Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen
Witte 'Rozen.
Spit
nGDPDBRABAND
in den rug
Kloosterbalsem
FEUILLETON
NUMMER 99.
ZATERDAG 17 DECEMBER 1927.
50e JAARGANQ
UITGAVE:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38. Telegr.-AdresECHO.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
DRIE BLADEN.
EERSTE BLAD,
(Ingezonden.)
In eik industrieel centrum behoort
't verkeer tot een der belangrijkste
factoren, die de ontwikkelingsmoge
lijkheid van 'n dergelijk gebied be
palen.
Zoo is 't ook in de Langstraat en
't is daarom van belang den toestand
van het verkeerswezen tn deze streek
van Schoen- en Lederindustrie nader
te beschouwen.
Wij willen eerst eenige aandacht
wijden aan A 't transport in 't alge
meen", om daarna over te gaan tot
B „de Langstraat in 't bizonder".
A Wanneer men 'n streek met
goede economische mogelijkheden, tot
ontwikkeling wil brengen, dan begint
men met 't zg. „openen" van dat ge
bied en wel door middel van verkeers
wegen.
Heeft men resultaat met z'n pogin
gen gehad, dan blijft steeds't vervoer-
vraagstuk 'n belangrijke rol spelen. Dit
zal blijken bij overweging van het vol
gende
Elke industrie heeft behoefte aan
grondstof, ha ffdbrikaat, machines enz.
Nu is 'n kenmerk van de moderne
industrie .de concentratie" d.w.z. 't
samengroeien der bedrijven en 't op
hoopen van 'n bepaalde tak van be
drijf in enkele bepaalde streken, dik
wijls in slechts één.
Hieruit vloeit voort 'n groote be
hoefte aan productiemiddelen. De
schoen- en lederfabricage geven hier
'n voorbeeld van. Men kan vrijwel
zeggen dat deze geheel geconcentreerd
zijn in Waalwijk en omgeving. Inhei
begin van haar opkomst kon de
looierij huiden en „run" krijgen van
het vlak nabije veeteelt- en heidege
bied. De leerproductie was voldoende
voor de nog als kleinbedrijf gevoerde
schoenindustrie.
Zoodra de omvang der bedrijven
grooter werd. de machine in toepas
sing kwam, werd de grondstofbehoefte
zoo groot, dat de Langstraat en om
me nou steeds
OuerfteerCtjü.!
geving daarin zelf niet meer in vol
doende mate kon voorzien. De gebie
den. waarvan men nu de benoodigde
artikelen moest krijgen lagen verder
op. Er ontstaat zoodoende vraag naar
transportmiddelen.
Met den afzet ging 't evenzoo. Men
kan zeggen darv zoodra de schoen
industrie zich maar eenigszins con
centreerde, de vraag in het eigen ge
bied bij lange na niet voldoende was,
om de eigenproductie af te nemen.
Alweer transportnoodzakelijkheid naar
andere streken.
De toenemende ontwikkeling dus
van grondstofbehoefte en afzet steli
steeds den eisch „vervoermogelijkheid".
Amerikaansche en Indische huider
komen via onze zeehaven aan. De
schoenen en 'n gedeelte van 't leder
worden verkocht over het geheele land,
waarnaast nog export, welke laatste
bij minder buitenlandsehe belemme
ring zeker belangrijker zou zijn. Ver
der zijn naast de schoenindustrie de
scheepsbouw, zuivelbereiding, suiker*
fabricage en de consumptieve indu
stritSn van belang; deze z^n ook
grootendeels afhankelijk voor produc
tie en afzet van den handel met aller
'ei gebieden.
Hieruit vloeit telkens voort, dat 'n
belangrijke eisch voor het verkeer van
'n industriecentrum Is .veelzijdigheid*
Wil 'n tak van bedrijf vooruit komen,
dan moet zij zich in haar verkoop
terrein niet beperkt zien tot één be
paalde richting, maar het is noodig,
dat zij in eik consumptie-gebied bin
nen redelijken afstand kan concitrree-
ren. Verder moet men de productie
middelen overal daar kunnen koopen,
waar deze 't voordeeligst geleverd
kunnen worden.
De snelheid en capaciteit der ver
voermiddelen moet voldoende zijn om
den aan-^en afvoer zoo vlot mogelijk
te doen verloopen.
Beter nog, in deze factoren, moet
'n zekere ruimte zitten, zoodat bij ver
ruiming van afzetgebied mede tenge
volge van productie verhooging bij
uitbreiding van het vervoer geen
stremming en tijdverlies plaats heeft.
Men moet echter in aanmerking
nemen, dat de grootte van die speling
zeer lastig te bepalen is en wel hier
om: de spoorwegmaatschappij is er
niet van verzekerd of de toename van
het verkeer toevallig of blijvend zal
zijn. Gaat het over uitbreiding van
enkel tot dubbel spoor, dan zijn de
kosten zoo groot, dat men uiterst
voorzichtig is met 'n dergelijk werk.
In de periode van toename van
transport, voordat men de verkeers
capaciteit heeft vergroot ontstaat over
belasting en verkeersstremming. Dit
bezwaar geldt m i. ook voor de lijn
's-Bosch Lage—Zwaluwe wordt het
verkeer drukker, waarnaar men steeds
moet streven, dan zullen die nadeelen
aan den dag treden.
Van groot belang is verder het voe
dende verkeer, d.i. 't verkeer, dat zorgt
voor de verdeeling en toevoer van en
naar den hoofdweg
Dit punt zal ik nader bespreken bij
de behandeling van de Langstraat in
't bizonder.
Van zelf sprekend is de eisch van
evenredigheid tusschen de hoofdver
keersader en de aansluitende trans
portmiddelen.
Niet te vergeten is verder het feit
dat het moderne fabriekssysteen, met
z'n eentoonigen en geestdoodenden
arbeid, behoefte doet ontstaan aan ont
spanning. Dit verdient bizondere aan
dacht voor Waalwijk en omgeving
Goede wegen naar badplaats en bosch
zullen bijdragen tot bevordering van
gezondheid en nuttige afwisseling.
BINNENLAND.
Ineens is het er
AKKER's
„Geen Goud zoo goed"
ten worden gehouden, met het feit, dat
het bedrijf nog steeds in minder, roos-
kleurigen toestand verkeert, zoodat
verzwaring van lasten niet mogelijk is.
Spreker memoreerde verder het feit,
dat de minister van Waterstaat een ver
laging van het drukwerkporto met 25
pCt. heeft aangekondigd, waardoor on
getwijfeld de bestaansmogelijkheid van
periodieken wordt vergroot en het ma
ken van reclame zal toenemen.
Daarna kwam in behandeling het
e Echo van het Znidec,
Waalwyksche en Laiigstraatsclie Courant
Dit blad verschijnt
WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs per 8 maanden 1.28.
Franco per poet door het geheele rflk L40.
Brieven, Ingezonden stokken, gelden, ens.
franco te zenden aan den Uitgever.
Prijs der Advertentlën
20 cent per regel; minimum 1,50.
Bij contract flink rabat
Reclames 40 cent per regel.
Advertentlën moeten Woensdag en Vrijdag
des morgens om uiterlijk 9 uur ln ons bealt
zijn.
van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN".
Uit het Duitsch
van
EUFEXINA VON ADLER8FELD-BALLESTREM.
6)
Toen zfl den vorst begroette en hem de
hand drukte, kreeg zy een hooge kleur zij
kon het niet helpen, hoewel zq daarbij Sig-
rid's oogen op zich gevestigd gevoelde. Maar
de vorst met zijn edel hart en zijne innemen
de vriendelijkheid hielp haar spoedig over
deze pijnlijke oogenblikken heen, waarin zij
tegen haar wil meer verried dan haar lief
was. Wat haar daarbij troostte was, dat
haar blozen hem in 't geheel niets zeide, dat
hij 't, misschien niet eens bemerkt en zoo ja,
dan toch zeker alleen voor verlegenheid ge
houden had maar Sigrid Zij wilde,
dat zy zich voor haar had kunnen verber
gen. Tot nu toe had zi) nooit geheimen of
verborgen gedachten voor hare zuster gehad,
maar het scheen, alsof dat vertrouwen hier
ophield. Hare ingenomenheid met hem was
in dezen kleinen kring misschien aan nie
mand opgevallen dan aan Sigrid, die onaf
gebroken de oogen op haar gevestigd hield,
want het gesprek was algemeen en liep
hoofdzakelijk over de paleizen van Florence,
meer in 't bijzonder over dat van den graaf.
„Het stadhuis, het tegenwoordige „Palaz
zo del Commune", heette toch vroeger „Pa
lazzo Spini", merkte de graaf op. „Was 't
het stamhuis uwer voorouders Cavaliere".
„Dat was het Zoo gaat de heerlijkheid
der wereld voorbij", antwoordde Spini met
een zucht en een blik op Sigrid. „Maar alles
is nog niet verloren. Groote landerijen, die
vroeger aan de Spini's toebehoorden, zijn in
het bezit van een owd bloedverwant van my,
en ik heb het vooruitzicht, dit markiezaat
eens te zullen erven".
„Waar ligt het", vroeg de vorst.
„In de Maremma", was het koude en trot-
sche antwoord.
„Om Godswilriep Iris onthutst. „U zal
toch zeker wel voor dit geschenk der Grie
ken bedanken? Dat staat gelijk met de mala
ria te erven".
„Gravin, de Maremma is een, paradijs van
schoonheid en plantengroei", antwoordde de
Spini met fonkelende oogen. „De Malaria
heerscht er echter van Juni tot half Septem
ber, maar hindert niet aan hen, die haar
kennen".
„Maar dat leeren kennen is toch ongetwij
feld een gevaarlijk iets", zeide Sigrid.
„In dien ttfd gaat men naar de zee", zei
de Cavaliere, met een veelbeteekenende blik
op Sigrid, om zijn toekomstig erfgoed te ver
dedigen.
„Nu, ik zou je danken afschuwelijke
streek", zeide Boris, die over Spini's tegen
woordigheid inwendig van woede kookte.
„Niet waar. Gravin, u zou aan ons kouder,
maar gezonder Rusland de voorkeur geven".
Ik ben zeer tevreden met de stad, waarin
ik woon, en heb geen bepaalde wenschen",
antwoordde Sigrid koel en afwijzend.
„Neen, dat is waar, je houdt je uitsluitend
aan de werkelijkheid", zeide Iris lachend.
„Denk eens, vorst, mijne zuster wil niets we
ten van menschen, die in poëzie, proza of
gedichten idealen koesteren. Zij heeft in zoo
verre gelijk, dat wij ons in het schoonste
land van Europa bevinden, het doel en het
verlangen van kunstenaars en leeken
maar de mensch verlangt toch wel eens
graag naar datgene, wat hij niet heeft.
„En waar zou u dan wel naar verlangen,
gravin", vroeg vorst Hochwald gespannen.
„Ik ben in het Zuiden geboren en opge
voed ik heb het nooit verlaten maar
ik ben toch eene Duitsche", was het ant
woord. „Ja", vervolgde zU blozend, „eene
Duitsche in hart en nieren, en, het doel mij
ner vurigste wenschen is het Duitsche woud
en de Duitsche zee
De vorst lachte even.
„U is nog jong en alles kan nog komen",
zeide hö vriendelijk.
MAATSCrtAPPy VAM VERZEKERING OP MET LEVE/1
„Zeg eens, oomHochwald ligt toch aan
zee, midden in de bossclien, niet waar?" viel
Boris in de rede. „Het is toch eigenlijk een
schandaal, dat ik u nooit heb opgezocht".
„Dat kun je nog inhalen, Boris", ant
woordde de vorst. ,.Ik hoop zelfs, dat je in
mijne bossclien nc-g veel zult jagen".
„Nu. natuurlijk, oom een groot jager
voor den Heer, zeg ik u", antwordde Boris,
terwijl hij met voldoening aan zijn jachtuit-
rusting dacht.!
„Daarbij valt me in", vervolgde hy, dat
u, gravin Sigrid, en ik onlangs een klein ver
schil van meening hadden, u weet wel, by
het diner van de vorstin Ukatschin. mijne
tante. Daar werd iets opgedi9cht met truf
fels, waarvan ik beweerde, dat het van snip
pen, en u, dat het van lijsters bereid was.
Wij waren beiden zoo zeker van onze zaak,
dat wy gewed hebben, het was aan ons
overgelaten den prys der weddenschap te
bepalen", vervolgde Boris. „Welnu gravin,
ik heb de weddenschap verloren, want ik
heb den kok gevraagd. Het waren wel dege-
ïyk iy9ters. En daarom heb ik de vryiieid
genomen, dadeiyk den prys te voldoen
zeide Boris, en haalde een langwerpige étui
voor den dag, dien hy Sigrid overhandigde.
„Een oude waaier voor uwe verzameling,
gravin", vervolgde hy met een zegevieren
den blik op den Cavaliere.
„Hoe aardig van uantwoordde Sigrid
achteloos en op ironischen toon. „jammer
genoeg is het myne zuster Iris, die waaiers
verzamelt, niet ik".
Zy nam Boris die er treurig uitzag, la
chend den étui uit de hand1 en gaf dien aan
hare zuster.
Dit was een zeer duldeiyke afwyzing,
maar zy had het voorzichtiger kunnen aan
leggen. geiyk het den anderen voorkwam,
en vooral Boris, die niet wist of hy lachen
zou of beleedlgd het veld zou ruimen. Al
leen om Spini's lippen zweefde een eigenaar
dig lachje, dat. Boris gelukkig niet zag. Iris
nam het afgebroken gesprek weder op, door
Boris harteiyk te bedanken. Verheugd liet
zy den waaier aan haren vader zien, die,
vol lof over het schoone kunstwerk, hem aan
Spini gaf, met de opmerking, dat het moei-
ïyk zou zyn te beslissen, of hy echt was of
Uit het boekdrukkersbedrijf.
Dinsdag en Woensdag j.l. hebben de
boekdrukkers-organisaties haar win
tervergadering gehouden te Utrecht.
In verband met de onderhandelingen
over een nieuwe collectieve arbeids
overeenkomst werden tot leden der on
derhandelingscommissie aangewezen
voor den Nederlandschen Bond van
Boekdrukkerijen de heeren G. Amsing
Jr., Tholen; A. Heldring, Amsterdam;
J. M. Holtz, Amsterdam; Johan Mul
der, Gouda; J. P. Netto, Den Haag en
J. A. van Sijn, Rotterdam; voor de R.
K. Vereeniging v. Nederlandsche Druk-
kerspatroons de heeren A. van der
Marck, Amsterdam; E. van Aelst, Maas
tricht en Jos. M. Cleerdin, Den Bosch;
voor den Christel ij ken Bond de heeren
J. H. van Lonkhuyzen, Zeist en J.
Haan, Groningen.
De voorzitter van de Federatie, de
heer S. S. Korthuis, wees in zijn ope
ningsrede met een enkel woord op de
belangrijke onderhandelingen over
een nieuwe collectieve arbeidsover
eenkomst, die voor de deur staan. Spr.
meende, dat daarbij zal rekening moe-
niet.
„Zoover myn kennis reikt en myn oor
deel my niet bedriegt, zou ik hem voor echt
houden", zeide Spini, terwyi hy den waai
er aan vorst Hochwald gaf. De vorst was 'n
uitstekend oudheidkundige en kon dan ook
na liet voorwerp nauwkeurig te hebben be
keken, een lachje niet onderdrukken. Toen
men hem de reden daarvan vroeg, wees de
vorst zynen neef, niet weinig tot diens te-
leurstelling, aan. dat de waaier kunstig na
gemaakt was en dat hy hem dus voor echt,
veel te duur betaald had.
Boris, die eindeiyk van de waaierge
schiedenis genoeg had gekregen, trachtte
aan het gesprek een andere wending te ge
geven. door voor te stellen eene wandeling
te gaan doen. De graaf zei echter, dat het
vandaag al te laat was.
„Ik zou zoo graag de villa Poggia a Ca-
jauo bezoeken, waar Bianco met haren ge
maal aan het eten stierf, dat zy voor den
kardinaal, haren zwager, klaar gemaakt
liad", zeide Boris.
„Vandaag niet laat ons morgen gaan",
antwoordde de graaf. Ik heb van middag
nog veel te scliryven".
„Maar dan vindt u toch wel goed, dat
Sasclia de gravinnen komt afhalen, om sen
wandeling te doen", zeide Bopis, die zyn
zooeven geleden nederlaag reeds begon te
vergeten. „En ik mag me zeker wel by het
gezelschap annsluiten als als dam"
d'honneur, want mama kan vandaag niet".
Men lachte, want Boris had zyn verzoek
er grappig afgebracht.
„Myn middag is ook vryriep vorst
Hochwald. met een blik op Iris, wier oogen
van vreugde straalden. „Misschien zou ik
dan het eereambt van oom op rnq kutnnen
nemen
„Fameus, oom riep Boris verrukt. Dat
scheen hem juist een mooie gelegenheid om
Sigrid kolossaal het hof te maken-
Vorst Hochwald lachte, want hy kon zich
het enthousiasme van zynen neef volkomen
begrypen. Iiy twyfelde echter of de Cavalie
re het kleine gezelschap niet l>y toeval zou
ontmoeten en zich hq hen zou aansluiten.
Ook de graaf noodigde hem niet uit om mee
te gaan, en was dan ook ten zeerste verwon-
Ineens, terwijl Ge een stoel
verzet, een krant opraapt
of een andere oogenschijn-
lijk onschuldige beweging
maakt, schiet de pijn in Uw
rug. Als ge er het minst
op voorbereid bent, krijgt
Ge het Spit in Uw rug.
Hebt Ge Akker's Klooster-
bal em in huis - en omdat dit
middel in zoovele gevallen te pas
komt, zijn velen niet gerust, wan
neer niet een pot in hun kast
staat - dan kunt Ge U van stonde
aan met dezen weldadigen balsem
laten wrijven. Het zal U verbazen
hoe snel Uw aanval verdwijnt.
Groote pot 60 ct. Zeer groote pot f 1.—
(lerd, toen Sigrid het plotseling deed. De
Cavaliere nam het aanbod met open armen
aan. tot groote ergernis van Boris, die i-ood
van woede was geworden.
Over liet uur. waarop men hy elkaar zou
komen, was men het spoedig eens, en toen
namen de heeren afscheid.
Nadat de laatsten vertrokken waren, be
gaf de graaf zieh naar zyn studeerkamer,
op den voet gevolgd door Iris.
„Wat is er, kleine", vroeg 11 ti vriendeiyk.
„Papa, verbeeld ul eens. achter het mooie
portret van uwe arme zuster bevond zich
nog een ander. dat. van een heer", fluisterde
zy hem geheimzinnig toe, en sloeg daarby
haar arm om zyn hals.
„Hoe heb je dat ontdekt?" vroeg de graaf,
en Iris vertelde openhartig, hoe het geko
men was. Toen liet de graaf het hoofd treu
rig op de horst zakken.
„Papa, wat scheelt u?" vroeg Iris. „Wicn
stelt dit portret voor?"
„Den echtgenoot niyner zuster", ant
woordde (le graaf met licht ontroerde stem.
„Hq is dood. evenals zy. Beiden ongelukkig
gestorven".
„Hoe treurig", zeide Iris, met tranen in
(le oogen. „En zal ik ook den naam van de
zen man nooit mogen vernemen?" vroeg ze
na e<m poosje. „Hq moet goed zyn geweest,
papa. elke trek in zyn schoon gezicht spreekt
van goedheid".
„Dat was hy, Iris. Hy was een man van
eer, misschien niet energiek genoeg, maar
met een edel karakter".
„Daar ziet hy ook naar uit. Ik heb zyn
portret dadelfjk liefgekregen, toen ik het
i zag. Het is daarom niet nieuwsgierigheid,
S papa. maar deelneming, wanneer ik vraag,
wie hy was".
/Wordt vervolgd).