PUROL er op
Si
BH
Verslag
Kamer van Koophandel
voor de Langstraat.
Voor 'n goede regeling is 't noodig
voor het bijwonen der bijeenkomst
toegangskaarten uit te geven. Men
kan deze aan het bureau Zuid Wil
lemsvaart 163 kosteloos bekomen,
terwijl pleegouders buiten den Bosch
die tegenwoordig willen zijn, ze aan
genoemd bureau kunnen aanvragen
met opgaaf van 't gewenschte aantal.
Vierde Nationaal Sobriëtas Congres.
Te Nijmegen is Maandagavond het
vierde Nationaal Congres van Sobriëtas
geopend.
De Voorzitter, de heer J. G Suring,
opende het congres met een rede
voering waarin hij den ontwikkelings
gang van Sobriëtas schetste en de
taak der drankbestrijders in het alge
meen.
De regeling van het congres is
uitstekend. Er is zelfs gezorgd voor
een geneeskundigen dienst en op de
H Landstichting staat voor de Con
gressisten een Roode Kruistent.
De Dinsdag werd ingezet met een
plechtige H. Mis, opgedragen door
den Hoogeerw. Deken van Nijmegen
Mgr. van Son. Onder deze H. Mis
hield de Zeereerw. pater Marius
Lamers O.F.M. een predikatie over
de offergedachte waarin de gewijde
redenaar er op wees dat sterven en
opbloei elkaar regelmatig afwisselen.
Christus bracht Zijn Offer en stierf
terwijl de apostelen verspreid werden
Toch is uit dit Offer de grootste en
schoonste bloei voortgekomen. Spr.
herinnert er aan dat groote offers
oogenschijnlijk geen resultaat hebben,
in werkelijkheid echter hebben zij
grootsche gevolgen Spr. vertrouwt
dat Sobriëtas dat nu een inzinking
kent, weer spoedig tot grooten bloei
zal komen „De graankorrel indien
zij sterft, brengt rijke vruchten voort
was spr.'s treffend motfef.
's Morgens te tien uur werd onder
leiding van den heer Suring in Unitas
de zeer goed bezochte vergadering
gehouden waarin de offergedachte
van godsdienstig standpunt uit be
sproken werd.
De zeereerw. pater M. Molenaar
M S.C sprak over de beteekenis van
de offergedachte in de Katholieke
drankbestrijding, gezien van gods
dienstig standpunt.
De groote avondvergadering
Rede van Henri Hermans.
Te acht uur ving in het gebouw
Unitas de groote avond-vergadering
aan.
Mededeeling werd gedaan van een
telegram van hulde aan Z. D. H. Mgr.
van de Wetering gezonden.
De heer Hermans sprak dan over
„De Offergedachte van maatschappe
lijk standpunt gezien".
De Sectie-vergaderingen.
In de middaguren hadden op ver
schillende plaatsen sectie vergade
ringen plaats, die alle zeer druk
bezocht werden en waarop vruchtbare
gedachtenwisselingen het effect der
inleidingen versterkte.
Opheffing beslag Buitenl. Zaken.
De president van de rechtbank,
mr. van Asperen, uitspraak doende
in het de vorige week behandelde
kort geding tusschen den Staat en den
heer Wenniger, vroeger kanselier bij
het Nederlandsch Gezantschap te
Tokio, heeft gisteren de opheffing
WIGHT. Het bekende eiland in het kanaal, ter grootte van 378
K.M 2 met 88.000 inwoners.
Op onze foto ziet men de krijtheuvels, die een hoogte hebben
tot 235 Meter. Wight is de voornaamste badplaats van Engeland.
bevolen van het op het Departement
van Buitenlandsche Zaken en het
Rijksarchief gelegd beslag.
De werkstaking aan „De Schelde".
De werkstaking aan de werf der
Kon. Maatschappij «.„de Schelde" te
Vlissingen duurt nu reeds bijna 10
weken en er is nog niets, dat op op
lossing van het conflict wijst. De
partijen staan nog even scherp tegen
over elkaar als bij het begin van het
conflict. De laatste weken heeft zich
geen enkele werkwillige aangemeld,
zoodat het aantal stakers nog onge
veer 1600 bedraagt.
De loonactie van 't Spoorwegpersoneel.
Naar wij vernemen heeft het hoofd
bestuur van den Bond van Ambte
naren in dienst bij de Ned. Spoorwegen
(B.A.N S.) besloten, in verband met
de gunstiger wordende financieele
positie van de Ned Spoorwegen en
de loonactie die door de vakbonden
wordt voorbereid, het navolgende
verzoek bij den Personeelraad aan
hangig te maken.
Invoering van het Loonraadadvies
1925 voor zoover dit betreft de schalen
6 tot en met 15 nl schaal 6 mini
mum f 1400, maximum f1800; schaal
7 min. f 1700, max f2300; schaal 8
min. f 1800, max
max.
max. f3400
max. f3700
max f 3900
f4100:
JUBILEUM Fa. J. LEIJTEN,
DONGEN.
Als een onderneming een 50 jarigen
groei mag gedenken, dan is het toch
zeker de Firma J. Leijten uit
Dongen. De heer jan Leijten, stichter
der zaak, die in 1849 te Dongen
geboren werd, behoort tot een der
voormannen in de schoen- en leder
industrie. Bescheiden in opzet wist
de stichter door gestagen arbeid zijn
zaak tot grooteren bloei te brengen. In
min.
min.
min.
min.
min.
min.
f1850,
f 1900,
f 2250,
f 2500,
f 2900,
f 3200,
f 2500schaal 9
f 2800schaal 10
schaal
schaal
schaal
schaal
11
12
13
14
15
max
max. f 4400 schaal
min. f3600, max f4700.
Aftrek van f80 voor de tweede
klasse en van f 160 voor de derde
klasse standplaatsen.
Het hoofdbestuur stelt daarbij echter
als eisch de volgende verbeteringen:
Ambtenaren schaal 7 min. f 1730,
max f2430.
Haltechef, depotambt min. f1730,
max. f2680.
Ambtenaren, schaal 8 min. f 1840,
max. f2680.
Stationsambtenaren en assistent
opzichters min f 1930 max. f2980.
Ambtenaren schaal 9 min. f 1930,
max, f 2980.
Voor de schrijvers het maximum
van schaal 5, nl. f2125 en voorde
klerken een maximum van f 2683.
1912 had hij het kuipental reeds tot
40 uitgebreid en werden er 2000 tot
2500 huiden per jaar tot leder ver
werkt.
jammer was het, dat juis) in dit jaar,
waarin die mooie uitbreiding haar
beslag kreeg. Jan Leijten op 63 jarigen
leeftijd stierf. Zijn vier zoons, Ptet,
Henry, Antoon en Jan zouden nu het
werk van vader voortzetten. Het kui
pental onderging steeds uitbreiding,
zoodat er in 1920 niet minder dan
100 waren met een jaarlijksch gebruik
van 6 tot 7000 huiden. Daar er voor
vier jonge energieke kerels geenemploi
te vinden was in de looierij, werd
besloten er een schoenfabriek bij op
te zetten en 26 Mei 1920 koehten zij
de Harmoniezaal van Vloelmans in de
Kruidenierstraat en begonnen zij onder
hoofdleiding van Piet «en Henry, ge
assisteerd door twee zeer bekwame
bedrijfsleiders, de schoenfabriek. Doel
was het fabriceeren van degelijk bur
ger schoenwerk, met zoolleder uit
eigen looierij. In J921 werd een pro
ductie bereikt van 10432 paren maar
eenmaal op dreef ging die productie
met sprongen vooruit. Het artikel, dat
onder het merk „The SuperiorShoe"
in den handel wordt gebracht vond
zulk een aftrek dat onderstaand staatje
van sprekende cijfers uit de boeken
kon worden gelicht.
1921 10.432 paren.
1922 18 135 paren.
1923 303 50 paren.
1924 488 61 paren.
1925 715 76 paren.
1926 999 48 paren.
1927 121.541 paren,
terwijl alles er op wijst dat 1928 als
jubeljaar de 150.000 paren zal over-
schrijden. Voorwaar, sprekende cijfers.
13 Juni 1924 werd de fabriek in de
Kruidenierstraat te klein en kocht de
firma van de NV. voorheen firma Th.
van Dongen, de fabriek aan den Hoo
gen Ham. Ook de jongste broer kwam
daar een handje medehelpen Zorgt de
een voor de stikkerij, de ander heeft
het druk met het onderwerk of met
het inkoopen. Een mooie samenwer-
king maakt hier vooruitgang mogelijk.
Het werkliedental is de 100 over.
schreden en zij waren het, die dit 50-
jarig gedenken niet ongemerkt wilden
laten voorbijgaan.
Op den 9en Augustus a s. zal het
Bij stukloopen van huid en voeten,
doorzitted, zonnebrand en smetten maar
vooral ook bij bra 'd- en snijwonden,
ontvellingenenallcrleihuidverwondingen
Het verzacht en geneest.
De mterenwonlng.
(Slot).
Allemaal netjes op rijtjes kwamen
de mieren aangestapt. Ik zag ze al
van verre aankomen. Ze stapten be
hendig door de heidestammetjes heen
en bogen kwiek onder de doode tak
ken door en wierpen zich kronkelend
om de heidetakken.
Belkop en Astrop waren nog druk
bezig om den weg schoon te krijgen.
Dan zetten ze hun tanden op de dikke
takken één vóóraan en één achter
aan en één, twéé, drie daar lag ie
aan de kant van den weg. En moei
werden die mieren nooit Ze werkten
graag en ze zweetten als paarden.
Toen de groote troep vlak bij me
was stapte ik beleefd naar hun aan
voerder die voorop liep en een groote
groene streep over zijn glimmend-
rooie rug droeg.
„Waar kom jij vandaan", zei hij,
heel kortaf, alles in de mierentaai. Ik
wist niet zoo gauw wat ik daarop
zeggen zou, maar gaf hem een klein
groen blaadje, dat ik van die voor
name rooie mier gekregen had. Ik
hoorde later dat Hare Majesteit dit
zelf geweest was.
Hij bekeek het even aandachtig en
zei toen nog bitser dan daar net
„Achter aansluiten, troep volgen en
je pooten flink uitsteken".
Ik vergat even aan te slaan, maar
volgde heel gauw zijn bevel op.
Kijk daar liep Pedro ook. Die had
me ook gezien toen ik zoo bittertjes
huilde. Hij wenkte me met zijn rooie
poot, dat ik bij hem moest komen.
„Zullen we vriendjes zijn, zei hij heel
vriendelijk. Nou dat wilde ik wel.
Want ik voelde me in dat nare bosch
niks op m'n gemak. Als je een mier
bent lijken al die heidetakjes heele
zware boomstammen en als je den
weg niet weet verdwaal je zoo maar.
„Staan hier nou nergens wegwij-
zers?" vroeg ik Pedro erg onhandig.
Toen begon hjj te lachen dat zijn
mierenbuikje er van schudde en z'n
rooie pootjes er van trilden.
„Maar wacht eens, zei hij toen, en
hij keek me heel wantrouwend aan,
„hoe kom jij aan die vraag?" ik
merkte al heel gauw dat ik iets doms
gevraagd had en ik werd nog rooier
als ik was.
„Wegwijzers", zei hij toen, weg
wijzers, alleen de menschen hebben
wegwijzers.
Wij mieren hebben 't zoo gemakkelijk
niet en toch weten we waar we naar
toe moeten en wat we te doen hebben,
maar we moeten beter ons best doen
om op te passen en toen keek 't
kleine miertje me heel ernstig aan
ja beter ons best doen en daarom zijn
we ook niet zoo lui als de menschen
en daarom zijn we voorzichtiger en
loopen niet zoo ver van 't goeie
paadje af".
Ik stond paf van de wijsheid van
Pedro. Dat zoo'n klein, rood, mooi
miertje je nou nog zooveel kon leeren
„Eene helft halve draai naar links
en tien voetstappen schuin naar voren
(ja mieren rekenen met voetstapjes en
niet met centimeters) en daarna naast
elkaar aansluiten. De andere helft 't
zelfde naar rechts!" Dit had die rooie
mier met de groene streep heel hard
geschreeuwd. Ik stond beteuterd te
kijken en liep toen maar met Pedro
mee. Dat ging allemaal heel keurig en
voor ik goed wist wat er gebeuren
moest stond ik in eens fijn in de rij
voor een heele groote berg kaas 1
Jongens, die was wel vijftien voetstap
jes hoog, dat jeer niet over kon kijken.
En toen begon 't moeilijke werk. Op
beuren konden we 'm niet. Je zoudt
er dood onder blijven liggen. Heel
langzaam werd ie vooruitgerold. Maar
dat viel niet meeEn de rooie mier
met de groene streep riep maar en zei
wat er gebeuren moest ja de mieren
luisterden beter naar hem dan de jon
gens op school naar hun meester.
„Waarom spannen ze daar nu geen
paard voor of Iaden 't op 'n groote
auto" vroeg ik toen ineens. Dat was
weer erg dom. Want alle mieren keken
me heel nijdig aan en de rooie met
de groene streep hief dreigend zijn
staf op.
Ik kroop toen maar heel stilletjes bij
Pedro en hield mijn adem in van schrik.
Ze vertrouwden me nu heelemaal niet
meer.
Jongens, wat was dat een werk voor
we bij de mierenschuur waren, leder
oogenblik meende ik dood neer te
vallen. Maar m'n kameraadjes werkten
maar door en ik wilde niet voor hen
onderdoen. Wat kunnen die mieren
werken 1
Maar was dat nou de mierenwoning
Onder een afdakje van mos kwam je
er binnen. Allemaal verborgen ganget
jes, die door mekaar liepen en waar
je niks kon zien. Soms liep ik een
makker tegen 't lijf en zei dan heel
deftig: „Pardon meneer", of: „Neemt
U me niet kwalijk", maar ik zag niets
en hoorde dan een leelijk sissen,
waarop ik maar gauw een ander ver
borgen gangetje in schoot.
En nou moest ik direct weer mee
terug, want daar lagen nog twee zoo'n
hoopen kaas. Dat zou ik niet overleven.
Heel moe ging ik op 'n zware steen
zitten en tastte om me heen. Pikdonker.
Ik zuchtte. Was me dat een nare be
weging hier. Moest je bij ons komen.
Daar had je electrisch licht. En daar
kreeg je van Moeder lekkere kopjes
koffie. Maar hier?
O jéh! Een klein, nijdig miertje had
me stiekum afgeluisterd. En 't kleine
ding holde op 'n drafje naar de rooie
met de groene streep. Daar had je 't
nou. Zelfs onder de mieren had je van
die leelijke verklikkers.
Stap, stap, stap rrrrrt daar
kwamen ze aan.
„Opsluiten in 't hol, deur sluiten,
dood laten hongeren en oogenblikkelijk
hier terugkomen". Dat zei dievoorname
mier. En voor ik tijd had om te gaan
loopen of om te kijken hadden me tien,
twaalf mieren in m'n nek en werd ik
pardoes in 't nare hol gesmeten en
sloeg de deur „klets" achter me dicht.
„Menschen willen zich wel'nsvoor
de gek laten houden maar wij mieren
zijn voorzichtiger" riep er nog één
buiten de deur.
„PedroLieve Pedro 1" riep ik,
„kom help me nou!" Maar Pedro
hoorde we niet. Zou hij me misschien
toch wel stiekumtjes kunnen verlos
sen
Ik ging in een hoek liggen en huilde
in dat enge hol heele groote tranen
van verdriet. „Dag Vader, dag moe
der, dag broertjes en zusjesik zou
ze nooit terug zien. O, wat zou moe
der nou doen. Wat zou ze denken
als ik vanavond niet meer terug
kwam. Wist ze maar dat ik hier zat.
personeel den patroon een schilderij
aanbieden, waarop de grondvester en
de vier gebroeders levensgroot zijn
afgebeeld. Het is een artistiek stuk
werk van den Kunstschilder Joh.
Teuns uit Breda.
Donderdag 9 Aug. zal van half 12
tot half één in één der zalen van de
Posthoorn receptie gehouden worden
en waar de verhouding tot afnemer
en leverancier altijd zeer vriendschap
pelijk is zal het aan belangstelling
niet mankeeren Het verdere van den
dag zullen de jubilarissen, omringd
van familie en vrienden, vertegen
woordigers en werknemers feestvieren
en wij wenschen hen van harte geluk
en vooruitgang en een opgewekt feest.
(Vervolg.)
TV. V. Verschure's Stoombootdiensten
te Raamsdonksveer.
De vrij hevige concurrentie op de
trajecten Tilburg Rotterdam en Til
burg—Amsterdam bleef zich hand
haven. Er bleef een te groot aanbod
van ruimte in verhouding tot de te
vervoeren lading van en naar onze
streek.
Niettemin viel eenige vérbetering in
den algemeenen gang van zaken aan
te wijzen, te danken aan den in het
algemeen beteren gang van zaken in
de fabrieksbedrijven, waardoor de
aanvoer van grondstoffen en de ver
zending van afgewerkte producten
toenam.
Het vrachtenpeil bleef abnormaal
laag, soms zelfs beneden het peil van
voor den oorlog. Als gunstige factor
valt te vermelden het dalen van de
kolenprijzen in 1927 tot redelijke
prijzen. Vergeleken met de stijging
destijds in verband met Engelscbe
mijnwerkersslaking eind 1926, betee-
kent dit een groote verbetering.
De dienst op België werd gedeel
telijk omgeleid en verloopt nu Ant
werpen—Raamsdonksveer—Tilburg
Helmond's Hertogenbosch—Raams
donksveer—Antwerpen.
Hooi— en Stroohandel.
In het voorjaar van 1927 werd,
evenals in 1926, regelmatig nog wat
gras— en klaverhooi geëxporteerd
naar Duitschland en België, waarbij
alleen de prijzen van klaverhooi iets
hooger liepen, aangezien de voorraden
van dit artikel niet zoo groot meer
bleken te zijn.
De stroohandel bleef vrijwel onver
anderd.
De nieuwe.oogst werd tengevolge
van het ongunstige natte weder met
eenige ongerustheid tegemoet gezien.
De resultaten van dezen oogst, vooral
wat koe— en paardenhooi betreft,
toonden aan, dat deze ongerustheid
niet ongegrond is geweest.
Het zonlooze regenachtige weder
bij groei, winnen en binnenhalen
heeft veel extra zorg en kosten ver
oorzaakt, terwijl de kwaliteit ten
slotte nog al te wenschen bleek over
te laten. Daar het weder ook na den
oogst zeer ongunstig is gebleven,
duren de klachten voort over slap,
onfrisch en verkleurd hooi.
Pedro, lieve Pedro, toe help me
nou!"
Wat ik toen hoorde! 't Was oi
alles boven m'n hoofd begon te wag
gelen. En wat hoorde ik een ver
schrikkelijk gerommel. Ja, nu was 't
zeker met me gedaan... Pats! Daar
viel 't mosdak naar beneden. Boem
Daar vielen zandbanken neer. En
alles trilde. Toen zag ik door een
klein gaatje de mooie blauwe hemel
en ik werkte me zoo rap als ik maar
kon door dat gaatje i aar boven. En
toen,... En toen.,.. Raadt nu eens!
Lieve neefjes en nichtjes, schrik
maar niet hoor! ik werd ineens wak
ker en er vielen heele groote drop
pels, als 'n knikker zoo groot, „pats"
op m'n gezicht, 't Regende, 't On
weerdeEn de mooie blauwe hemel
was zwart van onweerswolken. Fluks,
greep ik m'n jas. De mieren hadden
de kaaskruimeltjes er af gehaald. En
toen vlug naar huis.
Nooit heb ik geweten of ik dat alle
maal meegemaakt heb of dat 't 'n droom
geweest is. Ik meen altijd nog dat me
dat werkelijk overkomen is. Maar als
t niet zoo was, zou ik daar toch
nooit meer zoo gaan luieren onder
dien den, aan de rand was de mooie,
wijde heide.
Dat hadden de mieren me geleerd
PAUL.
Ouders, lezen ook Uw kinderen
ons Jeugdhoekje
J. LEIJTEN Sr.
Fa. J. LEIJTEN.