Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
ft
FEUILLETO
NUMMER 39.
WOENSDAG 15 MEI 1929.
52e JAARGANG.
Dit blad verschijnt
WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco per post door bet geheele rijk 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden, en»,
franco te zenden aan den Uitgever.
UITGAVE:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38. Teleur.-Adres: ECHO.
Prijs der Advertentiön
20 cent per regel; minimum 1.50.
Bi) contract flink rabat.
Reclames 40 cent per regel
Advertentiën moeten Woensdag on Vrijdag
des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit
zijn.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
TWEE BLADEN.
EERSTE BLAD.
Het licht klaart
In 1839 sloten na den opstand
van België in 1830 België en
Nederland 'n verdrag. Bij dat verdrag
werd precies aangegeven welke rech
ten België had op ons voorwat betreft
de Maas, de Schelde en de verbinding
met den Rijn.
Na den oorlog, men weet het,
wilde België in zijn overwinningsroes
meer van ons, dan in dat contract
stond,
Het vroeg niet meer. het eischte
meer. Onze toenmalige minister van
Buitenlandsche Zaken van Karne-
beek maakte met de Belgische
gedelegeerden een overeenkomst ge-
dreven door angst; door angst voor
de Belgische kanonnen en voor de
Belgische vrienden.
Nederland verkeerde reeds in ont-
wapeningsroesl
In 1925 verwierpen de Staten
Generaal dit nieuwe contractde
Belgen dienden een toontje lager te
zingen 1
Het Nederlandsche volk voor'n
groot deel door onwetendheid omtrent
de kern der kwestie geraakte
verdeeld.
Het ging toen vóór of tegen een
kanaal Antwerpen—Moerdijkvóór
of tegen een beter vaar-regiem op de
Schelde.
En daar ging het in de eerste
plaats niet om.
Het ging erom of België teeischen
had.
De nieuwe minister van Buitenland
sche Zaken Beelaerts van Blok
land heeft nu eindelijk aan de
Belgische regeering 'n memorandum
verzonden waarin staat
a er valt met ons best te praten
over wat gij gaarne hebben wilt:
NAAR HET ENGELSCH.
J. SCHEEPENS.
66).
„Dank je wel", zei Bell beleefd.
„Dan zal ik maar gaan wandelen, 't
Is immers maar een paar mijl? Goe
den avond!"
Op Bell's gelaat lag 'n strakke, vast
beraden, uitdrukking, toen hij den don
keren weg op stapte. Hij begreep thans
wel ongeveer wat een en ander had te
beteekenen, en ook dat zijn aartsvijand
volkomen op de hoogte was van al zijn
bewegingen hoe, dat was hem nog
een raadsel, voor het oogenblik, maa'r
evengoed als hij verwachten kon,
dat hij het wist, was zoo goed als zeker,
er een stevige poging zou worden ge
daan om hem te beletten, het kasteel
te bereiken. Hij keerde op zijn schreden
terug en v'roeg den, portier
„Hoe lang is het geleden sinds het
rijtuig weggereden is?"
Een, stem uit het duister antwoordde
op slaperigen toon: „Tien minuten",
zoodat Bell er zich dus op kon voorbe
reiden, dat tenminste één zijner vijan
den dicht in de buu'rt was. Dat Reginald
Henson op het kasteel logeerde, daar
aan dacht hij natuurlijk geen oogen
blik. Persoonlijke aanvailen duchtte hij
maar niet ais gij meent het te kunnen
eischen.
b als gij meent van ons iets te
kunnen eischen, en wij denken van
niet, dan moet eerst dit punt opgelost
worden.
Dat zullen we dan doen bij het
Permanente Hof van Internationale
Justitie; 'n instelling die voor derge
lijke gevallen is aangewezen
We kunnen nu, hier in het land,
rustig afwachten of België dit laatste
wil.
Maar het Nederlandsche Volk kan
nutanminste in deze kwestie eens één
wordenvoor het recht door een
juiste lezing van bestaande overeen
komsten.
Av.
GEMEENTERAAD.
WASPIK.
De Raad dezer gemeente vergaderde
Vrijdagavond ten Raadhuize, onder
voorzitterschap van den EdelAchtb.
Heer Burgemeester Dekkers.
Aanwezig alle leden.
De Voorzitter opende de vergade
ring met voorlezing van het formu
liergebed en trok daarna als stem
mingsnummer 5, aanwijzende dat de
rondvraag begint bij het lid Brokx.
De notulen der vorige vergadering
werden na voorlezing onveranderd
goedgekeurd en vastgesteld.
1. Mededeelingen.
Schrijven van de Waterleiding-
Maatschappij .Noord-West Brabant",
houdende mededeeling dat alle daar»
voor in aanmerking komende per.
ceelen vóór 1 Jan. 1930 aan de wa-
terleiding aangesloten moeten zijn.
2. Wijziging besluit tijdelijke kas-
geidleening.
De Voorzitter deelt mede, dat in
verband met de stijging van den rente
voet van 5l/2 op 6 pCt- door de Nat.
Bankvereeniging ie Tilburg, gevraagd
wordt dienovereenkomstig 't raadsbe
sluit te wijzigen.
niet. Ondanks zijn eer kleine gestalte,
was hij een man met enorme spier
kracht en moedig als weinigen.
Hij behoefde niet lang te wachten.
Iemand kwam den eenzamen weg af
gewandeld in zijn richting, iemand in
geestelijk costuum. De man bleef staan
en informeerde beleefd, zij het eenigs-
zins schuw, of hij zich op den goeden
weg bevond naar het station Moreton.
Even beleefd antwoordde Bell hem, dat
hij den goeden weg volgde en vroeg op
zijn beurt hoe laat het was. Hij had er
natuurlijk geen behoefte aan, te weten
hoe laat het werkelijk was, maar hij
vörlangde de handen van den vreem
deling te zien. Zijn kleine list gelukte
volkomen. Ondanks het duister onder
scheidde Bell een akeligen afgeplatten
duim met in het midden een rose nagel.
„Dank u zeer", zei hij krachtig.
Volg dezen weg recht uit.
En hij draaide zich half om, toen de
vreemdeling eensklaps aanstalten maak
te om hem een geweldigen slag toe te
brengen. Hij had deze manouvre ech-
te'r verwacht en nog vóór de vreemde
ling den arm geheel had uitgestrekt,
trof Bell's krachtige vuist hem mid
den voor het voorhoofd. En toen daal
de de stok in Bell's linkerhand eenige
malen met kracht neer op 's mans rug,
want de aan'rander was van den slag
achterover getuimeld en zoo geschrok
ken, dat hij naar adem snakte.
„Hier, lafhartig individu!" riep Bell
uit. „Jou ontsnapte boef in de kleeren
van een eerlijk man! Sta op! Jij bent
dus de kerel..."
Maa'r hij zweeg opeens, bevreesd dat
hij zich zou verspreken en de bandiet
Wordt met aigemeene stemmen
goedgevonden.
3. Verzoek om plaatsing van een
waterplaats a. d.R.K.Kerkte Waspik-
Boven.
Voorzitter. We hebben aan v. d.
Broek een kostenopgave gevraagd en
nu heb ik hier een teekening liggen,
welke ik dadelijk zal laten circulee-
ren. De urinoir is in drieën verdeeld
en zal, als de Raad 't goed vindt, van
gewapend beton gemaakt worden. De
kosten bedragen f 71.50.
Brokx. 't Is net een hokje van *n
stembureau.
Vloemans. Ja, ook in drieën.
Brokx. Zouden we er geen water
spoeling kunnen aanbrengen?
Voorzitter. Dan zouden we een ge
heel andere inrichting moeten hebben
en dat zou nog ai duur worden.
Pruijssers. Maar waar blijft 't wa
ter? Moet dat maar in den grond
zakken
Voorzitter. Neen, er komt een put
bij, zooals op de teekening aangege
ven. ik zou 't zoo maar laten, de kos
ten zijn niet hoog.
De Raad gaat hiermede accoord.
zou begrijpen, dat hij teveel wist. Doch
de aanrander luisterde niet eens meer
naar hein, maar was met één sprong
over de heg van liet naastgelegen wei
land verdwenen. Hem achtervolgen zou
nutteloos geweest zijn, want in het loo-
pen was Bell niet zulk een meester. En
hij kon thans zoo goed als zeker zijn,
dat hij geen tweede maal aldus zou
worden aangevallen.
„Henson schijnt goede dienaren te
hebben", mompelde hij tot zichzelf.
Intusschen nam de man met den af
geplatten duim de vlucht door de vel
den in de 'richting van kasteel Littimer.
Hij nam zijn weg door de duinen tot
aan de klippen als iemand, die elke
duimbreed van het terrein kent. Hij
had gefaald in het volbrengen van het
eerste gedeelte van zijn opdracht, en er
viel dus geen tijd te verliezen, indien
hij het tweede gedeelte ervan met mee'r
succes wilde volbrengen.
Het duurde niet lang of hij bereikte
de klippen op het punt, waarboven het
groote terras achter kasteel Littimer.
Hij wist dat hij nu op tijd was voor 't
tweede gedeelte van het propramma,
ondanks het feit dat zijn hoofd hem
geweldig pijn deed, tengevolge van de
harde vuist van Hatherly Bell. Zoo lag
hij daar, naar) adem snakkend van ver
moeienis, te wachten op het signaal om
te komen.
Intusschen wandelde Bell kalm den
weg af, zonder de minste vrees. Nie
mand behoefde hem te vertellen, wat
de bedoeling was van dezen nachtelij
ken aanval. Hij wist zee'r goed, dat als
de schurk hem had kunnen overmees
teren, hij de Rembrandt ets nimmer
4. Wijziging aflossing geldleening.
De Voorzitter deelt mede, datGed.
Staten eenige bedenkingen hebben
tegen het besluit tot het aangaan van
een leening groot f 16.000 voor wat
betreft de jaarlijksche aflossing van
f 500. Genoemd college vraagt elk
jaar f 700 af te lossen. Spr. is van
oordeel dat er wel iets voor te zeg
gen is. In genoemde leening zijn ook
begrepen bedragen voor verbetering
van de Haven en wegen.
Voor de wegen is noodig een be
drag van t 12 500 en waar de wegen
veel langer meegaan, is er geen be
zwaar om voor dit doel den aflos,
singstermijn op 30 jaar te stellen. De
Haven zal echter veei spoediger her
stel behoeven en daarom is het
wenschelijk om op korter termijn af
te lossen.
Voorts deelt spr. mede, dat over 14
dagen de Raad weer bijeen geroepen
wordt om met van Strien de wegen
verbetering te bespreken.
Wordt goedgevonden.
Rondvraag.
Pruijssers. Hoe zit 't eigenlijk met
de nalatenschap van Muskens? Dat
huis is onbewoonbaar en d* buren
staan alle angst uit voor brand. Het
zijn daar allemaal rieten dakenIk
heb gehoord dat de gemeente er
eenige zeggingschap over heeft, als
dat waar is, dan moesten we dat huis
maar gauw onbewoonbaar verklaren.
Vloemans. ja, het is erg bouw
vallig.
Voorzitter. Ik ben curator, maar de
boedelscheiding is nog in handen van
den notaris, met wien ik er over zal
spreken. De gemeente heelt een vor
dering maar ook nog anderen, doch
dat zullen wel preferente vorderingen
zijn.
Om 't huis onbewoonbaar te kun
nen verklaren, zullen we eerst 't ad
vies van de gezondheidscommissie
moeten vragen en dit heeft niets te
maken met den boedel. Als de Ge
zondheidscommissie het goed vindt
dan kan de Raad het huis onbewoon-
meer zou hebben teruggezien. Henson's
honden waren hem op het spoor; maar
't zou er spannen als ze wilden trach
ten hem in hun macht te krijgen nu de
haven in zicht was.
Daar bemerkte Bell in de verte de
lichten van het kasteel.
Bij den ingang stond een dogkart.
Bij het licht der lantaarns van het
voertuig herkende Bell de trekken van
een der oudste bedienden van Lord Lit-
tim'r. Bell begreep den toestand onmid
dellijk.
„Wij je me zóó van het station af
komen halen, Lund? vroeg hij.
„Het spijt me erg, mijnheer", her
nam Lund. Maar aan 't station wacht?-
te een predikant me op met dei bood
schap, dat u langs den anderen weg
gekomen waart. Maar onde'rweg ben ik
gaan twijfelen aan de waarheid der ge
schiedenis. Zoowaar als ik hier sta,
was ik wel wat bang, dat de heele zaak
verzonnen was om u te) kunnen beroo-
ven. En ik wilde juist mijn wagen om
draaien en den weg> oprijden, toen ik
in de verte uw gestalte bemerkte."
„O, er is niets gebeurd", sprak Bell
vroolijk. „Ik zie er bovendien toch niet
uit, alsof men mij ongestraft zou kun
nen aanvallen. Is e'r iemand op kasteel
Littimer gelogeerd misschien, Lund?"
„O, alleen mijnheer Reginald Hen
son", was het op minachtenden toon
gegeven antwoord van den ouden be
diende.
Bell zag uiterst verwonderd op, maar
door de duisternis me'rkte de koetsier
het niet. Het was voor den geleerde een
groote teleurstelling en verrassing te
vernemen, dat zijn aartsvijand op het
smaakt als room
baar verklaren. Ik ben het met u eens.
als daar brand ontstond, dan zou het
erg verstrekkende gevolgen hebben,
Pruijssers. Er is onlangs al een be
gin van brand geweest. De buren
nebben het zelf moeten blusschen.
Met aigemeene stemmen wordt be
sloten 't advies van de Gezondheids
commissie in te winnen.
v. d. Rijken. Is er al een schrijven
ingekomen over de Woningbouw-
vereeniging.
Voorzitter. Neen nog niet.'t Bestuur
moet eerst 't contract teekenen, maar
de vorm van zoo'n contract is nog
niet in ons bezit. We hebben al aan
verschillende gemeenten om een mo
del verzocht, maar er schijnen heel
weinig gemeenten te zijn waar ze zoo'n
contract hebben. Tot nog toe hebben
we er geen kunnen krijgen. Misschien
zulien we ons eens tot den Minister
wenden, want het is noodig dat we
den juisten vorm hebben.
v. d. Rijken. En als ze nu eens niet
willen teekenen
Voorzitter. Dat zullen we nog moe
ten afwachten. De beste weg Is, dat
ze de woningbouw overdragen aan de
gemeente omdat wij toch alle kosten
moeten dragen. Wanneer ze weigeren
om 't contract te teekenen, zullen we
dat ook aan den Minister ter kennis
brengen.
v. d. Rijken. Er zou geschreven
worden aan den Directeur van den
Rijkskeuringsdienst van Waren, welke
werkzaamheden alzoo in onze ge
meente verricht worden. Is er al een
staat binnen?
Voorzitter. Neen, een overzicht krij
gen we elk kwartaal.
v. d. Rijken. En nu wilde ik nog
oogenblik in de nabijheid was. Deze
moest wel diep doordrongen zijn van
het voor hem dreigende gevaar, om in
zijn toestand van gewonde zoo'n reis te
wagen. Reeds glimlachte Bell in zich
zelf van voldoening, als hij dacht aan
de verbazing van Henson, wanneer de
ze hem opnieuw op kasteel Littimer
zou zien verschijnen.
„Hoe lang is mijnheer Henson al
hier?" v'roeg Bell.
„Gisteren gekomen, mijnheer. Wil ik
u naar huis rijden, mijnheer? En als U
aan Lord Littimer maar niets zoudt
willen zeggen over mijn vergissing,
mijnheer Bell, zou ik u zeer..."
„Wees daaromtrent niet ongerust,
hoor Lundzei Bell opgeruimd. „Lord
Littimer zal e'r niets van vernemen. Ja,
rijd me maar de oprijlaan langs. Dat
is beter. Hoe bekend komt me alles
weer voor, thans!"
Een minuut later stond Bell binnen
de muren van kasteel Littimer.
HOOFDSTUK XXXII.
HOE HET PLAN SLAAGDE.
Chris liep de gang op en neer als
een slaapwandelaarster. Ze had zelfs
geen voldoende kracht meer om ver
baasd te zijn. Haar geest doorliep vluch
tig de gebeurtenissen van het laatste
uur, en langzaam begon zij helder te
onderscheiden. Maar hoe had men te
werk moeten gaan om het schilderij te
ontvreemden? Chris bezag de plaats
waar de zware, ijzeren lijst aan den
muur was bevestigd geweest met het
oog van een detective.
(Wordt vervolgd).
WuWyiistht en Langstraatsche
„DB BOBO VAN BET ZÜIDBN".