DÜCM) !M! HET ZOIKt
Sproeten komen vroeg
Sprutol. Bij alle Drogisten
tervleugelmijn inidden-front buigt
door; ik kan mijn troepen niet op
nieuw groepeeren. De toestand is uit- J
stekend en ik zal aanvallen". Hij viel
aan en won.
Het tijdstip, waarop Foch's benoe
ming tot generalissimus over de ver-
eenigde geallieerde troepen plaats had
was voor den uitslag van den oorlog
uiterst kritiek. Op den 21en Maart
1918 begonnen de Duitschers hun of
fensief, de weg naar Parijs lag open,
tussclien de Fransclie en de Britsche
strijdkrachten was een wig gedreven.
Na midden Juli het laatste Duitsche
offensief tusschen Reims en Soissons
te hebben verijdeld, ontketende Foch
onmiddellijk daarna zijn beslissend
tegen-offensief aan de Marne, dat het
einde van den oorlog beteekende: den
llen November werd de wapenstil
stand geteekend.
Foch's rol was echter nog geenszins
afgeloopen, want al sprak de Kamer
het dien llen November uit, dat Foch
„het wel aan zijn land had verdiend"
een groote taak, waaraan hij tot aan
zijn dood toe heeft meegewerkt, die
nog niet is voltooid, n.l. de organisatie
van den vrede, die welhaast een reor
ganisatie meebrengt, moest worden
vervuld. De opmarsch naar den Rijn
moest worden georganiseerd, 't vraag
stuk der bruggehoofden geregeld, con
ferenties te Spa en Trier met de Duit
schers en de vertegenwoordigers der
bondgenooten moesten worden, gevoerd.
Overal beheerschte Foch geheel den
toestand en allen die met dezen groo-
ten veldheer en menschenkenner, die
het heeft aangekund een oorlog te blij
ven leiden, welke dag aan dag tallooze
menschen-offers eischte, in aanraking
zijn geweest tijdens de verschrikkelijk
ste uren van den strijd, hebben zijn on
uitputtelijk rustig vertrouwen, zijn
wilskracht, zijn bekwaamheid gepre
zen, zijn zelfbeheersching bewonderd,
die hij behield onder de geweldigste
geestelijke spanning, in dagen van
ziekte, op het oogenblik, dat hem de
tijding gewerd, dat zijn zoon was ge
sneuveld.
De wereld is een groote figuur ar
mer geworden. Hij was een man van
grooten eenvoud, diep geloof en groot
veldheerstalent.
Het huwelijk van den Kroonprins.
In de H. Verlosserskerk werd
gistermorgen het huwelijk tus
schen kroonprins Olaf van Noorwegen
en prinses Martha van Zweden vol
trokken.
Reeds lang voor het aangekondigde
uur vulde een reusachtige menschen
menigte de straten, waarlangs de
bruiloftstoet zou trekken.
Kort voor twaalf uur arriveerde
kroonprins Olaf in luitenants-unitoim
in gezelschap van den hertog van
York bij de kerk. Onder de tonen
van de Hochzeitsmarsch betrad de
bruidegom de kerk en hij nam ter
linkerzijde van het altaar plaats.
Slechts eenige minuten later arri
veerden de verschillende vorstelijke
personen.
Intusschen had de bruid, vergezeld
van haar vader, prins Karei en voorat
gegaan door acht bruidjes, het slot
verlaten om zich eveneens naar de
kerk te begeven.
Onder koorgezang betrad zfl aan
den arm van haar vader het kerkge
bouw en nam ter rechterzijde van
het altaar plaats.
Bisschop Linde voltrok het huwelijk
met het in Noorwegen gebruikelijke
ceremonieel.
Na gemeenschappelijk gezang,
collecte, koorgezang en nogmaals ge
meenschappelijk gezang, verliet het
Kroonprinselijk paar de kerk en ver
trokken ook de overige gasten onder
de tonen van een marsch.
Op hetzelfde oogenblik begonnen
de kanonnen van het fort Akershus
hun saluutschoten te lossen.
Oe terugkeer naar het slot had in
omgekeerde volgorde van den tocht
naar de kerk plaats. De stoet werd
geopend door een met vier paarden
bespannen gala rijtuig, waarin het
kroonprinselijk paar gezeten was, dat
door de menigte schier ononder
broken werd toegejuicht. Na den
terugkeer op het slot vond de lunch
plaats, waarbij ongeveer 250 personen
aanzaten.
Hedenavond zal het bruidspaar op
de huwelijksreis naar het Zuiden ver
trekken.
De vestingwerken rondom Luik.
Door het departement van lands
verdediging werd eenigen tijd geleden,,
in overleg met den generalen staf,
tot het completeeren van den forten
gordel rondom Luik besloten door
het bouwen van een nieuw fort, dicht
bij de Nederlandsche grens Dit fort
zal gebouwd worden ten Noorden
van Visé, op het grondgebied der
gemeente Lixhe, niet ver van de
plaats waar de Duitsche troepen, in
het begin der maand Augustus 1914,
voor het eerst over de Maas trokken
en in de nabijheid van het nieuwe
directe kanaal Antwerpen—Luik.
BINNENLAND.
Het militaire verdrag tusschen
Frankrijk en België.
Het Nederlandsch (Haagsch)corres
pondentiebureau voorDagbladen meldt
dd. 21 Maart:
De regeering heeft vandaag het
bewijs in handen gekregen, dat de
handteekeningen van den Belgischen
kolonel Michem en van den chef van
den Belgischen generalen staf Qalet,
die zich respectievelijk bevinden op
twee van de zich hier te lande be
vindende documenten, valsch zijn.
Een fotografie van die beide stukken
heeft zij onlangs op verzoek gezonden
aan de Belgische regeering, ter ver-
gelijking van de handteekeningen. Al
vorens hierover nog bericht van de
Belgische regeering ontvangen te
hebben, is zij zelve tot vergelijken fn
staat gesteld geworden, doordat de
wezenlijke handteekeningen door den
Belgischen inlichtingendienst aan haar
eigen inlichtingendienst zijn toege
zonden.
Het resultaat is, dat nog van kolonel
Michem, noch van Generaal Galet
tusschen de echte en de onderstelde
handteekening ook maar eenige ge-
ijkenis blijkt te bestaan.
Ned. Spoorwegen.
Wegens de veie klachten van gedu
leerde reizigers, heeft de directie der
4ed. Spoorwegen de bepalingeH be
treffende het niet meer wachten op
de aansluitingen, ingetrokken.
De Schuttevaer.
Uit Londen wordt gemeld
Het Soaansche stoomschip Markies
de Comillas meldt draadloos, 400 mijl
ten Westen van de Canarische eilanden
de Nederlandsche reddingsboot Schut
tevaer te hebben opgepikt en aan
boord genomen De drie opvarenden
verkeerden in zeer uitgeputte» toestand
tengevolge van gebrek aan voedsel.
Rijkswegen en rijwielpaden.
De besturen van den A. N W. B.,
Toeristenbond voor Nederland, en de
(on. Ned Automobielclub hebben in
een gezamenlijk adres aan den minister
van Waterstaat verzocht, zooveel
mogelijk te bevorderen, dat gelijktijdig
met de verbetering van het wegdek,
ook de aanleg van de langs de rijks
wegen ontworpen rijwielpaden, of de
verbetering van de bestaande rijwiel
paden zal geschieden.
Een studie-record.
De Maandag onder groote belang
stelling plaats gehad hebbende pro
mot e met lof tot doctor in de
technische wetenschap van ir. A
Klinkenberg, was, naar men ons mede*
deelt, om verschillende redenen merk
waardig.
Heeft men ooit van zoo iets gehoord?
14 jaar eindexamen H.B.S., 15 jaar
student T.H.S 17 jaar candidaats-
examen met lof, 19 jaar ingenieurs
examen met lof, 20 jaar reserve officier
en 1 jaar militaire dienst, 22 jaar
doctor in de technische wetenschap.
In de volgende maand wordt de
jonge doctor 23 jaar.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
het voorjaar, koop tijdig een pot
Zonder schriftelijke toestemming is eenige overname uit deze rubriek verboden.
BEURSNIEUWS.
In het midden der beurs prijkt hoog
boven de hoofden der dwarrelende
menigte een bord, waarop de diverse
rentetarieven der Nederlandsche Bank
staan aangeschreven. Niet één op de
honderd beurslieden is zich in nor
male tijden van het bestaan van dat
publiciieitsmiddel bewust.Maar vooral
in de eerste helft der afgeloopen week
was het met Amsterdam zoover ge
komen, dat heel wat steelsche blikken
omhoog werden geworpen. Indetdaad
waren er dagen, waarop als het eenige
willig gestemde beurselement de bank-
rente een schrille tegenstelling vormde
met de reste der beurs. Maar,'tkan
verkeeren", ondanks een bankstaai
waarop de dringende behoefie aan
bescherming der positie duidelijk naar
voren kwam, is de gevreesde Donder
dag voorbijgegaan, zonder dat de
discontoschroef werd aangedraaid en
de tweede helft der week toonde een
opmerkelijk herstel van eenige leiden
de beur waarden.
De plotselinge willigfe in Margarirr
Unie had echter een speciale oorzaak
Er zijn namelijk positieve berichten
nopens aanstaande prljsverhoogingf n,
hetgeen aanstonds levendige vraag
medebracht. De nevenfavoriet Baiava
Margarine bleef op het verhoogde
niveau verwaarloosd, terwijl deCalvé
VIT HET DAGBOEK VAN
PIETER POR.
18 M,rt. Buurman, die vanwege zijn
lederhandel nog al eens in
voorm. Besoyen onder de men
schen komt, bracht vanavond
het gesprek op Waal wij ks Be
lang en dat deel van de gem.
Ten -onrechte klaagt men daar
wel eens, dat men niets aan
Waalwijks Belang heeft.
Buurman was het met me
eens, dat men de zaak om
draaide. Laat men toch ook
in dat deel v. Groot-Waalwijk
meewerken. Alle oude voor-
oordeelen laten vallen. Geluk
kig zijn ook daar nog heldere,
zakelijke koppen, die zeggen,
we moeten ons aansluiten bij
Waalwijks Belang, ook in de
algemeene feestviering. Dat
moet uit eigen boezem komen.
Nochtans weet ik, dat Waal
wijks belang er gaarne op uit
is om daar leden te winnen.
19 Mrt. Wat kunnen de menschen
toch onbenullig kletsen. Ik
was in een gezelschap rond de
Markt toen de inbraak bij v.
Adelberg werd opgehaald. Da
delijk was men klaar op de
politie af te geven. Natuurlijk,
als er ingebroken wordt, heeft
men het liefst dat de politie
de daders pakt. Da's natuur
lijk, maar men moet van de
politie geen bovennatuurlijke
zintuigen eischen. Zoo beweert
men zeker: „De politie zat
in de wacht te dutten, anders
had men het gerinkel van glas
moeten hooren". Achteraf
heeft heel de buurt alles ge
hoord. En de fam. A. hoorde
niets. De politie, die een hon
derd meter verder woont had
het moeten hooren. Da's onre
delijk. Heeft men het bericht
in dit blad dan niet gelezen?
20 Mrt. Buurman wist me te vertel
len, dat er plannen in voorbe
reiding zouden zijn voor den
bouw van een groot complex
woningen op het nieuw aange
kochte land in de le Zeine.
Wij» waren het er samen over
eens, dat het in elk opzicht be
ter zou zijn zich eerst eens te
oriënteeren naar het Kerkpad,
waar ambitie voor bouwen be
staat en wijl ook de bebou
wing van de oude kom om tal
van redenen wel eens de aan
dacht vraagt. Ik geef dit idee
gaarne aan B. en W. en de
bouwcommissie ter overwe
ging. Misschien is er al aan
gedacht.
21 Mrt, De vragen van het raadslid
van Schijndel gelezen. Die
vestigen opnieuw de aandacht
op het terrein voor de gasfa
briek. Dat botert daar niet
erg.
Geef nogmaals mijn idee in
overweging, niet verkoopen,
zelf houden; beter ten halve
gekeerd, dan ten heele ge
dwaald. Tot beter inzicht ko
men, eerlijk op iets terugko
men is geen schande, ook voor
een gemeenteraad. A propos,
No. 24. Zaterdag 23 Mrt. '29. 52e Jrg.
TWEEDE BLAD.
BUITENLAND.
MAARSCHALK FOCH.
Maarschalk Foch, die in het laatste
jaar van den wereldoorlog opperbevel
hebber was der geallieerde troepen, is j
Woensdagmiddag om kwart vóór zes
tengevolge van een hartverlamming
overleden.
Al werd het overlijden van deu
maarschalk reeds sedert geruimen tijd
verwacht, in weerwil van het gefor
ceerd optimisme der bulletins van de
geneesheeren, die hierbij gevolg had
den gegeven aan den wensch der fami
lieleden, kwam de dood niettemin
plotseling en werd zelfs de omgeving
van den maarschalk er door verrast.
Kort na vijf uur 's middags, na een
zoo goed als normalen dag, had de
maarschalk plotseling een hevigen
aanval van benauwdheid. In allerijl
werden de doctoren gewaarschuwd en
gezonden naar de kerk van de H. Clo-
tilde om een geestelijke, die den maar
schalk het H. Oliesel toediende.
Spoèdig nadat de officieele doods
tijding was uitgegeven, begon een on
afgebroken stroom van bezoekers zich
naar de woning in de Rue de Grenelle
te bewegen. Sommigen staken de don
kere binnenplaats over en lieten hun
kaartje achter. Anderen teekenden het
condoleanceregister in de portiersloge.
En al spoedig stonden in dit register
de namen van bijna alle leden der re
geering, de oudste leden van het corps
diplomatique, die der militaire atta-
ché's en der burgerlijke en militaire
autoriteiten. Van alle zijden werden
bloemen naar het sterfhuis gebracht.
Een groote menigte, die later door spe
ciale politiemaatregelen in bedwang
moest worden gehouden, verzamelde
zich voor de woning van den grooten
doode.
De minister-president, Poincaré gaf
een officieele mededeeling uit en stelde
een nationale begrafenis voor.
De wereldoorlog, waarin Foch als
opperbevelhebber over de vereenigde
millioenenlegers der bondgenooten den
strijd heeft geleid, heeft zijn bijzondere
gaven in het licht gesteld. Het feit, dat
juist Foch tot generalissimus werd
benoemd van „de Fransclie, Britsche,
Amerikaansche en Belgische legers,
strijdend aan het westelijk front", een
benoeming, die - trouwens eerst in
Maart van het laatste oorlogsjaar
volgde, bewijst hoezeer hij in de eerste
oorlogsjaren de aandacht op zich had
gevestigd. Wij stippen hier aan zijn
verdediging van Nancy in Augustus
1914 zijn rol in den slag aan de Mar
ne in September; zijn samenwerking
met de Britsche strijdkrachten bij
Yperen in hetzelfde jaar; den slag aan
de Soumie, die den len Juli 1916 be
gon. Uit de historie van dien slag aan
de Marne herinneren wij aan Foch's
beroemd gebleven telegram. Foch had
toen zijn hoofdkwartier te La Fère.
Hij seinde aan Joffre, den opperbevel
hebber over de Fransche legers: „ik
ondervind zwaren druk op mijn recli-
Beste jongelui.
in ons hoekje van vandaag plaats
ik 't slot van onze lange vertelling
.de Kleine Koning." Van verschillen
de kanten ontving ik vriendelijke
briefjes, waarin men mij schreef, dat
het zoo'n aardige vervolgvertelling
was. En meteen werd gevraagd, om
meer.
Ik ben eens aan het zoeken gegaan
en vond in m'n werkkast nog een
aardige vertelling waarmede we vol
gende week een begin zullen maken.
't Verhaaltje is een leuke Muizen
vertelling waarvan jullie zeer zeker
zullen genieten.
Deze week plaats ik het slot van
„Helden", een verhaaltje van Alexan
der, waarin hij zoo aardig weet te
vertellen van den heldenmoed van een
arm maar adelridder en de lafheid
van Theodoor.
Wie maakt nu eens een opstel over
Paschen of de Lente?
Ik zal eens afwachten.
Tot volgende week.
Jullie aller
OOM WIM.
CORRESPONDENTIE.
Dirk C V. Vrijh.—Capelle.
Dank voor je vriendelijk briefje
Dirk. Je stelt 't goed merk ik wel
't Opstel heb ik gelezen. Ik zal het
spoedig plaatsen met je naam er onder.
Dag Dirk.
DE KLEINE KONING.
Verslagen zat hij neder,
Hij sprak geen enkel woord,
En d'andere vogels schreeuwden
Vol boosheid nog maar voort.
Ze gingen overleggen
Wat was het een druk gepraat
Hoe d'uil ze zouden straffen
Voor zijne euveldaad.
Heel lang ze samen spraken
Toen namen ze een besluit.
De uil mocht blijven leven,
Behoefde ook 't land niet uit.
Toch was zijn straf heel zwaar nog:
Nooit mocht hij overdag
Zich meer in 't bosch vertoonen
En als men hem toch zag,
Zou 't hem zijn leven kosten
Dan was 't met hem gedaan,
Toen dit was afgesproken
Alleen men hem liet staan.
Toen is de uil verdwenen
Heel diep in 't dichte hout
Daar ging hij zich verschuilen
Te midden van het woud.
Zijn voedsel moest hij zoeken
In 't duister van den nacht.
Dan gaat hij in zijn eentje
Stil op de muizenjacht.
En als hij soms des daags nog
Zijn schuilhoek eens verlaat,
Dan heeft hij 't met de vogels
Altfld geducht te kwaad.
Van alle kanten vliegen
Ze woedend op hem los,
En jagen hem door prikken
En bijten weer naar 't bosch.
De kleine deugniet echter
Komt vrij nu voor den dag,
Is blij, dat hij den titel
Van koning dragen mag.
Den naam van winterkoning
Dien gaf men hem en hij,
Is daarmee heel gelukkig
En leeft tevreê en blij.
EINDE.
HELDEN.
(Slot.)
Den volgenden dag, reeds zeer
vroeg in den morgen, liet Theodoor,
die niet alleen laf, maar bovendien
ook zeer slecht was, zich, in zijn
fraaiste pakje gestoken, bij de prinses
aandienen en sprak: .Ik kom U ver
tellen, dat ik mij van mijn opdracht
heb gekweten en U daarom aan Uw
woord wil herinneren!" De prinses
geheel verbluft door zooveel onbe
schaamdheid, liet hiervan echter niets
merken en antwoordde zoo kalm mo.
gelijk: En, mijn „dappere" Theodoor,
vertel mij eens, is U nog iets bijzon
ders wedervaren, daar in die onder
aardsche kelder
„jawel, dierbare prinses, U moet
namelijk weten, dat, toen ik zoo on
geveer een kwartier in de kist gele.
gen had, ik plotseling het geluid
hoorde van langzame, sleepende pas
sen, waartussctien door ik het gerin
kei vernam van een ketting. Ik dacht
bij mijzelf, dat dit veroorzaakt werd
door den geest van den een of ande
ren misdadiger, die daar in vroeger
jaren had gevangen gezeten en nu
daar kwam spoken.
In 't begin schrok ik werkelijk,
doch spoedig had ik mij hersteld en
wachtte kalm op de dingen, die ko
men zouden. Ik hoorde dat de geest
stilhield bij de kist en, een klap met
een hamer daarop gaf mij de over-
tuiging, dat hij die wilde dichtspijke
ren. Toen sprong ik te voorschijn en
trok mijn zwaard. De geest was ech
ter ook gewapend en nu ontstond er
bij het flikkerend licht van een kaars,
een gevecht dat ik mijn leven lang
niet vergeten zal. De geest kon zeer
goed schermen doch tegen mijn mach
tige slagen was hij niet opgewassen.
Maar teen ik hem de genadeslag
wilde toebrengen was hij plots spoor
loos verdwenen.
De prinses, die gedurende het ge-
heele verzonnen verhaal moeite had
gehad, haar toorn te bedwingen,
sprong, toen Theodoor geëindigd had
te vertellen, woedend op en riep
.Gij leugenaar en bedrieger, hoe heb
ik mij in je vergist. Ik heb achter een
pilaar gestaan gisternacht en alles ge
zien en weet nu, welk een lafaard
gij zijt en daarom gebied ik u. ver
laat onmiddellijk mijn paleis en kom
mij nooit meer onder de oogen, want,
zoowaar ik hier zit, ik laat u ophan-
gen 1" Theodoor droop nu beschaamd
en vernederd af, doch zwoer bij zich
zelf, dat hij zich wreken zou Als de
prinses dan niet goedschiks zijn vrouw
wilde worden dan maar kwaadschiks 1
't Is weer nacht. Alles in en rond
om het paleis is in diepe rustzelfs
de wachters zijn ingeslapen. Het
maantje, dat, als het spreken kon, u
zooveel zou kunnen vertellen van wat
zij ziet, 's nachts als de menschen
slapen, gluurt op dit oogenblik om
den hoek van het paleis, aan den
achterkant, en ziet daar v^f of zes
mannen die bezig zijn, een ladder
omhoog te werken naar het raam van
de kamer der prinses. Zij verlicht het
gelaat van den voorste der marren
't is Theodoor, die, uit wraak over
het dien dag voorgevallene, de prin
ses komt ontvoeren Hij zendt een
paar mannen de ladder op die dan
door het venster verdwijnen. Een
oogenblik later verschijnen zij weer,
met de bewustelooze koningsdochter
In hun armen. Zij dalen omlaag, zet-
ji