VflN EEN STAM. F E (J I L t f T O i KUNST EN LETTEREN. „üe RkLÜRIM' RECHTSZAKEN. de kom. Timmermans. Tk zou een beetje voor zichtig er mee zijn om daaraan door de gemeente veel ten koste te laten leg gen. Als we de leidingen tot daar gaan doortrekken, dan profitèeren daar in hoofdzaak van de eigenaars van de aangrenzende perceelen. Die perceelen zullen immers veel in waarde stijgen, als men daar overal bouwen kan en aan licht- en waterleiding kan aanslui ten. Het gaat dus allemaal ten koste van de gemeente en ten bate van de eigenaars van die perceelen, die dan veel waarde als bouwterrein krijgen. We zullen ditzelfde ook binnenkort met een anderen weg onder het oog moeten zien. Smolders. Er zijn destijds met de eigenaars van die bouwterreinen al eens onderhandelingen over het door trekken der leidingen gevoerd. Men verklaarde zich aanvankelijk bereid om 2 cent per M2 grond in de kosten van de gemeente bij te dragen. Doch toen het op betalen aan kwam, zeiden ze dat eerst die preceelen ook werke lijk bebouwd moesten zijn. Zij wilden dus alle risico op de gemeente schui ven. Waar niemand over de kwestie van verlichting weg naar Watertoren nog het woord verlangt, is deze van de baan. Voorzitter. Ts er nog iemand, die het voorstel van den heer Roxs, over de verlichting van den Winterdijk, steunt? Zooals u gezien heeft, zou 't de gemeente jaarlijks 2662.kosten. Ts er niemand, die het steunt? Dan is het van de baan. Roxs. Ts er bij het maken van die kostenberekening rekening gehouden met het gebruiken van nieuwe lan taarns en ander materiaal. Mien zou er evengoed oude lantaarns voor kun nen gebruiken, die worden in ver schillende gemeenten te koop aangebo den wegens vervanging door elektrisch licht. Ik weet verder dat in verschil lende mijnen en stegen de hoofdleiding ligt, zoodat het niet, zoo heel duur kan zijn om daarop ook den Winterdijk aan te sluiten. Smolders. De berekening is zoo goedkoop mogelijk gesteld. Er is reke ning mede geohuden dat daar, waar buizen tot aan den Dijk liggen, daarop direct wordt aangesloten en andere punten vanaf de leiding in de straat. Zoodoende is men aan slechts 1150 M buis gekomen, 't Ts zoo zuinig mogt lijk berekend. Roxs. Er is opgemerkt dat de jonge paartjes dan verder zullen gaan als men den Winterdijk ging verlichten doch 't is toch zeker waar dat de Win terdijk voor hen 't gemakkelijkst te bereiken is.Gewoonlijk zijn die jonge lui eerst moe geslenterd door de straat en dan schieten ze gemakkelijk den Dijk op, doch zoo ver als naar den Watertoren, naar de Zweminrichting of welke andere afgelegen plaats ook, loopen ze niet zoo gauw. Het euvel is natuurlijk niet geheel te voorkomen, maar wel te bestrijden. Voorzitter. Tk geloof dat het een euvel is dat overal bestaat, al is het waar dat een weg als op den Winter dijk er gemakkelijker aanleiding toe geeft, 't Is maar de vraag, kunnen wij er zoo'n groote som aan ten koste leggen. Roxs. Zooals ik in de vorige verga dering reeds heb gezegd, is destijds de van „DE ECHO VAN IIET ZUIDEN' Vrij bewerkt naar den roman van Louise B. B. 6) En zonder Wolfgang's antwoord af te wachten, voegde de gastheer er bijMen kan het je aanzien. Ik zou waarlijk niet langer wachten met je onder geneeskundige behandeling te stellen. Wrevelig en gemelijk ontkende Wolfgang weer dat by ziek was, maar er was datzelf de twijfelende en ongeloovige in Werden's blik. dat Wolfgang reeds getroffen had bij zijn nicht. Voor het eerst begon hij zich duidelijk rekenschap te geven van de betee- kenis dier blikken. Het verlangen kwam in hem op eens nauwkeurig in een spiegel te zien. Wat had hij toch voorvreemds in zijn uiterlijk, dat zulk een teleurstelling rechtvaardigde? Maar deze gedachte kon bij niet uitwerken, want de Werden's deden al het mogelijke om hun gasten aangenaam te stemmen. Huib werd gefêteerd 'als een be dorven broertje bij zijn thuiskomst, en Wolf gang bemerkte, dat bij de hartelijke toena dering. liem bewezen, meer dankte aan zijn verwantschap met Huib. dan aan zijn eigen persoon. Huib zat, op uitdrukkelijk verzoek, aan tafel naast zijn neefje. Hij hielp het kind in zijn Imogen tafelstoel, bond liern zijn ser vetje voor en voerde hem, toen de kleine man achterbleef met eten. Lize lachte er om en plaagde hem met zijne groote handigheid. Had je ooit zulk een latenten aanleg voor huisvader in hem gezocht, Wolfgang, zeide zij vroolijk. Och wat, viel Iliub haar in de rede, Parallelweg onder Burgemeester Sur- mont de Bas Sineele ook wel verlicht, hoofdzakelijk ter bestrijding van het zelfde euvel. Voorzitter. Ik denk dat, het tamelijk drukke verkeer op dien weg wel het voornaamste motief zal zijn geweest dat tot dit besluit heeft geleid. Zulks geldt niet voor den Winterdijk. Roxs. Zooals ik heb gerekend naai de afstanden op den spoorweg tot wachthuis 29, zal de lengte van den Winterdijk ruim 4700 Meter bedragen. Als men nu op elke 100 M. maar een lantaarn plaatste, zouden dit slechts 47 j\ 48 lantaarns worden. Smolders. Tk had gerekend op 80 Meter afstand en kwam toen aan 54 lantaarns, dus dat komt vrij goed uit. Het maakt zooals u ziet, niet veel ver schil. Pullens. Over welk gedeelte van dien weg gaat. het nu eigenlijk. Voorzitter. Over den geheelen Win terdijk, vanaf het eind van Besoijen tot aan het eind van; Baardwijk. Smolders. Het zou misschien enige tegemoetkoming voor den hoer Roxs zijn, indien de politieverordening eens werd bekeken of daarin soms enkele artikelen zouden kunnen verscherpt worden ter bestrijding van het door hem bedoelde euvel. Roxs. Ik wil met die opmerking gaarne rekening houden. Voorzitter. Als u tevens maar reke ning houdt met het aantal agenten. Eibers. Die zijn toch zeker alle ge trouwd? Voorzitter. .Ta. Hiermede, wordt van dit punt, verder afgestapt. Voorzitter. Naar .aanleiding van de opmerking van den heer Roxs in.de vorige vergadering over het leggen der rioolputjes in de St. Antoniuspa- rocliie. nadat de straat reeds klaar was, heb ik... Roxs. Tk heb gezegd dat er de bcton- brokken reeds waren opgebracht en in- gewalst, zoodat ze deze hebben moeten stuk hakken. Voorzitter. De opzichter heeft me gezegd dat liet. niet waar was. Bedoel de u, het. St. Antoniusplein of de Cris- pijnstraat? Roxs. Tk bedoelde het laatste stuk van de Crispijnstraat bij Beerens. v. d. Geld. Op het St. Antoniusplein gebeurt bet, uu weer precies eender, daar zijn ook nog geen putjes aange bracht. Smolders. Zooals ik er als leek tegen aan kijk, is dat. ook niet. noodig, daar die straat toch naar de kanten afwa tert. Voorzitter. Tk zou dergelijke kwes ties maar aan het beleid van den ge- meente-opzi c-hter overl aten Timmermans. Ja, anders zou er gauw niets meer voor zijn bemoeiingen overschieten. Voorzitter. Inzake de afwatering in de Grootestraat te Besoijen zijn we nog in onderhandeling met de Tram- maatschappij. Wij zullen haar zien te verleggen naar den rand van liet trot toir. v. Driel. Ik heb meermalen opge merkt dat verschillende vracht- en an dere auto's op den hoek van. de Markt worden geplaatst, wat zeer belemme rend is voor het verkeer. Zouden die niet wat meer naar achteren geplaatst kunnen worden? Voorzitter. Tk zal het aan de politie mededeelen. Niemand meer het woord verlangend sluit de Voorzitter de openbare verga dering. Religieuze Kuu^i in Vtuoi.deie III. Over den opzet en de organisatie dezer Pelgrinistentoonsteliing zou nog wei een hartelijk woordje te zeggen zijn. e zouden b.v. de vraag willen stellen, waarom siechls een aantal „Sirkel"-menschen van boven de Moerdijk werden genoodigd? Waarom ook niet eenige Brabanters en Lim burgers gevraagd? YVe hopen ernstig, dat „de Pelgrim" ook in dit opzicht iets zal hebben ge leerd. Dit over den buitenkant. Met den eersten stap dien ge binnen de muren van het tentoonstellingsge bouw zet, wordt ge seffens den reuk van wierook gewoon; ik bedoel, dat de geheeie expositie één groote wijding ademt. De verstandelijke zijde van den ciiticus geraakt hier onmiddellijk in een geestelijke neveling. Een nuchter oog ziet hier niets. Zoo merkte ik hoe een „verstande lijk" collega bezig was deze expositie een maat aan te leggen, waarbij hij al lereerst heel zijn technisch en mathe matisch hebben en houden uitspeelde. Maar de goede vent zat spoedig vast en wist geen weg met 't geval. Ik heb hem toen den raad gegeven, om „geest met geesL te nieten", en dan eerst 't verstand op t werk in te schakelen. Men zou anders immers slechts bereiken een piet-peuterige verwording van groot- schen geestelijken arbeid en een onbe holpen gezeur over dingen, die de ziel der tentoonstelling niet raken. Men moei de geestelijke atmosfeer van al die werken voelen, diep voelen, om te erkennen hoe in elk artist het groote verlangen ligt om onder Gods handen en de inwerking van den H. Geest le zijn een gewillig instrument waardoor Hij spreekt. Wij bespeuren hier 't zeilde streven als bij de mystie ke schilders, die alleen onder Gods in werking wilden werken. Natuurlijk blijft ook hier hel gevaar van een on betrouwbare en onzuivere geestelijke ontroering bestaan. Maar waar ernstig getracht wordt een goddelijke inwer king weer te geven, mogen we nog niet direct van een mislukking spreken als die weergave zwak is. Alle Pelgrim-leden hebben dit ge meen, dal ze werken op één stramien de grond-paradox van het ware Chris tendom: dat sterven leven beleekent Zie. b.v. een van Reeth, van Sina, Her man Deckers, Yoors, e.a. Dirk van Sina. 't Eerste expositiezaaltje, dat ik bin nenging, bergde werk van Dirk v. Sina Ik geloof, dat deze dichter, dramaturg en schilder op T oogenblik een der in teressantste en dankbaarste studieob jecten onder de Katholieke Vlaamsche jongeren is. Als zooveel is ook dit werk waar achtig gesproten uil de desillusie van de wereld. Van 't hunkeren naar God heeft van Sina iets monumentaals gemaakt. D'r ligt in elk stuk een sterk dramatische spanning, die den ontvankelijken toe schouwer direct pakt en niet meer los laat. Het dynamisch element, dat dicht onder de oppervlakte ligt, heeft een compromis gesloten tusschen gemoed en verstand. Daardoor is m.i. te ver klaren de zuivere geestelijkheid en ei genaardige, ik zou willen zeggen le- vende-rusi in kleur en lijn. 't Effect is ongemeen boeiend en verrassend, ik heb soms t gevoel van vrees niet van me kunnen afzetten, met welk een groote kalmte en evenwichtigheid v. Sina een sterk dramatisch gemoeds- vlak weet te beheerschen. Welk een geweldige expressie straalt er b.v. uit stelling minder gebroken wordt. Het werk van Eugeen Yoors is zeer eigenaardig en niet direct voor eenie der bevattelijk. In den grond is heel zijn werk sterk symbolisch en wat men noemt modern. In alle oprechtheid en waardeering voor Uw werk, vriend Yoors, zou ik willen opmerken, drijf de moderne en symbolische elementen niet al te ver door; Uw werk zal dan straks veel aan klaarheid inboeten en niet anders be grepen worden dan langs den weg eener verstandelijke toelichting, 't Ge- oaioine en Christus aan t kruis. Hier-1 vaar is dan daar, dat de grenzen, welke in ligt niet alleen een diepte van schou-1 aan Uwe kunstuiting levensvatbaar- wing maar ook een knap technische I heid zouden geven, overschreden wor- beheersehing. En dan mag ik hier I den. En U weet toch ook, dat „effec- vooral niet vergeten te noemen: „Jonge ten" bereikt door techniek geen diepen monnik in gAed. Heel dit wezen is I indruk maken. Immers niet de vak- passief, is ais een zeel, waardoor hem I prestaties, maar de ziel van den artist Gods licht ten volle doordringt. Van I boeit. Sina heeft dien jongen monnik daar I Zooals de werken van Yoors daar stil-bewogen neergezet, met een schier hangen, weten ze met hun diepen onmerkbare neiging van rijzen. Ik geloof, dat v. Sina's kunst in we ten hemel gi'ond te boeien. Als een der eersten in t gelid der Katholieke Vlaamsche mo derne plastiekers, heeft Yoors ook elk zen eenige verwantschap toont met die I literair versiersel uit zijn werk geban- van Dostojewski. Maar bij dé breedte I «en. t Is strak en eenvoudig van opzet en diepte van levensbeschouwing is v. I een sterk persoonlijk stijlbegrip. Sina Katholiek. Gerard Walschap I Wie in het wezen van Yoors' kunst terwijl hij lachte en zijn oogen trouwhartig op Wolfgang gevestigd bleven, Hij zelf is immers mijn voorgange r geweest, zoo zorgde hij voor mij, toen ik nog een'klein kind was, nietwaar oudste. Wolgang glimlachte, lijj ontdooide in deze omgeving, waarin zijn jongste broeder Huib volmaakt scheen te passen, als ware hij geen vier lange jaren een zwerveling over den aardbodem geweest. Ook Wolfgang begon iets van het beha gelijke te voelen van een thuiskomen in een familiekring. hWie weet. zeide hij,.of nu ook de klei ne Ernst niet eens op zyn beurt een jonger lid van de familie zal helpen, zooals hy nu bediend wordt. O, riep Huib, maar dan inoet dat lid geen broer zfln. Hoe nu. ondankbaarste aller broeders, mok je nu nog over de behandeling van vóör twintig jaar Lize keek Wolfgang verras t aan. Hoe weinig stroef sprak hij nu. Was dit altijd de toon tegenover den jongste? Wel neen, maar het verschil van Leef tijd is te groot voor broeders, zeide Huibert weer. Men heeft zoo'n moeite soms om el kaar te vinden, is het niet, Wolf? Och mfln jongen, een speciaal geval is nog geen regel. Buitendien, bergt niet de bitterste bolster der noot de zoete kern? Zeker, maar na den wrangen bitteren bolster heeft men eerst: nog don harden, dop te kraken. Welnu, je hadt zulke sterke tanden eind goed. al goed. Lize zag met groote belangstelling van den eenen broeder naar den anderen; met haar kennis van het karakter van den jong ste. begreep zy zeer goed de laatste toespe ling van den; oudste. Dat Wolfgang ridderlijk bekende welk aandeel Huib gehad had in liet; ..kraken van de noot", gaf haar reeds een 'warmer ge voel voor haar oudsten neef, dien ze zoo stroef gevonden had en bijna terugstootend met dat grauwgele, ziekelijke uiterlijk. Terwijl van Werden sprak met Huib, knoopte zy een gesprek aan met Wolfgang en als punt van uitgang nam zij Huibert. Daar was zooveel hartelijke warmte iu haar volle stem, zooveel oprechte sympathie in hare blauwe oogen, met die aardige ver standige lichtjes er in. dat Wolfgang onge zocht geheel door haar ingenomen werd. Voor het eerst na vele jaren, kwam hy er toe een vreemde, en wel een vrouw, een blik te doen slaan in zijn hart. Uit zichzelf be kende hij. hoe al de moeite om hen tot elkaar te brengen, na een vervreemding van twaalf jaren, van Huibert gekomen was. De lof en waardeering waarmede hij over Huib sprak deden Lize bemerken, hoe innig hij zich aan zijn oenigen broeder had gehecht. Waar lijk. hoe langer zij spraken, des te meer be gon zy te bemerken, dat ook hij tot een dei- hunnen behoorde, van één stam was. Eindelijk zeide zij Ik kan maar niet begrijpen, dat ik het eerste oogenblik ge heel een vreemde in je zag. Weet je. dat je op mijn vader gelykt? Je gebruikt soms de zelfde wending in je spreken, hetzelfde ge baar. Hy lachte Maar weet je ook. dat oom Huibert mij altijd door Huib geschetst is als een streng, ernstig, stroef man? Ze gaf hem zyn schertsenden toon terug, toen zij antwoordde Vindt je niet, dat juist die eigenschap pen de gelijkenis verb oogen? Daarenboven, ik gaf je ongezocht een compliment, want hoog zie ik tot myn vader op. Ik keil geen man meer rechtschapen en edel dan.liy. Haar toon was ernstig geworden en Wolf gang vergat weer te antwoorden. Het ge sprek nam voor hem een gevaarlijke wen ding. Ze vergeleek hem nu reeds, getroffen door een paar uiterlijkheden, met haar va der. Als zy eens alles wist! En weer kwam de gedachte hy hem op, evenals gisteren avond. dat het maar beter geweest ware, als hij Huib niet gevolgd was naar Europa. Daar kwam nu nog een veel pijnlijker ge waarwording byhij begon te wenschen Huib nooit te hebben teruggevonden Iluib, die hem weer had opgericht uit zjjn val. Als zijn jonge broeder zyn weg niet gekruist had, dan was hy reeds lang geheel verval len, reddeloos verloren geweest, maar al leen en ver weg, zonder dat een der zynen ooit geweten zou hebben, hoe ellendig een der krachtigste loten van den ouden stam vermolmd was Zijn onverwacht stilzwijgen viel Lize on- lieclt, te beginnen langs physischen weg, Dirk van Sina een klassieker ge noemd. Ik poem hem den Vlaamschen Katholieken Dostojewski. Herman Deckers. Van geheel ander gehalte is 't werk van v. Sina s rechterbuur, Herman Deckers. Bij v. Sina een sterke en on wrikbare overtuiging, bij Herman Dec kers subtiele poëzie. Hebt ge wel eens een avond gevoeld, die vol vei wachliing was, zoo'n avond waarvan Joergens spreekt? Zulke my stieke en begenadigde momenten heeft Herman Deckers benut om zijn ziel uit te spreken. Niet door de directe voor stelling, maar langs den weg der im pressie weet Deckers zijn zielsgebeu- en te openbaren. Al doet hier en daar zijn werk soms even aan mogelijken invloed van een Dorré denken, Deckers blijft oorspronkelijk. Vooral zijn kleur- en lichteffecten zijn opmerkelijk, zooals b.v. Graflegging. Ietwat zwak van com positie en onzeker van kleur is m. i. „Het Avondmaal". De vereischte har monie werd hier niet bereikt, mede door een te slappe expressie. „Het in wendig gebed" is daarentegen veel be ter geslaagd in opzet en uitvoering, 't Werk is een stil gebed op zich zelf, een zichtbare verbinding tusschen hemel en aarde. Ik wensch Herman Deckers gaarne meer zulke betrouwbare mo menten. Eugeen Yoors. I)it is een buitengewoon productief en innemend artist. Van hem zijn niet minder dan 65 doeken aanwezig, alle ontwerpen voor kerkramen. Yoors ver telde mij, dat hij een nieuw procédé voor glasramen had gevonden, waar door de kunstenaar in glas meer be reiken kan. liet ligt n.l. in zijne bedoe ling om alleen de koppen en handen van zijn ontwerpen te laten branden en 't overige gewoon te schilderen. Ook zal hij afwijken van de oude methode van „glas in lood", om daarvoor in de plaats ijzer te verwerken. Hij denkt daardoor goede effecten te zuilen be reiken, omdat nu door grootere licht en kleurvlakken 't geheel der voor- slechts een verschil van schilderkun dige voordracht en vormgeving ziet, demonstreert daardoor met een be perkt technisch-aesthetisch standpunt. We moeten hier dieper zien om te er kennen, dat dit verschil in schilder kundige vormgeving, opvatting en techniek niet uilsluitend een bewuste daad van hel verstand is, maar ver oorzaakt wordt van binnen uit door een aiiders-gerichtzijn van den men schel ij ken geest. Dit voor oogen houdende, heb ik groote bewondering voor het werk van Yoors. Het gevoel dat bij hem op treedt is nieuw en wil zich onafhan- kelijk-scheppend openbaren. Yoors is een fijne ziel, die in eeuwig durende Godsaanbidding zou willen Schilderen. H. B. (Wordt vervolgd). Nachtelijke steekpartij. Voor (le rechtbank werd de behandeling voortgezet der strafzaak tegen W. A. v. O., een jarige landbouwer te Haarsteeg, be klaagd ter zake dat bij op 28 Maart 1927 te Haarsteeg opzettelijk gewelddadig A. v. d. Pol een zware verwonding heeft toegebracht en ook diens zoon O. v. d. Pol. met een nies heeft gestoken. Deze zaak werd op 28 Juli uitgesteld om nog andere getuigen te hooren. Als verdediger was aanwezig Mr. E. van Zinnicq-Bergmann, Den Bosch. Verdachte, opnieuw ondervraagd, beken de en beweerde dat van de zyde der mis handelden op hem den eersten aanval werd gedaan. Hij was „schrikkelijk toegetakeld". De president wees ei- op dat verdachte met zijn vrienden daar 's nachts niet te ma ken hadden. By nacht en onty is verdachte, terwijl de familie van der Pol reeds ter ruste was, daar ruzie gaan maken met nog drie jongens van zijn slag. Er is dus geen sprake van noodweer en er was hoege naamd geen aanleiding om. nadat verdachte den zoon van A. v. d. Pol de lamp uit de hand had geslagen, zich nog met een mes dusdanig te buiten te gaan. als uit de fei ten en de gevolgen gebleken is. Getuige vader A. v. d. Pol, landbouwer te Haarsteeg, verklaarde dat verdachte des nachts op de ruiten kwam trommelen meer lawaai maakte. Getuige stond op ging eens zien wat er buiten gaande Zyn zoon volgde hem met een petroleum lamp. Op de vraag van getuige wat de jon gens daar kwamen doen, sloeg verdachte de jonge v. d. Pol de lamp uit de handen, en en was. aangenaam op. Zij legde het echter verkeerd uit en dacht: Dat lange alleen zyn in Indië heeft hem stroef en eenzelvig gemaakt, en de poging opgevende om Wilfgang bezig ^e houden, mengde zy zich in liet vroolyke ge sprek van haar echtgenoot met Huib. Na liet déjeuner volgde Wolfgang den gastheer naar diens kamer. Huib offerde liever zyn sigaar op aan het gezelschap van zyn nichtje. Zij zaten in liet gezelligst hoek je van het blauwe salon te praten, onge stoord, want de kleine Ernst was met zijne bonne gaan wandelen. Ik vind je brcr een vreemden man. Huib. erg teruggetrokken. Hy wordt alleen levendig als hij over jou begint dat is liet eenige goede dat ik in hom opmerk. En waarom wil hij niet weten dat bij ziek is? Hij ziet er slecht uit. Er kwam een schaduw over Huib's ge zicht. Ook hem was, by al de frissche, ge zonde gelaatstinten van dezen kring, Wolf gang's vervallen uiterlijk meer in 't oog ge vallen. Och, je weet niet, hoe stroef en in zichzelf gekeerd het leven liem gemaakt heeft. Zyn jeugd is nog eenzamer geweest dan de rnyne. Ik heb nog enkele lieflylce herinneringen aan mijne moeder, liy geen enkele aan de zijne, want zij stierf bij zyn geboorte. En wat is myn stille vader, die schier geen voet zette uit zijn studeerkamer, voor hem, voor my geweest? Ik heb nog een huiselijk liefhebbend familieleven gehad by j'e ouders, liy ging uit ons somber huls naar Indië en bleef daar, vóór ik kwam, weer twaalf jaar alleen, zonder een enkelen band, die hem het leven veraangenaamde. Hoe wilt ge dat zoo iemand luchthartig en vroolijk wordt. Ik heb my altyd, juist, door rnyne opgeruimdheid, voor een verbasterden Van Maldegliem gehoudentrouwens kort voor zijn dood zeide myn vader tot my, dat ik den aard van mijne moeder had en dat dit het beste erfdeel was, wat zy my had nagelaten. De eclite Van Maldeghems zyn stroef en ernstig; denk aan onze beide va ders. en Wolfgang is het echte type. Als hy maar niet verbastert op eene andere manier, zeide Lize, met denzelfden blik, die Wolfgang zoo gehinderd had en ook Huib zoo pynlijk trof, zoodat by nu smeekend en dringend riep: O, Lize, wees daarom vriendelijk tegen hein. laat hij zich hij ii allen gevoelen als een verkleumde vo gel, teruggekeerd in een warm. behageliik nestJ En terwijl Lize hem hartelijk antwoordde begreep ze den angst, de droefheid niet. die zijne vroolyke oogen verduisterden. Zij kreeg medelijden met Wolfgang, al ware 't alleen ter wille van zyn broeder! Zij liet ha re neven niet vertrekken, zonder ook van Wolfgang de uitdrukkelijke belofte ontvan gen te hebben, dat zij er den volgenden avond zouden komen doorbrengen. Wel, zeide HuSb, toen zy 'beiden de Avenue afliepen, in de richting van de Champs Elysées: En hoe vindt je Lize. Ik ga daar niet meer heenbarstte Wolfgang uit, een kreet met zoo iets wan hopigs in den toon, dat Huib onthutst op keek. Je hebt toeli je woord gegeven voor morgenavond Ik kon er niet buiten. Maar ik wil er niet meer komen, nooit. Zeg jy maar dat ik ziek ben dat golooven ze toch reeds! Daar was zooveel gejaagdheid en bitter heid tevens in zyn stem. dat Huib slechts zacht durfde opperen Ik wil heel gaarne elke reden geven voor jo wegbiyven, al- leendenk ik dat je morgen niet van de invitatie afkomt. Waarom niet? Ik ga er stellig niet meer heen. Lize vertelde mij in ons tête A tête, dat zy morgen oom Huibert en hare zuster Hikle verwachtte, die by haar komen logee- ren. Tante en de jongste dochter zyn al vast vanuit Brussel, waar de familie de laatst» jaren woonde, omdat Hilde er hot conser vatoire bezocht en Sofie er op school lag. naar Den Haag gegaan om het huls in liet Bezuidenhout in orde te brengen, want de neheele familie schijnt, van den zomer bij elkander te komen (Wordt vervolgd").

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1927 | | pagina 6