II Dimes- en HeerenkapDer Heeren- en Kintierkleedin] Magazijn „De Adelaar". Hoed of Pet Bernard Vaes li „Het Anker" Dat Is JE ADRES. H. VERHULST, FEUILLET OH Het adres voor 1e klas Vakkundige bediening. VOOR HANDEL EN INDUSTRIE. ta 's-Hertogentooseh Ridderstraat 7, APARTE salons. Het aangewezen adres voor Uw is Hooge Steenweg 14 - DEN BOSCH. - (Naast ijzerhandel Van Miert) Voordeeltger als elders. Zondags tot 12 uur geopend. Voor naar Vughterstr. 65, DEN BOSCH. Nieuwste dessins: Vesten, Pullovers. Chique Shawls, Slobkousen, Handschoenen. Zelf- bmders, (ook luxe verpakking) Pochets, Zakdoeken. Garnituur als Das met Pochet of Bietels met Sokophouders in ruime keuze. Heerenmodemagazijn DEN BOSCH Telefoon 851. Markr 5. een inzending Chinchilla's onder zware concurrenile den 3tn prijs. NIEUWS UIT HEUSDEN. Heusden, 10 Jan. '29. Den heer H. v. d. Pol, klerk ten kantore van den heer Rijksontvanger der Dir. Bel., is op verzoek met in gang van 1 Febr. eervol ontslag ver leend. De heer H. J. Merkx slaagde o m. te Arnhem voor het diploma Fransche Handelscorrespondentie van wege de vereeniging van leeraren. Donderdagmorgen had een begin van brand plaats in de Herptsche straat ten huize van v. E. Spoedig was de handbrandspuit ter plaatse aanwezig, waarmee de brand in zijn begin gestuit werd. Zmdag 20 Jan. e k. hoopt de R.K. Fanfare haar 2e groote winter- uitvoering te geven met welwillende medewerking van de R.K. Tooneel vereeniging .Kunst en Vermaak". ONZE MOEDERTAAL. „Waai" der vad'ren schoone taal ..klinkt met lield're kracht. „Waar men, kloek en fier van aard „vreemde praal veracht". de openbare lichamen, die hierin een praten van na-dessert" of „bloem- goed voorbeeld zouden kunnen geven, bouquet"? het al even loont maken als d,e rest. j Laten we nu echter eens gaan zien, Leerzame hoofdstukken in dagbladen i waaraan die zucht tot het gebruiken zijn zeer vaak voor ongeletterde men- van vreemde woorden is toe te schrq actie geeft, 'tis een durf geweest van „O.K." „de Waterduivel" aan te dur- ven, doch we weten er zitten goede krachten in en de leidmg is bij den heer v. Engelen uit Waalwijk in goede handen We hopen dat „O K." Zondag een druk bezoek krijgt. Tooneel. In Euphonia treedt Zondagavond het Tooneelgezeischap .Bakker" op. zich noemende het oudste tooneelge zeischap uit Nederland. Opgevoerd zal worden .de Orgel draaier en zijn Pleegdochter, een be kend tooneelwerk van boetende schoonheid, Waar Kaatsheuvels pu bliek tegenwordlg goed tooneel op prijs weet te stellen, verwachten we bij Euphonia wederom een goed be zette zaal. Bekroond. Op de Int. Piuimveetentoonstelling te Tilburg behaalde de heer H van Woensel met een inzending Patrijs Leghorns den len en 2en prijs en met Dit gedeelte van het schoone Lim- burgsche v-olkslied heeft mij bezield bij het schrijven van onderstaande re gelen. Zooals blijkt uit het opschrift, zal mijn opstelletje handelen over on ze Nederlandsche taal en wel in het bijzonder over het meer of minder goe de gebruik, dat men ervan pleegt te maken. Het is natuurlijk niet mijn be doeling om iets te schrijven over taal- of spelfouten, maar, kort en goed ge zegd,i, een aansporing tot het weren van vreemde woorden en gezegden uit onze taal. Het is in het geheel geen nieuw ge luid", dat de lezer zal te hooren krij gen, integendeel. Er is in den loop der jaren al genoeg daarover geschreven en gesproken, tot dusver echter met weinig gevolg. Eenieder, die in het da- gelijksch leven zijn oogen en ooren den kost geeft, kan er zich van overtuigen, dat het gebruik van vreemde woorden en gezegden in onze taal niet vermin dert, doch veeleer toeneemt. Wanneer men de straten onzer ste den en dorpen doorwandelt en de win kelopschriften en uithangborden zoo eens bekijkt, dan wordt men nog steeds getroffen door woorden als: coiffeur, confiseur, "patissier, tailleur, engrtfs, en détail, opticien, café, restaurant, urinoir, entrée en dergelijke. Ook in het dagelijksch leven zijn de gesprekken vol van vreemde gezegden. Men zegt iemand bonjour of bon- soir, men feliciteert, condoleert en complimenteert elkander. Men is ge agiteerd, gereserveerd, geparenteerd, consequent, content, nerveus, scrupu leus, enthousiast, pedant, origineel, enz. Men maakt visite's, men excuseert zich en compromitteert zich. Men vindt iets elegant, chic, magnifique, char mant, ordinair, romantisch, fantas tisch, interessant of typisch. Er wordt gecorrespondeerd, geïnviteerd, gedispu. teerrl. gequalificeerd, geapplaudi- seerd en ook gedéjeuneerd, gedineerd, geluncht en gesoupeerd. Het ergste is echter, dat de pers en von ,JDE MOHO VAN HUT ZUIDEN". schen geheel ongenietbaar door de vreemde woorden, waarmede ze zijn doorspekt. En kunnen zeer gebruike lijke woorden als colporteur, journa list, interview, annonce en brochure niet zeer goed door Nede|rlandsehe woorden worden vervangen? Het nieuwsblad is toch even goed voor het ongeletterde deel der bevol king gedrukt als voor het meer ontwik kelde gedeelte. Wanneer we bijv. de gemeenteraads verslagen doorlezen, dan staan ook deze vol met „stadhuiswoorden". Er zijn toch zéér veel menschen die geen raad weten met woorden alsminu tieus, correctie, mutatie, rectificatie, restitutie, reductie, comptabiliteit, promotie, adjunct, substituut en meer dergelijke vreemde woorden, die we dagelijks onder de oogen krijgen. Het is werkelijk jammer, dat pers en open bare lichamen de vreemde'woorden en gezegden als het ware helpen inburge ren in onze taal. Moesten deze instel lingen niet eerder met elkaar wedijve ren om de Nederlandsdie taal zooveel mogelijk „van vreemde smetten vrij" te houden? Een ander euvel is tegenwoordig al evenzeer aan het vorderingen maken. Ik bedoel het vervreemden van onze aloude Nederlandsche voornamen. Al les schijnt tegenwoordig mooier te zijn dan een Nederlandschen voornaam te» hebben. Onze Hollandsche jongens hee. ten niet meer Jan, Willem, Piet, Ger- rit, Tijs, Koos, Hendrik of Karei, maar Johny, Willy, Tony, Pierre, Gerard, Mathieu, Jacques, Harry en Charles. En waar zijn onze Marie's, Anna's', Mina's, Dina's, Jaantje's, Fientje's, Koosje's, Jansje's, Leentje's en Griet- je's gebleven? Ze maken al meer en ven. We behoeven daarvoor niet lang te zoeken. De hoofdrol speelt voorzeker de ij delheid. Men wil geleerd schijnen, men wil laten zien dat, of het doen voorkomen alsof men geleerd is. Schrijver dezes bekleedt een betrek king in het kantoorleven en herinnert zich nog heel goed den tijd, dat hij als jong broekje op het kantoor kwam. Wanneer ik destijds uit ingekomen brieven of uit boeken en dagbladen vreemde woorden en uitdrukkingen opdiepte, dan haastte ik me deze bij de eerste de beste gelegenheid, die er vaak met, de haren werd bijgesleept, op mijn beurt aan te wenden. Ik was dan wht voldaan over de vorderingen in de stelkunst, die ik hierdoor meen de gemaakt te hebben. Dat ik daarbij ook menigen flater beging, is begrij pelijk, doch dat schrikte me in het ge heel niet af. En wat men zich jong aanwent, dat leert men op verderen leeftijd slecht af. Als ik thans, nu ik me voorgenomen heb, om de vreemde woorden) zooveel mogelijk te vermijden, een brief wil schrijven, dan ondervind ik dit het meest. Waar ik als jong maatje als het ware ging zoeken naar vreemde woorden, om deze in de plaats van Nederlandsche aan te wenden, daar moet ik thans het tegenoverge stelde doen. En zooals het mei mij ge gaan is, zoo zal het met velen zijn ge gaan. Zooals ik reeds bij de voornamen opmerkte, wordt ook een groote rol ge speeld door de na-aperij. Over deze na- aperij zal ik niet verder uitwijdeneen ieder is in het dagelijks leven volop in de gelegenheid om op dit gebied waar nemingen te doen. Nn ik zoover ben, znllen we eens pers. Wanneer schrijvers en verslagge vers van bevoegde zijde eens een aan sporing ontvingen om zoo min moge lijk van vreemde woorden gebruik te maken, dan zouden er reuzenschreden in de goede richting worden gezet en dan zouden de nieuwsbladen ook voor de minder ontwikkelde menschen beter zijn te lezen. Ten slottej nog het volgende. Ik ontveins het me niet, dat er zul len zijn, die na lezing van het voor gaande zullen zeggen, dat meerdere van de door mij als voorbeeld genoem de en als afkeurenswaardig bestempel de woorden, in een Nederlandscb woor denboek voorkomen. Dit mag zoo zijn en ik acht me niet bevoegd om te be- oordeelen of 'n vreemdklinkend woord al of niet wordt geacht in de Neder landsche taal te zijn opgenomen. Dat laat ik aan anderen over. Ik wil onmid dellijk toegeven, dat er verschillende vreemde woorden in onze taal gebruikt worden, die kwalijk door een Neder- landsch woord zouden zijn te vervan gen. Maar dit weet ik zeker en om dit te beoordeelen acht ik me wèl bevoegd, dat onze taal woordenrijk genoeg is, om voor verreweg de meeste vreemde woorden die gebruikt worden, een Ne derlandscb woord in de plaats te kun nen geven en dat het jammer zou zijn, als men voortging onze schoone moe dertaal met allerlei vreemde woorden te verbasteren. Daar is ze te goed voor. Als dit stukje ertoe heeft kunnen medewerken om het vreemde-woorden- gebruik in onze taal te verminderen, dan is ten volle het doel bereikt van BARTJE. meer plaats voor Hélène's, Thérèse's, i gaan zie n, wat er gedaan kan worden Jacqueline's, Jeanne's, Jeannette's, j om het gebruik van vreemde woorden Sjaana's, Mia's, Lola's, Miepe's, Loe- j tegen te gaan. ki's, Beppie's, Gerrie's en weet ik het j In het algemeen is het beste wapen, wat al meer. En in negen van de j om een slechte gewoonte te bestrijden, 10 gevallen is het louter na-aperij. j het goede voorbeeld. Wanneer velen Ik ken verschillende jongejuffrou- van, ons, ieder voor zich, het gebruiken wen die altijd Jaantje geheeten heb- - ben, maar zich tegenwoordig „Jeanne" laten noemen, wat trouwens glad ver keerd is, want Jeanne is de Fransche benaming voor Johanna, maar niet voor Adriana. Hieruit blijkt dus ook al, dat het somtijds gevaarlijk is, zich van vreem de woorden te bedienen, als men in dat opzicht niet vast in de schoenen staat. Zoo was er eens iemand, die vond, i dat hij er met zijn nieuwen hoed net uitzag als een individu. Een ander vond het vuurwerk zoo'n fantaziek ge zicht en een schoenmaker klaagde zijn nood, dat het zoo slap was met de ma laise. En hoe vaak ook hoort men niet Ingezonden Mededeelingen. Voor Allen die Sokkelen met Verstopolng of moeilijken, tragen en onreg lmatigen Stoelgang zijn Mtlnhardts Laxe erf ablet ten onmisbaar. Werken vlug zonder kramp of pijn Bij Apothekers en Drogisten. Doos 60 ct NAAR HET ENGELSCH. J. SCHEEPENS. 81. „Lieveling, ge zult weer geloof in me hebben!" sprak Bell hartstochte lijk. „Als gij nog je altijd evenzeer be kommert om mijt zooals ik het om jou doe, zeer zeker. Doet ge dat ook?" De vraag kwam even openhartig als onverwacht. Enid rilde en aarzelde. Dan legde Beil zacht de hand op haar arm. „Spreek", zoo zei hij, „ik ga alles spoedig ontwarren en mijn naam zui veren van alle onverdiende smet en blaamMaar, als gij niets meer om mij geeft, dan laat dat alles me ook koud! Spreek Enid, ik bid het je!" „Ik hen niet een van die vrouwen, die zoo gemakkelijk veranderen of liefde veinzen. Ge kent me daarvoor genoeg", wedervoer zij, „God sta me bij!" Bell behoefde niet meer dan deze verzekering van haar lippen. Hij slaak te een diepen zucht van verlichting en ging dan weer voort: „Wijs mij dan den weg, ik geloof dat ik nog juist bijtijds hier hen geko men. Overal heb ik naar je gezocht en *3 vind ik j« ten preei aan de diepste smart. Toen ik je tante, heb leeren ken nen was zij de opgeruimdheid en de lieftalligheid zelve. Zooals ik thans heb vernomen is ze geheel ingestort en lijdt zij Verschrikkelijk, zooals gij al len trouwens lijdt onder een onuit staanbare tyranuieke verdrukking". „Ach, als ge eens wist welke die smart is, Hatherley!" Voor het eerst sprak zij zijn naam uit, en het deed Bell ongetwijfeld goed, want hij kon zich niet weerhouden haar dankbaar de hand te drukken en te zeggen: „Hatherley! Hoe heerlijk klinkt die oude naam weer van je lippen, Enid. Niemand heeft me ooit meer zoo ge noemd sinds onze scheiding nie mand. En te moeten denken, dat ik jaren naar je gezocht heb, terwijl Miss Ruth Gates me zoo gemakkelijk den sleutel van het geheim van je verblijf plaats had kunnen verstrekken. En waarom hebt ge mijn vriend David Steel in zulke onaangename verwikke lingen betrokken? Waarom hebt gij... Wat is dat Er liep in de verte iemand over het kiezel in den tuin en er werd een stem gehoord, die om hulp riep. Enid luis terde scherp in de richting van waar de schreden klonken. „O, dat is Wlliams, de oude huis knecht, die van de stallen komt", zei ze gerustgesteld. „Ik heb het zoo we ten te treffen, dat de twee grootste waakhonden onzen dierbaren neef Re ginald Henson onder bewaking hou den, die nu om Williams roept, om er van te worden bevrijd, want dat is geen aangenaam gezelschap. Maar de hemel beware ons! Als Reginald vrij komt en lïet huis weer kan hinnen- van vreemde woorden en zegswijzen zouden nalaten, dan zouden er alras meerderen tot navolging van dit goede voorbeeld worden aangespoord. Bij de Nieuwjaarskaartjes die ik in het begin dezer maand ontving, was er een van een vooraanstaand ingezetene onzer ge meente. Op de adreszijde van dit. kaart je stond, inplaats van de zeer gebrui kelijke afkorting „E. V." of van het stijve „Alhier", eenvoudig vermeld „Hier". Dót is een goed voorbeeld en zal ook wellicht niet nalaten navolgers te vinden. Het klinkt in het begin wat kortaf, maar dat is ook alleen de schuld van den tot dusver gevolgden verkeerden sleur. En nu moet ik nog eens terugkomen op de pers en de openbare lichamen. Deze zijn op de eerste plaats de aan gewezen, instellingen om de goede rich ting aan te geven. Mijns inziens ligt het dan ook op den weg der besturen van Rijks- of Gemeente-instellingen om het gebruik van vreemde woorden in ambtelijke stukken en bescheiden te gen te gaan. Hetzelfde geldt voor de SPORT. H. E. C. Wegens terreinafkeuring ging de wedstrijd H E.C.—Bredanla op Zondag 6 Jan. niet door. Deze ontmoeting blijft echter vastgesteld zoodat de sportliefhebbers nog deze wedstrijd te wachten staat. Ons eerste elftal moet Zondag a.s. naar Sittard om daar een competitie wedstrijd te spelen. Indien het weer zoo blijft als nu zal er echter weinig van terecht komen. Ons tweede elftal moet dien dag spelen tegen Wapen van Heusden op het HEC-terreln en zal om bovenge noemde redenen ook wel niet door- gaan. HEEREN WINKELIERS en ZAKENMENSCHEN! Maakt ge uw reclame-budget op, ruimt dan een flinke, ruime plaats in voor geregeld ad vertee ren in dit blad, dat in Waalwijk, de Langstraat en Omgeving al gemeen gelezen wordt. DRAiSMA *YATi* VALKENBURG'S LEVERTRAAN*: LEEUWARDENS sluipen, zijn wij geruïneerd. Dan is alles vergeefschVolg me nu zoo goed en kwaad als ge kunt!" Enid sloeg een smal, aan weerszij den dicht met groene heesters begroeid tuinpad in, het aan Bell overlatende haar op haar schreden te volgen. Op eenigen afstand stond Henson onge duldig om hulp te roepen, nu en dan begeleid door het gebrom der beide waakhonden, als hij wat te veel bewe gelijkheid toonde. Williams, die de si tuatie begreep, haastte zich volstrekt niet en had schik in de vernedering en de gevangenschap van den vijand. Van uit het huis kwamen de tonen van een hartstochtelijk gezongen lief des-romance. Een paar andere waakhonden, even min van de kleinste soort, kwamen dof brommend op Bell toegerend en legden hun grimmigen snuit tegen zijn knieën aan, gereed om toe te bijten als hij zich nog durfde verroeren. Een koude' rilling voer Bell door het li chaam toen hij zoo gedwongen werd stil te blijven staan. „Die ellendige beesten!" mompelde hij. „Margaret Henson is niet wel bij het hoofd om die vreomde gevaarlijke beesten hier zoo maar vrij te laten rondloopenZóó wou je al bijten? Goed, ik zal me niet meer verroeren ookAls Enid nu maar begrijpt, hoe het hier met me gesteld is! Want als ik roep is de zaak bedorven! En, in het andere geval kan ik hier nog een gezellig uurtje doorbrengen. Laten we het beste er maar van hopen!" i Intusschen had Enid Williams ont moet. Ze hield haar vinger gebiedend j op de lippen. „Geen woord!" fluisterde zij hem toe. „Henson wordt door de honden in bedwang gehouden. Hij moet zóó blijven staan totdat ik je het signaal geef de honden te gaan halen. Ik weet dat je op zijn geroep bent afgekomen, maar ga niet verder." Williams was het volkomen met den maatregel eens. Alles wat er toe bij droeg om den gehaten Reginald Hen son het leven zuur te maken, verschaf te hem een buitengewoon genoegen en daarvoor was hij altijd te vinden. „Uitstekend, Miss!" stemde hij toe, „Die man verdient niet beter! En j haast u maar niet hoorDat is een ge- j valletje dat nieti overhaast moet gebeu. j ren. Ik heb geduld genoeg en ben van- avond stokdoof!" Williams verwijderde zich opnieuw in de richting van de stallen, maar zijn doofheid was toch niet van dien aard dat hij Henson niet in de verte hoorde kreunen en vloeken tegen de honden. Enid liep ijlings het pad weer terug en vond Bell in gezelschap van de twee honden, die hun snuiten nog steeds dicht tegen zijn knieën hielden aange drongen. Zijn gelaat was bleek en hij glimlachte even toen hij Enid aan zag komen. Toen legde de laatste een hand op het hoofd van eiken hond en deze renden als groote dolle katten in woes- ten ren elkaar door het dichte kreupel hout achterna. „Kom nu mee!" fluisterde zq. „Er valt geen tijd te verliezen!" j Weldra bereikten zij een zijdeur en begaven zich voorzichtig naar binnen, alle gerucht vermijdend. In de huiska mer klonk muziek en zang; buiten hoorde men het gehuil en het woedend gebas der waakhonden. Enid trad de kamer binnen, gevolgd door Hatherley Bell. Onmiddellijk werd het gezang ge staakt. Toen Enid haar tante aanzag, bemerkte zij wel, dat die starende glans uit dezer oogen was verdwenen en plaats had gemaakt voor een verstan- digen, vriendelijken blik. Voor eenigen tijd althans had de muziek haar aan haar mijmeringen en haar droefgees tigheid onttrokken, zoo meende Enid. „Hier is dokter Hatherley Bell, die u op komt zoeken", zei Enid op ge- dempten toon. Als een standbeeld stond Margaret Henson van de piano op. Op haar ge laat was geen uitdrukking van vrien delijkheid en verwelkoming, geen ver wondering ook, doch niets dan diepe, onuitsprekelijke minachting. „Ik heb geslapen", sprak zij, en streek zich met de hand droomerig over het gelaat. „Zeven lange jaren heb ik in een droom geleefd. Enid heeft me weer tot de muziek gebracht, van avond, en het heeft een wondervolle, verkwikkende uitwerking op mijn hart gehad en nu ben ik opnieuw wakker. Herinnert ge u, Hatherley Bell, nog „Wiegelied"? Ge waart er ook, bjj de laatste uitvoering. Dat was een geluk kige avond, dej laatste gelukkige avond die ik ter wereld heb beleefd!" „Ik kan het me nog levendig herin- i neren, lady Littimer", zei Bell. (Wordt vervolgd). MmmmMmmmmMmmmmrnmimmmmmmmmeiiBKmmmmimammmiammmmmmem

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1929 | | pagina 7