w Pluimveeteelt. mm Niet uitgekomen eieren. Bij het natuurlijk broeden onder de kloek heeft men, zoolang de eieren nog niet uitgekomen zijn betrekkelijk weinig zorgen. We hebben eigenlijk niets anders te doen dan de kloek regelmatig te luchten en te voeden. Verder hebben we nergens mee te maken, daar we op de vochtregeling, luchtverversching of keeren en koelen der eieren geen invloed van beteeke- nis kunnen uitoefenen. Zoo is dan Afblijven van de eiers! het parool. We kunnen zeggen: kuikens uit te laten broeden is niet moeilijk, ze op te fokken eischt meer kunst. Een moeilijkheid bij het broeden, zal elk. die zich daarmede heeft bezig gehouden, tegengekomen zijn, n 1. de beantwoording van de vraag; Wat te doen met de niet uitgekomen eieren In 't algemeen wordt dan geantwoord afblijven. En zeker, wanneer we de diertjes gaan helpen door ze uit te pellen, schieten we er in de meeste gevallen niet mee op. Een kleine ver wotiding en de diertjes bloeden dood. Toch meenen we, dat we ze wel eenigermate helpen kunnen. De op den 21sten dag niet uitgekomen eieren kunnen we in drie groepen splitsen en welde aangepikte eiers; de niet aangepikte met levend kuiken, de niet aangepikte met dood kutken. Over de laatste kunnen we kort zijn. in den regel zijn ze kouder, voelen ze kouder aan, dan die, waarin nog een levend kuiken zich bevindt. Ook hooren we het kuiken niet meer piepen. Wanneer een nog levend kuiken zich in den dop bevindt hooren we dit wel piepen. Alleen mist het door de een of andere oorzaak de kracht uit het ei te komen. Het uitpeil* n brengt zijn eigen bezwaren mee, maar toch kunnen we wel wat helpen. Wanneer we zoo'n ei in de hand tegen het licht houden, kunnen we daar duide lijk de luchtkamer in waarnemen. Teekenen we met een potlood deze luchtkamer nauwkeurig af, dan hebben we een plaats gevonden, die we zon der gevaar het kuiken te verwonder, kunnen open maken. Zaak is het daarbij uitsluitend een ptncel te ge bruiken. Met de vingers breken we al gauw een te groot stuk at. Pelten we dan voorzichtig deze luchikamei open, brengen net ei dan weer ondet de kloek, dan zullen we een zeei groote kans hebben het kuiken te benouden! Bij de aangepikte eiers kunnen we op dezelfde manier te weik gaan, Aangepikte eiers, die den 21sten dag niet uitgekomen zijn, zijn den daarop volgenden dag niet veel verdei gekomen. Maken we ook daar met een pincel de luchtkamer open, dan biedt de rest van de schaal weinig belemmeringen meer en zullen we de hernieuwde pogingen van het kuiken om vrij ie komen met succes beloond zien. Wie nog kloeken te broeden heeft, kan met bovenstaande zijn voordeel doen. BURGERLIJKE STAND. WAALWIJK. Geboren Wilhelmina A. A. d.v. C. J. Pen- angstig, o zoo angstig. Ze ging naar buiten om hem te zoeken. Ze dacht er aan hoe dikwijls dat hij haar ver teld had van de watergeest, die hem achtervolgde. Hoe dikwijls had hij haar gewaarschuwd toch niet in de nabijheid van den vijver te komen. Ze vreesde reeds het ergste. Ze snel de naar het water. En toen ze aan den oever zijn jagertasch zag liggen, be hoefde ze niet langer aan het ongeluk te twijfelen. Klagend en handenwrin gend riep ze haar lieven man bij zijn naam, maar vergeefs, ze snelde naai den anderen oever van den vijver en riep opnieuw: ze schold de water vrouw met harde woorden, maar geen antwoord kwam. De waterspie gel bleef rustig, alleen het halve ge zicht der maan blikte uit de diepte naar haar op. De arme vrouw verliet den vijver niet. Met snelle schreden, zonder rust of duur, omcirkelde ze hem steeds opnieuw menigmaal stil, menig maal een heftigen kreet uitstootend, menigmaal zacht grienend. Eindelijk waren haar krachten uitgeput: ze zakte ineen en viel in diepen slaap. Toen droomde ze. Ze klom tusschen groote rotsblok ken met angstig hart naar boven, doornen en ranken haakten in en om haar voeten, de regen sloeg haar in het gelaat en de wind verwilderde haar lange haren. Toen ze den berg top had bereikt, zag ze een geheel an der schouwspel. De lucht was blauw, de wind woei zacht, de bodem daalde langzaam naar beneden en op een groen, met bonte bloemen bezaaid weiland stond een zindelijke hut. Ze ging er op af, opende de.deur en daar zat een oude vrouw met witte haren, die haar AUTOMOBIEL TENTOONSTELLING N. V. „WAVEEM", WAALWIJK, 25 MEI 1929. Overzicht der geëxposeerde wagens. rt Overzicht der door de N.V. Waveem geleverde wagens. nings en C. J. Timmermans. Adri- anus F. z.v. A. A. Mahieu en H. van Bragt. Hcndrika A. M. d.v. P. P. Maas en S. A. P. van der Pennen. Maria G. P. d.v. J. H. van Bavel en J. M. Klijn. Johanna A. d.v. H. J. van Mierlo en J. van Wijk. Corne lia P. d.v. P. Schoondermark en M. V. Steenbergen. Adrianus z.v. J. A. van Breugel en M. A. Schellekens. OverledenGeen. Gehuwd Josephus van den Houdt, 26 jaai en Adriana P. Sprangers, 24 jaar. Ingekomen personen: A. Barend van Amsterdam. J. v. Heijst, van Sprang-Capelle. C. v. d. Meulen, van Hilversum. A. Eekels, van Rotterdam. A. E. Diel- vriendelijk toewenkte. Op dat oogenblik ontwaakte ze. Het was reeds dag geworden en ze besloot aanstonds te doen, wat ze in den droom reeds gedaan had. Ze be steeg met moeite den berg. Het was alles zooals ze des nachts gezien had. De oude vrouw ontving haar vriende lijk en bood haar een stoel om te gaan zitten. „Er moet je een ongeluk zijn over komen", sprak ze, „omdat je mijn eenzame hut opzoekt". Onder een tranenvloed vertelde de vrouw haar wat haar man was over komen. „Troost je", sprak de oude vrouw, „ik zal je helpen. Hier heb je een gouden kam. Wacht, tot de volle maan weer aan den hemel staat. Ga dan naar den vijver, zet je aan den rand neer en kam je lange, zwarte haar met dezen kam. Wanneer je daarmee klaar bent, leg je hem naast je op den oever neer en je zult wel zien, wat er dan gebeuren gaat". De vrouw keerde terug. Maar de tijd tot volle maan verstreek o, zoo langzaam. Eindelijk verscheen de lichtende schijf aan den hemel. Toen ging ze naar den vijver. Ze zette zich neer en kamde haar lang zwart haar met den gouden kam. Toen ze klaar was legde ze dien op den vijverrand. Het duurde niet lang of het begon in de diepte te bruischen. Een groote golf verhief zich, rolde naar den oever en voerde den kam mee de diep te in. Het duurde niet langer dan de kam noodig had om op den bodem te zinken, toen de waterspiegel spleet en het hoofd van den jager steeg op. Hij sprak geen woord. Alleen keek hij zijn vrouw met droevige smart- blikken aan. In hetzelfde oogenblik man, van Renkum. Vertrokken personen: S. Oosterdijk naar Den Haag. T. Possemis naar Tilburg. W. Th. van Ravenstein naar Tilburg. I. A. Meijers naar Dussen. A. A. Smol ders naar Eindhoven. A. v. Oers naar Heezen. RAAMSDONK. Van 18—24 Mei 1929. Geboren C, M. H. G. d.v. A. J. Lambooij- Diemel. H. d.v. J. Bax-van Strien. J. W. d.v. J. A. van Suijlekom- Weismann. G. N. z.v. A. Hendrikx- Leeggangers. H. G. z.v. H. G. Me- kes-van den Kieboom. J. G. A. z.v. A. Verhoeven-Donders. Huwelijken A. Vermeulen, jm., oud 28 j., en W. C. Schott, jd., oud 21 j. -A. Adriaan- se, jm., oud 28 j. en E. J. Verschuren jd., oud 28 j. P. J. Langermans, jm., oud 32 j. en M. A. Oome, jd., oud 22 j. A. C. Magielsen, jm., oud 25 j. en J. A. van Helvert, jd., oud 25 jaar. Overleden D. Boogmans, wed. van A. J. Coes- mans, oud 64 jaren. Ingekomen personen v. 8-27 Mei. Adr. C. Stadhouders en gez., van Oosterhout, Frederikstr. K 68 naar L 60. Ma. van der Pol, van Loon- op-Zand, Gasthuisstr. A 477a naar J 43. Ma. Blankers, van Hilversum, Melkpad 45 naar J 63 bij ouders. - kwam een tweede golf aanbruischen en bedekte het hoofd van den man. Alles was verdwenen. De vijver lag weer even rustig als tevoren en slechts het gezicht der volle maan glimlachte in de diepte. Troosteloos keerde de vrouw terug. Maar in den droom zag ze weer de hut van de oude witte vrouw. Weer begaf ze zich den volgenden morgen op weg en klaagde de wijze vrouw haar leed. De oude vrouw gaf haar een gouden fluit en sprak: „Wacht tot de volle maan weerkomt, neem dan deze fluit, ga aan den oever zit ten, fluit een mooi lied en wanneer je daarmee klaar bent, ga je op het zand liggen. Wat er dan gebeurt zul je wel zien". De vrouw deed zooals de oude wijze haar had gezegd. Nauwelijks lag de fluit op het zand of het bruischte weer in de diepteeen groote golf verhief zich, kwam aanrollen en nam de fluit mee de diepte in. Spoedig erop spleet de waterspiegel en niet alleen het hoofd, maar de geheele man steeg op, zoodat zijn lichaam half zichtbaar was. Hij strekte vol verlangen zijn han den naar haar uit, maar ach! een tweede golf kwam schuimend aan rollen bedekte hem en trok hem weel de diepte in. „Ach, wat helpt het me", sprak de ongelukkige, „wanneer ik mijn lief ste alleen zie om hem weer te verlie zen". Smart sloop in haar hart, op nieuw en heviger. Weer ging ze op weg en de wijze vrouw gaf haar een gouden spinnewiel, troostte haar en sprak: „Alles is nog niet volbracht. Wacht tot de volle maan komt, neem dan het spinnewiel, ga aan den oever zitten en spin de spoel vol. Wanneer je klaar bent, plaats je het dicht bij het water en je zult zien wat er ge beurt". De vrouw deed alles nauwkeurig. Zoo gauw zich de volle maan ver toonde, bracht ze het gouden spinne wiel naar den oever en spon vlijtig Eindelijk was het vlas op en de spoel was geheel door den draad ge- vuld. Nauwelijks stond het spinne wiel aan den oever, of het bruischte nog heviger dan anders in de diepte van het water. Een groote golf kwam aanrollen en nam het wiel met zich mee. Dadelijk daarop schoot een wa terstraal op en.... het hoofd met 't geheele lichaam van den man ver scheen in de hoogte. Snel sprong hij op den oever, vatte zijn vrouw bij de hand en ontvluchtte. Nauwelijks echter hadden zij zich een klein eind verwijderd of met ont zettend gebruisch steeg de gansche vijver en met woest geweld stroomde het water over het land. De twee vluchtenden zagen reeds den dood voor oogen. Toen riep de vrouw in haar grooten angst de hulp der oude in en op hetzelfde oogenblik wa ren ze veranderd: zij in een schildpad en hij in een kikker. De vloed, die hen had bereikt, kon hen nu niet dooden. Wel rukte deze de twee van elkaar en voerde hen ver weg. Eindelijk liep het water weer te rug. Beiden raakten weer den drogen grond. Toen kwam ook hun vroegere gestalte terug. Maar geen wist, waar de ander gebleven was. Ze bevonden zich onder vreemde menschen, die hun vaderland niet kenden. Hooge bergen en diepe dalen lagen tusschen hen in. Om in 't leven te blijven, moesten beiden de schapen gaan hoe- J. Kusters, van Dongen, Klein Don gen 13 naar A 45. Chr. Baarde- mans, j^m Teteringen A 14 naar H 52. na. J. Fijneman, van Waspik A 29 naar C 48 bij ouders. Ca. J. Mekes van Oosterhout, Molenstr. K 108 naar H 52. Pa. van Schijndel, van Dussen C 123 naar aan boord. P. Roosenbrand, van Sprang-Capelle 261 naar B 8. Vertrokken personen: J. de Rooij van H 74 naar Delft, Scboolstr. 369. E. van Delft van D 41 naar Waspik, Benedenkerk. A. P. Dank van H 26 naar Almkerk, Uppelsche hoek C 181. H. Kip en gezin van I 3 naar Haarlem, Nachte- gaalstr. 81. H. J. Kip en gezin van E 3 naar Haarlem, Nachtegaalste. 82. J. van der Zanden van C 73 naar Made B 137 bij ouders. Wede. C. H. Timmermans van F 107 naar Arnhem, Onderlangs 25. M. van Schijndel van aan boord naar Dussen C 123. B. P. Eases van G 13 paar Amsterdam, le Oosterparkstraat 92. Wede. W. van Hernert van 1 93 haar Oosterhout, Kerkstr. E 17. Chra. de Rooij van J 102 naar 's Grnvenha- ge, Multatuliestraat 106. E. A. Keller van F 73 naar H. en L. Zwa- luwe, Lage-Zwaluwe D 99. -- M. Ramstijn van B 78 naar Waspik, Dijkje. A. J. van Strien, van aan boord naar Roosteren 151. - J. A. Berende van E 49 naar Geertruiden- berg, Koestraat 115. S. J. Berende van E 92 naar Geertruidenberg, Koe straat 115. Ma. A. Oome van D 51 naar Waspik A 57. NIEUWS UIT KAATSHEUVEL. Kaatsheuvel, 30 Mei 1929. Circus Roberti. Het is bijna 15 jaren geleden dat onze gemeente een circus gehad heeft. Is anders de trek naar Tilburg als daar een der groote wereldcircussen zijn tenten heeft opgeslagen, zeer groot, dit jaar zijn bijzonder weinig menschen naar Hagenbeek geweest. De groote reclames dat Roberti al hier dezer dagen zou verschijnen,, heeft zoo goed als allen van een reis naar Tilburg teruggehouden. Vol gens hetgeen de pers over Roberti schrijft geeft dit iets te zien wat de moeite waard is. De paardendressuur staat op zeer hoog peil. De clowns zijn onverbeterlijk. Hans Siegfried is een krachtmensch met wereldrepu tatie. Alles bijeen een voorstelling, die voor de liefhebbers van goed werk een aansporing zal zijn vooral niet te verzuimen Roberti een bezoek te brengen. Eaphonia. De Harmonie van het Kon. Muziek gezelschap Euphonia geeft Zondag avond een groot concert op de Markt te Waalwijk, op uitnoodiging der vereeniging W. B. Zangkoor. In een vergadering, Dinsdagavond gehouden, besloot ons Parochiaal Zangkoor dit jaar inplaats van het hduclen van het gebruikelijk Cecilia- feest, een uitstapje te maken naar Antwerpen. den. Vele jaren lang dreven ze hun kudden door bos'ch en veld. Ze waren zeer droevig en vol sterk verlangen. Het was weer eens lente geworden. Op zekeren dag trokken beide met hun kudden uit en het toeval wilde, dat ze elkaar tegemoet trokken. Hij zag op een berghelling een kudde en dreef ook zijn schapen daarheen. In een dal kwamen ze bij elkaar, maar ze herkenden elkaar niet. Toch, bei den waren verheugd, dat ze nu niet meer zoo eenzaam waren. Van nu af aan dreven ze eiken dag hun kudden naast elkaar: veel spraken ze niet, maar ze voelden zich getroost. Op zekeren avond, toen de volle maan aan den hemel stond en de schapen reeds rustten, haalde de her der de fluit uit zijn zak. Hij blies een mooi maar treurig lied. Toen hij klaar was, zag hij dat de herderin bit ter schreide. „Waarom weent ge", sprak hij. „Ach", antwoordde zij, „zooals thans scheen ook eenmaal de volle maan toen ik voor het laatst dit lied op de fluit blies en het hoofd van mijn geliefde boven het water kwam". Hij keek haar aan en het was hem, alsof een schelp van zijn oogen viel. Hij herkende zijn liefste vrouw. Toen hlikte de maan op zijn gelaat. Zij zag hem aan en herkende ook hem. Zoo werden die twee weer veree- nigd. (Met toestemming der uitgevers vertaald).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1929 | | pagina 6