Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. m Witte Kozen i! i FE I LL E T O N EERSTE BJLAD. ui. Dat acht ik een onjuist standpunt en ik zou er bij den Minister op wil len aandringen, dat te verlaten Het is niet in overeenstemming met de taak, welke de Minister van Water staat ook tegenover den landbouw heeft te vervullen Ik mag mij beroe pen op hetgeen een zoo gezagheb bend man als de heer Bongaerts op blz 145 van zijn werk: „Schelding van Maas en Waal" opmerkt, dat wel is waar de stoomgemalen zijn gesticht voor het afvoeren van het overtollige water, maar dat het dwaasheid zou zijn ze alleen daarvoor te gebruiken ejn ze niet beschikbaar te stellen voor de belangen, die na dien tijd in die streek zijn opgekomen, al voegt de schrijver er aan toe. dat het moet geschieden met vergoeding van de kosten door de betrokkenen. Te meer reden is er om wat Noord brabant betreft de houding, in de Memorie van Antwoord ingenomen, te wijzigen, omdat er bij getroffen regelingen eenige dingen over het hoofd zijn gezien en eenige misreke ningen zijn gemaakt. Óp eenige van deze vergissingen kom ik straks nog even terug, maar bepaal mij er nu toe om te wijzen op de onjuiste methode, welke de Minister in de Memorie van Antwoord releveert, dat nl. gemalen wordtover- eenkomstig de aanwijzingen van de peilschaal der Maas bij Grave. Men heeft blijkbaar bij het aan nemen van het peil te Grave als be- slissende factor om de gemalen in werking te stellen, over het hoofd gezien, dat hoog water te Grave vol strekt niet altijd beteekent hoog water in West—Noordbrabant en omgekeerd, dat lage stand te Grave volstrekt niet beteekent laag water in het land van Heusden en Altena. Daardoor wordt niet zelden gemalen wanneer zulks overbodig is en omge keerd niet gemalen, wanneer de lan derijen veel te hoog in het water staan. De ondragelijke toestand ontstaat dan, dat er een Rijksgemaal staat, met personeel er in, dat niet malen mag, terwijl men verdrinkt in't water, alleen omdat de niets of althans wei nig zeggende peilschaal te Grave zegt het is geen hoog water. Aan den Nieuwendijk en het gemaal van het Noorderafwateringskanaal is de toestand ongeveer zóó aan dat van het Zuiderafwateringskanaal ge heel zoo. Slechts een goedmoedige boeren bevolking kan zoo iets verdragen alle andere bevolkingsgroepen zouden bij zulke dingen uit hun vel springen. Wanneer ik nu meer in 't bijzonder enkele toestanden in N W.—Noord brabant wil bespreken, meen ik dat daarbij op een 4-tal aangelegenheden de nadruk valt le. de toestand van het Noorder afwateringskanaal 2e. die van het Zuiderafwaterings kanaal 3e. de loozing van de Alm 4e de bevloeiïngsmogelijkheld in de buurt van Veen en Aalburg. Ik zal beginnen met hetgeen het minst reden geeft tot critiek n.l. het Noorder-af wateringskanaal. Hier is sinds een paar maanden inderdaad een belangrijke verbetering ingetreden door de ook in de Memo- rie van Antwoord aangeduide regeling dat daar nu voortaan gemalen wordt op aanwijzing van het voorloopig be 14) Sigrid zat in den hoek van de sofa en keek recht voor zich uit, en daar 't licht der lamp hare oogen zeer deed, stond zij op en deed er een roode kap over, waardoor het vertrek in een rood achtig schemerlicht werd gehuld en Iris' witte japon er als met avondrood overgoten uitzag. Het was een liefelijk beeld, en Sigrid moest er dadelijk aan denken, hoe het hem in verrukking zou brengen, als hij binnenkwam, en Met een ruk nam zij de roode kap weer van de lamp en deed er een groe ne voor in de plaats. Het licht deed haar oogen goed, het geleek op maneschijn, zoo zacht en tooverachtig was het en hare oogen zochten opnieuw Iris, wier japon nu groen verlicht was, evenals haar ge zicht, en wanneer zij de oogen niet open had gehad, zou men haar voor dood hebben gehouden, zoozeer nam 't groene licht de levenskleur van haar bekoorlijk gezichtje weg. Dood! Wanneer zij eens werkelijk dood was, vandaag stierf, op den avond vóór liaar huwelijk Sigrids hart klopte hevig bij deze gedachte. Dood Wat zou Marcellus Hocli- wald wel zeggen, wat doen, wanneer hij vanavond kwam en zijne bruid dood vond. O, zijne smart zou haar, Sigrid, liet hart verscheuren, maar haar sym pathie zou liem steunen, hem troosten, en ten laatste zou zijn hart zich tot de schoone troosteres wenden, in 't eerst misschien alleen, om met haar over de I dierbare overledene te spreken, en dan wie weetdan ook in liefde i Iris zuchtte diep en liet de armen langs 't lijf hangen en liet hoofd ach terover op de leuning van den stoel glijden, hare oogleden vielen toe en sloten bijna geheel die donkerblauwe oogen, waarin hij altijd gewoon was zoo diep te staren, als kon hij er zich niet genoeg in zien Uit Sigrids helderblauwe oogen schoot een bijna roode straal op het stille, bleeke gezicht in den leunstoel, en deze straal scheen te verstijven en steeds sterker te worden. Iris maakte een beweging met de hand, als om iets van zicli af te weren, maar zij zonk zwaai- en werktuigelijk neer, hare oogleden sloten zich, en hare trekken namen een eigenaardige strak heid aan. Met ingehouden adem, het lichaam half voorovergebogen, stond Sigrid daar en hield den blik onafgewend op hare zuster gericht zou een wensch, een gedachte reeds kunnen dooden? Was Iris dood? Zij lag in den stoel, zonder zich te verroeren, geen adem- tochtje was hoorbaar, alles stil, stil als de dood Of zou het groenachtige licht haar bedriegen stuur van het nieuwe waterschap Noorderafwateringskanaal. Den Minis ter komt voor deze medewerking de dank toe der betrokkenen. Intusschen is het tragisch.dat deze regeling pas een paar maanden gele den In werking is getreden, terwijl er zakelijk al voor meer dan 15 jaar overeenstemming is verkregen. Twee dingen zijn er nu nog ten aan zien van het Noorder afwateringska naal te verbeteren en dan is daar de toestand vrijwel, verbeterd voor wat de Rijksbemoeiiug aangaat. Het dan ver der ontbrekende moet door de betrok kenen zelf geschieden. In de eerste plaats moet het peil van het Noorder afwateringskanaal worden verlaagd. Ik zal liier geen reeksen cijfers gaan geven over het gemiddeld peil van de Maas vóór liet graven der Bergsche Maas en den stand na 1904 op het Noorder afwateringskanaal. Ik wil hier slechts het venschil aangeven, n.l. 40 cM. liooger in laatstgenoemd tijd vak, vergeleken met de standen vóór het graven der Nitywe Maas. Langzaam, onhoorbaar, als betoo- verd, deed Sigrid eenige schreden voorwaarts, tot zij naast die onbeweeg lijke, witte gedaante stond. Een schrik beving Sigrid hoe, wanneer haar zondige, moorddadige gedachten eens verhoord waren? Zij wilde Iris bij den naam roepen, maar de woorden bleven haar in de keel steken, zij wilde het voorhoofd van haar zuster aanraken, maar zij was niet in staat een vinger te verroeren. Daar werd zacht aan de deur geklopt, God, o God, wanneer Marcellus Hochwald nu reeds kwam hoe zou zij hem tegemoet gaan, hoe zich voor hem verbergen? Maar het was de vorst niet het was de Cava- liere Spini, die nu, na nog eens te heb ben geklopt, zacht de deur opende. „Neem mij niet kwalijk, dames", zeide hij, terwijl hij binnen trad. „De graaf, bij wien ik me liet aandienen, heeft mij naar hier verwezen hij zou dadelijk volgen Nog voordat hij kon uitspreken, stond Sigrid naast hem, bleek ontsteld, met een verwarde uitdrukking in de oogen. „Ziet u eens, daar Irisfluister de zij. „Is zij dood?" Spini wierp een onderzoekenden blik op Sigrid, die met haar koude, stijve handen wild zijn arm omklemde en ging, haar met zich trekkend, naar den stoel, waarin Iris meer lag dan zat. „Wat is er met haar gebeurd?" vroeg hij, terwijl hij zich over haar heen boog. „Niets. Ik heb haar aangekeken en daarbij liet zij de armen zakken en sloot de oogen." „Aangekeken? Alleen aangekeken, Deze cijfers zijn van officieele zijde nooit bestreden en nu vraag ik: wat blijft bij dezen stand van zaken over van de bewering, dat er geen verslech tering is ontstaan voor de streek? In de tweede plaats is de breedte en diepte van dit Noorder afwaterings kanaal niet meer als in den tijd toen liet werd gegraven. Tegenover Meeu wen is liet kanaal reeds 2 M. smaller en 50 c.M. ondieper dan bij de opening van dit kanaal. Duidelijk springen de nadeelen daarvan in het oog. In een zich vernauwend kanaal moet het ver hang, het verschil stand tusschen be gin en eindpunt noodzakelijk zeer groot zijn vooral wanneer men bedenkt dat dit kanaal ruim 15 K.M. lang is. Dit is dan ook inderdaad zeer groot. Ik kom nu tot den toestand van het Zuider afwateringskanaal. De toestand van de afwatering in dit gebied is bij zonder slecht. Vooral ten aanzien van deze streek is liet Rijk in gebreke, schiet de waterstaat zeer veel te kort. Van welken kant men de zaak daar beziet, is er overvloedig reden tot ern stige critiek. Wanneer men den eilendigen water staatstoestand daar, inzonderheid om Sprang en Capelle, beziet, dan vraagi men zich af, hoe de Overheid zulk een toestand kan laten voortduren. Uitge strekte gebieden grond van uitnemende of vrij goede kwaliteit zijn door des bodems grootsten vijand, het water, veranderd of gebleven in minderwaar digen toestand. Dit pijnigt te meer, omdat in de na bijheid van deze plaatsen ligt een wat grondsoort betreft overeenkomend ge bied, de tuinderijen om 's-Gravemoer. Een groot deel van de streek om Ca pelle ene Sprang zou bij voldoende ont watering een uitnemend tuinbouwge bied kunnen zijn, terwijl het nu is een droeve troostelooze biezen-woesteuij. Waarschijnlijk ziet op dezen toe stand hetgeen in, de Memorie van Ant woord wordt gezegd zonder iets te denken, zonder iets te willen?" vroeg de Cavaliere lang zaam. Sigrid ging als getroffen achteruit. „Hoe kan men het verhindereu, te denken?" vroeg ze terug. „En wat heeft u in deze onvermijde lijke gedachten g e w i 1 d?" vervolgde bij met nadruk in zijne stern, en weer bracht Sigrid er eene andere vraag tegen in. „Is zij dood?" Spini hield zijn blik onderzoekend op Sigrid gevestigd' en streek met de rechterhand zacht over Iris' voorhoofd. „Neen", zeide hij kalm, zij is niet dood. Zóó ver reikt der menschen wil gelukkig niet". „Hoe durft u stoof Iris opmaar in plaats van voort te gaan, sloeg zij hare oogen voor den strengen blik van den Cavaliere neer en vervolgde op ge heel anderen toon: „Slaapt zij?" „Ja, ze slaapt maar een kunst- matigen, onbewusten slaap" antwoord de Spini. „U heeft uwe zuster gehyp notiseerd, gravin zij is zonder wil, niets meer dan een werktuig. Waarom maakt u zich dat niet ten nutte?" „Gehypnotiseerd", herhaalde Sigrid, evenals iemand die pas uit een droom ontwaakt. „Ik wist in 't geheel niet, dat ik dat kon. Hoe zal ik me dat ten nutte maken? Zal ik Iris kunstjes of grimassen laten maken? O, dat is on waardig!" „U kan ook nog wat anders ,„Haar bevelen in wakkeren toestand iets te doen, alsof het uit haar eigen wil voortsproot Heer in den hemel, leid mij niet in verzoeking", steunde Sigrid. „De uit de Maasmondverlegging voortgevloeide verplichtingen van het Rijk tegenover Westelijk Noord brabant bepalen zich tot wegneming van de bezwaren, die het gevolg zijn van den toevoer van Maaswater naar deze streek, welke daarvan eertijds gevrijwaard was. In overeenstem ming daarmede wordt door de rijks- bemalingswerktuigen op rijkskosten gemalen naar de mate van toevoer van Maaswater welke bepaald wordt door de waterhoogte in de Maas aan de peilschaal te Grave. Dat de bemaling van het Zuider afwateringskanaal gestaakt wordt bij een buitenwaterstand aan het stoomgemaal van 1.40 M. i\ 1.50 M. N.A.P., vindt zijne verklaring in de omstandigheid, dat die water hoogte slechts bij storm of krachtens westelijken wind kan worden be reikt en onder die omstandigheden ook vóór de Maasmondverlegging de natuurlijke waterloozing gestremd was. De Rijksbemalingsinrichtingen. zijn gebouwd naar de toenmalige behoeften der gronden; sedert is de bebouwing gewijzigd en zijn de ei- schen der ontginning verhoogd. Daardoor is het vermogen van en kele bemalingsinrichtingen wellicht niet meer voldoende voor de tegen woordige behoeften, docli dit is dan aan andere oorzaken te wijten dan aan de Maasmondverlegging." Indien het niet op dit gebied zou zijn, is het onjuist, omdat in de andere streken noch van andere bebouwing, noch van ontginning kau worden ge sproken. Ik moet dus aannemen, dat bedoelde passus slaat op dit gebied. Ook dan echter is er reden, critiek op deze uit spraak te leveren. De ontginningen toch betreffen midden-Brabant, welke streek vroeger bijna niet loosde op de toenmalige af wateringsgelegenheid. Wordt vervolgd. Spini's gelaat vertrok zich tot eeil eigenaardig lachje. „Is de dtaivel zóó sterk in u, dat een verzoeking, een val vindt in elk woord zonder oogmerk uitgesproken?" vroeg hij. „Waaraan denkt u? Aan een misdaad? En ik, uw raadsman, uw vertrouweling daarbij? Vreemde logi ca! Ik bedoelde wat anders. U wilde immers een kwetsbaar punt in Hocli- walds verleden kennen welnu, dit is de beste gelegenheid, om door dit medium te» vernemen, of misschien ook maar een schaduw 't karakter van de zen man verduistert. Legt u een voor werp in de hand uwer zuster, dat aan den vorst behoort of van liem afkom stig is. En dan vraagt u maar, altijd op voorwaarde, dat Zijne stem stokte hem in de keel, •maar Sigrid lette er niet op. Haar blik dwaalde onderzoekend in de kamer rond, tot zij eindelijk den armband be merkte, dien Iris aan den pols droeg en waaraan een gouden St. George* daalder hing. Deze munt had vorst Hochwald aan zijn horlogeketting ge dragen en aan Iris ten geschenke ge geven, daar zij eens den wensch had uitgesproken, zulk eeen munt te bezit ten. Sigrid maakte den armband van den pols barer zuster los, legde het muntstiuk in haar linkerhand en de rechter er schuin over. Toen keek zij met koortsachtig gespannen blikken naar den Cavaliere, in afwachting van de dingen, die komen zouden. „En nu?" „Nu vraagt u maar!" (Wordt vervolgd). jflJMMER ft. ZATERDAG 14 JANUARI 1928. 51© JAARGANG. De Echo van het Zuiden, Waalwytsclie en Laigstraatsrlr Courant, Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25. Franco per post door het geheele rijk 1.40. Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz. franco te zend°n aan den Uitgever. UITGAVE WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-AdresECHO. Prijs der Advertentiën 20 cent per regel; minimum 1.50. Bij contract flink rabat. Reclames 40 cent per regel. Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit zijn. DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN. van „DE ECHO VAN HET ZXJIDEN". Uit het Duitsch van EÜFEMINA VON ADLERSFELD-BALLESTP.EAI.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1928 | | pagina 1