DE ECHO VAN HEI ZUIDEN Spierpijn Kloosterbalsem No. 84. Zaterdag 20 Oct. 1928. 51e Jrg- TWEEDE BLAD. GEMEENTERAAD. VLIJMEN Onder voorzitterschap van den Edelachtbaren heer Burgemeester v. d Ven vergaderde de Raad dezer ge meente, gisterenavond ten Raadhuize. Afwezig het lid van Wagenberg. 1. Ingekomen Stukken. a. Qoedkeuring van Ged. Staten tot wijziging der begrooting 192S. b. alsvoren, tot aangaan van een rekening-courant met de Bank v. Nederl. Gemeenten c. alsvoren. tot wijziging van art. 1 en 2 der brandverordening d. alsvoren, tot het converteeren van een geldleening bij het Algemeen Mijnwerkersfonds e. Mededeeling van proces-verbaal van kasopname bij den Gem. Ont vanger; in kas was en moest zijn f 19543.08 f. alsvoren, bij den administrateur van het G. E. B., in kas moest zijn f516.131/,. welk bedrag ook aanwezig W3S« Al deze stukken worden voor kennis- geving aangenomen. 2. Goedkeuring Rekening Burgerlijk Armbestuur. Namens de Commissie van onder zoek deelt de heer van Heesbeen mede, dat de rekening in orde it, bevonden. Conform voorstel wordt de rekening dan vastgesteld met de volgende slot- cijfers Ontvangsten f 10088 09'/s Uitgaven f 10893 32 Nadeelig slot f 805.2272 3. Voorstel tot het aangaan van eene overeenkomst in rekening courant met de Bank van Nederl. Gemeenten over 1929 De Voorzitter zegt dat men f25000 geraamd had, doch nu blijkt dat men met f 15000 kan volstaan. Overeenkomstig voorstel wordt be sloten. 4. Verzoek om een bijdrage van het Bestuur „Moederhert" Ginneken. Op voorstel van B. en W. wordt besloten een subsidie te verleenen van f 12 50. 5. Verzoek om, subsidie van de Harmonie „St. Cecilia" te Haarsteeg. De vereeniging wijst er op, dat een belangrijk deel harer leden in wijk C woont en bij feestelijkheden in Vlijmen de harmonie steeds medewerking ver leent. B. en W. stellen voor om een sub sidie te geven van f 25. v. Sprang Maar we scheppen daar door m i. een gevaarlijk precedent. In wijk D zullen er ook leden zijn die lid zijn van de harmonie van Nieuw- kuik. Die vereeniging zou dan met evenveel recht om subsidie kunnen vragen. Voorzitter U kunt wijk D niet ver- gelijken met wijk C. In C wonen ruim 300 inwoners meer dan in D en bovendien wonen de meeste bestuurs leden van de Harmonie van Haarsteeg onder Vlijmen. v. Buul. En de harmonie van Nieuw kuik zal hier geen feesten komen opluisteren. A. Boom. Ik heb 't toch wel eens gezien bij een gouden bruiloft. v. Engelen. Maar zal de liedertafel van Haarsteeg dan ook niet om sub- sidie komen? Voorzitter. Dat weet ik niet, maar we moeten de inwoners van wijk C gelijk behandelen als die van een ander deel in onze gemeente. v. Sprang. Ik sympathiseer ten zeerste met de harmonie van Haar steeg, maar door 't geven van een subsidie vrees ik een gevaarlijk prece dent. Een harmonie buiten de ge meente beschouw ik niet als een algemeen belang en daarom kan ik mij niet met 't voorstel vereenigen. v. Heesbeen. Ik kan de zienswijze van v Sprang wel deelen. Vandaag komt deze en morgen weer een andere om subsidie. Voorzitter. Als we konsekwent wil len blijven en onze inwoners op ge lijken voet behandelen, dan moeten we geven. v. Helvolrt. De meeste leden van de Harmonie wonen in Vlijmen, v. Halder. We zijn wel eenigszins verplicht om de gemeentenaren in Wijk C ter wille te zijn, maar van den anderen kant vrees ik een prece dent. Voorzitter. We zullen het voorstel van B. en W. in stemming brengen. In stemming gebracht wordt het voorstel verworpen met 6—4. Vóór stemden de leden: v. Buul, van Helvoirt, v. d. Udenhout en van Halder. 6 Vaststelling van de begrooting der Gemeente en van het G. E. B. dienst 1929 De volgende subsidies zijn uitge trokken. R.K. Politie-vakschoo" 's Bosch f 15. Federatie Wit Gele Kruis f 10. Vroedvrouwenschool Heerlen f 12.50. R K Militairenvereeniging Venlof 10. Bij de subsidie ad f 37 50 voor den onbezoldigd rijksveldwachter van de Wiel, merkt de voorzitter op dat van de Wiel niet meer in dienst is. v. d. Griendt. Worden zijn diensten nog wel eens gevraagd? Voorzitter. Neen, vroeger deed hij nog wel eens met kermis dienst, maar nu niet meer. v. Heesbeen. Hebt u dan ook geen recht meer om zijn diensten te vra gen? Voorzitter. Als hoofd der politie kan ik altijd zijn dienst vragen. v. Heesbeen. Wanneer U meent zijn diensten nog noodig te hebben, dan zou ik het zoo willen laten. Voorzitter. Als de Raad de subsidie wil bestendigen dan zijn we daar niet op tegen, maar Ik meende er even op te moeten wijzen, dat van de Wiel >een dienst meer doet. M. Boom. Nu B. en W. een bespre- king uitlokken zou ik willen vragen hebben B. en W. ook een voorstel? Voorzitter. Neen, ik maak er den Raad enkel maar op attent hoe de zaken staan. Later zoudt u kunnen zeggen: Waarom hebt u ons toen niet ingelicht. M. Boom. Wij zitten hier voor de bezuiniging en als v. d. Wiel geen diensten meer verricht dan vind ik een subsidie heelemaal overbodig Met algemeene stemmen wordt be sloten de subsidie van v. d. Wiel in in trekken. Adres van den Bijenhoudersbond om subsidie. Voorts verzoekt men om bij nieuwe boomaanplanting linde— boomen te gebruiken, als zijnde ook zeer vruchtbaar voor bijen. Conform voorstel van B. en W. wordt besloten aan genoemden bond een subsidie te verleenen als over 1928. De vraag van boomaanplanting wordt nog even aangehouden. De Voorzitter vraagt of er ook leden zijn die algemeene beschou wingen wenschen te houden. Het lid van Sprang zegt de begroo ting te hebben bekeken. Misschien zou bij 't een iets af en bij 't ander ets bij kunnen, maar spr. wil daar niet bij stil staan. Hij hoopt, dat het toekomstige jaar gunstig zal zijn en alle posten van de begrooting zoo zuinig mogelijk beheerd zullen worden. Spr. durft vertrouwen dat B. en W. zullen samenwerken om de gemeente crachtiger te maken en den belasting druk te verminderen. M. Boom. Ik kan me wel aansluiten bij 't gesprokene van v. Sprang Ik heb hier nog een klein staatje met enkele opmerkingen, maar zal daar nu maar van afstappen, in de hoop, dat een zuinig beheer betracht zal worden. Over een ding zou ik toch wel even iets willen zeggen. We heb ben een zeer groot grondbezit dat echter veel te weinig rente opbrengt. We moeten eens nagaan of hierin ook verbetering is te brengen. De bladen hebben vroeger al eens ge schreven, dat de gemeente 1 millioen aan grondbezit heeft. Nu zal dit wel niet heelemaal juist zijn, maar ver blijven we er niet af. Er zijn per ceelen, die bijna geen rente opleveren, zouden we die niet beter kunnen verkoopen om oude schulden af te doen in de toelichting wordt door B. en W. gezegd, dat de belasting reeds tot de helft is teruggebracht en vooreerst geen nieuwe verlaging mogelijk is. Zeker de belastingdruk is verminderd maar voor 't platteland toch nog veel te zwaar. De verlaging van de opcenten der personeele belasting komt enkel de meergegoeden ten voordeel. Ten slotte vraagt spr. een lande- rijen-commissie in te stellen om te onderzoeken of het grondbezit meer productief gemaakt kan worden. Voorzitter. Jk dank u voor 't ver trouwen in B. en W. en ik geef ude verzekering, dat we alles zoo zuinig mogelijk zullen beheeren. Dan merkt spr op, dat men eigen lijk een misgreep heeft gedaan met de te late helfing van Gem. Ink. Bel. Even roert spr. aan de financieele verhouding tusschen Rijk en Gemeente. Een becijfering kan spr. nog niet geven, omdat alles nog te vaag is. Het lid v. d. Griendt geeft aan B. en W. in overweging naar beter bestratingsmateriaal uit te zien en dat aan de huidige eischen van het stijve spieren Geen goud zoo goed" zwaar en snelvervoer voldoet. Voorzitter. We hebben er al voor 2 jaar op gewezen. De oude wegen constructie is niet voor 't huidige verkeer ongeschikt. Als we met platte keien willen bestraten, dan komt ons dat op f8 per M2 bij een weg- breedts van 31/» M., kost ons dus één strekkende Meter f28— We hebben 11 K M. harde weg, nemen we aan om elk jaar 1 K.M. te ver harden en een leening aan te gaan voor 40 jaar, dan zouden we elk jaar f9000 moeten uitgeven. v. d. Griendt. Dan zal er voor eerst nog wel niets van komen. v. Sprang, in de Gem. rekening is mij opgevallen, dat er zoo'n groot bedrag is uitgetrokken voor verwar ming der Openbare School. Ik zag bijv. dat er voor musterd 15 cent per stuk wordt uitgegeven en er per dag ll2 mud kolen noodig is. Ik hoop dat B. en W. hieraan hun aan dacht eens willen schenken. Voorzitter. We zullen dat eens onderzoeken. Hierna werd de begrooting m. a s. vastgesteld. 7. Vaststelling vermenigvuldigings- cijfer H. O. 1929-'30. Conform voorstel van B. en W. wordt het vermenigvuldigingscljfer vastgesteld op 0.6, Het lid van Sprang vraagt naar de mogelijkheid tot verhooging der op centen der personeele belasting en van den anderen kant verlaging der G. I. B. Voorzitter. Als we de personeele belasting met 30 of 40 opcenten ver- hoogen, dan zouden we plm. f 1000.- kunnen aanwenden voor verlaging der G. 1. B. Maar over de geheele gemeente is dat bedrag zóó gering, dat 't niet van invloed is op ons vermenigvuldigingscljfer. 8. Voorstel van .Burgemeester en Zonder schriftelijke toestemming is eenige Brieven en bijdragen voor deze rubriek te zenden aan OOM WIM, De Echo van het Zuiden, WAAL WIJK. CORRESPONDENTIE. Antoon van L.t Waalwijk. Werkelijk Antoon, dat vond ik heel aardig van je, dat je me met een vriendelijk briefje en een partij raad seis kwam verrassen. De raadsels vind ik leuk en ais we de volgende maand een raadselwedstrijd houden, dan zal ik eens kijken welke ik kan plaatsen. Schrijf me nog eens een briefje en vertel dan eens hoe jij en je broertjes de vacantie hebben doorgebracht. Doe wederkeerig de hartelijke groe ten aan je ouders en je broertjes Voor jou, jonge vriend, een stevige handdruk. Piet. Hartelijk dank voor goede wenschen. Niet erg, dat je niet op tijd waart. We kennen elkaar immers! Alexander is welkom en ik accep teer zijn medewerking heel graag Fijn, zoo'n jongmensch met een levend enthousiasmeIk verwacht spoedig meer van jou en van hem. Bij voor- baat dank. Ben je aan M. O. Duitsch begon nen? Succes! Spoedig schrijf ik een brief. Tot ziens! DE KLEINE KONING. VI. Het was een ooievaar, Die plaats nam bij den steen, Hij overzag de schaar Van vogels om zich heen. overname uit deze rubriek verboden. „'k Heb in mijn lange leven" Zoo sprak hij, veel gezien. Door hier een raad te geven Kan 'k helpen u misschien. Wij moeten rustig blijven. Niet schreeuwen door elkaar, Want. gaan wij kaak'len, kijven, Dan komen we niet klaar. De vorst, dien wij begeeren, Moet krachtig zijn en groot. Dan kan hij streng regeeren En helpen ons in nood. En moedig moet hij wezen, Voor geen gevaar beducht. Dat menschen zelfs hem vreezen Als koning van de lucht. Nu kunnen wij gaan zoeken, De heele wereld door, In d' allerverste hoeken, Maar da's niet noodig, hoor! Want weten we niet allen, Wie aan onz' wensch voldoet? Op wien de keus moet vallen, Wie kracht bezit en moed? Komt, kiezen wij eendrachtig, Tot onzen vorst en heer, Den aad'iaar fier en krachtig, Hem zij gebracht de eer!" Wordt vervolgd. Een drama In de lucht! door Alexander. De torenklok liet negen dreunende slagen hooren, toen mijn vriend en ik. onze afspraak getrouw, mijn kamer verlieten en ons spoedden naar het dichtbij gelegen vliegveld, waar over dag de oefeningen werden gehouden. Het was reeds zoo goed als donker. Op het vliegveld was het stil, in tegenstelling met iet daverend lawaai van oveidag. De hangars waren ge sloten slechts in het midden van het veld verhief zich een donker gevaarte, waaromheen eenige mannen stonden Dit was een luchtballon van m'n vriend George en waarmee we dien nacht een tocht zouden maken. Mijn vriend was een bekend sterrekundige en had daarom dezen helderen nacht gekozen om met den luchtballon eenige sterre kundige waarnemingen te doen. Hij had dit soort lucht—vervoermiddel gekozen omdat wij dan, op een be paalde hoogte gekomen, zouden kun nen blijven stilstaan om onze opname te doen. 8ovendien konden wij nu zonder hinder met elkander spreken, wat bij het geronk en geraas van een vliegtuigmotor zeer bezwaarlijk is. Nadat George alles nog eens goed gecontroleerd had en constateerde dat alles in orde was, stapten wij in den gondel, waarin onze waamemings instrumenten al waren opgeborgen. Wij gaven het sein van vertrek; de mannen, die de touwen van den ballon vasthielden, lieten deze langzaam glippen en eindelijk geheel schieten, en langzaam stegen we omhoog, zagen de lichten der stad hoe langer hoe kleiner worden en eindelijk geheel en al verdwijnen. Nadat wij enkele zandzakken overboord geledigd had den, stegen wij tot ongeveer 2000 M., de hoogte, welke George had bepaald om zijne opname te maken. Het was helder weer met volle maan en on noemelijk veel sterren schitterden aan het firmament en vervolgden hun eindelooze baan door het onmetelijke luchtruim. De stilte op die hoogte is als 't ware hoorbaar. Niets op onze vlucht naar hoogere regionen verbrak die, dan het kraken van de touwen en het trekken en schuren van het taft van onzen reusachtigen ballon. Tot mijn verbazing merkte ik echter, toen wij reeds meer dan de bepaalde hoogte hadden bereikt, dat George nog steeds bezig was de ballast over boord te werpen, en tot mijn nog grootere verbazing zag ik bij 't licht van mijn lantaarn, dat de hoogtemeter reeds een hoogte aanwees van 3200 Meter. Wat nu? Zou George er geen erg in hebben dat hij reeds veel hooger was dan zijn plan eerst was Veel te hoog voor een luchtballon om zonder gevaar weer te kunnen dalen. Of zou.... Een ontzettende gedachte maakte zich van mij meester. Ik riep hem, doch hij keek niet om. Ik zag alleen zijn rug; over den rand van den gondel gebogen stond hij in de peiilooze diepte te staren inplaats van naar boven, waar toch zijn studievelc was. Toen, ziende dat hij mij niet hoorde, ging ik naar hem toe, klopte hem op den schouder en zeide op bezorgden toon: „Zeg, George, weet je wel dat we reeds veel te hoog zijn? Wat ben je eigenlijk van plan?" Nooit zal ik den blik vergeten waar mee hij me aanstaarde toen hij zich naar mij toekeerde. Van zijn oogen was haast niets meer te zien dan het wit alleen, zijn haren woeien hem verward om de klamme slapen, zijn mond was bedekt met schuim en hij siste mij toe: „3200 Meter, hé, kerel", en toen barstte hij plotseling uit in een krankzinnig gelach: „En wat ik van plan ben? Hooger. steeds hooger wil ik, exelsior". Vreeselljk! Op bijna 4000 Meter hoogte alleen in den gondii van een luchtballon met een krankzinnigen metgezel. Weldra, als wij nóg hooger gingen, zouden wij buiten de aan trekkingskracht van de aarde komen en aan het heelal, dus aan den dood, zijn prijsgegeven. Ik voelde reeds, ondanks mijn doelmatige uitrusting, dat de lucht ijler werd. Een gonzen in mijn hoofd waarschuwde mij dat tk het geen 1000 Meter meer uit kón houden. Er moest gehandeld worden. Op dat oogenblik wierp George de laatste zandzak over boord en keerde zich naar mij met een moordzuchtigen blik in zijn oogen, dien ik direct begreep. Want alle ballast was nu uit den gondelletterlijk niets was er meer in dan wij, twee vrienden,doch nu vijanden, omdat de een den dood zocht en de ander dien ontkomen wilde. Want George wilde nog steeds hooger, had hij immers gezegd, tot hij niet meer kon? En terwijl alles reeds overboord was geworpen, zou den wij dus op deze hoogte blijven zweven, konden wij niet meerstijgen, tenzijIets was er nog in den gondel, dat er nog uit kon en waar door George dus nog hooger zou kunnen stijgen 1 Dat iets was... ik. Dat snapte ik direct, merkte dat aan den blik, waarmee hij mij van onder zijn verwarde haren aankeek, toen hij in gebukte houding naar mij toesloop. Ik vatte zijn toeleg. Hij wilde mij „duiken* en zoodoende over den rand van het schuitje in de peiilooze diepte werpen. Snel stapte ik opzij en tastte met mijn hand naar het kraantje boven mijn hoofd, waardoor ik het gas zou Kunnen laten ontsnappen, zoodat wij zouden dalen. Op datzelfde oogenblik echter, toen mijn hand het kraantje vatte en omdraaide, was George bij mij en greep mij beet. Een mes flik kerde in zijn hand. Het ging nu leven om leven. De krankzinnige had nu reuzenkrachten gekregen en wierp zich met zijn volle gewicht op mijik hoorde zijn adem sissend vlak bij mijn ooren, zag in het maanlicht zijn wild- rollende oogen met een angstaanja gende uitdrukking, voelde de punt van het moordende, vlijmscherpe mes mijn arm schampen, doch tevens hoor- de ik, gelukkig, het verlossende geluid van 't ontsnappende gas uit den ballon. Wij daalden! Doch George bemerkte het ook, liet mij los, sprong op en wilde het kraantje dichtdraaien, in zijn hand flikkerde nog het mes en plotse ling, vóór hij of ik het konden ver hinderen, kwam door zijn woeste, onbesuisde bewegingen, het mes in het taft van den ballon en veroorzaakte daar een groote scheur, waardoor het gas fluitend ontsnapte. Redding was nu niet meer mogelijk. Met ontzettende snelheid schoten wij als 't ware naar beneden, wij vielen letterlijk. De krank zinnige had zich weer op mij gewor pen, met reusachtige kracht tilde hij mij hoog boven zijn hoofd, over den rand van den gondel!Zijn gillen ver mengde zich in den donkeren nacht met het fluiten van het ontsnappende gas en het suizen van den ballon door de luchtlagen. Toen liet hij mij los en ik viel, steeds dieper en dieper, totdat Met een schok zat ik overeind in mijn feauteuil. mijn krant was in mijn slaap uit mijn vingers geglipt en op den grond gevallen en het gillen werd veroorzaakt door den fluitketel, die verkondigde, dat het water voor de thee kookte. Ouders, lezen ook Uw kinderen ons Jeugdhoekje? dadelijk wrijven met het cenlge middel dat tot diep in Uw ■pieren doordringt en U snel weer lenig maakt» Akker'»

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1928 | | pagina 5