VflN EEN STAM.
F E (J I L t f T O i
KUNST EN LETTEREN.
„üe RkLÜRIM'
RECHTSZAKEN.
de kom.
Timmermans. Tk zou een beetje voor
zichtig er mee zijn om daaraan door
de gemeente veel ten koste te laten leg
gen. Als we de leidingen tot daar gaan
doortrekken, dan profitèeren daar in
hoofdzaak van de eigenaars van de
aangrenzende perceelen. Die perceelen
zullen immers veel in waarde stijgen,
als men daar overal bouwen kan en
aan licht- en waterleiding kan aanslui
ten. Het gaat dus allemaal ten koste
van de gemeente en ten bate van de
eigenaars van die perceelen, die dan
veel waarde als bouwterrein krijgen.
We zullen ditzelfde ook binnenkort
met een anderen weg onder het oog
moeten zien.
Smolders. Er zijn destijds met de
eigenaars van die bouwterreinen al
eens onderhandelingen over het door
trekken der leidingen gevoerd. Men
verklaarde zich aanvankelijk bereid
om 2 cent per M2 grond in de kosten
van de gemeente bij te dragen. Doch
toen het op betalen aan kwam, zeiden
ze dat eerst die preceelen ook werke
lijk bebouwd moesten zijn. Zij wilden
dus alle risico op de gemeente schui
ven.
Waar niemand over de kwestie van
verlichting weg naar Watertoren nog
het woord verlangt, is deze van de
baan.
Voorzitter. Ts er nog iemand, die
het voorstel van den heer Roxs, over
de verlichting van den Winterdijk,
steunt? Zooals u gezien heeft, zou 't
de gemeente jaarlijks 2662.kosten.
Ts er niemand, die het steunt? Dan is
het van de baan.
Roxs. Ts er bij het maken van die
kostenberekening rekening gehouden
met het gebruiken van nieuwe lan
taarns en ander materiaal. Mien zou
er evengoed oude lantaarns voor kun
nen gebruiken, die worden in ver
schillende gemeenten te koop aangebo
den wegens vervanging door elektrisch
licht. Ik weet verder dat in verschil
lende mijnen en stegen de hoofdleiding
ligt, zoodat het niet, zoo heel duur kan
zijn om daarop ook den Winterdijk
aan te sluiten.
Smolders. De berekening is zoo
goedkoop mogelijk gesteld. Er is reke
ning mede geohuden dat daar, waar
buizen tot aan den Dijk liggen, daarop
direct wordt aangesloten en andere
punten vanaf de leiding in de straat.
Zoodoende is men aan slechts 1150 M
buis gekomen, 't Ts zoo zuinig mogt
lijk berekend.
Roxs. Er is opgemerkt dat de jonge
paartjes dan verder zullen gaan als
men den Winterdijk ging verlichten
doch 't is toch zeker waar dat de Win
terdijk voor hen 't gemakkelijkst te
bereiken is.Gewoonlijk zijn die jonge
lui eerst moe geslenterd door de straat
en dan schieten ze gemakkelijk den
Dijk op, doch zoo ver als naar den
Watertoren, naar de Zweminrichting
of welke andere afgelegen plaats ook,
loopen ze niet zoo gauw. Het euvel is
natuurlijk niet geheel te voorkomen,
maar wel te bestrijden.
Voorzitter. Tk geloof dat het een
euvel is dat overal bestaat, al is het
waar dat een weg als op den Winter
dijk er gemakkelijker aanleiding toe
geeft, 't Is maar de vraag, kunnen wij
er zoo'n groote som aan ten koste
leggen.
Roxs. Zooals ik in de vorige verga
dering reeds heb gezegd, is destijds de
van „DE ECHO VAN IIET ZUIDEN'
Vrij bewerkt naar den roman van
Louise B. B.
6)
En zonder Wolfgang's antwoord af te
wachten, voegde de gastheer er bijMen
kan het je aanzien. Ik zou waarlijk niet
langer wachten met je onder geneeskundige
behandeling te stellen.
Wrevelig en gemelijk ontkende Wolfgang
weer dat by ziek was, maar er was datzelf
de twijfelende en ongeloovige in Werden's
blik. dat Wolfgang reeds getroffen had bij
zijn nicht. Voor het eerst begon hij zich
duidelijk rekenschap te geven van de betee-
kenis dier blikken. Het verlangen kwam in
hem op eens nauwkeurig in een spiegel te
zien. Wat had hij toch voorvreemds in
zijn uiterlijk, dat zulk een teleurstelling
rechtvaardigde? Maar deze gedachte kon bij
niet uitwerken, want de Werden's deden al
het mogelijke om hun gasten aangenaam te
stemmen. Huib werd gefêteerd 'als een be
dorven broertje bij zijn thuiskomst, en Wolf
gang bemerkte, dat bij de hartelijke toena
dering. liem bewezen, meer dankte aan zijn
verwantschap met Huib. dan aan zijn eigen
persoon.
Huib zat, op uitdrukkelijk verzoek, aan
tafel naast zijn neefje. Hij hielp het kind
in zijn Imogen tafelstoel, bond liern zijn ser
vetje voor en voerde hem, toen de kleine
man achterbleef met eten. Lize lachte er om
en plaagde hem met zijne groote handigheid.
Had je ooit zulk een latenten aanleg
voor huisvader in hem gezocht, Wolfgang,
zeide zij vroolijk.
Och wat, viel Iliub haar in de rede,
Parallelweg onder Burgemeester Sur-
mont de Bas Sineele ook wel verlicht,
hoofdzakelijk ter bestrijding van het
zelfde euvel.
Voorzitter. Ik denk dat, het tamelijk
drukke verkeer op dien weg wel het
voornaamste motief zal zijn geweest
dat tot dit besluit heeft geleid. Zulks
geldt niet voor den Winterdijk.
Roxs. Zooals ik heb gerekend naai
de afstanden op den spoorweg tot
wachthuis 29, zal de lengte van den
Winterdijk ruim 4700 Meter bedragen.
Als men nu op elke 100 M. maar een
lantaarn plaatste, zouden dit slechts
47 j\ 48 lantaarns worden.
Smolders. Tk had gerekend op 80
Meter afstand en kwam toen aan 54
lantaarns, dus dat komt vrij goed uit.
Het maakt zooals u ziet, niet veel ver
schil.
Pullens. Over welk gedeelte van
dien weg gaat. het nu eigenlijk.
Voorzitter. Over den geheelen Win
terdijk, vanaf het eind van Besoijen
tot aan het eind van; Baardwijk.
Smolders. Het zou misschien enige
tegemoetkoming voor den hoer Roxs
zijn, indien de politieverordening eens
werd bekeken of daarin soms enkele
artikelen zouden kunnen verscherpt
worden ter bestrijding van het door
hem bedoelde euvel.
Roxs. Ik wil met die opmerking
gaarne rekening houden.
Voorzitter. Als u tevens maar reke
ning houdt met het aantal agenten.
Eibers. Die zijn toch zeker alle ge
trouwd?
Voorzitter. .Ta.
Hiermede, wordt van dit punt, verder
afgestapt.
Voorzitter. Naar .aanleiding van de
opmerking van den heer Roxs in.de
vorige vergadering over het leggen
der rioolputjes in de St. Antoniuspa-
rocliie. nadat de straat reeds klaar
was, heb ik...
Roxs. Tk heb gezegd dat er de bcton-
brokken reeds waren opgebracht en in-
gewalst, zoodat ze deze hebben moeten
stuk hakken.
Voorzitter. De opzichter heeft me
gezegd dat liet. niet waar was. Bedoel
de u, het. St. Antoniusplein of de Cris-
pijnstraat?
Roxs. Tk bedoelde het laatste stuk
van de Crispijnstraat bij Beerens.
v. d. Geld. Op het St. Antoniusplein
gebeurt bet, uu weer precies eender,
daar zijn ook nog geen putjes aange
bracht.
Smolders. Zooals ik er als leek tegen
aan kijk, is dat. ook niet. noodig, daar
die straat toch naar de kanten afwa
tert.
Voorzitter. Tk zou dergelijke kwes
ties maar aan het beleid van den ge-
meente-opzi c-hter overl aten
Timmermans. Ja, anders zou er
gauw niets meer voor zijn bemoeiingen
overschieten.
Voorzitter. Inzake de afwatering
in de Grootestraat te Besoijen zijn we
nog in onderhandeling met de Tram-
maatschappij. Wij zullen haar zien te
verleggen naar den rand van liet trot
toir.
v. Driel. Ik heb meermalen opge
merkt dat verschillende vracht- en an
dere auto's op den hoek van. de Markt
worden geplaatst, wat zeer belemme
rend is voor het verkeer. Zouden die
niet wat meer naar achteren geplaatst
kunnen worden?
Voorzitter. Tk zal het aan de politie
mededeelen.
Niemand meer het woord verlangend
sluit de Voorzitter de openbare verga
dering.
Religieuze Kuu^i in Vtuoi.deie
III.
Over den opzet en de organisatie
dezer Pelgrinistentoonsteliing zou nog
wei een hartelijk woordje te zeggen
zijn. e zouden b.v. de vraag willen
stellen, waarom siechls een aantal
„Sirkel"-menschen van boven de
Moerdijk werden genoodigd? Waarom
ook niet eenige Brabanters en Lim
burgers gevraagd?
YVe hopen ernstig, dat „de Pelgrim"
ook in dit opzicht iets zal hebben ge
leerd. Dit over den buitenkant.
Met den eersten stap dien ge binnen
de muren van het tentoonstellingsge
bouw zet, wordt ge seffens den reuk
van wierook gewoon; ik bedoel, dat de
geheeie expositie één groote wijding
ademt. De verstandelijke zijde van den
ciiticus geraakt hier onmiddellijk in
een geestelijke neveling. Een nuchter
oog ziet hier niets.
Zoo merkte ik hoe een „verstande
lijk" collega bezig was deze expositie
een maat aan te leggen, waarbij hij al
lereerst heel zijn technisch en mathe
matisch hebben en houden uitspeelde.
Maar de goede vent zat spoedig vast en
wist geen weg met 't geval. Ik heb hem
toen den raad gegeven, om „geest met
geesL te nieten", en dan eerst 't verstand
op t werk in te schakelen. Men zou
anders immers slechts bereiken een
piet-peuterige verwording van groot-
schen geestelijken arbeid en een onbe
holpen gezeur over dingen, die de ziel
der tentoonstelling niet raken.
Men moei de geestelijke atmosfeer
van al die werken voelen, diep voelen,
om te erkennen hoe in elk artist het
groote verlangen ligt om onder Gods
handen en de inwerking van den H.
Geest le zijn een gewillig instrument
waardoor Hij spreekt. Wij bespeuren
hier 't zeilde streven als bij de mystie
ke schilders, die alleen onder Gods in
werking wilden werken. Natuurlijk
blijft ook hier hel gevaar van een on
betrouwbare en onzuivere geestelijke
ontroering bestaan. Maar waar ernstig
getracht wordt een goddelijke inwer
king weer te geven, mogen we nog niet
direct van een mislukking spreken als
die weergave zwak is.
Alle Pelgrim-leden hebben dit ge
meen, dal ze werken op één stramien
de grond-paradox van het ware Chris
tendom: dat sterven leven beleekent
Zie. b.v. een van Reeth, van Sina, Her
man Deckers, Yoors, e.a.
Dirk van Sina.
't Eerste expositiezaaltje, dat ik bin
nenging, bergde werk van Dirk v. Sina
Ik geloof, dat deze dichter, dramaturg
en schilder op T oogenblik een der in
teressantste en dankbaarste studieob
jecten onder de Katholieke Vlaamsche
jongeren is.
Als zooveel is ook dit werk waar
achtig gesproten uil de desillusie van
de wereld.
Van 't hunkeren naar God heeft van
Sina iets monumentaals gemaakt. D'r
ligt in elk stuk een sterk dramatische
spanning, die den ontvankelijken toe
schouwer direct pakt en niet meer los
laat. Het dynamisch element, dat dicht
onder de oppervlakte ligt, heeft een
compromis gesloten tusschen gemoed
en verstand. Daardoor is m.i. te ver
klaren de zuivere geestelijkheid en ei
genaardige, ik zou willen zeggen le-
vende-rusi in kleur en lijn. 't Effect is
ongemeen boeiend en verrassend, ik
heb soms t gevoel van vrees niet van
me kunnen afzetten, met welk een
groote kalmte en evenwichtigheid v.
Sina een sterk dramatisch gemoeds-
vlak weet te beheerschen. Welk een
geweldige expressie straalt er b.v. uit
stelling minder gebroken wordt.
Het werk van Eugeen Yoors is zeer
eigenaardig en niet direct voor eenie
der bevattelijk. In den grond is heel
zijn werk sterk symbolisch en wat men
noemt modern.
In alle oprechtheid en waardeering
voor Uw werk, vriend Yoors, zou ik
willen opmerken, drijf de moderne en
symbolische elementen niet al te ver
door; Uw werk zal dan straks veel aan
klaarheid inboeten en niet anders be
grepen worden dan langs den weg
eener verstandelijke toelichting, 't Ge-
oaioine en Christus aan t kruis. Hier-1 vaar is dan daar, dat de grenzen, welke
in ligt niet alleen een diepte van schou-1 aan Uwe kunstuiting levensvatbaar-
wing maar ook een knap technische I heid zouden geven, overschreden wor-
beheersehing. En dan mag ik hier I den. En U weet toch ook, dat „effec-
vooral niet vergeten te noemen: „Jonge ten" bereikt door techniek geen diepen
monnik in gAed. Heel dit wezen is I indruk maken. Immers niet de vak-
passief, is ais een zeel, waardoor hem I prestaties, maar de ziel van den artist
Gods licht ten volle doordringt. Van I boeit.
Sina heeft dien jongen monnik daar I Zooals de werken van Yoors daar
stil-bewogen neergezet, met een schier hangen, weten ze met hun diepen
onmerkbare neiging van
rijzen.
Ik geloof, dat v. Sina's kunst in we
ten hemel gi'ond te boeien. Als een der eersten in
t gelid der Katholieke Vlaamsche mo
derne plastiekers, heeft Yoors ook elk
zen eenige verwantschap toont met die I literair versiersel uit zijn werk geban-
van Dostojewski. Maar bij dé breedte I «en. t Is strak en eenvoudig van opzet
en diepte van levensbeschouwing is v. I een sterk persoonlijk stijlbegrip.
Sina Katholiek. Gerard Walschap I Wie in het wezen van Yoors' kunst
terwijl hij lachte en zijn oogen trouwhartig
op Wolfgang gevestigd bleven, Hij zelf
is immers mijn voorgange r geweest, zoo
zorgde hij voor mij, toen ik nog een'klein
kind was, nietwaar oudste.
Wolgang glimlachte, lijj ontdooide in
deze omgeving, waarin zijn jongste broeder
Huib volmaakt scheen te passen, als ware
hij geen vier lange jaren een zwerveling
over den aardbodem geweest. Ook Wolfgang
begon iets van het beha gelijke te voelen
van een thuiskomen in een familiekring.
hWie weet. zeide hij,.of nu ook de klei
ne Ernst niet eens op zyn beurt een jonger
lid van de familie zal helpen, zooals hy nu
bediend wordt.
O, riep Huib, maar dan inoet dat lid
geen broer zfln.
Hoe nu. ondankbaarste aller broeders,
mok je nu nog over de behandeling van
vóör twintig jaar
Lize keek Wolfgang verras t aan. Hoe
weinig stroef sprak hij nu. Was dit altijd
de toon tegenover den jongste?
Wel neen, maar het verschil van Leef
tijd is te groot voor broeders, zeide Huibert
weer. Men heeft zoo'n moeite soms om el
kaar te vinden, is het niet, Wolf?
Och mfln jongen, een speciaal geval is
nog geen regel. Buitendien, bergt niet de
bitterste bolster der noot de zoete kern?
Zeker, maar na den wrangen bitteren
bolster heeft men eerst: nog don harden, dop
te kraken.
Welnu, je hadt zulke sterke tanden
eind goed. al goed.
Lize zag met groote belangstelling van
den eenen broeder naar den anderen; met
haar kennis van het karakter van den jong
ste. begreep zy zeer goed de laatste toespe
ling van den; oudste.
Dat Wolfgang ridderlijk bekende welk
aandeel Huib gehad had in liet; ..kraken van
de noot", gaf haar reeds een 'warmer ge
voel voor haar oudsten neef, dien ze zoo
stroef gevonden had en bijna terugstootend
met dat grauwgele, ziekelijke uiterlijk.
Terwijl van Werden sprak met Huib,
knoopte zy een gesprek aan met Wolfgang
en als punt van uitgang nam zij Huibert.
Daar was zooveel hartelijke warmte iu
haar volle stem, zooveel oprechte sympathie
in hare blauwe oogen, met die aardige ver
standige lichtjes er in. dat Wolfgang onge
zocht geheel door haar ingenomen werd.
Voor het eerst na vele jaren, kwam hy er
toe een vreemde, en wel een vrouw, een blik
te doen slaan in zijn hart. Uit zichzelf be
kende hij. hoe al de moeite om hen tot elkaar
te brengen, na een vervreemding van twaalf
jaren, van Huibert gekomen was. De lof en
waardeering waarmede hij over Huib sprak
deden Lize bemerken, hoe innig hij zich
aan zijn oenigen broeder had gehecht. Waar
lijk. hoe langer zij spraken, des te meer be
gon zy te bemerken, dat ook hij tot een dei-
hunnen behoorde, van één stam was.
Eindelijk zeide zij Ik kan maar niet
begrijpen, dat ik het eerste oogenblik ge
heel een vreemde in je zag. Weet je. dat je
op mijn vader gelykt? Je gebruikt soms de
zelfde wending in je spreken, hetzelfde ge
baar.
Hy lachte Maar weet je ook. dat
oom Huibert mij altijd door Huib geschetst
is als een streng, ernstig, stroef man?
Ze gaf hem zyn schertsenden toon terug,
toen zij antwoordde
Vindt je niet, dat juist die eigenschap
pen de gelijkenis verb oogen? Daarenboven,
ik gaf je ongezocht een compliment, want
hoog zie ik tot myn vader op. Ik keil geen
man meer rechtschapen en edel dan.liy.
Haar toon was ernstig geworden en Wolf
gang vergat weer te antwoorden. Het ge
sprek nam voor hem een gevaarlijke wen
ding. Ze vergeleek hem nu reeds, getroffen
door een paar uiterlijkheden, met haar va
der. Als zy eens alles wist! En weer kwam
de gedachte hy hem op, evenals gisteren
avond. dat het maar beter geweest ware,
als hij Huib niet gevolgd was naar Europa.
Daar kwam nu nog een veel pijnlijker ge
waarwording byhij begon te wenschen
Huib nooit te hebben teruggevonden Iluib,
die hem weer had opgericht uit zjjn val.
Als zijn jonge broeder zyn weg niet gekruist
had, dan was hy reeds lang geheel verval
len, reddeloos verloren geweest, maar al
leen en ver weg, zonder dat een der zynen
ooit geweten zou hebben, hoe ellendig een
der krachtigste loten van den ouden stam
vermolmd was
Zijn onverwacht stilzwijgen viel Lize on-
lieclt, te beginnen langs physischen
weg, Dirk van Sina een klassieker ge
noemd. Ik poem hem den Vlaamschen
Katholieken Dostojewski.
Herman Deckers.
Van geheel ander gehalte is 't werk
van v. Sina s rechterbuur, Herman
Deckers. Bij v. Sina een sterke en on
wrikbare overtuiging, bij Herman Dec
kers subtiele poëzie.
Hebt ge wel eens een avond gevoeld,
die vol vei wachliing was, zoo'n avond
waarvan Joergens spreekt? Zulke my
stieke en begenadigde momenten heeft
Herman Deckers benut om zijn ziel uit
te spreken. Niet door de directe voor
stelling, maar langs den weg der im
pressie weet Deckers zijn zielsgebeu-
en te openbaren.
Al doet hier en daar zijn werk soms
even aan mogelijken invloed van
een Dorré denken, Deckers blijft
oorspronkelijk. Vooral zijn kleur- en
lichteffecten zijn opmerkelijk, zooals
b.v. Graflegging. Ietwat zwak van com
positie en onzeker van kleur is m. i.
„Het Avondmaal". De vereischte har
monie werd hier niet bereikt, mede
door een te slappe expressie. „Het in
wendig gebed" is daarentegen veel be
ter geslaagd in opzet en uitvoering, 't
Werk is een stil gebed op zich zelf, een
zichtbare verbinding tusschen hemel
en aarde. Ik wensch Herman Deckers
gaarne meer zulke betrouwbare mo
menten.
Eugeen Yoors.
I)it is een buitengewoon productief
en innemend artist. Van hem zijn niet
minder dan 65 doeken aanwezig, alle
ontwerpen voor kerkramen. Yoors ver
telde mij, dat hij een nieuw procédé
voor glasramen had gevonden, waar
door de kunstenaar in glas meer be
reiken kan. liet ligt n.l. in zijne bedoe
ling om alleen de koppen en handen
van zijn ontwerpen te laten branden en
't overige gewoon te schilderen. Ook
zal hij afwijken van de oude methode
van „glas in lood", om daarvoor in de
plaats ijzer te verwerken. Hij denkt
daardoor goede effecten te zuilen be
reiken, omdat nu door grootere licht
en kleurvlakken 't geheel der voor-
slechts een verschil van schilderkun
dige voordracht en vormgeving ziet,
demonstreert daardoor met een be
perkt technisch-aesthetisch standpunt.
We moeten hier dieper zien om te er
kennen, dat dit verschil in schilder
kundige vormgeving, opvatting en
techniek niet uilsluitend een bewuste
daad van hel verstand is, maar ver
oorzaakt wordt van binnen uit door
een aiiders-gerichtzijn van den men
schel ij ken geest.
Dit voor oogen houdende, heb ik
groote bewondering voor het werk van
Yoors. Het gevoel dat bij hem op
treedt is nieuw en wil zich onafhan-
kelijk-scheppend openbaren.
Yoors is een fijne ziel, die in eeuwig
durende Godsaanbidding zou willen
Schilderen.
H. B.
(Wordt vervolgd).
Nachtelijke steekpartij.
Voor (le rechtbank werd de behandeling
voortgezet der strafzaak tegen W. A. v. O.,
een jarige landbouwer te Haarsteeg, be
klaagd ter zake dat bij op 28 Maart 1927 te
Haarsteeg opzettelijk gewelddadig A. v. d.
Pol een zware verwonding heeft toegebracht
en ook diens zoon O. v. d. Pol. met een nies
heeft gestoken.
Deze zaak werd op 28 Juli uitgesteld om
nog andere getuigen te hooren.
Als verdediger was aanwezig Mr. E. van
Zinnicq-Bergmann, Den Bosch.
Verdachte, opnieuw ondervraagd, beken
de en beweerde dat van de zyde der mis
handelden op hem den eersten aanval werd
gedaan. Hij was „schrikkelijk toegetakeld".
De president wees ei- op dat verdachte
met zijn vrienden daar 's nachts niet te ma
ken hadden. By nacht en onty is verdachte,
terwijl de familie van der Pol reeds ter
ruste was, daar ruzie gaan maken met nog
drie jongens van zijn slag. Er is dus geen
sprake van noodweer en er was hoege
naamd geen aanleiding om. nadat verdachte
den zoon van A. v. d. Pol de lamp uit de
hand had geslagen, zich nog met een mes
dusdanig te buiten te gaan. als uit de fei
ten en de gevolgen gebleken is.
Getuige vader A. v. d. Pol, landbouwer
te Haarsteeg, verklaarde dat verdachte des
nachts op de ruiten kwam trommelen
meer lawaai maakte. Getuige stond op
ging eens zien wat er buiten gaande
Zyn zoon volgde hem met een petroleum
lamp. Op de vraag van getuige wat de jon
gens daar kwamen doen, sloeg verdachte
de jonge v. d. Pol de lamp uit de handen,
en
en
was.
aangenaam op. Zij legde het echter verkeerd
uit en dacht: Dat lange alleen zyn in Indië
heeft hem stroef en eenzelvig gemaakt, en
de poging opgevende om Wilfgang bezig ^e
houden, mengde zy zich in liet vroolyke ge
sprek van haar echtgenoot met Huib.
Na liet déjeuner volgde Wolfgang den
gastheer naar diens kamer. Huib offerde
liever zyn sigaar op aan het gezelschap van
zyn nichtje. Zij zaten in liet gezelligst hoek
je van het blauwe salon te praten, onge
stoord, want de kleine Ernst was met zijne
bonne gaan wandelen.
Ik vind je brcr een vreemden man.
Huib. erg teruggetrokken. Hy wordt alleen
levendig als hij over jou begint dat is liet
eenige goede dat ik in hom opmerk. En
waarom wil hij niet weten dat bij ziek is?
Hij ziet er slecht uit.
Er kwam een schaduw over Huib's ge
zicht. Ook hem was, by al de frissche, ge
zonde gelaatstinten van dezen kring, Wolf
gang's vervallen uiterlijk meer in 't oog ge
vallen. Och, je weet niet, hoe stroef en
in zichzelf gekeerd het leven liem gemaakt
heeft. Zyn jeugd is nog eenzamer geweest
dan de rnyne. Ik heb nog enkele lieflylce
herinneringen aan mijne moeder, liy geen
enkele aan de zijne, want zij stierf bij zyn
geboorte. En wat is myn stille vader, die
schier geen voet zette uit zijn studeerkamer,
voor hem, voor my geweest? Ik heb nog een
huiselijk liefhebbend familieleven gehad by
j'e ouders, liy ging uit ons somber huls naar
Indië en bleef daar, vóór ik kwam, weer
twaalf jaar alleen, zonder een enkelen
band, die hem het leven veraangenaamde.
Hoe wilt ge dat zoo iemand luchthartig en
vroolijk wordt. Ik heb my altyd, juist, door
rnyne opgeruimdheid, voor een verbasterden
Van Maldegliem gehoudentrouwens kort
voor zijn dood zeide myn vader tot my, dat
ik den aard van mijne moeder had en dat
dit het beste erfdeel was, wat zy my had
nagelaten. De eclite Van Maldeghems zyn
stroef en ernstig; denk aan onze beide va
ders. en Wolfgang is het echte type.
Als hy maar niet verbastert op eene
andere manier, zeide Lize, met denzelfden
blik, die Wolfgang zoo gehinderd had en
ook Huib zoo pynlijk trof, zoodat by nu
smeekend en dringend riep: O, Lize, wees
daarom vriendelijk tegen hein. laat hij zich
hij ii allen gevoelen als een verkleumde vo
gel, teruggekeerd in een warm. behageliik
nestJ
En terwijl Lize hem hartelijk antwoordde
begreep ze den angst, de droefheid niet. die
zijne vroolyke oogen verduisterden. Zij
kreeg medelijden met Wolfgang, al ware 't
alleen ter wille van zyn broeder! Zij liet ha
re neven niet vertrekken, zonder ook van
Wolfgang de uitdrukkelijke belofte ontvan
gen te hebben, dat zij er den volgenden
avond zouden komen doorbrengen.
Wel, zeide HuSb, toen zy 'beiden de
Avenue afliepen, in de richting van de
Champs Elysées: En hoe vindt je Lize.
Ik ga daar niet meer heenbarstte
Wolfgang uit, een kreet met zoo iets wan
hopigs in den toon, dat Huib onthutst op
keek.
Je hebt toeli je woord gegeven voor
morgenavond
Ik kon er niet buiten. Maar ik wil er
niet meer komen, nooit. Zeg jy maar dat
ik ziek ben dat golooven ze toch reeds!
Daar was zooveel gejaagdheid en bitter
heid tevens in zyn stem. dat Huib slechts
zacht durfde opperen Ik wil heel gaarne
elke reden geven voor jo wegbiyven, al-
leendenk ik dat je morgen niet van de
invitatie afkomt.
Waarom niet? Ik ga er stellig niet
meer heen.
Lize vertelde mij in ons tête A tête,
dat zy morgen oom Huibert en hare zuster
Hikle verwachtte, die by haar komen logee-
ren. Tante en de jongste dochter zyn al vast
vanuit Brussel, waar de familie de laatst»
jaren woonde, omdat Hilde er hot conser
vatoire bezocht en Sofie er op school lag.
naar Den Haag gegaan om het huls in liet
Bezuidenhout in orde te brengen, want de
neheele familie schijnt, van den zomer bij
elkander te komen
(Wordt vervolgd").