Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Witte plozen I S li FEUILLETON OÖOR ER\4\RIMfö TED.re 50e JAARGANQ UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-AdresECHO. (Ingezonden.) B. De Langstraat. De nadere be spreking deelen we o a. in le. Extern verkeertusschen 't in dustriegebied en de overige deelen van het land resp. het buitenland. 2e. Intern verkeertusschen de plaat sen van het industrie gebied en directe omgeving onderling. ad. le. Het extern verkeer is te ver- deelen in vervoer te water en vervoer te land (speciaal de spoorweg). De Langstraat is t.a v. 't watervervoer in een eigenaardige positie. Naast de groote eenzijdigheid, valt in 'toog dat vele plaatsen, met uitzondering van Geertruidenberg, geen directe verbin ding hebben met de Verlegde Maas. maar vla een parallelvaart. Dit zou op zichzelf geen bezwaar zijn. indiende ze breed en diep genoeg was. Nu ech ter moet men van een nauw en niet al te diep vaarwater gebrutk maken, terwijl vlak er naast de breede en die pere Maas stroomt. In hoeverre technische bezwaren 'n directe verbinding niet mogelijk of be zwaarlljk maken, weet ik niet, maar het komt mij voor, dat de bestaande toestand niet bevorderlijk is voor een goede waterverbinding. Een andere moeilijkheid is het dichtslibben der havens wat ook alweer stremmend werkt op het verkeer. Echter zal m.i. 't watervervoer nooit dat belang kunnen krijgen als het snel vervoer te land. Immers, de artikelen die van en naar het schoen- en leder- gebied verzonden worden, vallen groo tendeels onder de stukgoederen en hiervoor is de snelheid van meer be lang dan de vrachtkosten Het water transport is alleen tegen 't spoorweg vervoer opgewassen in 't massa artikel, zooals ijzererts en steenkool. In het extern landvervoer speelt de spoorweg de grootste rol. Het massa snelvervoer per auto is nog te duur, terwijl de wegen niet altijd zwaar ver voer kunnen verdragen. Het eerste, dat opvalt bij de spoor wegverbinding is het feit dat deze slechts in één richting door de Lang straat gaat. De lijn TilburgWaal wijk Gorinchem en verder, gericht op het directe vervoer Zuid—Noord, lijkt mij zeer wenschelijk, niet alleen voor het huidige vervoer, maar vooral met het oog op de toekomstige ontwikke ling. die men toch redelijkerwijs dient te bevorderen. ad 2e. Ik meen hiermede aansluitend over te kunnen gaan tot het intern landvervoer ('t intern watervervoer speelt geen rel) en als onderdeel hier van de tramweg. Deze zou in het ge brek van de spoorweg, zoo niet ge heel, dan toch voor een groot gedeelte, kunnen helpen, n ten aanzien van de verbinding met het Land van Alte- na. Men moge mij hier tegenwerpen, dat de kosten der oeververbinding en aanleg van een waterviije weg groot, misschien wel te groot zullen zijn. 't Lijkt mij echter, dat dit een gezonde ontwikkeling volkomen miskent. Want hoewel in het begin 't rendement van een tramlijn met benoodigde weg en brug. klein of nihil zal zijn, bij een daaruit mogelijke en te verwachten verkeersuiibreiding, zal de opbrengst in gelijke mate stijgen. Ik denk hier in hel bijzonder aan het feit. dat het land van Altena een belangrijk gebied is voor land- en tuinbouwproducten. De afzet hiervan geschiedt voor een groot deel naar Tilburg. In de Langstraat zelf is de afname van tuinbouwproducten naar verhouding nog niet zoo groot, omdat in verschillende plaatsen de bewoners zelf groenten telen voor eigen con sumptie. Bij den groei van de Indu strie zal de eigen voorziening steeds verminderen, de aanvoer van buiten moet toenemen. Had men nu de beschikking over een tramverbinding dan kon dit snel en in groote hoeveelheden geschieden. Ik wijs in dit verband op't Westland. dat met tramlijnen o a. verbonden is met Den Haag en Hoek van Holland (richting Engeland) Wat betreft de lijn 'sBosch—Tilburg, de geschiedenis er van heeft bewezen, dat deze de kiemen van achteruitgang in zich had. Het vrachtvervoer kon m i niet van belang worden Wat moet Tilburg wel naar 's Bosch, en omgekeerd vervoeren, heb ik mij af gevraagd? Bovendien bestaat er een directe snelverbinding per spoor en de voermansdiensten hebben ook altijd bestaan. Veevervoer was er wat, maar niet om een tramlijn te doen rendee- ren. Tegenwoordig komt verder het veevervoer per auto sterk op. Wat het personenvervoer aangaat, de huidige ontwikkeling heeft een eigenaardig licht op deze zaak gewor pen. ln het begin concurrentie op de lijn Waalwijk—Den Bosch tusschen spoor en tram. Voor dit gedeelte was het tarief van deze laatste, meen ik, 't laagste, toch is het mij opgevallen, dat zeer veel reizigers steeds van de trein gebruik maakten. Met de opkomst van de autobus bleef de Tramweg Mij werkeloos toe zien. 't Gevolg bleef niet uit. Particu lieren openden het busverkeer. Einde lijk begreep de H B. dat ook zij in deze richting moest beginnen. Spoedig ontstond een sterke concurrentie Op het korte traject Waalwijk—'s Bosch zijn dan 2 autobuslijnen, 1 spoorweg en 1 tramverbinding. De karige be deeling van het Land van Altena steekt hier wel sterk bij af. Speciaal de strijd tusschen de auto bussen was hevig. Voor bussen, pas sagiers wegpikken en wedrennen wa ren aan de orde van den dag. Niet erg bevorderlijk voor de veiligheid, maar ook niet voor 'n rustige ont wikkeling van 't locale verkeer. 't Eindresultaat was 't ingrijpender provinciale overheid. Over de al of niet juistheid dezer regeling en haar inhoud kan ik als buitenstaander moeilijk oordeelen en zal dit dan ook niet doen. Wat men nu verwachten wou, n.l ophetfing van de dure tramlijn (vooral wegens sterk verminderd personen vervoer) is niet gebeurd Hoewel de vergelijking met de Gooische tram wat ver gaat misschien, geloofiktoch.dat er veel punten van overeenkomst zijn. Om maar iets te noemen in de voornaamste straat van Waalwijk is 't stoomtuig 'n ware verkeershindernis op den toch al niet te breeden weg Waalwijk—Tilburg neemt de tram weer 'n aardig stuk in, zoodat de fietser bij 't passeeren van auto's dikwijls leelijk in 't gedrang komt, te meer daar tus schen 't tramspoor geen bestrating is aangebracht. Verwijderde men de rails, dan kon men links en rechts een rijwielpad aanleggen, dat niet die breedte zou behoeven te hebben als een eenzijdig Ten aanzien van de wegen zal ik niet veel zeggen, om herhaling te voorkomen. De wegen Waalwijk— Tilburg en Waalwijk—Drongelen elschen belangrijke verbetering. Naar ik meen wordt in 't Rijkswegenplan opgenomen een brug bij het Kelzers- veer. Op zichzelf Is dit wel goed, maar een brug bij Drongelen en een goede doorgaande weg naar Tilburg zouden zeker niet misplaatst zijn, vooral in 't belang van't autoverkeer. Tevens zouden alle genoemde ver bindingen met Land van Altena Tilburg en eventueel andere de be langrijkefunctie van voeding van den spoorweg kunnen verrichten. De ont wikkelingskansen van het Land van Altena zouden vergroot worden, terwijl de Langstraat niet minder bevoordeeld zou zijn. Mogelijk zou't autobusbedrijf hieraan kunnen medewerken. De eenzijdige oriëntatie oo 's Bosch, die bijv. ook blijkt uit de ligging van de Heusdensche brug, Is m 1. een belangrijke fout ln 't intern verkeer van de Lanestraat en Is geheel ln strijd met een reeële ontwikkeling van een Industrieel centrum, op welken naam 't gebied van de schoenrn lederindustrie met recht aanspraak mag maken. Een dergelijke wegver binding met Dongen via Kaatsheuvel, plaatsen waar de lederhewerklng en fabricage een belangrijk bestaans- f, ;VOOP weinig wr mm® 30-35-40-50cü^èpoac^^ M.V.DOUWE EGBERTS TABAKS-FABRIEKEN middel is, moet men nog steeds zoeken. Ik wensch tenslotte de Langstraat een flinke en rationeele wegenverbete ring, want steeds blijft 't een feit: „Geen vooruitgang zonder goed verkeer". D. C. R. GEMEENTERAAD. RAAMSDONK. De Raad dezer gemeente verga derde Zaterdagavond ten Raadhuize onder voorzitterschap van den E Achtb. heer Moons. Bij de opening der vergadering zijn de heeren Lankhuljzen en de Bruin met kennisgeving afwezig. De notulen der vorige vergadering werden ongewijzigd goedgekeurd. Ingekomen stukken, a. Van Ged. Staten de goedkeuring op het Raadsbesluit tot verkoop van een stuk grond aan de Bont. b proces verbaal van kasopname bij den gemeente-ontvanger. Deze stukken werden voor kennisgeving aangenomen. Een schrijven van den Commissaris der Koningin inzake subsidleerlng Politiebond werd ter inzage gelegd. Voor kennisgeving wordt aangeno men een reclame van den Ontvanger der registratie te Oosterhout, betref- NUMMER 100. WOENSDAG 21 DECEMBER 1927. De Echo van net Zuiden, Waalwyksclic en Langstraalselie Courant, Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs per 3 maanden 1.2Ö. Franco per post door het geheele rijk 1.40. Brieven, Ingezonden stukken, gelden, en*, franco te zenden aan den Uitgever. Prijs der Advertentlën 20 cent per regel; minimum 1,60. By contract flink rabat. Reclames 40 cent per regel. Advertentlën moeten Woensdag en Vrydag des morgens om uiterlijk 9 uur ln ons bezit zyn. DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN. van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN". Uit het Duitsch van EOFRMINA VON ADLERS FET.D - B AI.LESTEEM „Het i9 beter, dat je bet niet weet, intfn liefje", was het treurige antwoord. ,.Dat is juist het onrechtvaardige der wereld, dat z:y een goeden en eerlijken naam, wanneer hij in verband staat met een lichtschuwe daad. ook voor zyne onschuldige dragers tot een vloek maakt. Wat heb jij echter, kind der zon, met de schaduwzijden des le vens te maken? Die komen altyd nog vroeg genoeg laat mij tenminste het geluk en de roeping des levens, ze zoo lang mogelijk van je verwijdert! te hebben gehouden." En Iris vroeg niet verder. Zy kuste zacht het voorhoofd liaars vaders en verliet hem, vele vragen op de lippen en haar jonge hart bezwaard met een vaag gevoel van onheil, waarbij echter een wonderbaar, warm be wustzijn van geluk nog de overhand hield. III. Op het bepaalde uur stond vorst Hoch wald tegelijk met den Cavaliere voor het paleis van den graaf, waar Boris en Sascna met de beide gravinnen hen reeds wacht ten. Het kleine gezelschap begaf zich op de wandeling, waarvan liet doel de Giardi- no di Boboli was. Men nam den kortsten weg naar de Ponte alle Grazie, passeerde den Fondaco San Niccolo en bereikte langs de Via della Costa San Giorgio het Belve dère, vanwaar men een heerlijk uitzicht heeft over de stad en hare omgeving. „Verlangt u ook bij dit gezicht naar de Noordzee, gravin?" vroeg vorst Hochwald aan Iris, die verrukt was over het schoone schouwspel, dat zich aan hare oogen voor deed. ,.Hoe eigenaardig ik dacht juist aan de Noordzee", antwoordde zy verrast. „Waarschyniyk omdat men altijd datgene verlangt, wat men niet heeft". ,.Of wat men niet kent", zei de Vorst. „Of wat men niet kent", herhaalde zy na denkend en vervolgde toen meer levendig: „Maar ik ken Heine's Noordzge-liederen - ik ken ze alle van buiten. Is dat geen ver langen of zelfs heimwee?" „Misschien beide, gravin," zeido de vorst. „Ook ik heb de Noord zee-liederen in myno eenzaamheid dikwyis gelezen en herlezen, maar ik ken ze niet alle van buiten." „Nu, zegt u dan maar. welke uwe lieve lingsgedichten daaronder zyn." „An die bretterne Schiffswand," „Es triiumte mir von einer weiten Heide." „Der Sturm." „O, dat zyn alle zulke treufrige liederen is u dan zelf ook zoo treurig?" vroeg Iris, terwyl zy met hare groote, vrlendeiyke oogen naar hem opzag. „Neen, myne lleve- lingsgedichten onder de Noordzee-liederen zyn de „Meeresgruss" en „Thalatta, Tha- latta." Maar waarom bowlt u het meest van wat als schipbreuk klinkt?" ..Zou ik dan zelf, ook niet schipbreuk gele den kunnen hebben, gravin Iris?" „U. vorst?" en weder zagen hare groote oogen hem verwonderd aan. „U heeft toch alles in de wereld, wat een mensch maar kan begeeren?" „Neemt dit dan weg. dat ook ik niet de schaduwzyden des levens zou hebben kun nen leeren kennen? vroeg hy. „Maar hoe zou u dat weten? Uwe jeugd en de wereld staan voor 11 open Maar ik. ik ben een oud man „O, vorst protesteerde zy lachend. „Ik ben een oud man," ging hy voort, „maar heb misschien als zoodanig ook nog dwaze droomen. En daarom vindt ik „An die bretterne Schiffswand" het schoonste van alle Noordzee-liederen. en wanneer de golven 's nachts bruisen, dan ruischen mij altyd de woorden in 't oor: „Bethörter Geselle I Dein Arm ist kurz und der Ilinimel ist weit, Und die Sterne droben sind fest genagelt Mit gohlnen Niigeln, Vergehliches Sehneu, vergebliches Seufzen, Das beste wlire. Du schliefest ein." Iris antwoordde niet, maar zy was zeer bleek geworden en hare oogen vulden zich met tranenzy liet het blonde hoofdje znk- ken en sloeg de oogen neer, terwyi er een blos over haar gelaat vloog, wat den vorst echter niet ontging, i „Maar, Iris, wy willen verder en wach ten op ii," liet zich Sigrid's stem bits en scherp hooren. „Wil je hier tot zonsonder gang blijven? Vooruit, vooruit, anders wordt het te laat voor het Vasco del Isolotto." Men ging verder. Sigrid en Sacha gingen vooruit, terwyl de getrouwe Cavaliere zich by lien aansloot; de vorst, Boris en Iris volg- den op een afstand. De Cavaliere nam ech ter aan het gesprek tusschen Sascha en Sigrid geen deel. Iiy was stil en ernstig. Waarom had zy hem uitgenoodigd mee te gaan. wanneer ze elke gelegenheid, om met hem alleen te zyn, vermeed? Uit medeiyden? Hy, een Spini, had niemands medeiyden noodig, zelfs niet van haar. die hy beminde. Medelijden, waar hy naar liefde dong? Het was om razend te worden. Maar eindelijk stond hy toch eens alleen aan hare zyde. toen zy ongeduldig vooruit was gesneld. „Ik heb u nog niet kunnen bedanken. Sig- norina", zeide hy zacht. „Danken, my. myn God, waarvoor dan?" antwoordde Sigrid zonder zich om te keeren. „Dat u my heeft tegestaan, heden mee te gaan, gravin. Ik mag het my toch wel ver klaren, zooals zooals lk graag wenschte, nietwaar?" „Zeker", zeide Sigrid koel. „U was er by, toen deze wandeling werd afgesproken en u daarvan uit te sluiten, zou eenvoudig onbe- leefd zyn geweest." „Heeft u nu reeds berouw over het eer ste oogenblik van goedheid jegens my?" vroeg Spini treurig. Berouw? God bewaar me. Wy zouden u morgen evengoed uitnoodigen als vandaag." antwoordde Sigrid droog. „Wyherhaalde Spini zacht, maar met nadruk. „Wat gaan my de anderen aan. wanneer uw mond zwygt. Waarom verstoot u my. arme. llefdelooze. eenzame, zoo wreed „Ach, Cavaliere, niet melodramatisch worden, alsjeblieft," antwoordde Sigrid nf- wyzend. Ik ben zoo ongevoelig, zoo nuchter, zoo onpoëtisch voor zulke dingen. Overigens, of en in welken zin u arm is, weet ik niet eenzaam behoeft u echter niet te zyn, daar u een beminnend hart slechts door een enkelen wenk het uwe kunt noemen wanneer u wil, wel te verstaan. Of heeft u werkeiyk nog niet opgemerkt, dat on zo lieve Sascha Chrysopras niets vuriger wensclit dan in ruil voor haar geld Marchesa Spini in de Maromma te worden?" De Cavaliere richtte zich hoog op en zag haar aan met. oogen. waaruit bliksemstralen schoten. „Wie geeft u het recht met my te spot ten?" riep hy toornig. „Ik soms. door myn onzinnige» hartstocht voor u? Door mijn dingen naar uwe liefde? Spot met andere dingen, gravin, ik verbied u. uw gemoed daaraan te koelen „O. u verbiedt my iets?" vroeg Sigrid koel en met bewonderenswaardige kalmte, terwijl ze zich omdraaide en den Cavaliere met haren kouden blik mat. „En met welk recht. verbiedt u my. als ik vragen mag?" „Met het recht myner heilige gevoelens," was het juiste antwoord. „II kunt myne ge voelens afwyzen. met voeten treden o ja Maar er mede te spotten, daartoe heeft n geen recht." ..Oik dank u zeer voor de les." ant woordde Sigrid onverschillig. Maar dat. bracht hem bijna buiten zich zeiven. „Wie weet," zeide hy, terwyi hy dicht naar haar toeging, „wie weet, of de Mar- ehese Spini met zyne Maremma nog niet eens vurig begeerd zal worden door de trot- sche, hoogmoedige, yskoude gravin Sigrid Erlenstein", zeide hij op scherpen toon. „Ja, begeerd, gesmeekt, vurig gewenscht door de verlatene verachte Sigrid. O, haal niet eGöaja&a szsf.'xtf:. VJJiKETJ TOtii V I vXvfnXKSB MSO-BMÏ de schouders over dit woord op ik kan dikwyis als het ware in de toekomst) lezen. „Zeer interessant." zeide Sigrid op natuur- j lijken toon. als had hy haar de doodeenvou digste zaak van de wereld verteld. „En al wapent ge u met al de koudheid van uw vaderland ge wordt toch de my ne!" riep Spini zacht en met een verschrik- keiyken nadruk in zyne stem. „By ons te lande zyn er daartoe twee noodig. antwoordde Sigrid kalm, hoewel ze by Spini's laatste woorden doodsbleek was geworden. „Twee zeer Juist, twee!" knikte de Cavaliere met zegevierenden blik. „Twee!" herhaalde hy. „Natuurlijk, ik en u!" Nog eer Sigrid antwoorden kon, kwam Iris met de anderen onder luid gelach naar haar toe. „Het is tyd om naar huis te gaan. De zon gaat al onder", zeide Sigrid tegen hare zus ter. „Nu al? Ach. hoe jammer", riep Iris na- ief en keek naar de plaats waar een goud purperrood den volbrachten loop van d?n dag teekende. „Nu, jy kan nog biyven. maar ik ga naar huis," was Sigrid's bitse antwoord. Iris moest er toch hartelijk om lachen. ..Neen. maar, je bent grappig" zeide zy. „Verbeeld u eens, myne heeren, dezelfde Sigrid, die my vier en twintig uren geleden nog vertroetelde en verwende, van wie lk nooit een hard of boos woord heb gehoord, probeert nu reeds sedert vier en twintig uur, my te byten. Natuurlijk figuurlijk ge sproken En dat zou men gelooven en voor goede munt moeten opnemen?" f Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1927 | | pagina 1