Q[ ECHO VAN MET ZUIDEH MARTINÖ GOEDKOOP5TE VAKBLAD Jjo. 76. Zaterdag 22 Sept. '28. 51e Jrg. TWEEDE BLAD. De Mlllloenen-nota. De financiëele toestand blijft tot soberheid manen, heet het in de Troon rede en de Millioenen-nota spreekt zij het dan in andere woorden en ook met andere motieven in denzetfden geest. Toch bestaat er alleszins reden tot voldoening over den gang der zaken gedurende den laatsten ujd en staan wq er aanmerkelijk beter voor dan eenige jaren geleden nog het geval was. ten ovenuigena bewys aaarvan is zeker wel, dat geen nieuwe belasung- helfingen nooüig zullen zijn ter com pensatie van üe oelasting-verlaging, welKe tot Stand werd gebracht. De cijfers wijzen voorts uk. dat het overscnot op den gewonen dienst van 19z6 nog ruim 11'/a millioen hooger was dan verleden jaar werd voorzien, terwijl ook voor 1928 een overscnot wordi verwacht. Toen biijtt de regeering aansporen tot voorzicntlgheid en zij levert een lang beioog, om aan te toonen, dat het slechts met de uiterste beperking mogelijk is geweest, de belastingver laging door ie zetten zonder compen- seerende netfing, terwijl zij bovendien van oordeel is, dat die verlaging nog allerminst geacht kan worden tot een bevredigend einde te zijn gebracht. Nog een derde motief voert de minister aan, om tegen „een te groot optimisme" te kunnen waarschuwen. in de achterliggende jaren werd de raming der middelen meermalen be langrijk oversenreden, zegi hij, ten gevolge van net toenmaals gevolgde stelsel van ramen. Doch met dat stelsel is sinds het vorig jaar gebroken. Inkomsten en uugaven worden thans scherper geraamd. Op hooge meeval lers in de toekomst mag daarom niet meer worden gerekend. En de minister herinnert zelfs aan een woord, dat wijlen mr. Wintgens vele jaren geleden in de Tweede Ka mer toepaste op het laatste Indische batig slot: „Neemt er uw hoed voor af eii zult het in dezen vorm niet terugzien". Het is aardig gezegd en het getuigt van zijn bekende en erkende voor zichtigheid, dat de minister zich zoo zeer beijvert tegen een te groot opti misme en daaruit voortvloeiende teleurstellingen te waarschuwen. Maar het beeld, dat deze Mtllioenen- nota geeft, stemt niettemin tot ver trouwen in de toekomst. GEMEENTERAAD. MADE. Overdracht van het G.E.B. aan de P.N.E.M. Salarisverhooging a. t. s. Pensioensbijdragen van 3 pCt. gebracht op 5 pCt. Onder presidium van den Edel- achtbaren heer Burgemeester van Gils, vergaderde de Raad dezer gemeente Woensdagvoormidüag ten Raadhuize. Bij de opening der vergadering zijn afwezig de leden v. d. Veeken en Segeren Azn. De notulen der vorige vergadering werden na voorlezing onveranderd goedgekeurd en vastgesteld. Agenda. 1. Mededeeling. De Voorzitter deelt mede, dat door B. en W. bij den gemeente ontvanger proces verbaal van kasopname is ge- maaktboeken en bescheiden zijn onderzocht en werden in orde bevon den. De ontvangsten hebben bedragen f 60409.52 en de uitgaven 550üb.83'/2- 2. Benandeling aangehouden voor stel van B. en W. terzake bestrating der Marktstraat waarover in de vorige vergadering de stemmen staakten. De Voorzitter deelt mede, dat de keien, waarnaar in de vorige vergade ring gevraagd is, ongeschikt zijn voor bestrating in een bebouwde kom. Een deskundige heeft verklaard, dat be doelde keien veel te glad zouden worden. Het lid Segeren meent, dat de keien zeer wel bruikbaar zijn. üe Weijs. üp den weg naar Zeven bergen liggen ook zulke gladde keien en daar kun je bij nat weer haast niet over fietsen. Ligtvoet. Maar in de groote steden, als den Haag b.v. gebruiken ze toch allemaal dat soort kelen. Voorzitter. Dat weet ik niet, maar we hebben hier 't oordeel van een deskundige en waarom zouden we daartegen Ingaan. v. d. Sluis, 't Advies van den op zichter v. d.Provincialen Waterstaat is goed en ik ben er tegen om in strijd met 't advies te handelen. Voorzitter. We zouden misschien net zoo goed met klinkers kunnen bestraten. Een bestrating met keien kost I 4.50 per M2 en met klinkers f 1.75 per M2. Maar de tijd is nu al zoo ver gevorderd, zouden we niet beter kunnen wachten tot't voorjaar De Raad gaat met dit voorstel accoord. Dan vraagt de voorzitter om eerst te behandelen punt 6 der agenda Bespreking tot overname van het G.E.B. door de P.N.E.M. Toelichting van A. en W. Uit de gehouden conferentie tus- schen B. en W. en den vertegenwoor diger van de P.N.E.M. en uit de daarbij overgelegde rapporten meenen B. en W. te moeten adviseeren tot overdracht te besluiten. Voorzitter, 't Gaat over een nieuw coniraei-dat we met de P.N E M. zou den moeten afsluiten. De voorwaar den van het nieuwe contract zijn niet zoo gunstig als die van 't oude con tract. Daarom kwamen wij op de ge dachte dat het misschien voordeeliger zou zijn en in 't belang van de ge meente als we ons bedrijf aan de PNEM konden overdragen. Wij heb ben daarover met de PNEM geconfe reerd en de voorwaarden waarop wij het G.E.B. kunnen overgeven zijn van dien aard, dat we in 't belang der gemeente kunnen adviseeren tot over dracht te besluiten. Hierna leest de voorzitter het ont- werp-contract voor en licht toe, dat een eventueel nieuwe overeenkomst met de PNEM voor het GEB een schade zou brengen van pl.m. f 1800. v. d. Sluis. Als ik een uitweg wist zou ik op de aanbiedingen van de P.N.E.M. niet ingaan. Ze knijpen je zoo samen dat je het bedrijf zelf niet meer exploiteeren kunt. Voorzitter. Maar we moeten niet vergeten dat ons net vernieuwing be hoeft, zoodat we dus zouden moeten beginnen met er opnieuw kapitaal in te steken. En dan zie ik in eigen exploitatie nog geen heil. Het G.E.B. heeft ons nog nooit eenig voordeel geleverd. v. d. Sluis. Neen, de gemeente heeft van het G.E.B. nog nimmer eenig voordeel gehad. Als we doorgaan met het bedrijf zelf te exploiteeren dan zie ik in, dat we volgend jaar den stroomprijs moeten verhoogen. v. d. Reijt. Bij overname door de P.N.E.M. hebben we alle zekerheid dat de stroomprijs gehandhaafd blijft. v. d. Sluis. Hier wordt weer eens duidelijk de machtspositie van de P.N.E.M. tentoongesteld; we kunnen niet voor of achteruit. Dat is een groote onbillijkheid. Zien we nu eens goed wat de P.N.E.M. doet. Wanneer wij het G.E B. handhaven, moeten we vanaf 1 Jan. a.s. den stroom duur der inkoopen, waardoor we de tarie ven moeten verhoogen. Van den ande ren kant zegt de P.N.E.M. ik wil het bedrijf wel overnemen; dan verbeter ik het net voor f 10.000—f 20.000, geef de gemeente nog eenige con cessies en blijf toch aan de verbrui kers voor hetzelfde tarief leveren. Hoe is dat logisch te verklaren? Ik wi daarmee niet zeggen dat ik tegen overgave van het G.E.B. ben, in de gegeven omstandigheden ben ik er voor. Ten slotte verzoekt spr. om in de overeenkomst van overdacht vast te leggen dat de concessie voor de Coöperatie te Drimmelen voor onbe- paalden tijd wordt verlengd en de Raad er nooit toe zal overgaan het bedrijf van Drimmelen over te nemen Spr. vindt zulks billijk. De Raad kan zich hiermede ver eenigen. Het lid Segeren Azn. komt ter ver gadering. De Voorzitter vraagt of de Raad het goedvindt, dat de heer Weijts, ambte naar bij de P.N.E.M. ter vergadering komt om toelichtingen te geven. Niemand der leden heeft hiertegen bezwaar, waarna de heer Weijts ter vergadering verschijnt. De heer Weijts begint met een op somming te geven van alle G.E.B die in den loop van eenige jaren aan ae P.N.E.M. zijn overgedragen. Spr. merkt ook op, dat men hier over 't tarief zeer fe&eden kan zijn. Made behoort tot de zeer weinige kleine gemeenten in ons land die zulke lage tarieven hebben. Rotterdam, een groot bedrijf heeft 't zelfde lichttarief als Made. Dan licht spr. toe dat men boven een zekeren norm, van de P N.E.M. licht kan betrekken voor 25 cent per K.W.U. De slechte toestand van 't net moet z.i. voor den Raad aanleiding zijn om het G.E.B. over te dragen, 't Garantie verbruik is voor Made teruggebracht van 5000 op 4000 K.W.U. Boven de 4000 K.W.U. krijgt men den stroom voor 15 cent per K'v!d?Sluis. Ik zit hier als raadslid en als bestuurslid van de Coöperatie van Drimmelen die met de P.N.E.M. een overeenkomst heeft. Ik heb de uiteenzetting gevolgd en gehoord welke concessies aan de ge- Stand van de Schoenfabriek „Martino" te Kaatsheuvel op de Groningsche Tentoonstelling. 4 nkenstr Abonnement De Stand van den Ned. Bond op de Groningsche Tentoonstelling. meente worden gegeven. Maar een dergelijke manier van zakendoen moet voor de P.N.E.M. toch zeer nadeelig zijn. Ik vrees daardoor in de toekomst een verhooging van de tarieven De heer Weijts licht toe, dat de P.N.E.M. geen bedrijf is waaruit winst gemaakt mag worden. De P N E.M heeft tot taak, de geheele provincie zoo economisch mogelijk van licht en stroom te voorzien. De zaken van de P N E.M. moet men z.i. daarom niet streng „Kaufmannisch" opvatten. v d. Sluis. Bij overdracht komt er misschien nog deze schaduwzijde; er is b v. een gehuchtje dat electrificaiie vraagt, de gemeente zal zeggen,'t zijn allemaal kinderen uit één gezin, we zullen ze helpen en aansluiten. Zal de P N.E.M. dat ook doen? - Weijts. Ja wel, mits de aansluiting rendabel is. Hierna verlaat de heer Weijts de vergadering. J Het lid de Wijs vraagt of de agent van het G E B.nu ook door deP.N.E.M. wordt overgenomen. Voorzitter. Dat zullen we dadelijk nog even vragen aan mijnheer Weijts. Na een korte herhaling van ver schillende hiervoren besproken punten brengt de Voorzitter het voorstel tot overdracht van het G E B. in stemming. Dit voorstel wordt m.a.s. aangeno men. - BBalf iïï -• u 7 Zonder schriftelijke toestemming is eenige overname uit deze rubriek verboden. Brieven en bijdragen voor deze rubriek te zenden aan OOM WIM, De Echo van het Zuiden, WAAL WIJK. DE KLEINE KONING. II. Des nachts dan scheen de maar. En overdag de zon. En iedereen bleef wakker Als hij niet slapen kon. De vogels konden vliegen, De visschen zwommen rond. De poes, die kon miauwen En blaffen deed de hond. De slager slachtte koeien, De bakker bakte brood, De kikkers speelden krijgertje Al in een boerensloot. 't Was alles zooals heden Zoo onder menscfe en dier. Er was verdriet e» jammer En blijdschap en plezier. De menschen en de dieren, Ze leefden rustig voort, Tot op een zeekTen avond De ruste werd verstoord. Dat kwam omdat de vogels Geen koning hadden nog. Zij waren, naar ze meenden, Zoo goed als menschen toch. Die hadden wèl een koning Sinds langen, langen tijd. Ze zouden er een zoeken Dat was een aardigheid. Dra vlogen vlugge boden. Door land van Zuid tot Noord. We gaan een koning kiezen, Zegt allen, allen 't voort t" (Wordt vervolgd). Aan mlfn longen. Zeg jongen, jij met je blonde kopje Toen je langs die oude boomen liep Gleed er een goudglans op je Zonnige blonde jongenskopje. Jongen, jij leek naast die oude Boomen een sprookje, zoo teer Alsof door de bosschen *ichsPrei^" Een herfst voor je voetjes, een gouden Bronzen bladerenlooper neer. Zeejongen,als je eenmaal groot zal zijn En je stapt weer langs die oude linden, Dan hoop Ik. M Weer op je blonde «on8e^°Pinden. TANTE LOUS. Mijn cerate Vliegtocht. ""k Was moe van 't spelen en toen ik naar bed was gegaan vlelikspoedig in een vasten slaap en -y-iknppl^ats We waren allen op de speelplaats voor de schoof en joelden en babbelden totdat we eensklaps een gegons en gezoem hoorden, van heb Ik jou daan Alle ooge.n gingen omhoog en daar zweefde een vliegmachine majestueus over de hulzen van ons dorp. -De meesten hadden nog nooit zooniding gezien en kelten hun oogen haast uit. De jongens echter, die „er verstand van hadden", zeiden: „Ze daalt En werkelijk ze schenen gelijk te hebben, want plotseling hield de motor stil, het toestel zweefde omlaag en kwam orecies terecht op het platte dak van onze school. Datwas me'n geschreeuw en gejoel van waar ben je me. Als de wind vlogen we allen naar boven en vonden den vliegenier bij zijn toestel, dat zooals hij zei, defect was geworden, 't Was echter weer gauw verholpen en toen vroeg de vliegenier of er een van ons lust had een eindje te \k niet, hoor," klonk het door elkaar „dat is mij te gevaarlijk". Dus niemand?" zei de vliegenier, dan zal ik maar weer alleen op stijgen". Ik dacht niet dat jullie zoo bailMaar ik ben niet bang. ik durf we mee", riep ik plotseling en trad moedig en beslist naar voren. „Zoo ventje, wou jij een eindje mee, stap dan maar in, hoor!" zei de vlie genier lachend. Ik stapte in. gevolgd door dent vlie genier en we stegen op, zoowat tot de hoogte van den kerktoren. En of ik Niet naar beneden kijken, hoor!" zei de vliegenier, „want dan wordt je dUi"eeg meneer-, antwoordde ik,maar kon toch niet nalaten stiekem eventjes over de rand te gluren. Jongen, jongen. wat was ik al hoog I Zouden de om gens me nog kunnen zien Ze zullen me wel bewonderen Ik werd opgeschrikt uit m'n gemijmer „Wat is dat' door een luid geratel, nformeerde ik. .Alweer hetzelfde gezeur was het antwoord. Het geratel hield maar niet op en Ik was al bang dat „de veer gesprongen was" want ik dacht niet anders of het dine liep, evenals eenspoortreintjecp een veer. Maar ik zag al heel spoedig, dat het veel erger was, want plotseling stond de schroef stil, juist toen we recht boven een fabriek waren. De machine duikelde hals over kop naar beneden en ik werd er uit gesmakt en kwam precies terecht op den harden rand van de hooge fabrieksschoor steen. „O, o Moeder, Moe gilde Ik.... la ioneen", was het nuchtere ant- woord,1 is er? Moet je je niet aankleeden, Je komt nog te laat op SChDat is tenminste beter, dan dat ik te pletter geslagen was tegen dien harden schoorsteen mompelde ik en kleedde me vlug aan. JOOP LEEMRIJSE. Ouders, lezen ook Uw kinderen ons Jeugdhoekje 7 i I I ■■■II I i rft 3tT j rXr-noü Mom WiiarPftiP

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1928 | | pagina 5