Verbetering van de Putstraat.
Onteigening van grond ten behoeve
aanleg verbindingsstraat Mr. van
Coothstraat en Stationstraat.
derde blad.
No. 102.
WOENSDAG 28 DECEMBER 1927
50e Jaargang
De Raad dezer gemeente vergaderde
Vrijdagavond 23 December j.l, ten
Raadhuize.
Voorzitter Edelachtb.heer Moonen,
Burgemeester.
Secretaris M. A. J. van Liempt,
De heer Van der Waerden met ken
nisgeving afwezig,
De voorzitter opent de vergadering,
waarna de notulen der vorige verga
dering onveranderd worden goedge
keurd en vastgesteld.
Aan de orde
1. Ingekomen stukken.
a. bericht van H. O. Donkers dat
h$ z|n benoeming tot regent van het
Oud Mannenhui» aanneemt.
b. goedgekeurde raadsbesluiten tot
het aangaan eener geldlcening,
groot f 715.000,
verlenging van den erfpachtitermijn
voor het land, in erfpacht gegeven
aan G. Millenaar;
tot aankoop van gronden van F. J.
Momber» en A. Kuijsten.
c. bericht van Mej. A. M. Verhoe
ven dat z< het verleende susidie
onder de gestelde voorwaarde san
neemt.
d. aanmerkingen van Ged. Staten
op de ingezonden rekening over 1926
en de begrooting voor 1928.
Al deze stukken worden voor ken
nisgeving aangenomen.
e. verzoek van J. Froklage om ver-
hooging van zijn pensioen.
Conform voorstel van B. en W.
wordt z.h.s. besloten, het pensioen
van den heer Froklage te brengen op
f250.— ingaande 1 Januari 1928.
2. Voorstel tot verhuriuc vinJiet
vroegere schoolhuis in voormalig
Besoijen.
Voorzitter. Er waren aanvankelijk
twee aanvragen ingekomen n.l. van
den heer Simons alhier en den heer
Duquesnoy te v.m. Besoijen. Later
is daarbij nog gekomen hei hoofd
der Christelijke school, de heer van
Kempen. Deze laatste heeft eersi deze
week pas zijn aanvraag ingediend,
nadat het college van B. en W, re ede
besloten had het aan Duquesnoy toe
te wijzen, die naar ik meen militaire
rijlaarzen maakf en daarvoor in zijn
tegenwoordige woning te weinig ruimte
heeft. Het later ingekomen verzoek
van den heer van Kempen heeft op
het standpunt van B. en W. geen
invloed meer gehad. 20odat het Dag.
bestuur blijft bij zijn voorstel om die
woning aan den heer Duquesnoy te
verhuren op dezelfde voorwaarden
als voor de woningen van het
Woningbedrijf gelden. De opzeggings
termijn is 3 maanden.
v. Driei. Het zou zeer op prijs zijn
te stellen ais de woning aan het
schoolhoofd, den heer van Kempen,
was toegewezen, omdat hij dan bij
het schoolgebouw woont, ik wist niet
dat hij een aanvraag daarvoor zou
doen en ik heb daarom eigenlijk mijn
stem reeds aan Duquesnoy toegezegd.
Ik wil er dus niet veel van zeggen,
ofschoon ik het jammer vind, dat
het nu zoo uitvalt.
Voorzitter. De heer van Kempen
heeft vorige keer ook gelegenheid
gehad om naar die woning te doen,
doch toen maakte hij er geen gebruik
van en ditmaal dient hij zijn aanvraag
eerst zeer laat in, dus het blijkt heel
duidelijk dat het voor hem een
dubbeltje op zijn kant is om ai of
niet die woning toegewezen te krijgen,
terwijl het voor Duquesnoy een levens
kwestie is. Deze laatste heeft in zijn
woning te weinig ruimte en hij ver-
dient het, naar ik hoor, ook wel om
geholpen te worden.
Timmermans. Ik voor mij zou het
liever aan Simons verhuurd hebben.
Dit is een echtpaar zonder kinderen
en weten we dus zeker dat het huis
goed bewoond wordt.
Voorzitter. Het gemeentebestuur mag
toch niet den nadruk leggen op het
feit dat het een huishouden zonder
kinderen is.
Timmermans. Ik wil daar ook niet
den nadruk op leggen, doch het wordt
bij het verhuren van huizen toch veelal
als motief aangevoerd, omdat de
woning met zoo'n klein gezin veel
minder zal te lijden hebben dan anders-
Voorzitter. Maar zou U niet denken
dat Simons daar kamers zou gaan
verhuren? Het huis is toch veel te
groot voor 2 mcnschen. Wenscht U
er een voorstel van te maken
Timmermans. In deze omstandig
heden acht ik het niet gewenscht.
Het voorstel van B. en W. om het
huis aan Duquesnoij te verhuren wordt
hierna met algemcene stemmen aan
genomen,
3. Voorstel tot wijziging van he-
Reglement van Orde voor de vergat
deringen van den raad.
Voorzitter. Bij de ingekomen stukken
is een briefje van den heer v. d.
Waerden, waarin hij kennis geeft zeer
waarachijnlijk de vergedering niet te
kunnen bijwonen. Hij verzocht mij om
punt 3 der agenda uit te stellen tot
de volgende vergadering. Ik heb hem
echter medegedeeld, dat dit buiten
mijn bevoegdheid lag en hem in over
weging gegeven om schrtftelijk zijn
verzoek en zijn bezwaren ter kennis
van den raad te brengen, hetgeen hij
ook gedaan heeft,
De Secretaris doet hierna voorlezing
van het dringend verzoek van den
heer v, d. Waerden om de behandeling
van punt 3 der agenda uit te stellen.
Adressant kan zich niet voorstellen
dat zijn verzoek niet door den raac
wordt ingewilligd, doch zou men er
eventueel niet op ingaan, dan hoopt
hij dat de raad zal kennis nemen van
de bezwaren die hij tegea afschaffing
van de rondvraag heeft, welke be
zwaren door hem in een uitvoerig
schriftelijk betoog zijn bijgevoegd.
Puilens. Ik kan mij met het verzoek
van den heer v. d. Waerden goed
vereenigen. Ik vind het punt niet van
dien aard, dat het pefsé dezen avond
behandeld moet woiden en ik stel
daarom voor het uit te stellen zooals
de heer v. d. Waerden vraagt.
Timmerman». Daar voel ik absoluut
niets voor. Eerstens lijkt de toon
waarop hij uitstel vraagt hij uitstel
vraagt meer op een ordonnantie dar
op een verzoek en bovendien als de
raad zich op dat terrein geat begeven
waar blijven we dan? Het kan nog
zooveel voorkomen dat een lid eens
niet aanwezig is en als er dan iets op
de agenda staat, waar hijzelf graag bi)
is. dan zou de raad daarmee maar
morten wachten tot dat lid aanwezig
kan zijn. Dan zouden in de toekomst
van een agenda van 20 punten er maar
10 voor behandeling meer overschieten
Het is steeds de gewoonie van den
raad geweest om af te handelen wat
afgehandeld kan worden. Laat men
dan zijn bezwaren maar schriftelijk
indienen,
Voorzitter. Mij dunkt ook dat de
raad dit onderwerp wel degelijk en
grondig kan behandelen zonder dat
de heer v. d Waerden er bij aanwezig
kan zijn, de heeren zijn daarvoor toch
competent genoeg.
v d. Geld Ik zou in dit geval voor
uitstel zijn. Niet om het verzoek van
den heer v. d Waerden in te willigen
maar wel omdat, als wij het reglement
van orde toch gaan wijzigen, dan
kunnen we dit het best in eens goed
doen. Ik heb n.l. tweemaal het geva
meegemaakt, dat men staande de ver
gadering met een zeer ingrijpend
voorstel kwam, dat, zonder dat men
er iets van wt»t is afgehandeld. Het
eene geval betrof de afschaffing van
de winkelsluiting en het andere het
verzetten van de kermis. Beide be->
langrijke punten zijn in dezelfde ver
gadering ter tafel gebracht en afge
werkt. Zooiets moet niet kunnen voor
komen. Dat het in de vergadering
komt en besproken wordt is niets,
maar de beslissing moet men in die
gevallen nog even aanhouden.
Voorzitter. Er bestaat toch altijd de
mogelijkheid dat de raad de beslis
sing aanhoudt en de betreffende kwes
tie naar B. en W. renvoyeert. Ik
kan me best voorstellen dat het voor
verschillende heeren bezwaarlijk is om
direct staande de vergadering, een
beslissing te nemen, maar dat neemt
niet weg dat wij dit punt 3 nu toch
wel kunnen behandelen en dan in
een volgende vergadering de door U
gewenschte wijziging onder het oog
zien.
v. d. Geld. Dan heb ik er geen
bezwaar tegen dit punt nu af te han
delen.
Met algemeene stemmen wordt
hierna besloten om punt 3 der agenda
in deze vergadering af te handelen.
Hierna doet de Secretaris voorlezing
vaN het zeer uitvoerig betoog van den
heer v. d. Waerden, waarin hij zijn
verschillende grieven tegen het voor
stel van B. en W. tot afschaffing van
de rondvraag (zie prae-advies B. en W.
in ons vorig nummer) uiteenzet.
De heer v. d. Waerden wenscht dit
punt te bekijken als volgt:
le. De toelichting is in hooge mate
onwaarachtig, omdat daarin de ware
redenen van het voorstel gedaan op
dit oogenblik en op deze wijze niet
genoemd worden. Het zal hem benieu
wen de ware redenen van B. en W.
te vernemen.
2e, De toelichting is geheel onvol
doende en gedeeltelijk onjuist. Het is
een onbeholpen poging om de hoofd
zaak, waar het hier omgaat, te bedek
ten.
De raadsvergaderingen, die eens
per maand gehouden worden, ken
merken zich door groote mate van
kortheid. Gebrek aan tijd kan dus
de oorzaak dezer wijziging niet zijn.
Geen enkel raadslid zal overigens
verlangen dat de Voorzitter steeds
direct antwoord kan geven, dat kan
een volgende vergadering geschieden.
De rondvraag acht hij juist een ge
lukkig instituut.
Met alle respect voor de hooge
wijsheid van B. en W. kunnen er
toch wel belangrijke kwesties zijn, die
een behandeling in den Raad noodig
maken, kwesties die aan hun alziend
oog ontsnapten of waarvoor zij door
hunne gedisposeerdheid minder be
langstelling hebben.
Zooals B. en W. zeggen wordt hier
door niet getoond aan 't recht der leden
om zaken te bespreken, die niet aan
de orde zijn gesteld, omdat art 11
daarin voorziet
Art. 11 handelt over voorstellen en
bij de rondvraag worden mededeelin-
gen en vragen gedaan. Hier wordt te
kort gedaan aan het recht der leden.
Tot dusver kan men alles watm en in
't belang der gemeente acht, ter sprake
brengen, thans kunnen groote bezwaren
in den weg gelegd worden, Een der
gelijk dooreenhalen van begrippen is
z.i. niet toelaajbaar.
Hij acht een bespreking van een
zaak beter dan een schriftelijke behan
delen, al kan dit onder omstandighe
den nuttig of noodig zijn een ge
schreven vraag kan juist misverstaan
of slecht begrepen worden, want op
de bedoeling komt het dikwijls aan
Men verlaat de eenvondige weg, om
zich op allelei kronkelpaden te be
geven.
Wordt in eerste instantie een schrif
telijk antwoord gegeven, daar is iets
voor te voelen, als men dan maar niet
vast wil leggen dat over 't schriftelijk
antwoord van B. en W. niet gesproken
mag worden, tenzij 2 leden van den
raad het ondersteunen.
Hier komt de aap uit ne mouw
hier staat de bedoeling om het vrije
woord, het recht van een raadslid aan
banden te leggen, duidelijk voor oogen
Hier komt 't eene lid v. d. raad onder
curateele van t andere, of zelfs van
den heelen raad.
Wat de rechtskwestie betreft, weet
hij dat er ook andere phasen zijn
maar daar spreekt de geest en niet
de letter.
Men moet hier rekening houden met
de bedoeling die voorgezeten heeft
Op die plaatsen, wil men regelen in
verband met den tijd, hier ligt klaar
blijkelijk de bedoeling ten grondslag
aan het recht van spreken der raads
leden te kort te doen.
Ged. Staten zullen wel bezwaa
maken, als zij de zuivere bedoeling
hier zien en wordt ze aangenomen
dan zullen Ged. St. wel te bewegen
zijn de vernietiging aan den minister
van Binnenl. Zaken te vragen. Het
Kon. Besl. van 1927 zegt duidelijk
dat ook met de bedoeling der wet
moet worden rekening gehouden en
hier zit de bedoeling voor het vrije
woord te ontnemen, wat in rechten
strijd is met onze wet.
Tenslotte resumeert het lid v.
Waerden bovenstaande en zegt dat
de toelichting onwaarachtig en onjuist
is, waar de ware bedoeling niet wordt
gegeven, de bedoeling voorzit het vrij
woord aan banden te leggen, het voor
stel tegen de wet indruischt, deze ver
andering in strijd is met 't gevoel van
eigenwaarde der leden en dat het doe
toch niet bereikt wordt.
Voorzitter. Ik wil hierop alleen ant
woorden dat ik dit betoog een on
waardig geschrijf vind. Ik verwonder
mij erover dat iemand van de positie
van den heer v. d. Waarden zijn
kracht gaat zoeken in dergelijke in
sinuatjes en vernederende veronder
stellingen. Intusschen meen ik toch
te moeten opmaken uit de boosheid
die dit voorstel bij hem heeft gewekt,
dat inderdaad bij hem de bedoeling
heeft voorgezeten om de rondv aag te
gebruiken voor doeleinden waarvoor
ze wel allerminst is ingesteld.
Zooals in ons prae-advies is uiteen
gezet is het de bedoeling te krijgen
een zakelijke behandeling van die
onderwerpen.
Het is vaak voorgekomen, dat er
op vernomen geruchten of mededee-
lingen maar losweg vragen aan het
slot der agenda gesteld worden, waar
over noch de vrager, noch de B. en W.
of de andere raadsleden zich vol
doende hebben kunnen orienteeren
en wacrop dan door het dag. bestuur
vaak beschouwingen worden geleverd
die er ook geheel naast bleken te zijn.
Om dat te voorkomen wordt deze
wijziging van het reglement van orde
voorgesteld. Dat dit voorstel nu komt
is louter een samenloop van omstan-
igheden, reeds lang geleden was het
in overweging.
De raad stelt zelf zijn eigen regle
ment van orde vast en doet hiervan
mededeeling aan Ged. Staten. Daarmee
is het afgeloopen. Is er nog iemand,
die nadere toelichtigen over dit punt
verlangt
Roxs. Wanneer men nu iets naar
voren te brengen heeft bij de rond
vraag wat gebaseerd is op hetgeen men
tusschen de vergaderingen hier en
daar heeft vernomen of gezien, moet
dat dan ook voortaan schriftelijk wor
den ingediend
Voorzitter, U maakt die opmerkin
gen nu gewoonlijk voor U zelf ook
op papier. Nu heeft U niets anders
te doen dan hetgeen U te vragen of
op te merken heeft buiten de agenda
even op een briefje te zetten en aan
mij te geven, dan wordt aan U schrif
telijk een antwoord toegezonden en
ook de andere heeren van den raad
ontvangen een afschrift van uw vraag
en van ons daarop gegeven antwoord
toegezonden. Als U er in den raad
dan nog nader op wil terugkomen,
dan heeft de raad zich intusschen een
oordeel kunnen vormen en behoeft er
hier eerst niet een half uur gediscu-
sieerd te worden.
Beslist de raad dat het niet meer
in behandeling komt, nu dat is dan
wel een bewijs dat men toch voor
niets tijd aan dat onderwerp zou ver
spillen, terwijl in het tegenovergestelde
geval, men er van verzekerd kan zijn
dat van een bespreking resultaat te
verwachten is.
Als het antwoord dat U ontvangt,
U niet bevredigen kan, kunt U steeds
nog een nader antwoord krijgen, 't Is
dus niet de bedoeling om de leden
van den raad in de vrijheid om vra
gen te stellen te beknotten, doch om
de behandeling zakelijker te maken.
Wij zijn steeds bereid alle inlichtin-
tingen te verstrekken die gewenscht
en noodig zijn.
Roxs. Welke feiten mag men dan
nog naar voren brengen. Ik heb op
het oogenblik ook weer een feit dat
ik wou bespreken.
Voorzitter. U kunt toch alles even
goed schriftelijk vragen als monde
ling. U zult alleen, als u zieh tot
schrijven neerzet, vaak tot de conclu
sie komen dat het onderwerp een
beetje te pietleuterig is om er mee
voor den dag te komen en zoo
doende zal misschien het aantal vra
gen door dezen maatregel wel ver
minderen, maar de beantwoording en
de behandeling zullen er beter op
worden.
Pullens. De bezwaren die door U
worden naar voren gebracht vind ik
niet van dien aard dat tot wijziging
van het reglement van orde zou
dienen te worden overgegaan. Als
men een punt ter behandeling indient
is het zeer goed mogelijk dat de
meerderheid van den raad er niet
veel voor voelt, maar door de dis
cussies wordt vaak een eenmaal inge
nomen standpunt gewijzigd. Dat kan
men niet bereiken als men zijn vra
gen schriftelijk moet indienen door
gedachtenwisseling komt men gemak
keiijker tot zijn doel.
Voorzitter. Ik geloof dat U deze
zaak overdrijft. U kunt toch ook schrif
telijk uw vraag zoodanig inkleeden en
argumenteeren dat alle leden, die
hiervan een afschrift thuis kriigen, zich
juist des te gemakkelijker een oordee
hierover kunnen vormen, omdat ze de
zaak dan eerst goed overwogen heb
ben, U bent nog te kort lid van den
raad, anders zou U weten, dat het
weinig voorkomt dat de raadsleden
hier ter vergadering van opinie ver
anderen. Zij stellen gewoonlijk, voor
zij naar de vergadering komen, thuis
voor zichzelf hun houding ten opzichte
der verschillende te behandelen pun
ten vast, die zij dan „a tort et a tra
vers" handhaven
Timmermans. Wat wij hier te be
handelen krijgen, kunnen we op onze
agenda vinden, terwijl ons op alles de
noodige toelichtingen verstrekt wor
den en zoodoende kunnen we ons tevo
ren een idee vormen. Maar nu is de
agenda afgewerkt en komt de rond
vraag en kan iedereen die er plezier in
heelt met alle mogelijke pietleuterige
dingen voor dgn dag komen en daar
over moet dan een heele tijd heen
en weer gepraat worden en alle leden
moeten daar naar luisteren. Dat kan
misschien heel aardig zijn voor die er
altijd mee voor den dag komen, maar
ik voor mij vind het om veel redenen
beter dat het voortaan schriftelijk moet
gebeuren. Alle leden krijgen dan de
vragen en antwoorden en de noodige
oelichtingen thuisgestuurd. Iedereen
kan zich dus een goed oordeel hierover
vormen en als men dan van oordeel is
dat hel betrokken geval niet eenvou
digweg door den burgemeester, de po
litie, den gemeente-opzichter of een
der bedrijven is uit den weg te ruimen,
wat trouwens meestentijds wel het ge
val zal zijn. dan kan men. het in be
handeling nemen en komt het als een
agendapunt in bespreking.
v. Driel. Het komt voor dat men bij
de rondvraag wel eens dingen naar vo
ren wil brengen, wel niet van zoo groot
belang, maar die men juist te voren
pas heeft opgedaan en waarover men
dus nog geen schriftelijke vraag heeft
kunnen indienen, terwijl er omstan
digheden kunnen zijn, dat een spoedige
afhandeling gewenscht is. Ik zou de
gelegenheid willen openhouden om
dergelijke zaken aan het eind der ver
gadering alsnog ter sprake te brengen.
Voorzitter. Daar bestaat toch nog
een burgemeester. De meeste dingen
die hier zooal naar voren gebracht wor
den kunnen evengoed buiten de verga
dering rechtstreeks aan mij gevraagd
en door mij behandeld worden. Ik ben
schriftelijk, telefonisch of persoonlijk
toch vóór- en namiddag te bereiken en
in spoedeischende gevallen zal de raad
wel goedvinden als ik op eigen gezag
een dringende aangelegenheid afhan
del. Als het niet haast en ik kan er
persoonlijk of door een der ambtena
ren niet aan laten voldoen, da nis er
toch geen bezwaar om tot de volgende
vergadering met de behandeling te
wachten.
De heeren Pullens, Timmermans, v.
Driel en de voorzitter voeren hierover
nog het woord, waarbij zij in hoofd
zaak slechts herhalen wat ze reeds eer
der betoogd hebben.
Ook de heer M. v. Loon is het met
den heer Timmermans eens, dat door
het voorstel van B. en W. het bespre
ken van allerlei futiliteiten en het uit
lokken van onvruchtbare discussies
wordt voorkomen.
In omvraag gebracht wordt het voor
stel van B. en W. met op één na alge
meene stemmen aangenomen.
De heer Pullens alleen stemde tegen.
4. Voorstel tot verkoop van 36
strekkende meters bouwterrein aan de
St. Crispijnstraat aan J. G. Trompen.
Voorzitter. De heer Trompen was in
schrijver voor de afbraak van 8 wo
ningen aan de gasfabriek, maar hij was
niet de hoogste inschrijver. Het scheel
de 60. De hoogste was iemand uit
Vlijmen. Omdat wij bij geruchten ver
nomen hadden dat Trompen woningen
wou gaan bouwen hebben wij hein in
de vergadering van I}, en W. laten ko
men en hem gevraagd wat hij met die
afbraak doen wou. Hij vertelde toen
dat hij die bij den bouw van nieuwe
woningen wou aanwenden. Met dit
bouwen wilde hij de werkloosheid die
in dezen tijd in zijn vak heerscht be
strijden. Hij heeft tenslotte een stuk ge-
teekend om, als wij aan hem de afbraak
zouden verkoopen, hij zich zou ver
plichten om 6 woningen aan de St..
Crispijnstraat te bouwen.
Het gebruik van het afbraak-mate
riaal hieraan moet zoodanig zijn, dat
een en ander aan de gestelde behoor
lijke eischen voldoet.
De bedoeling is hem de beschikking
te geven over een stuk aan het Noor
delijk uiteinde dat we van Kuysten ge
kocht hebben en wel 36 Meter tegen
75.per strekkende meter. Wij heb
ben het toen gekocht voor 70.
waarbij nog de overdrachtkosten kwa
men. Hij heeft een termijn van twee
jaar voor de uitvoering van dat werk
gesteld, omdat hij het vooral in de
slappe perioden wil laten uitvoeren.
Hij begint echter reeds aanstonds aan
de eerste woningen.
Met algemeene stemmen wordt dit
voorstel aangenomen.
5. Voorstel tot het verleenen van
een crediet ter bevordering van de emi
gratie naar Canada.
Het voorstel van B. en W. is om een
erediet van 300.hiervoor toe te
staan.
De lieer Timmermans meent, dat liet
een aanmoediging is om personen naar
Canada te doen, emigreeren en hij acht
dit tocli allerminst voor onze gemeen
te, waar geen werkloosheid is van be-
lang.
De Voorzitter liclit toe dat het niet
de bedoeling is deze emigratie aan te
moedigen. Het voorstel houdt verband
met voorschriften door den minister
De Echo van het Zuiden.
Beaccnleraad ff aalwijk.