Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
lil
Witte 'Rozen
WsïïmÈ* -
FEUILLETON
STER-TABAK
UITGAVE
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38. Telegr.-AdresECHO.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
DRIE BLADEN.
EERSTE BLAD.
V.
Ik kom nu tot het laatste bezwaar
van noordwestelijk Noord brabant.de
inlaatmogelijkheid, met name voor wat
betreft de polders van Aalburg en
vooral die van Wijk en Veen. Indien
ergens van, dan kan van dit punt ge
zegd worden, dat de toestand zeer
veel slechter is geworden door het
graven van de Bergsche Maas. Vóór
dit graven van de Bergsche Maas toch
bestond er voor genoemde streek
gelegenheid tot inlaten en irrigatie,
doordat het rechtstreeks in verbinding
stond met het rivierwater. Door het
graven van de Bergsche Maas is dit
vervallen, zoodat men nu voor het in
laten is aangewezen op het Noorder
afwateringskanaal. Deze inlaat is ech
ter absoluut onvoldoende. Water toch
heeft, gelijk uiteraard bij den water
staat bekend is, de eigenschap zich
te begeven naar het laagste punt.
Wanneer men nu bedenkt, dat b.v.
de polder van Veen is gelegen op een
peil varieerend van 1,24 tot 1 77 boven
N.A.P. en het inlaten van water moet
geschieden öf uit het bovenpand van
het noordwester afvoerkanaal öf uit de
Alm, maar in ieder geval over ge
bieden, die veel lager liggen dan voor
melden polder, dan is zelfs voor een
kind en voor een philosoof duidelijk,
dat deze wijze van watervoorziening
onvolledig moet zijn. Daar is geen
ontkomen aan een der twee kwaden,
óf geen water in bedoelden polder,
öf wel genoeg water, maar dan voor
de lagere perceelen, liggend tusschen
den inlaat en de hooger gelegen per
ceelen, zeer groot waterbezwaar.
Deze quaestie is reeds zeer oud.
Reeds vóór 32 jaar is hier bij deze
Kamer ingezonden een adres van de
heeren mr. P. C. 't Hooft en D. den
Dekker, waarin op deze dingen zeer
nadrukkelijk is gewezen. Omdat dit
ook voor nu nog van belang is, zal
ik er een paar passages uit voorlezen.
Ik lees daarin:
„dat door die afsluiting en dat
op peil houden van het Noorder
kanaal, de daarlangs gelegen buiten
gronden van adressanten en ande
ren zijn verstoken van winter—be
vloeiing niet alleen, maar zelfs, in
den zomer, van drinkwater voor het
vee, daar de bodem der zeer diepe
sloten hunner perceelen hooger ligt
dan het peil, waarop het Noorder
kanaal wordt gehouden en moet
worden gehouden, wil het als uit
wateringskanaal voor de binnen-
polders kunnen dienst doen;
dat dit nu geschiedt niettegen
staande vóór, bij en na het tot stand
komen der wet van 26 januari 1883
Staatsblad No. 4), de metst stellige
verzekering is gegeven, dat de
buitengronden bij het Oude Maasje
niet zouden worden benadeeld en
in de irrigatie daarvan zou worden
voorzien."
Reeds vóór 32 jaar is dus op deze
zeer urgente zaak aangedrongen en nog
altijd is deze aangelegenheid niet vol
doende geregeld. Ik zal hier niet verder
over spreken en mag verwijzen naar
het rapport van ingenieur Kersemakers,
uitgebracht aan de Provinciale Staten
van Noordbrabant, waarin voor de
polders van Veen en van Wijk en ten
deele ook voor den polder Aalburg
en Biesheuvel wordt aangetoond, dat
de eenige manier, waarop hier het
inlaten van het water bevorderd kan
worden, is het maken van eeninlaat-
sluis aan de rivier.
Ik wil er nog op wijzen, dat het
hier niet uitsluitend een landbouw
belang is maar ooi; een belang van
hygiëne, dat er nauw bij betrokken is
Het ontbreken vai versch water in
die streken is vooral in warme zomers
een groot nadeel. Daarom moet er een
inlaat komen uit de rivier bij het
hoogste punt Wijk.
Wanneer ik nu al deze grieven en
bezwaren heb opgesomd, vrees ik, dat
straks de Minister zal zeggendat is
allemaal of grootendeels waar, maar
de Regeering kan nier pas wat doen
als er overeenstemming is verkregen
tusschen de betrokkenen. Bij voorbaat
wil ik mij tegen dit standpunt ver
zetten, omdat het verkrijgen van al
geheele overeenstemming hier onmo
gelijk is. De belangen zijn deels tegen-
strijdig, deels onevenredig. Wil de
Regeering wachten tot die overeen-
stemming is verkregen, dan komt er
nooit afdoende verbetering. Daarom
zou ik willen aanbevelen, dat zoo
spoedig mogelijk de volgende verbe
teringen worden aangebracht.
lo. verbetering van het gemaal aan
het Zuider afwateringskanaal door
vervanging van het tegenwoordige of
bijzetting van een ander;
2o. verbetering van het gemaal aan
den Nieuwendijk
3o. loslaten van het peil te Grave
als maatstaf voor het malen, ook op
het Zuider afwateringskanaal;
4o. bouwen van een inlaatsluis te
Wijk.
De wijzen waarop de kosten geregeld
zullen worden, kunnen nader worden
geregeld. In de meeste gevallen kan
dit niet, omdat als eenmaal de ver
beteringen zijn aangebracht, men niet
meer geneigd kan zijn te betalen. Hier
echter behoeft dit bezwaar niet te
gelden omdat het Rijk door zijn drie
gemalen en zijn eigendom van de
inlaatsluis alle recht in handen heeft.
Bovendien geloof ik dat een grooter
deel der kosten redelijkerwijs voor het
Rijk behoort te komen, omdat niet is
voldaan aan hetgeen de wet van 26
januari 1883 in uitzicht stelde.
i Basra
16)
Door dit wonderbaar bewijs om
door middel van hypnotisme in de toe
komst te lezen, vergaten ze echter ge
heel hun sujet gade te slaan, want Iris
had het kleine eindje tot aan de deur
met wankelende schreden geloopen,
daar greep zij de hand van vorst Hoch-
wald, evenals iemand, die, duizelig ge
worden, een steun zoekt zij sloot de
oogen en zou zeker gevallen zijn, wan
neer de sterke armen van haar verloof
de haar niet omvat en tegen hadden
gehouden.
Sigrid haalde, hevig verschrikt, een
fleschje met eat^ de cologne, waarmede
ze Iris' slapen, voorhoofd en handen
waschte, en nadat ze ook nog1 den ster
ken geur van dit verfrisschend middel
had ingeademd, scheen ze weer geheel
hersteld en nam slechts met tegenzin
weer plaats.
„Ik ben zoo gezond als een viscli,"
zeide ze lachend. „Sigrid beweert na
melijk, dat ik zooeven geslapen heb,
wat natuurlijk een leugen isMaar mij
ne leden waren zoo zwaar, alsof ik er
gewichten aan had hangen en in het
hoofd was het mij zoo zoo moe en
zoo mat, evenals den goeden, ouden
Wagner in den Faust, toen het beroem
de molenrad er in ronddraaide. Maar
nu is alles weer helder in mijn boven
kamertje."
Hochwald moest onwillekeurig la
chen, maar hij schudde toch het hoofd.
Hoe kwam Iris, zijne jeugdige, fris-
sche Iris zoo ontsteld?
Zonder er lang over na te denken,
nam hij het bouquet van orchideeën,
dat hij op zijde had gelegd, in de hand
en gaf het aan Iris.
„O, wat schoone bloemen als wit
te vlinders," riep Iris verrukt, en ter
wijl zij den vorst de rozen overhandig
de, die zij nog steeds in'dej hand hield,
zeide ze met 'n| vriendelijk lachje en 'n
innigen blik in haar donkerblauwe
oogen: „Neem daarvoor mijn witte ro
zen, Marcellus wit is van avond en
morgen immers ook uw kleur!"
De vorst boog zich om de lieve hand
jes te kussen, die hem de bloemen toe
reikten, en dieper dan misschien noo-
dig was, liet hij het hoofd op de borst
zakken om de uitdrukking van smart te
verbergen, die daarbij over zijn schoon-,
mannelijk gelaat vloog. Hij was geen
bijgeloovig mensch, maar hij kende in
ruwe trekken de sage van de witte ro
zen van Ravensberg, die vroeger, wan
neer men in 't schemeruurtje om den
haard was gezeten, verteld werd, en
de noodlottige bloemen in Iris' handen
op den vooravond van hun huwelijk te
zien, dat deed hem het hart ineenkrim
pen.
„Witte rozen zijn eigenlijk geen
bruidsgeschenk," meende Spini.
„Bijgeloof," zei Sigrid, terwijl zij de
BINNENLAND.
In het najaar van 1927 id, naar
het Fr. Landbouwblad meldt, voor de
eerste maal een proef genomen met
den invoer van Zweedsche koudbloed-
paarden naar Rusland. Het eerste
transport, dat werd samengesteld door
den directeur der Zweedsche Land-
bouw-Maatschapplj, bestond uit 19
paarden, welke een zeer goeden indruk
in Rusland maakten. Het plan bestaat
een Zweedsch proefbedrijf in Rusland
te stichten, teneinde meer bekendheid
te geven aan Zweedsche landbouw
producten, zooals fokvee, zaaizaden
enz. en tevens de Zweedsche landbouw
werktuigen onder de aandacht der
Russen te brengen.
Van Canadeesche paarden is Rusland
reeds een goede afnemer; in 1927
werden in Canada ruim 3000 paarden
voor Russische rekening gekocht.
Denemarken heeft in 1927 142.8
K&f sbL yok
E+keiid de beste
millioen Kg. boter uitgevoerd (132.5
millioen Kg. fn 1926), 5.1 millioen Kg,
kaas (6 9) 256 3 millioen Kg. varkens-
vleesch (190 2) en 850 9 millioen stuks
eieren (832 9).
De K. L. M. heeft totaal in 1927
vervoerd: 12.816 passagiers. 18 814
K G briefpost. 16 384 K.G. pakketpost
en 401 939 KG. goederen.
De dienovereenkomstige cijfers over
1926 waren 6275, 2371 K G., 5997 K G.
en 255 124 K G.
Hieruit volgt dus een vermeerdering
van hel passagiersvervoer met ruim
100 pCt. een bijna 9 voudig vervoer
van briefport, een toeneming van het
schouders ophaalde.
„Natuurlijk", liet Iris er op volgen.
„Maar het is werkelijk merkwaardig
zooals iedereen behalve jij, Marcel
lus, zich tegen mijn voorliefde voor
witte rozen heeft verklaard. Mama
konden ze nooit onder de oogen konten
zonder dat ze er zichtbaar van huiverde
papa heeft ze zich beslist ontzegd,
en nu laat ook nog de Cavaliere zijne
stem daartegen hooren!"
„Maar Iriswanneer uw vader liever
geen witte rozen ziet", zeide Hochwald
op zacht verwijtenden toon, „zou het
dan, niet beter zijn, dat wij ze weg de
den?"
„Neen, Marcellus, en geloof je dan
werkelijk, dat ik mijn goeden, lieven
vader vandaag nog verdriet zou willen
aandoen met iets, dat hij liever niet
ziet?" vroeg Iris, half ernstig, half la
chend. „Ziet] ge allen dan niet, dat het
geen witte rozen zijn? „Maidenblush",
noemde de tuinman ze, en bij dag is
haar kelk werkelijk zoo rozerood als—
„Als je wangen", liet Hochwald er
op volgen, terwijl hij een der rozen te
gen het zachte inkarnaat op het gezicht
zijner bruid hield. „Maar in ernst, Iris,
zij gelijken meer op witte rozen dan op
gekleurde, en daarom zullen wij ze
voor je vader maar liever verbergen,
wanneer hij er nu toch eenmaal niet
van houdt, nietwaar?"
Iris protesteerde weliswaar levendig
tegen deze kleurenblindheid, maar ze
voldeed toch aan het verzoek van Hoch
wald, door de rozen in gesatineerd pa
pier te wikkelen en weg te leggen.
Even daarna kwam graaf Lrlen-
stein binnen, die er vroolijk en opge
ruimd uitzag en zeer spoedig na hem
hoorde men een geheimzinnig en raad
selachtig loopen door den corridor, de
deuren naar het salon werden geopend
en het bruidspaar liet zich op een soort
van troon neder, waarnaast mevrouw
Chrysopras reeds had plaats genomen.
Daarna kwamen Sascha, Boris, juf
frouw Fuchsia Grant en de vorstin
Ukatschin, die allen de schoonste en
kostbaarste huwelijksgeschenken aan
't bruidspaar aanboden, vergezeld van
de beste heil- en zegenwenscben. Tot
laat in den avond bleef men vroolijk en
gezellig bijeen, en toen het kleine gezel-
1 schap eindelijk heen ging, viel het ze
ker niemand op, dat de vorst tot het
laatst bleef. Als medegevierde hielp
hij de honneurs van het huis waarne
men en zei den huisgenooten een laatst
„goeden nacht", waarna de graaf zelf
de jonge bruid nog eenmaal naar haar
kamer bracht, die tegenover de zijne
was gelegen. Toen Hochwald Sigrid
goeden nacht wenschte, zeide hij zacht
jes: „Een woordje asjeblieft!" en open
de de deur van Sigrid's kamer, waarin
zij verrast en met een kloppend hart
binnentrad. Maar Hochwald liet haar
niet lang in 't onzekere. Niet onvrien
delijk, maar scherp en ernstig zeide
hij, terwijl hij voor haar ging staan
„Sigrid, wat was dat vanavond met
Iris?"
„Wat?" stamelde zij, hevig ver
schrikt.
„Wel, dat zij vanavond, toen ik bin
nen kwam, in zwijm viel. Zij zeide, dat
zij geslapen moest hebben, hoe is
dat mogelijk, in tegenwoordigheid van
jou en Spini? Ik wensch licht in deze
zonderlinge zaak te zien
Hochwald gevoelde weinig sympa
thie voor zijne schoonzuster, daardoor
was zijn blik misschien ook wel wat
strenger zijn toon gebiedender dan zijn
goed hart het anders zou hebben toe
gelaten; toen Sigrid echter zweeg en
i het, hoofd liet zakken, kwam nog de
zorg om Iris er hij, zoodat, hij zijn
1 vraag scherper herhaalde.
„Ik denk slechts na, of je me zou ge-
looven, wanneer ik zeg, hoe het kwam,
zeide ze hits.
„Gelooven? Sedert wanneer zou ik
reden hebben om aan de waarheid van
je woorden te twijfelen," zeide hij koel.
„Nu dan," zei Sigrid, „ik was met
Iris alleen, zij zat in den lagen arm
stoel en ik deed een kap om de lamp.
Daarbij moest ik haar aanzien, 'n heele
poos lang, ik weet zelf niet waarom.
Zij scheen in slaap te vallen en toen
kwam de Cavaliere en die zeide mij dat
ik haar, zonder het te weten, gehypno
tiseerd had o, zie je wel, dat je me
niet gelooft?" eindigde ze heftig.
„Alleen die woorden „zonder het te
weten", antwoordde Hochwald kalm,
hoewel hij z'n voorhoofd fronste. Maar
om het evenEn toen?"
„Toen?" stamelde Sigrid, „toen
heeft de Cavaliere haar bevolen, wak
ker te worden."
„Is dat de waarheid?" vroeg de
vorst, terwijl hij zichtbaar moeite
deed om zich goed te houden.
„Heb je haar niet toevallig of in
scherts je ziet, ik ben geneigd om
je te hulp te komen dingen laten
zoeken of verrichten, of haar in de toe
komst laten lezen?" ging Hochwald
voort.
Wordt vervolgd.
NUMMER 7.
ZATERDAG 21 JANUARI 1928.
51e JAARGANG.
De Echo van het Zuiden,
Waalwijksriie en Langstraatscke Courant)
Dit blad verschijnt
WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco per post door het geheele rijk 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz.
franco te zenden aan den Uitgever.
Prijs der Advertentiën
20 cent per regel; minimum 1.50.
By contract flink rabat.
Reclames 40 cent per regel.
Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag
des morgens om uiteriyk 9 uur in ons bezit
zijn.
van „DE ECHO VAN EET ZEIDEN".
ypOOOTSUP \x;
I "tlSitVi
Uit het Duitsch
van
EUFEMINA VON ADLEBSFELD-BALLESTBEM.
waaraan ROODE STER zijn
nationale bemindheid te danken
heeft.
ROODE STER is zóó goedkoop
&dat breede kringen zich het genot
van dit edel kruid kunnen ver
oorloven en zóó goed dat dui
zenden kenners en liefhebbers
van een fijn pijpje tabakontdekt
hebben wel duurdere maar geen
betere tabak te kunnen koopen.
Wilt ge 100% waarde voor Uw
geld, rookt dan
STER-TABAK
N.V. Theodoras Niemeijer
Groningen tn Rolltrjam
„Ja."