Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. n Puistjes HET WITBOEK. FEUILLETON QDOR, ERVftJUIKa feTEBI® NUMMER 49. WOENSDAG 19 JUNI. 52e JAARGANG. UITGAVE WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Teleur.-Adres: ECHO. Telefoon No. 18. DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN. EERSTE BLAD. De Belgische en Nederlandsche stand punten iets minder ver uileen. De Minister van Buitenlandsche Zaken, jtir. Mr. Beelaects van Blok land, heeft aan de beide Kamers der Staten-Generaal een Witboek doen toekomen, dat de stukken bevat, die sedert de verwerping van hetontwerp- tractaat Nederland België van 3 April 1925 tusschen de Regeeringen der beide landen gewisseld zijn. Heden vindt de publicatie dezer bescheiden ook in België in den vorm van een Grijsboek plaats, aangevuld evenwel met enkele hier te lande reeds open baar gemaakte stukken. De Neder landsche Regeering had tegen deze aanvulling, die voor het Nederlandsche Witboek geen zin zou hebben gehad, uiteraard geenerlei bezwaar. In het Witboek zijn achtereenvol gens opgenomen 1. Het memorandum door den Belg!- schen Gezant te s-Gravenhage van 14 juni 1928 aan den Minister van Buitenlandsche Zaken. 2. Het antwoord-memorandum van de Nederlandsche Regeering op 28 juni 1928 aan den Belgischen Gezant te 's Gravenhage overhandigd. 3. Het schema op 23 October 1928 namens de Nederlandsche Regeering aan de Belgische Regeering aange boden. 4. Met memorandum gedateerd 12 Januari 1929, door den Belgischen Gezant te 's-Gravenhage op 14 Januari 1929 aan de Minister van Buiten landsche Zaken overhandigd. 5. De nota door den Belgischen Gezant te 's-Gravenhage op 28 Fe bruari 1929 aan den Minister van Buitenlandsche Zaken overhandigd. 6 Het memorandum door den Nederlandschen Gezant te Brussel op 7 Mei 1929 aan den Belgischen Minis ter van Buitenlandsche Zaken over handigd. 7. De noia van de Belgische Re geering op 28 Mei 1929 aan den Nederlandschen Gezant te Brussel overhandigd. 8. De nota door tjen Nederland schen Zaakgelastigde a.i. te Brussel op 8 Juni 1929 aan den Belgischen Minister van Buitenlandsche Zaken overhandigd. De verzameling stukken, die de Nederlandsche regeering ter kennis bracht van de Staten-Generaal ver schilt in enkele cpzlchlen van de gelijktijdige publicatie die de Belgische regeering heden 't licht deed zien. In het Belgische grijsboek wordt een aantal documenten vermeld, die in ons land reeds voor geruimen tijd zijn openbaar gemaakt en die zooais het ontwerp verdrag van 1925, dat in 1927 werd verworpen hun betee- kenis hebben verloren. Door de op neming van een aantal citaten uit memories van minister van Karnebeek toont de Belgische publicatie eeniger mate een polemisch karakter, dat de Nederlandsche publicatie als zoodanig niet heeft. Naar den vorm zijn de Belgische nota's in dit Witboek meer verzoenend dan het rapport van Senator Segers en de weerklank, dien de Belgische regeering daarop deed hooren, reden gaven te vermoeden Handig is de Belgische regeering vooral waar zij poogt den indruk te vesdgen, dat zij aan Nederlandsche desiderata tegemoet komt, wanneer zij ingaat op denkbeelden, die in het wederzijdsch belang als mogelijke onderwerpen voor discussie waren aangeduid door Minister Beelaerts. De Nederlandsche regeering toont in den inhoud en den vorm harer uitlatingen dat haar werkelijk gelegen is aan de totstandkoming van een voor beide partijen aannemelijke regeling wat in Belg door den man in de s'ad wordt betwist. Sensationeel nieuws brengen deze stukken niet. Vooral de Belgische niet, omdat daarvan reeds een en ander was uitgelekt in de Belgische pers en in die van Frankrijk en Engeland, welker regeeringen, naar het schijnt door België doorloopend op de hoogte worden gehouden van de stappen, die zij in de Nederlandsch Belgische aan gelegenheid zal gaan doen. Ir. de Nederlandsche stukken trof ons toch wel iets, dat men hier nog niet wist, schrijft het A. H., Wij waren in den waan, dat wij een oorspronke lijk idee aan de hand deden, toen wij het denkbeeld opperden, dat waar België rechtsaanspraken deed gelden, die onzerzijds niet worden erkend, wellicht een beslissing van het Per manente Hof zou kunnen worden gevraagd over dit speciale punt. Zonder op het oogenblik nader daarop te willen ingaan willen wij constateeren: dat de Wielingen-quaestie slechts werd vermeld in deze stukken, om te constateeren, ^t men haar tijdelijk NAAR HET ENGELSCH. J. SCHEEPENS. 76. Wanneer eenmaal de ruil geschied was, liet het hem koud, waar de ge ruilde koker bleef. Zijn bondgenoot kwam den heer Henson waarschijn lijk hier bezoeken: natuurlijk wist deze hem over te halen, wel wetend, dat hij toch niet zou durven spreken; vandaar dan ook, dat de tweede ko ker weer verkocht werd en in geld omgezet. Ik maak de%e veronderstel lingen natuurlijk slechts, aangeno men dat uwe opmerkingen en ont dekkingen juist zijn." „Absoluut juist!" 'riep Chris leven dig uit. „Twee lange, onregelmatige krassen, in een pijlvorm toeloopend, tot aan den grootsten diamant en ver oorzaakt, zooals Ruth Gates aan Enid vertelde, door het strijken met haar diamanten ring over den koker, toen zij deze, alvorens hem in te pakken en aan mijnheer Steel te brengen, nog eens glimmend wilde oppoetsen". Bell moest toegeven dat het een in- dérdaad belangrijke ontdekking was. „We zullen dit probleem voor het oogenblik laten rusten", zei hij, „In een kleine plaats als deze zal het niet eiken dag voorkomen, dat men naar een zilveren sigarenkoker vraagt met diamanten bezet en dus zal het artikel nog wel eenigen tijd in den winkel voorraad blijven. Morgen kom ik nog wel eens terug en onder het voorwend sel om nog enkele voorwerpen te koo- pen, zal ik wel al de noodige inlichtin gen verkrijgen omtrent den persoon, die den koker hier is komen inwisse len, of verkoopen, en hoe deze er uit zag. Maar we gaan nu eerst even lun chen, alvorens onzen „eerwaarden" vriend te halen!" lachte hij. „Waar zullen we heen gaan?" Chris wilde het liefst naar „De Gouden Leeuw". Daar hadden ze een prachtige koffie kamer met eiken lam- brizeéring en een prachtig geschilderd plafond en een geheel met oud-Hol- landsche tegels bezette schouw. Het mooie, oude café was geheel verlaten, zoodat ze vrij konden spreken. Chris brak haar brood en sipte aan haar soep met een peinzend gezicht. „Er vormt zich als vanzelf een groot en lumineus idee in mijn hoofd!" zei ze. „Wat, wéér een ander?" glimlachte Bell. „Zitten die hier in de lucht, of wat is er? Werkelijk, ge zijt wel in schitterende conditie, wonderbaar, in derdaad!" Chris lachte. Vandaag was ze vol blije levenslust. „Dat komt, omdat ik vrij ben, mijn vrij gevoel", hernam ze. „Als u eens wist wat het is zich vrij te gevoelen, na dat sombere, pijnlijke eentonige leven van de laatste jaren. Altijd als het ware in den tredmolen en altijd in de macht van dien harteloozen, on- barmhartigen schurk. In den beginne mag men ér zich al krachtig tegen ver zetten en verlangen iets te doen om zich te weren, maar langzamerhand geeft men zich over aan de eiken dag veld winnende wanhoop. Maar nu is het gewicht van mijn schouders geno men en ben ik weer vrij om te hande len. Denk eens aan welk een beloo ning de ontmaskering zijn zal van dien schurk Henson". „Reginald Henson is de vijand van uw huis, zoo schijnt] het. Maar in wel ken zin toch?" „O, dat kan ik u niet vertellen. Het is een geheim, dat we zelfs ondér ons niet aanroeren. Maar hij heeft ons in zijn macht en hij heeft onze levens verwoest. Doch, als ik een zeker voor- wérp in handen kon krijgen, dan zou zijn macht gebroken zijn. D5t is het, waarnaar ik zoek, en waarvoor ik werk. En het is juist térwijl ik dacht aan mijn verdere pogingen, dat mij dit schitterende idee te binnen schoot. „Kunt ge het mij niet in enkele lij nen uitstippelen?" vroeg Bell vol be langstelling. „Ik wil Merritt tot mijn vriend ma ken. Ik wil hem er toe brengen, te meenen, dat ik een even groote avon turierster ben als hij een avonturier. Maar ik wil hem ook laten voelen, dat ik hem ook in de gevangenis kan brengen, wanneer ik dat verkies „Ja, dat kunt ge zeker, door aan de politie het verlies van uw sierspeld te berichten en den heer Merritt, „predi kant", als den dief aan te wijzen." „Ja, maar dan zou Merritt gearres teerd worden, terwijl ik nog veel pro fijt van hem zal kunnen trekken, wan neer hy vry blijft rondloopen. Neen! Iaat rusten dat België als concessies laat gelden haar bereidheid een einde te maken aan de opzettelijke benadeeling van Terneuzen en aan de speciale protec tie (vrij sleepen etc) van de Rijnvaart op Antwerpen, die onzerzijds steeds als strijdig met de Rijnvaartacle is beschouwd; dat ook de verbetering van de vaart Luik-Maastricht die in het belang van beide landen evenzeer is als een bij zondere Belgische toegeving wordt aangeduid dat België overde kanaalverbinding met Ruhrort niet meer denkt; dat de beruchie reserve ten aan zien van de doorvaart voor Belgische schepen door de Schelde niet wordt gehandhaafd dat België bereid is Nederlandsche loodsen te Antwerpen op voet van gelijkheid met de Belgische te behan delen dat België de nieuwe Rijnverbinding nog steeds wil maken tot een ver lengstuk der dokken van Antwerpen dat ten aanzien van de binnenvaart onder Nederlandsche vlag op inter nationale en Belgische wateren België het standpunt nadert door Nederland ten aanzien van de vaart onder Bel gische vlag ingenomen. Alles bijeen mag men dus als voor loopige indruk van deze slakken con stateeren, dat er tusschen de stand punten van Nederland en van België thans een minder groote afstand is dan toen de Eerste Kamer in 1927 zich genoopt had gezien het ontwerp verdrag van 1925 te verwerpen. Zietdaar op enkele punten van ondergeschikte beteekenis de Bel gische tegemoetkomendheid geken schetst Zij zijn ook geschikt, om den geest te accentueeren, die de Bel gische regeering ten aanzien van de hoofdpunten bezield heeft Steeds weer is het verworpen tractaat van 1925, dat haar voor oogen zweeft en alle wendingen van het Belgische betoog loopen daarop uit. dat van Belgische zijde aan het tractaat van 1925 moet worden vastgehouden. De Nederlandsche regeering heeft In een waarlijk uitnemend memoran dum ten aanzien van het vraagstuk der verbindingswegen tusschen Schelde en Rijn en dat van het Schelderegiem open kaart gespeeld. „Het kanaal, voorzien in het verworpen verdrag van 1925 of van ieder kanaal, dat dezelfde kenmerken zou vertoonen.is eene politieke onmogelijkheid Iedere Nederlandsche regeering die dit mocht vergeten zou door de natie gewraakt worden „Voortgaan met het vragen van een zoodanig kanaal zou het na jagen van hersenschimmen beteeke- nen." België moet een kanaal Antwerpen- Hollandsch diep hebben! Wat er te berde gebracht wordt, om de nood zakelijkheid daarvan te betoogen, grenst soms aan het zielige. Mag men de Belgische uiteenzettingen in het witboek gelooven. dan is Antwerpen eene kwijnende stad. Nog niet zoo lang geitden heeft Het Handelsblad van Antwerpen, toch zeker geen on betrouwbaar getuige, hoog opgegeven van den buitengewonen bloei der gemeente, maar nu in de regeerings- stukken verschijnt Antwerpen als eene havenstad, die maar steeds achteruit gaat en dat heet dan het gevolg van de slechte verbindingen die er tus schen Rijn en Schelde zouden bestaan. Neen! Op het oogenblik zijn mijn plannen nog vrij vaag. Ik moet; ze uit werken zooals men het een geschie denis zou doen. Zooals David Steel 'n dergelijk gegeven uit zou werken, bij .voorbeeld. Ah!" Chris klapte op eenmaal in de han- den en een kreet van vergenoegen ont snapte haar. „Ik heb het!" riep zij uit. „Als ik mijnheer Steel eens al de feiten vóór kon leggen en hem er toe kon bewe gen, het plan vérder in bijzonderhe den uit te werken! Zijn vruchtbare verbeelding zou spoedig een uitweg vinden. Maar hij is ver van hier en er valt geen tijd te verliezen. Is er geen kans om hem te bereiken?" Chris zag haa'r metgezel bijna smee- kend aan. Ze vormde een aardig ge heel met den achtergrond van donkere j en eiken paneelen. Bell glimlachte, térwijl hij zich van asperges bediende. „Waarom niet het zelfde middel beproefd, wat ge den j eersten keer gebruikt hebt om in con nectie te komen met den grooten ro manschrijver?" vroeg hij. „Waarom geen gebruik gemaakt van Littimer's j j telefoon?" I „Ik ben te opgewonden om nog i verder te kunnen eten", zei Chris en schoof haar bord terug. „Ik ben vol van het nieuwe idee! Natuurlijk, ik] kan de telefoon gebruiken, om met mijnheer Steel te confereer en, evenals met Enid! Als het plan uitvalt zooals ik verwacht, zal ik een lang gesprek met haar moeten hebben en dat is 'n gevaarijk ding, zoolang Reginald Hen son rondzwerft!" „Ik zal Henson wel bezighouden in BINNENLAND. Rijksmiddelen. De opbrengst der rijksmiddelen over Mei j.l. bedroeg 48.765.349.12 tegen 50.707.291.08 over die maand dien tijd. Het beste is, te wachten tot allen naar bed zijn en Steel dan op te bellen. Na elven kunt ge met zeker heid verwachten hem- te treffen en er is wel geen kans dat ge zult worden afgebroken, omdat een ander de lijn wil gebruiken. Dat geldt ook voor uw zuster." Chris knikte instemmend. Haa'r oogen glansden van genoegen en op winding. „O, driewerf gezegende telefoon uitvinding", riep ze uit. „Ik kan alles krijgen wat ik wil, zonder papier te gebruiken, wat maar compromittee- rend is en daar blijven waar ik het hardste noodig ben. We zullen mijn heer Steel eens aangenaam verrassen, vanavond, en dezen keer zal hij er niet door in moeilijkheden komen!" Toen zij gereed waren met lun chen, lieten zij Merritt weten dat zij in „Dei Gouden Leeuw" op hem wacht ten. Juist toen zij z'n groote, athletische gestalte de groote deur zagen binnen stappen, kwam Henson in volle vaart de straat afgereden in een dogkart. „Onze beste vriend Henson zal wel beloond worden voor zy'n moeite!" lachte Bell. „Hij is gekomen met het idee, Merritt eens te onderhouden. Ongetwijfeld zal het hem verrassen dezen aan het diner te zien. Wordt vervolgd. De Echo van het Zuiden, Waalwpschc en Laigstraatsehe Courant* Dltblad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25. Franco per post door het geheele rflk 1.40. Brieven, Ingezonden stukken, gelden, ena. franco te zenden aan den Uitgever. V<5l Prfls der Advertentiën 20 cent per regelminimum 1.50. Bi] contract flink rabat. Reclames 40 cent per regel. Advertentiën moeten Woensdag en Vrfldag des morgens om uiterlijk 9 uur In ons bezit zijn. «en „DB BOHO VAN HET ZVIDBN1'. I in het gelaat verdwijnen spoedig door deze des avonds met wat PUKOL in te wrijven en door zich des morgens te wasschen met warm wa er en gewone zeep of beter nog met Purolzeep. 't Voldoet iedereen.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1929 | | pagina 1