i On:e Raadselwedstrijd. Antwoord aan den heer Roxs inzake verlichting Winterdijk. A. B. C. No. 77. ZATERDAG 1 OCTOBER 1927 50e Jaargang TWEEDE BLAD. Openbare vergadering van den ge meenteraad op Donderdag 29 Septem ber 1927, des avonds 7 uur. Voorzitter de edelachtbare heer E. Moonen. Afwezig de heeren H. v. d. Waerden en H. Donkers. De heer v. d. Waerden had bericht gezonden wegens ambts bezigheden niet tijdig aanwezig te kun nen zijn. (Hij is echter tijdens de korte zitting niet meer ter vergadering geko men; de heer Donkers heelt de vei ga- dering nog gedeeltelijk bijgewoond). De notulen der vorige vergadering gaven geen reden tot eenige opmer king. Aan de orde: 1. Ingekomen stukken, a. Verslag van de medische leiders en enquetrices der Vereeniging tot Be strijding der Zuigelingensterfte. 1). Goedkeuring raadsbesluit tot ver huring van een woning in v.m. Besoij- en aan Th. van Ravenstein. Beide stukken worden voor kennis geving aangenomen. Roxs. Wanneer eventueel de huur der vóór het verstrijken van den ter mijn de woning wil verlaten, welke op zeggingstermijn geldt er dan voor heml Voorzitter. Hij heeft het voor 5 jaar gehuurd, dus zit er altijd voor 5 jaar aan vast. Zou hij er door omstandig heden buiten zijn wil vóór dien tijd uit moeten vertrekken, dan zou deze kwestie aan den raad ter beslissing worden voorgelegd. De heer Roxs is met dit antwoord bevredigd. 2. Benoeming van twee leeraren voor de gemeentelijke Teekenschool. Ingevolge advies van B. en W. wordt zonder opmerkingen besloten tot vaste aanstelling van den heer H. J. van den Heuvel uit Kaatsheuvel en tot verlen ging der tijdelijke aanstelling van den heer J. M. v. d. Pol. 3. Voorstel tot het treffen van een regeling met de Ned. Herv. Gemeente van v.m. Baardwijk, inzake gebruik der begraafplaats. (Zie hieromtrent het'prae-advies van B. en W. in ons vorig nummer afge drukt). Zonder bespreking wordt het voor stel van B. en W. goedgekeurd. 4. Voorstel tot bepaling der huur van de woning in gebruik bij F. Jan sen. Voorzitter. Zooals de heeren weten is aan den agent van politie, Jansen, den dag waarop hij 55 jaar werd, eer vol ontslag uit den gemeente-politie dienst verleend, wegens ongesteldheid. De bedoeling is nu dat de raad de huurwaarde van die ambtswoning vaststelt. Door den gemeente-opzichter is de huurwaarde getaxeerd op 2,75 per week, waarmede Jansen accoord kan gaan. Kan; de raad zich daarmee ook ver eenigen? Roxs. Ik kan niet beoordeelen of het veel of weinig is, omdat ik de woning niet ken, maar het komt me wel heel weinig voor. Timmermans. Dan kunt U er ook niet over oordeelen als U er niets van kent. Voorzitter, 't Is een benedenwoning boven hebben ze niets. Ze ligt ook ach teraf. Er is een keuken waarin men tevens woont en een slaapkamer, als mede een klein tuintje. Pulles. Is er verder aan het huis nog iets verbonden. Voorzitter. Ja, het gebruik van een tuintje dat grenst aan de woping van Thijssen en een stuk achter de alge- meene begraafplaats, wat echter thans weer bij de begraafplaats wordt ge trokken. Hij heeft reeds een verzoek ingediend om dat tuintje bij Ihijssen weer te mogen buren. Dat valt dus bui ten de huur van de woning. Zonder verdere opmerkingen wordt hierna de huur bepaald op 2.75 per week. 5. Vaststelling van het kohier der straatbelasting 1927. Het wordt vastgesteld op dezelfde bedragen als vorig jaar. 6. Voorstel lot het aangaan eener geldleening. Voorzitter. Wij hebben deze vergade ring een dag vroeger gehouden dan ge woonlijk, om gelegenheid te hebben nog vóór 1 October de leening van 500.000 te kunnen opzeggen. Zulks moet 3 maanden tevoren geschieden; om ze dus per 1 Januari a.s. af te los sen moet ze vóór 1 October zijn opge zegd. Nu hadden wij van een commis sionair een aanbieding ontvangen van 4 5/8 pCt., doch hij belde ons vanmor gen op dat dit aanbod vervallen was, omdat bij het reeds elders geplaatst had. Waar hij ons geen verdere voor waarden had gesteld, wisten wij niet, dat hij dat aanbod niet lang kon ge stand doen, anders hadden wij de zaak misschien nog.meer bespoedigd. De kwestie is nu maar, dat wij het niet langer kunnen afzien, daar de leening van 500.000 3 maanden tevo ren moet worden opgezegd. Er bestaat echter geen enkel bezwaar zulks toch te doen, want we kunnen intusschen nog altijd een andere voordeelige aan bieding zien te krijgen en voor 4 3/4 pCt. kan men wel aannemen dat men zeker slaagt. De Pensioensraad, waarmede wij ons inmiddels reeds in verbinding hebben gesteld, kon nog niet met zekerheid zeggen of hij tegen 1 Januari dat be drag beschikbaar zou hebben. Dit is wel een duur adres, doch de noteering was daar thans ook 4 3/4 pCt. a pari. Daarvoor wil ons ook die andere com- missionair, die eerst de aanbieding van j 4 5/8 pCt. deed, wel helpen, doch ik voel er niet veel voor met hem nog te beginnen, nu hij ons ditmaal zoo heelt laten zitten. Ik zou dus voorstellen om toch maar te besluiten die leening van ƒ500.000 op te zeggen en dan maar te zien waar we het voordeeligst klaar komen om haar te converteeren. Wij hebben een berekening gemaakt welk voordeel deze con ver tie de ge meente zou medebrengen. ij hadden daarbij gerekend op die aanbieding Voorzitter. We hadden ook nog een aanbieding gehad van 4 pCt. tegen den koers van 92'/a. Volgens onze bereke ning zouden we daarmee het eerste jaar een voordeel van 2807 behaald hebben, doch na 15 jaar zou het voor deel reeds in een nadeel zijn omgezet en de laatste 23 jaar zou een verlies van 10.000 geleden worden op een voordeel van 21.000 in de eerste ja ren. Zonder opmergingen wordt op voor stel van B. en W. goedgevonden om nog denzelfdcn avond per expresse- brief de leening van 500.000 op te zeggen. De Voorzitter zegt dat de agenda is afgewerkt, doch dat hij na de rond vraag in geheime zitting nog even een persoonlijke zaak wil bespreken. Daarop geeft hij aan den heer Smol ders gelegenheid van antwoord te die nen op de vragen van den heer Roxs betreffende verlichting van den Win ter dijk. Smolders. Mijnheer de Voorzitter. Naar aanleiding van de vraag van den heer Roxs in de vorige vergadering, om de mogelijkheid te overwegen op den Winterdijk lantaarns te plaatsen aan gasverbruik, onderhoud lantaarns, rente en afschrijving, bedragen 2GG2. Wat met deze belangrijke uitgaven bereikt wordt, is dit door U, Mijnheer de Voorzitter, in de vorige vergadering typisch, maar juist gezegd: „de paar tjes zullen een K.M. verder gaan", en wat de heer Roxs denkt te zullen be strijden, wordt slechts verplaatst. Trouwens, hoeveel wegen en paden, waar de heer Roxs uit hoofde van zijn bedrijf niet regelmatig komt en die welhaast hetzelfde beeld geven als de Winterdijk, zouden in de gemeente nog verlicht moeten worden, en welke uitgaven, naast de reeds genoemde, zouden daarvoor nog noodig zijn, als voor de door den heer Roxs bedoelde bestrijding overal verlichting moest worden aangebracht. Op grond van de zeer hooge uitgaven en mede op grond, van het feit, dat door die hooge uitgaven zeer waar schijnlijk nog slechts een verplaatsing van bet kwaad als resultaat bereikt zal worden, moeten wij adviseeren, geen uitvoering te geven aan hetgeen de heer Roxs in de vorige vergadering gevraagd heeft. Als antwoord op de vraag van den vooral uit zedelijkheidsoogpunt heer van der Geld kan ik wel meedee- alsmede naar aanleiding van de vraag len, dat het niet de bedoeling is op ge- van den beer van der Geld, om in de noemde plaatsen lantaarns aan te bren- Tweede Zeine de weg, die naar gen, zoolang die gedeelten niet zoo Sprang loopt en nogal veel bereden druk bebouwd zijn, dat door aanslui wordt ook lantaarns te plaatsenting van panden aan de gasleiding, het De heer v. d. Geld. Als ik op mag doortrekken van die leiding eenigszins merken, ik bedoel niet de Tweede Zei ne, maar daar achter bij den Waterto ren. Smolders. Het spijt mij dat ik dhr. v. d. Geld heb misverstaan. Ik heb de berekening gemaakt op de Tweede Zeine, zoodat ik hem nu niet volledig kan beantwoorden. Trouwens, betref fende het ingenomen standpunt, maakt het geen verschil. Ik heb op de eerste plaats den Direc teur der Lichtbedrïjven een kostenbe- grooting laten maken van de kapitaals uitgaven en van de jaarlijks terugkee- rende lasten. rendabel wordt. Om eenig beeld te geven van de kos ten van het plaatsen van één lantaarn, wil ik wel enkele cijfers noemen. Lan taarnpaal 20, Lantaarn 28, Druk- stootapparaat 20, Stijgbuis met kraan 2.50, brander 1,50, totaal ruim 70, ongeacht buisleiding en arbeidsloon. v. d. Geld. Ik zou toch wethouder Smolders in overweging willen geven dat standpunt over het al of niet ren dabel zijn van een gasleiding een beetje royaal op te vatten. Men kan er wel rekening mee houden, dat daar in de toekomst veel gebouwd zal worden en van 4 5/8 pCt. en dan zou het 't eerstemerkelijk grooter zou kunnen zijn dan jaar een voordeel van 2400 geweest in de bebouwde straten, is a 80 M. Het standpunt ingenomen, dat de i dat dus later zoo'n doorgetrokken lei- onderlinge afstand der lantaarns aan-' zijn. Dat wordt door de aflossingen na tuurlijk jaarlijks kleiner. Als we nu 4 3/4 pCt. zouden moeten betalen, wordt dat voordeel met 1/5 vermin derd, dus blijft het 't eerste jaar toch nog een voordeeltje van een kleine 2000, wat voor een groot gedeelte aan de waterleiding ten goede komt. Smolders. We hadden uitgerekend dat het voor de waterleiding alleen 9G9.voordeel zou zijn; dat zou bij 4 3/4 pCt. dan ook minder worden. voor onderlingen afstand aangehouden, tegen 55 a 60 Meter in de bebouwde straten. Voor den Winterdijk zouden 54 licht punten noodig zijn; de kapitaalsuitga ven voor 54 lantaarnpalen, lantaarns, drukstootapparaten, stijgbuizen met kranen, branders, glazen, pennen, kousjes, de buisleiding, graafwerk, ar beidsloon, fitters enz. enz. zijn ge raamd op 6100.—De jaarlijks terug- keereiule lasten voor den Winterdijk ding wel rendabel zal worden. Doch als er eerst zooveel woningen en aan sluitingen moeten zijn dat bet, renda bel is, dan zullen de verschillende menschen, die daar reeds gebouwd hebben, toch lang moeten wachten en zich met petroleumlampen moeten be helpen. Dat is geen toestand voor menschen, die toch evengoed in het hartje van de gemeente wonen. (De lieer Donkers komt thans ter vergadering). Voorzitter. U noemt het daar het hartje van (Je gemeente, maar het ligt zelfs een heel eind buiten de bebouw- Armoe Met 'n gezichtje paars en blauw van de kou, de schouders hoog opgetrok ken en de verkleumde handjes onder 't dunne schortje, liep het negenjarige Riekske de besneeuwde straatweg over. Naast haar ging een kleine dreumes, 'n ventje van ongeveer vier jaar, klap pertandend van de kou. 't Kereltje was zoo dun gekleedDicht liep hij tegen z'n zusje aan, die beschermend haar eene arm om z'n halsje sloeg, terwijl de andere hand broertjes vuistje stevig in de hare geklemd hield om 't te verwarmen. De kleine klomp voetjes zakten bij eiken stap diep weg in de sneeuw. Terwijl ze stevig door- stapten, naderden de kleuters 'n klein bouwvallig huisje aan den rand van den weg. De snijdende wind gierde er rondom en deed de ruiten rinkelen. „Ziezoo, Fransje, we zijn er", zei 't kleine meisje, en lichtte de deur klink op. „Zou Moeder al thuis zijn vroeg ze en liep 't huis eens door. Moeder was uit werken, maar ze had beloofd vroeg thuis te komen. Ze zou kolen meebrengen, 't Was anders zoo koud in huis, en de brandstof was al een week op. In een kil, halfdonker kamertje gingen de kleuters binnen. Fransje hield z'n verkleumde handjes voor z'n mondje om ze te beademen. „Zoo koud, Riekske", huilde hij. „Moeder zal zoo komen, Fransje", troostte zus, „en dan brengt ze kolen mee. Kom maar dicht bij me zitten, dan wordt je van zelf warm". Riekske trok 't kleine ventje naar zich toe en als een moedertje nam ze hem op haar knie en drukte hem vast tegen zich aan. Fransje sloeg zijn armpjes om zusjes hals en zoo zaten de klein tjes daar tot Moeder thuis kwam. Het was de vrouw wel aan te zien hoe had- 'n groote armoede ze al geleden den en nog leden. Alles in 't huisje wees daarop. Slechts 't hoog noodige was er te vinden. „is de school al lang uit, Riekske", zoo begroette Moeder bij 't binnen komen haar dochtertje. „Nee, Moeke, net pas. Broertje had zoo'n kou. Toen zijn we maar dicht bij elkaar gaan zitten, en nu wordt 't al wat warmer, hé Fransje", en lief- koozend streek ze hem over de blonde krulletjes. „M'n arme, kleine jongen, en nu heeft Moeder nog geen kolen mee gebracht", zei Moeder met zachte, treurige stem, en keek bezorgd naar 't paars-bleeke gezichtje, met de fletse, diepliggende oogen. Wat zag hij er uit! Ze tilde 't ventje op haar arm, en Fransje legde 't moeë hoofdje op Moekes schouders. „Zal ik je maar gauw naar bed brengen, vent? Kom, eerst 'n boter hammetje, en dan maar diep onder de wol. Hij is ook zoo verkouden, hé. Maar als ie maar eens lekker geslapen heeft zal 't wel overgaan, is 't niet vent?" Zoo pratend zette ze hem op den grond en nam een klein petroleum lampje dat ze aanstak, 't Vertrek werd er slechts flauw door verlicht. Moeder nam het brood uit de kast en zette het op tafel. „Fransje lus niet boterham", kwam 't ventje. „Wat is dat nou? Je bent toch niet zie"k is 't wel, manneke? Toe, toe, één klein boterhammetje lust ie wel. Anders wordt ie nooit een groote jongen", praatte Moeder, terwijl ze de boterham in stukjes sneed. Fransje at met blijkbaren tegenzin. Moeder zag 't wel en bezorgd keek ze naar t kleine, nietige ventje daar naast haar, dat al zoo vroeg ontbering lijden moest. In 'n opwelling van medelijden nam ze hem op en kuste hem hartelijk. Kom, ze zou hem maar gauw naar bed brengen, dan was ie zóó warm. Vlug kleedde ze hem uit. Op Moekes schoot bad ie z'n avondgebedje en toen naar bed. Moeder dekte hem stevig toe en gaf hem een kruisje op 't gloeiende voorhoofd. Nog'n vriend schappelijk tikje op zijn wang en Moeder ging weer verder voor de boterhammen zorgen. Riekske moest ook maar gauw naar bed gaan, vond ze. Hier in de kamer was't zoo koud. Moeder had nog een beetje te naaien. Die kwam straks wel. Toen Moeke 't meisje naar bed bracht sliep Fransje al gerust. Hij had z'n armpjes boven 't dek gewoeld en een zacht rood blosje kleurde zijn wangetjes. Goddank 1 't Was maar wat vermoeidheid van den kleinen vent geweest daar straks. Moeder zuchtte verlicht en ging weer terug naar de kamer, waar ze met een tevreden glimlach om de lippen ging zitten naaien tot diep in den nacht. M. v. D. B. Lieve Nichtjes en Neefjes. Ziezoo, beste vriendjes, hier ben ik dan om mijn belofte te vervullen. Ik wed, dat jullie al met ongeduld naar de raadsels hebt uitgezien. Natuurlijk staan al mijn trouwe makkers reeds in 't gelid, om bij den lsten oproep van mij, naar pen en papier te grijpen. Ja, dit schreef me deze week een ijverig vriendje uit Waalwijk. Hij stelde zich al onze jeugdige lezers en lezeressen van ons hoekje voor als één groot leger, met aan 't hoofd hier van Oom Wim. Dat is aardig gezien van mijn jonge vriend hé! Maarzoo is het ook. Jullie spelen natuurlijk wel eens soldaatje hé! Wel, wij doen het nu ook. maar op een andere manier. En ik zal maar zoo vrij zijn om me tot generaal te benoemen. Ik geloof wel, dat ik een goed aanvoer der ben, een flink opperhoofd. En wie wil niet gaarne in de gelederen van een goed generaal staan? Alle maal natuurlijk! Hallo nu blaas ik op mijn trompet aantreden, opgelet, allemaal netjes in 't gelid, zooals je dat op school reeds geleerd hebt. Nu stel ik jullie in slag orde op want de strijd, onzer raad selwedstrijd gaat beginnen. Maar voor dat al mijn jeugdige strij ders in het strijdperk treden, moet de generaal de noodige orders geven, want daar hangt veel van af. Wie de aanwijzingen van den aanvoerder stipt opvolgt, zal beslist als overwin naar uit den strijd treden. Dus alle ooren nu goed openwe stellen vast, dat de oplossingen vóór 4 October a.s. moeten worden inge- zonden. Een ieder doet mee in deafdeeling waarin hij volgens leeftijd mee mag doen. Al het ingezonden werk moet met inkt op een helder stuk papier ge schreven zijn. Ieder nichtje en neefje moet duide lijk opgeven le naam en voornaam voluit; 2e leeftijd, en 3e plaats, straat en huisnummer. Wie in afd. C mee doet moet een opstel maken van minstens drie zijd- jes. Denk er aan,'t papier mag slechts aan één zijde beschreven worden. Dat zullen jullie wel goed onthou den hé 1 Het is ook toegestaan, om in twee afdeelingen mee te doen, b.v. in A en C of B en C. Wie dus de raad sels oplost en tegelijk een opstel maakt heeft tv/ee kansen. Evenals vroeger heb ik de raadsels weer in twee afd. verdeeld, A voor kleinen en B voor de grooten. En nu dapper aan den slag.Moeie lijk zijn de raadsels niet. De prijzen bestaan ditmaal weer in een partij mooie leesboeken, die van af heden in de etalagekast van het Bureau van de firma Tielen, Groote straat te bezichtigen zijn. Heeft men een bepaalde keus, dan kan men bij de oplossingen een extra briefje voe gen en vermelden, welk boek men gaarne zou willen hebben. Doet dus allen mee. Ik hoop weer al mijn oude kennis sen aan te treffen, zooals Cupido,Jan, de Treffertjes, Dalmeijers en vele anderen. Maar natuurlijk verwacht ik ook veel nieuwe gezichtjes. En nu mijne vriendjes, allen dapper aan den slag. Ik wensch jullie van harte succes. Uw aller De Raadsels. (Voor de kleinen van 6 tot 12 jaar). Noem mij een jongensnaam die omgekeerd hetzelfde blijft? Welke broek heeft geen pijpen? Welk meer heeft geen water? Hoe harder men trekt hoe korter het wordt? Welke molen heeft geen wieken? Wie gaat op zijn kop de trap op 1. 2. OOM WIM. (Voor de grooten van 13 jaar en ouder). Wie kan alle talen spreken zonder ze te leeren? Ik ben een week dier, doet men de voorste letter van mij af dan ben ik een schrijfbehoefte. Wie ben ik? Mijn eerste is een blad, mijn tweede is een blad en mijn geheel is ook een blad. Ra, wat is dat? Het is in huis en er buiten, maai het is nog nooit door de zon be schenen. Wat is dat? Ik heb twee vleugels en een been en toch kan ik niet loopen of vlie gen. Wie ben ik? Welk hoofd heeft een hoofd en is tevens hoofd? (Voor allen). Maak een opstel, verhaal, sprookje of versje, 't onderwerp mag je zelf kiezen. Maar denk eraan, 't moet be slist eigen werk zijn, dus niets af- of overschrijven. Nogmaals vóór 14 October moet alles binnen zijn bij „OOM WIM" „De Echo van het Zuiden" Waalwijk. De Echo van het Zuiden. Gemeenteraad Waalwijk. l VV 1111C1 IIIJ1V itiiimo» VV. 1'-

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1927 | | pagina 5