordt door de muziek, die hij, weinig
verwend als hy is, nooit zoo volmaakt ge
hoord heeft.
(Wordt vervolgd).