de m in mi raw
No. 18. Zaterdag 2 Hrt. '29. 52e Jrg.
TWEETdE BJjVD.
HET GEHEIME MILT'PA 11112 VER
DRAG TUSSOHEN
FRANKRIJK EN BELGIë.
De „Haagsche Crt." van Woensdag
avond maakt naar aanleiding van de
gepubliceerde documenten een onder-
boud openbaar met dr. P. EL Bittor
Jr., hoofdredacteur van 't „üirochtsch
Dagblad". De Haugsche Courant"
merkt op, dat dr. Rit ter er van over
tuigd was, ons land met de publicatie
een dienst te bewijzen; doch eerst na
dat hij er een vijftal Nederlanders van
hooge positie, van onbesproken repu
tatie over gesproken had, die hem al
len den raad gaven tot publicatie dei-
stukken over te gaan, heeft dr. Bitter
den stap gedaan. De stukkeu zijn uit
een beslist onverdachte bron afkom
stig, aldus verklaarde ons du heer Rit-
ter, al wilde hij oiu begrijpelijke rede
nen den naam van zijn relatie niet
noemen. „De documenten vormen de
notulen van een. bijeenkomst van mili
taire deskundigen te Brussel gebon
den. Ze zijn geschreven op officieel
papier van den Belgischen staat, zrj
zijn onderteekend niet de namen dei-
deelnemers aan deze conferentie en
dragen Belgische departementale lak
zegels. Wat den tekst van het Fransch
Belgisch verdrag aangaat, d?ze is
geïncorporeerd in de notulen der bij
eenkomst".
„Om meer dan één reden heb ik ab
solute aanleiding om aan te mmen,"
zei de heer Ritter, dat de documen
ten niet. vervalscht zijn. Wanneer men
hier gekomen was met liet z.g. oor
spronkelijk verdrag, waarvan misschien
slechts twee exemplaren bestaan
achter zeven sloten veilig weggeborgen
in de regeeringskluizen te Brussel of
Parijs dan zou ik moeite bebben om
aan de echtheid van het stuk te geloo-
ven. Maai' van de officieele notulen
de rapporten der gehouden bijeenkom
sten van militaire deskundigen, welke
na. afloop aan iederen deelnemer ple
gen te worden verstrekt, is het sscer
wel mogelijk aan te nemen, dat er 'n
exemplaar verdwaald is. Zoo een exem
plaar nu is in onze handen gekomen.
En als men aan de echtheid der hand-
teekeningen op dit document twijfelt
aldus dr. Ritter, zal uien in den kring
van don gene die mij bet merkwaardige
i document ve.-selinit lieci't, niets liever'
zien, dut liet te GeiuVc op zijn deug-
j deii.Mieid onderzocht wordt.
I -- De meeste avondbladen van giste
ren b' alten beschouwingen naar aan
leiding van de zitting van de Belgische
Kamer, waar in du publicatie van het
Ulivchtsc'.i Dagblad is besproken.
Het Algeiuzeti Handelsblad (lib.)
gelooft niet. da! thans de valschheid
van het stuk vaststaat. Het schrijft
o.m.
Als het stuk door het IT. D. gepu
bliceerd het geheime verdrag en de
wijze van uitvoering door de generale
staven beraamd onjuist weergeeft, dan
bewijze men vlat. Dat is mogelijk bij
voorbeeld door aan een door den Vol
kenbond aan te wijzen commissie,
waarin oa. ook een Nederlander zit
ting zou moeten tien en, inzage te ge
ven van dat feitelijken strijd met
art. 18 van he*- handvest geheim ge
houden verdrag on van de protocois-
besprekingen van de generale staven
over deze zaak sedert, 1D20.
Dat ware geschikt om ons te doen
meérieu, dat het U. D. en DO pOt. van
Nederland met 't lb D. de dupe is ge
worden van oen falsaris.
Er kan nog iels anders gebeuren.
De Temps heeft geschreven, dat de be
palingen van het zoogenaamde gehei
me verdrag zoo iu strijd zyn met het
gezond verstand, dat het nutteloos is
het te bespreken. Dat nu spreken wij
volstrekt tegen. Nutteloos is het niet.
Kan men aautoonen, dut de bepalin
gen van liet- verdrag absurd zijn, dat
het daarom al een vervalsching zijn
moet, dan zullen wij de eersten zijn
om dit te erkennen en ons erover te
verheugen, in België en ook in Frank
rijk, ziet men in de goheele, zaak een
manoeuvre om de verstandhouding tus-
schen België en ons, die inderdaad be
ter moet worden en inderdaad wel be
ter stond te worden, te verstoren.
Meenden wij dat, wij zouden de publi
catie een der ergste misdaden achten,
die op dit gebied gepleegd zijn. Daar
toe zou ook het IJ 2). zich natuurlijk
nooit geleend hebben; dan zou liet
mede de dupe zijn geworden.
Uit ,.De Tijd" (r.-k.):
Is het niet merkwaardig, dat
noch de woordvoerder der katholieken
mr. van Cauwelaert, noch de socialis
tische leider, oudminister Vander-
velde (nota bone: gewezen voorzitter
van de Tweede Internationale), hebben
aangedrongen op publicatie vari bet
verdrag van 7 September 1920?
Zonder schriftelijke toestemming is eenige overname uit deze rubriek verboden.
DE KLEINE KONING.
XXV.
Maar voor die plaats in 't woud
Bereikt was door den uil,
Verdween opeens de schelm,
Waar hield hij zich nu schuil?
De deugniet onder 't gaan
Had goed eens rond gekeken
Of hij een plekje zag
Waar hij zich kon versteken.
Daar merkte hij opeens
Dicht bij een hoogen eik,
Een muizengaatje klein,
O, dacht de deugniet,
Daar kruip ik zachtjes in
En als men mij straks mist,
Geen. die mij vinden zal
Dank zij m^n nieuwe list,
Wip, ging hfl 't gaatje in
Heel dapper, onvervaard,
Maar ach, de uil keek om
Zag 't puntje van zijn staart.
Dat uit het gaatje stak
Wat werd de uil toen kwaad
Hij wist niet wat te doen,
Hij wist van schrik geen raad I
Dra stond hij bij het gat
Maar hoe hij keek en keek,
Niets was er meer te zien,
Dat op den viucht'ling leek.
Wat zat de uil in 't nauw!
Begon van angst te beven,
Want zeker zou men hem
Zijn domheid niet vergeven.
(Wordt vervolgd.)
Hoe een ondeugende grap
werd omgezet ln een les.
Als de Aardrijkskundeles afgeloo
pen was en de ieeraar het lokaal ver
laten had, ademden de jongens ver-
licht op. je moest bij meester Hoek
stra altijd zóó stil zitten, geen vin kon
je verroeren, of het klonk .Stil zit
ten!" of; .Opletten daar!* En te
meer waren de jongens blij, omdai
nè de Adrijkskundeies de Natuur
kundeles begon. Niet, omdat ze dit
vak zoo leuk vonden, o, neen, ze
hadden er juist een gloeiende hekel
aan, maar de verschijning van den na
tuurkundeleeraar bracht steeds op
nieuw vroolijkheid in de k'as. Hoe
dat kwam? Meester Jansen liep mank.
en niet zoo'n klein beetje. Als hij
liep zakte hij zóóver naar links over.
dat zijn linkerarm, die lam was, en
futloos langs zijn lichaam slingerde,
bijna den grond raakte Dit, en daarbij
de uitdrukking van zijn gezicht, waar
van je nooit wist of hij zou gaan
huilen of lachen, was voor de on-
doordachte jongens aanleiding om
hem onder elkaar belachelijk te ma
ken en hem by Iedere gelegenheid in
het ootje te nemen. Dat meester niet
altijd mank geweest was, en eens
even recht van iijf en leden geweest
was als iedereen, en dat hij dus van
die .grappen' veel verdriet bad, kwam
niet bij de jongens op. Daar waren
ze veel te onnadenkend voor. Meester
liet daar trouwens zelf nooit iets van
merken, altijd was hij even vriendelijk
en lankmoedig, en alleen als't tumuli
in de klas wat &l te luid werd, klonk
Voor openbaarmaking van dat offi
cieel nog altijd „geheime" verdrag is
er nu meer dan ooit alle reden. Niet
alleen, omdat het Statuut van den
Volkenbond de openbaarmaking zóó
uitdrukkelijk voorschrijft, dat de hee-
reu van Brussel toch op den duur, om
hun internationaal fatsoen op te hou
den, met de stukken over de brug zul
len moeten komen, doch óók, omdat
publicatie van den werkelijken tekst
van het verdrag in de gegeven, omstan
digheden, liet eenige middel is om de
„valschheid" van het eerste der
Utrechtsche documenten aan te too-
nen. Deze eenige gelegenheid kan de
Belgische regeering op den duur niet
blijven verzuimen.
De Belgische Kamer is over de kern
der kwestie intusschen vluchtig heen-
geloopeu en door het aannemen van
de vertrouwensmotie, ingediend door
de leiders der drie groote fracties, is
de schijn gewekt, dat alle groote par
tijen in België de geheimhouding van
het verdrag, dus de schending van art.
18 van het Volkenbondsstatuut met
hun verantwoordelijkheid willen dek
ken. Indien het votum van de Belgi
sche Kamer zóó moet worden verstaan,
dan ziet de toekomst voor de interna
tionale verstandhouding in het alge
meen en voor de positie van den Vol
kenbond in het internationale leven in
het by zonder, er wel heel somber uit.
Het „Huisgezin" (r.-k.):
In het Belgische Kamerdebat waren
onbevredigende momenten.
Het meest onbevredigende was het
feit, dat minister Hymans de woord
voerder der regeering moest zijn, de
man, aan Wien wij zoo weerzinwekken
de herinneringen hebben bewaard aan
zijn aandeel in de annexionistische
campagne tegen Limburg.
Teleur stelde ook, dat het Kamerlid
Van Cauwelaert van het Utr. Dagblad
gewaagde als een tweede-rangs blad,
een onverdiende beleediging voor den
als journalist hoogstaanden leider van
dat orgaan.
Een zonderlinge indruk maakte, dat
dj socialistische oud minister Vander-
velde, alle toebereidselen tot den oor
log loochenend, intusschen toegaf, dat
officieren van den staf een papier
konden hebben volgeschreven als het
thans gepubliceerde stuk.
Eeu papier volgeschreventoch
niet als stijloefening of voor hun ver-
zet.
Is het niet- een ernstig verschijn
sel, dat de opperste legerleiding van
een bevriend land een plan de campag
ne ontwerpt, dat een zoo geweldige be
dreiging voor ons inhoudt.?
zijn sussende stem: .Een beetje stil
wezen jongens, meester krijgt hoofdpijn
van dat lawaai". Dan was het werkelijk
even stil, maar spoedig begon het
teven opnieuw,zoodat het geen wonder
was, das meester Jansen bij het einde
der ies een zucht van verlichting
slaakte en vlugger weghinkte, dan hij
gekomen was.
't is weer aardrijkskunde. Blijkbaar
is er iets gaande in de klas. want zelfs
de strenge meester Hoekstra heeft
moeite, de jongens in toom te houden
en alleen zijn dreigen met strafregels
heeft nog eenig succes, 't Is merkbaar,
dat de jongens iets verwachten. En
dat is ook zoo. Ze hunkeren, meer
nog dan anders, naar het einde der les,
als meester Jansen komen moet, want
ze hebben gisteravond een ondeugende
grap met hem uitgehaald 1 En nu zijn
ze benieuwd, hoe hij die heeft opgevat.
Want, 't is gisteravond St. Nicolaas
geweest en nu hebben ze met z'n
allen meester een groote speculaaspop
gestuurd! Doch geen gewone, wam
dan was er geen aardigheid aan. Neen,
ze hebben de pop het linkerbeen af
gebroken, en van boven een stuk
afgehaald en toen weer met 'n ijzer
draadje bevestigd, zoodat het nu vee)
korter is dan het andere been. 'l Zelfde
hebben ze met den linkerarm gedaan,
zoodat deze er los bij hing te bengelen
Allemaal precies als bij meester zelf.
Jan, het dokterszoontje, was op het
tdée gekomen, die bedacht altijd zuike
leuke dingen, oordeelden de jongens.
Als meester nu maar gauw kwam t
De les is uit. Meester Hoekstra pakt
zijn boeken en schriften bijeen, doch,
inplaats van ze onder z'n arm te nemen
en met 'n .Dag, jongens", de klas
te verlaten, legt hij ze vóór zich op
den lessenaar. Dan treedt hij naar het
midden van het lokaal en steekt zijn
hand op. Opeens is het doodstil. In
spanning kijken de jongens naar
meester's gelaat, wat er gaai komen.
Meester is zoo wit en doet zoo zenuw
achtig! Daar opent hij den mond en
zegt; .Jongens, aangezien meester
lansen vandaag ziek is, en dus geen
les kan geven, kunnen jullie vandaag
een uur vroeger naar huis gaan, doch
eerst moeten jullie eens goed naar mij
luisteren, dan zal ik je iets vertellen."
Hoewel eenigszins teleurgesteld door
meester |ansen'swegblijven, waardoor
ze dus den uitslag van hun „grap"
niet kunnen zien, schikken zich de
Wie waarborgt ons, dat het straks
niet door de regeering zal worden aan
vaard?
Wat we in de Belgische Kamer heb
ben gemist, althans bij de regeering
en bij de regeeringspartijen, is een
hartelijke, spontane genegenheidsver
klaring voor ons land, is een openlijke
en ruiterlijke mededeeling van hetgeen
het FranschBelgisch accoord (want
er is een accoord), dan wel behelst, is
de vierkante verzekering, dat aan de
integriteit en onzijdigheid van Neder
land nooit zal worden geraakt.
Neen, de zaak van het FranschBel
gisch verdrag is niet uit, en onze re
geering heeft tot plicht niets te verzui
men om in deze aangelegenheid klaar
heid te brengen en waarheid, de volle
waarheid.
Belffiseh-e verbolgenheid tegen
Nederland.
B.T.A. seint uit Brussel:
Na de zitting van de Belgische Ka
mer van gisteren constateeren de Bel
gische dagbladen eenstemmig, dat er
nu wel niet meer de minste twijfel kan
bestaan in de internationale opinie
aan de absolute valschheid, aan de
onwaarschijnlijkheid zelfs der publica
ties van het Utrechtsch Dagblad.
Ze leggen er voorts den nadruk op,
dat Vandervelde en van Cauwelaert,
die de categorische verklaring van Hij
mans ondersteunden, gewezen hebben
op het waarlijk onwelwillende karak
ter van de commentaren in de Neder-
landsche pers, die geen uur kon wach
ten om overtuigd te worden omtrent
de authenticiteit van den tekst, welke
voor elk nadenkend mensch, bij het le
zen van de eerste regels, reeds den in
druk moest geven van een apocrief do
cument.
De dagbladcommentaren vinden de
ze houding „enorm" en meenen dat de
betrouwbaarheid der Nederlandsche
pers er een gevoeligen klap door heeft
gekregen.
Maar er is iets dat nog méér „enorm"
is in deze kwestie dan de haast de;
kranten om deze aangelegenheid te
exploiteeren zonder eerst de moeite te
nemen van nadere informaties, en dit
is de officieele stap van de Regeering
in Den Haag. In een dergelijke démar
che zit iets beleedigends.
Aldus het oordeel der Belgische bla
den.
De Nation Beige van Woensdag
avond publiceert onder den titel „As
sez" een geweldig en fraai hoofdar
tikel tegen Nederland, waarin 't chau
vinistische blad beweert, dat de Ne
derlanders wel degelijk inzien, dat de
jongens hierin, met het vooruitzicht
op hetgeen meester Hoekstra hun
vertellen zal. Deze begint; B't Is eer
mooien warmen zomerdag, zóó warm,
dat de scholen vrij af geven. Ook de
school waar ik toen onderwijzer was,
Met een vriend van mij, ook een on
derwijzer van die school, had ikafge
sproken, dien middag een eindje te
gaan wandelen buiten de stad. Toen
wij eenigen tijd geioopen hadden,
gezellig pratend, hoorden wijplotseling
een geweldig lawaai achter ons, ge
ratel van wieien, vermengd metangstig
gegil en hef hinniken van paarden.
Omziende, bemerkten wij een rijtuig,
waarin een jong meisje en een oudere
dame gezeten waren en waarvan de
paarden blijkbaar op hol waren ge
slagen, want met razende snelheid
kwamen ze regelrecht op ons toe! De
koetsier was reeds van den bokgevallen
en lag een eind verder bloedend op
den weg. Vlug sprong ik opzij, om
om niet vertrapt te worden, doch mijn
vriend, die dapperder was dan ik en
bovendien over een geweldige spier
kracht beschikte, sprong midden op
den weg, vlak vóór de aansnellende
paarden en vatte dezen bij den teugel.
Of beter gezegd, hij wilde dat doen,
doch de woeste beesten wierpen hem
tegen den grond en holden over hem
heen, terwiji ook de wielen van het
rijtuig over hem heen gingen. Ker
mende van pijn bleef hij op den weg
liggen. In een oogwenk waren er
honderden menschen op de been die
het ongeluk hadden zien gebeuren.
Een dokter, die even later kwam, con
stateerde dat het linkerbeen op twee
plaatsen gebroken was en de spieren
van den linkerschouder geheel ge
scheurd waren en dat mijn vriend
onmiddellijk naar hetziekenhuismoest.
Weken, maandenlang, lag mijn arme,
dappere vriend daar en toen hij er
eindelijk uitkwam, was hij voor zijn
geheele leven ongelukkig, want zijn
linkerarm was geheel lam en hij liep
mank. Dat was hetgeen er overbleef
van dien jongen, sterken kerel na zijn
manmoedige daad".
De meester zweeg en pinkte een
traan weg. Daarna stond hij op. pakte
zijn boeken en schriften en ging de
klas uit. De jongens zaten muisstil.
Ze hadden begrepen van wien de
meester hun dit verteld had en ze
durfden elkaar niet aarkljken. als ze
dachten aan de schandelijke grap, die
VIT HET DAGBOEK VAN
PIETER POR.
24 Febr. Zaterdagmiddag geschaatst
op het Oude Maasje, 't Was er
al aardig nat. Kwam langs
de kromming in den weg die
met subsidie van onze gemeen
te ad. ƒ200.omgelegd moet
worden, 'n Goed werk. Men
vertelde mij dat onder de in
schrijvers van het werk er een
was van200. Alleen de
subsidie van onze gemeente,
dacht ik. Men heeft, zoo zei
men mij, het werk maar niet
gegund, 't was te weinig, het
kan er nooit goed voor ge
maakt worden
't Was wel 5x zoo hoog be
groot.
Stel je voor Waalwijk... ƒ200,
Drongelen en die notaris niets.
25 Febr. 'k Maakte mijn gewone Zon-
dagsche wandeling. Kwam
langs de oude Gasfabriek, die
bijna verdwenen is. Jammer
dat men dat terrein gaat ver-
koopen om de kosten van den
bouw der nieuwe fabriek er
wat geflatteerder uit te
laten zien. Zoo dacht ik, waar
om legt men daar niet een
fatsoenlijk tuintje voor. Laat
men een terrein dat men toch
nog ooit zoo broodnoodig kan
hebben, grenzende aan gasfa
briek, onderstation, dir.-wo-
ning, toch niet voor een klei
nigheid op zoo'n bedrag van
de hand doen. Hebben we nog
niets geleerd! Men zon er an
ders handen vol geld voor
over hebben om het te krijgen
en nu gaat men het van de
hand doen.
B. en W„ Gascommissie, Ge
meenteraad, 't is nog niet te
laat.
26 Febr. Wat is er toch een boom
opgezet over 't Ziekenhuis.
Sommige uitlatingen vond ik
niet fijn gekozen. Van den
anderen kant doet het vreemd
aan dat men geen opgaaf van
de stichtingskosten gaf. Of 'n
zoo goed mogelijken opzet.
Voor wethouder Smolders
scheen dit vooral een struikel
blok. Gelukkig is de zaak niet
uitgesteld. En nu geen der
partijen er meer over spreken.
Gevoeligheden aan den kant
en nu aan den slag.
27 Febr. Gehoord dat de kasteleins
ze nog gisteren hadden uitgehaald met
dienzellden man. Plotseling Mond Jan
van den dokter op en zei; „Oa mee,
jongens" Zwijgend volgden de jongens
hem. Instinctmatig voelden zij, wear hij
heen wilde. In optocht ging het nu
naar het huis van meester Jansen,
waar Jan aanbelde. Hij werd, als aan
voerder alleen binnengelaten, terwijl
zijn vriendjes buiten wachten en op
zijn verzoek bij den meester gebracht.
Deze lag languit op een ruststoel bij
de kachel en keek vreemd op. toen
hij zoo opeens den grootsten belhamel
uit de klas voor zich zag. die, hij wist
het, het plannetje van gisteren, dat
hem zoo diep gegriefd had, verzonnen
had en trouwens altijd de aansteker
was. Doch nu zag jan er erg deemoedig
uit, met gebogen hoofd stond hij voor
zijn meester, zenuwachtig aan zijn pet
frommelend. Buiten had hij veel mooie
woorden bedacht om tot den meester
te spreken en nu hij hier stond, wist
hij niets uit te btengen dan .Meester
Hoekstra heeft ons verteld een
snik en het spijt ons zoo, meester
en toen barstte hij in tranen uit.
Meester begreep het echter wel;
zachtjes trok hij jan naar zich toe,
streelde hem door z'n blonde krullen
en zei alleen „het is in orde, Jan,
laat dit een ies voor jullie zijn, om
nooit te spotten met de gebreken van
een ander!" Daarna mochten de an
deren ook binnenkomen. Allen kregen
ze een hand van meester en een kopje
chocolademelk met een stukje speculaas
van hun eigen cadeau en nooit heeft
meester Jansen een gehoorzamer en
leergieriger klas gehad dan deze.
ALEXANDER
Ouders, lezen ook Uw kinderen
ons feugdhoekje?
DOOR ALEXANDER.