entlol
Voorheen en thans.
Het Kermisprogramma 1929.
iogezonderfStukken.
No. 56. Zaterdag 13 Juli 1929. 52e Jrg.
TWEEDE BLAD.
Hoe vreemd het ook moge klinken
in onzen tijd, toch is 't waar, dat de
kermis gegroeid is uit den godsdienst,
dus van godsdienstigen oorsprong is.
De historie van de kermis, d.w.z.
van gemeenschappelijke feestvreugde
die in een bepaalde tijd van 't jaar
wordt opgeroepen, wijst ons ver over
de christelijke beschaving en cultuur
naar den heidenschen oerstaat.
Zoo kenden onze Germaansche voo'r-
ouders hun z.g. oogstfeesten, waarbij
onder heidensche ceremoniën dankof
fers werden gebracht aan de afgoden.
Hier is de kern dus religieus.
Na afloop der heidensche godsdienst-
plechtigheden begon de eigenlijke feest
vreugde, die in hoofdzaak bestond
uit veel eten en drinken. Als ontspan
ning vermaakte men zich met dobbe
len, woeste jachtpartijen en wat we
zouden kunnen noemen schietwed
strijden.
Zulk een jaarlijks terugkeeren-
de collectieve feestvreugde, feestvie
ring, duurde soms vele dagen en gaf
dikwijls' aanleiding tot groote vecht
partijen.
't Laat zich verklaren, dat zulke
diep uit de oerinstincten van den
mensch ontwikkelde gebruiken, maar
niet inet één hand-om-draai onge
straft kunnen weggenomen worden.
En dat ondervonden de eerste
christenpredikers die aan onze voor
ouders het licht van 't geloof en het
leven kwamen brengen. De boomcul-
tusdienaren waren er niet toe te bren
gen om hun in den aanvang godsdien
stig (heidensch) begonnen oogstfees
ten, die tenslotte ontaarden in woeste
zinnenvreugde, zonder meer aan den
kant te zetten.
Nu begon de christelijke cultus de
Germaansche oogstfeesten te kerste
nen en in goede banen te leiden. Maar
dat ging slechts héél langzaam. Men
begon weer bij den Godsdienst.
Er werden processies gehouden en
na afloop daarvan werd het volk ge
legenheid gegeven voor ontspanning,
en kregen wij in steeds vasteren vorm
datgene wat we vandaag nog „ker
mis" noemen.
Van groot belang was daarbij het
optreden van de z.g. „schutterij"
(schötterie).
Het medetrekken met de processie
en sommige andere nog niet geheel
verklaarbaar gedachte handelingen,
wijzen op voor-christelijken oorsprong
der schutterijen en op een gekersten
de vereeniging van boomcultusdiena-
ren. Wie hierover meer wil weten,
vergelijke maar eens: „Germanische
Erntefesten im heidnischen und
Christlichen Cultus", Dr. Heino Pfan-
nenschmid; Quellen und Forschun-
gen; ten Brink; E. Martin; W.
Scherer; „Sitte und Brauch" Sartori;
„de kermisviering in Laag-Keppel en
Hummelo" van D. J. v. d. Ven.
Zelfs in streng religieuze gilden,
als de „St. Laurentius en „St. Gan-
gulphus" broederschappen van Huis-
sen (Geld.), worden na afloop der pro
cessie, waarmee de kermis samen
valt, nog gewoonten gehandhaafd,
waarvan men den oorsprong veel
verder heeft te zoeken dan de histo
rie wel heeft trachten te fixeeren.
Zooals we hiervoren reeds zeiden,
kreeg het schuttersgilde bij het uit
trekken der processie een bijzondere
taak. Krijgshaftig gingen de gilde-
broeders het Allerheiligste vooraf om
dit te beschermen. Dit lezen we oa
in het reglement van het Schutters
gilde van Neeritter, dat omstreeks
1627 werd ontworpen en voorkomt
in 't nagelaten werk van Jos. Habets.
„en dien dagh met de processie gaen
den behoorlijken toer doen om deselve
te beschermen opdat geene oneere en
soude geschieden aen het Allerhey-
lichste Sacrament des Autaers ende
selve processie te geleijden wederom
tot in die Kercke en alsdan komende
in goede order in het dorp en alsoo
treckende drijmael om den dorpsput
en de poel".
Met de Hervorming is er veel van
dit oude op den achtergrond gedrukt,
ja men maakte er zelfs jacht op.
Maar het is toch opmerkelijk hoe op
enkele plaatsen in Gelderland, in weer
wil van het feit dat er geen Katholiek
meer woont, toch onder geprofaneer-
den vorm het gilde en enkele oude ge
bruiken zijn gehandhaafd. Zoo be
staan er in Hummelo en Keppel nog
de Kermisschutterijen met de z.g.
„Bielemannen". Dit zijn wonderlijk
uitgedoschte mannen, met krijgshaf
tige gezichten, die den dag voor de
kermis met bijlen gewapend een weg
opgaan, zoogenaamd om er de booze
geesten te verdrijven. Onderweg
vindt men een te voren geplaatste
paal of boom. De mannen spreken
zich moed in met een stevige borrel,
begieten zelfs het staal en slaan dan
den boom of paal om. Met veel la
waai en potsierlijke sprongen keert
men dan terug naar het dorp en nu
kan de kermis beginnen.
In het Noorden waar tengevolge
van de Reformatie de echte, oude ker
misvreugde en kermisgewoonten wer
den verdrongen, kreeg men tenslotte
toch weer een kermis, al is het dan
onder een anderen vorm, zooals volks
feesten, en van jongeren datum de
oranjefeesten.
Maar in Brabant, waar vele gilden
werden gespaard, neemt het gilde nu
nog met de kermis en bijzondere
plaats in. De Gildebroeders zorgen
eigenlijk voor het geheele kermispro-
gram.
Bekend zijn de giidemaaltijden en
niet minder de onderlinge schietwed
Plaatst Uwe advertenties alleen
in een NIEUWSblad, dat een
kern van vaste lezers heeft en
daardoor ook waarborg geeft
voor WERKELIJKE PUBLICI
TEIT.
strijden en het vogelschieten.
Dit zijn genoegens die op hei. '<er-
misprogram nog steeds een vaste
plaats hebben.
Maar in sterk modern ontwikkelde
streken is de band tusschen de schut
terij en de kermis heel los geworden
of gansch verbroken.
Men ontkomt nu eenmaal niet aan
de invloeden van zijn tijd. De ontwik
keling of juister de uitbreiding dei-
moderne vermaken en attracties, die
het ook buiten de kermis zoeken, zoo
als op groote tentoonstellingen, e.d.,
heeft natuurlijk de vervlakking van
onze oude gilden en gewoonten snel
in de hand gewerkt.
Voor een halve eeuw was er toch
in onze plaats ook nog verband tus
schen het gilde St. Jan en de kermis.
Toen werden er nog optochten gehou
den, uitvoeringen gegeven met groote
balpartijen, eens zelfs met een vuur
werk.
Tegenwoordig klaagt men over de
danswoede van onze jeugd, maar
vroeger was de dans toch ook het
meest algemeene middel tot uiting
van vreugd.
En zooveel goedkooper was het in
die dagen ook.
Zoo gaf 't gilde St. Jan nu 51 jaar
geleden een groot „kermisbal", dat
des avonds 6 uur begon en waarvoor
een entree geheven werd van 49 cent.
Een halve gulden klonk zeker te veel.
Maar men had in die dagen toch
ook nog andere attracties.
De ouderen zullen zich nog wel
herinneren dat hotel Holtgrefe in '78
gedurende de kermis „dagelijks ma
tinee en soiree gaf"door het
gunstig bekende Mannenquintet van
de Hoogduitsche Opera te Rotterdam,
met medewerking van 3 goede komie
ken, een acrobaat, een goochelaar en
een Chineesch jongleur".
De Operazangers hadden het toen
zeker niet dik. We kunnen ons moei
lijk indenken, dat Jos. Groenen naast
zoo'n wonderlijk gezelschap op een
kermis naar bijverdienste zou zoe
ken.
Voor de keri'nis -werd er reeds bij
den eersten jaargang (1878) in ons
blad ijverig geadverteerd door de ver
schillende vereeni gingen en onderne
mers. En men deed dat met groote
koppen er boven, liefst nog zooveel
mogelijk in voornaam Fransch.
Zoo gaf de Liedertafel „Oefeningen
Vermaak" van Waalwijk en Besoyen
op 15 Juli 1878 bij Watrin, café-re
staurant op de Markt, een „Grande
Matinée Musicale et Vocale", „niet
een groot bal, opgeluisterd door mu
ziek van het 2e Regiment Huzaren uit
s Bosch".
De lcermisbals van de Liedertafel
trokken reeds voor een halve eeuw
geweldig veel belangstelling. Trou
wens, de Waalwijksche kermis stond
vroeger in het middenpunt der festi
viteiten in verren omtrek.
In die dagen spraken de „Konink
lijke Doelen „Regt door Zee" en
„Oranje Doelen" ook een woordje
mee in algemeene feestvreugde. Men
organiseerde optochten, gaf een bal-
champêtre en een groot vuurwerk.
En men wilde zelfs in stijl blijven
en kleinere zaakjes van de straat
houden.
Dr. de Haan, *loco-Burgemeester
van Waalwijk, plaatste 11 Juli 1878
een waarschuwing in ons blad, waar
in o.a. stond: „Op de kermis zullen
niet worden toegelaten Liedjeszan
gers, orgeldraaiers of andere straat
muzikanten, noch kunstenmakerijen
op de straat of andere dergelijke ver
tooningen."
In dit opzicht is het voor deze ca
tegorie van menschen nu ook beter
geworden.
Met toestemming van den burge
meester, en onze burgervader is ook
hier breed van opvatting, kunnen de
orgeldraaiers rustig door de straten
trekken en als ergens een „boeienko-
ning" zijn „kunstemakerijen" wil
vertoonen zal hij zeker niet worden
geweerd.
Dergelijke lui vinden op een keb-
mis altijd nog voldoende belangstel
ling, vooral onder de jeugd. En hebt
U wel eens opgemerkt, dat juist zulke
bonte tooneeltjes kleur en leven ge
ven aan een kermis. We zullen ze
ook dit jaar ongetwijfeld weer te zien
krijgen. Maar daarnaast de moderne
attracties van grooteren en kleineren
omvang.
WAT ER NU IS.
Zoo noemen we een nieuwigheid
voor Waalwijk, n.l. de Wembley-at-
tractie van de Gebr. Hommerson,
staande achter „De Korenbeurs". Dit
is een inrichting waarin oud en jong
zich zal vermaken. Als men zich niet
op de hooge glijbanen of de „houten
golven" durft te wagen tusschen een
„echte ijsbeer", dan kan men zich nog
vermaken met de aardige tooneeltjes
rustig toe te zien. Er is een flink buf
fet, een aardig zitje en een strijkje.
Een bekende onderneming voor
Waalwijk is die van de Gebrs. van
Bergen, op de Markt. De Stoomca-
roussel is altijd nog een gezochte at
tractie. Voorts biedt het kermister
rein nog het volgende:
Danssalon, fa. Jacobs.
The Frolic, Gebr. Hommerson.
Suikerkramen van De Leeuw, Jan
sen en F. Jansen.
Galanteriën van P. Trommelen en
Hollander.
Draaimolen, Giezen.
Schiettent, Geven.
Palingkraam, Ter Haar.
Gebakkraam Giezen.
Schouwburg (v. Coothstraat), Piet
Vink.
Zweefmolen (v.m. Baardwijk),
Leendaarts.
Evenals andere jaren hebben ook
de diverse vereenigingen en caféhou
ders voor ontspanning en attractie
gezorgd.
Traditie getrouw geeft de Lieder
tafel „Oefening en Vermaak" mor
genmiddag van half 1 tot half 2 een
matinée, waarbij „Musis" natuurlijk
weer te klein zal blijken te zijn.
Maandag biedt de Liedertafel „Tot
Bloei der Toonkunst" bij den heer P.
van Cromvoirt een kermis-matinée
aan.
De harmonie „St. Crispijn" heeft
weer voor een uitstekend program
gezorgd, dat Dinsdagmorgen om 10
j uur zal worden afgewerkt, met mede
werking van Aug. de Laat, humorist,
Tilburg,Henrico, karakter-komiek,
A'dam, Andre de Laat, pianist en B.
Kok, violist.
Beenwonden
KI ooötenbcil-s»err».
Woensdag geven de gildebroeders
van „St. Crispijn en Crispinianus" bij
v. d. Meijs een matinée en zooals
reeds in een uitvoerig bericht gemeld
heeft het gilde „St. Ambrosius", te
v.m. Baardwijk", volksspelen georga
niseerd.
„Onderling Kunstgenot" komt Zon
dag met een speciaal kermismatinée.
Opgevoerd wordt de revue „Draad
loos".
Alles bij-een valt er dus wel te ge
nieten. Daarnaast hebben de verschil
lende café-houders hun beste beentje
voorgezet, met 't engageeren van gezel
schappen, 't inrichten van een dans
zaal of anderszins. Men raadplege
maar eens de advertenties.
In hotel Verwiel zal dit jaar weder
om het gunstig bekend staande Quartet
Caron optreden met een nieuw en uit
gebreid 'repertoire.
N.V. Hotel „De Twee Kolommen"
geeft eiken dag Matinée en Soirée,
waarbij optreden de Original Rinchet
Soxaphone Band, de Black and Withe
en Divance, 't gevierde Volendaminer
Duo.
„Musis Sacrum" biedt voor de heele
week een schitterend danspaleis, geëx
ploiteerd door de N.V. Am sterdam sche
Buffet-exploitatie-Mij.
De heer A. van Berkel, zal met zijn
naar de eischen des tijds ingerichte
danszaal „De Nieuwe Bioscoop", waar
in geplaatst is een der nieuwste en
mooiste orgels van Nederland, zeer ze
ker ook heel wat volk trekken.
Café „De Korenbeurs" heeft weer
een uitstekend gezelschap geëngageerd,
waarmee men zeer zeker veel succes
zal hebben.
Bij den heer Holtzer-Passier is dit
jaar wederom het mooie orgel van v.
d. Sanden uit Tilburg geplaatst.
Voorts is er ook volop gelegenheid
tot dansen in de ruime Concertzaal ,,De
Lindebopm", bij den heer W. v. Hel-
voirt, v.m. Baardwijk en den heer
J. Trompen, die vandaag zijn café
„Buitenlust" zal heropenen.
Over 't geheel biedt onze kermis
wederom ,,voor elk wat wils."
We durven vertrouwen dat de ker
mis, evenals andere, een prettig verloop
zal hebben en nergens een wanklank
zal worden gehoord.
En hiermee prettige kermis!
Zonder schriftelijke toestemming Is eenige overname uit deze rubriek verboden.
Beste jongelui.
Al moest ik vorige week in een
regenjas en gewapend met'n paraplu!
naar de Markt gaan, toch heb ik het
onprettige weer getrotseerd om jullie
te hooren zingen.
En wat ging het goed hé!
ik heb veel trouwe vriendjes en
vriendinnetjes van ons hoekje gezien
en.... gehoord.
Wanneer ik een groot huis had,
zou ik jullie allemaal uitr.oodigen om
eens bij me aan de piano te komen
zingen.
Vandaag plaats ik het slot van het
dappere kleermakertje en een volgende
keer spreken we over onzen raadsel
wedstrijd,
Nu begint de kermis en dan hebben
jullie natuurlijk geen tijd om aan
raadsels te denken,
ik wensch jullie heel veel plezier,
Tot ziens.
Jullie aller
OOM W1M.
Het dapper Kleermakertje.
(naar grim)
door
PIET.
(Slot.)
Vroeg in den morgen gingen de
reuzen het bosch in. Aan het kleer
makertje dacht niemand meer. Daar
opeens kwam hij te voorschijn Vroo-
Hjk en dapper liep hij recht op de
reuzen aan. Die schrokken zoo, dat
ze in grooten haast op de vlucht
gingen, Ze dachten dat hij hen wilde
doodslaan.
Het kleermakertje trok verder, steeds
maar in de richting waarheen zijn
spitse neus wees. Nadat bij lang had
gezworven, kwam hij aan bij een
koninklijk paleis. Hij was moe en
ging In het gras op het groote plein
liggen slapen. Toen hij daar zoo lag
lag. kwamen er menschen. Die bekeken
hem van alle kanten en lazen op den
gordel; „Zeven met één slag".
„Och", zeiden ze tegen elkander,
„wat wil zoo'n groote oorlogsheld
hier doen, nu het vrede is? Dat moet
wel een erg machtig heer zijn".
Ze gingen naar den koning en
meldden hem wat ze gezien hadden.
Ze zeiden„Dat kan een nuttig man
zijn, o koning, wanneer er oorlog uit
breekt. Dien moet u voor géén prijs
laten Ioopen".
De koning vond dat een heel goede
raad. Hij stuurde een van zijn hove
lingen naar het slapende mannetje,
om hem, als hij wakker werd, krijgs
diensten aan te bieden. De afgezant
bieef naast den slaper staan. Hij
wachtte tot hij de oogen opsloeg en
kwam toen met het voorstel voor den
dag. Nu dat was goed getroffen.
„juist daarom ben ik hier gekomen",
antwoordde hij. „Ik ben bereid in
dienst van den koning te vechten".
Natuurlijk werd hij met veel eer
bewijzen ontvangen. Een aparte woning
kreeg hij ter beschikking. Maar de
soldaten waren daar heelemaal niet
over te spreken. Ze wenschten het
kleermakertje vér weg.
„Wat moet dat worden", zeiden ze
onder elkander, „als we eens ruzie
krijgen en hij slaat er op los dan
vallen er eiken slag zeven Wat kunnen
wij daar tegen beginnen?"
Hun besluit stond vast. Samen
gingen ze haar den koning en vroegen
hun ontslag.
„Wij zijn niet in staat", zeiden ze,
het tegen één uit te houden, die er
zeven met één slag neerslaat".
Dat was een treurige boodschap
voor den koning. Moest hij om dien
eenen al z'n trouwe dienaars zien
vertrekken Hij wenschte, dat hij hem
nooit gezien had en zou o zoo
gaarne van hem afwezen. Maar hij
durfde hem ook niet te ontslaan. Hij
vreesde, dat hij kwaad zou worden
En dan Zou hij dan niet hem, den
koning, met zijn gansche volk dood
slaan en zelf op den troon gaan zitten
Lang dacht de koning na. Wat moest
hij doen? Eindelijk had hij het ge
vonden.
Hij stuurde een boodschap naar 't
kleermakertje en liet hem zeggen, dat
hij een prachtig aanbod had. Dat
wilde hij doen, omdat hij zoo'n groote
krijgsheld was.
In een bosch van zijn land huisden
twee reuzen. Die veroorzaakten vee
schade met rooven, plunderen, moor
den en branden. Niemand durfde er
Buiten verantwoordelijkheid der Red.)
Mijnheer de Redacteur,
Met belangstelling las ik Uwe be
schouwing onder het hoofd „De Uit
slag" in Uw blad van Zaterdag 6 Juli.
Het lijkt mij geen overdadige weelde
die beschouwingen van een kleine
kantteekening of als U wilt correctie
te voorzien, waarvoor ik gaarne van
de gastvrijheid van uw blad gebruik
wil maken. Afgaande op uw slotbulle-
tin over den uitslag der Kamerverkie
zingen, stembureaux Waalwijk, blijkt
dicht bij te komen, dat was levens
gevaarlijk.
Als hij deze beide reuzen overwon
en doodde, zou hij hem zijn eenige
dochter tot vrouw geven. Bovendien
kreeg hij het halve koninkrijk tot
bruidschat. Honderd ruiters zou de
koning hem meegeven, om bijstand
te verleenen.
„Dat is riet iets voor iemand als
ik", dacht het kleermakertje, „een
schoone koningsdochter en een half
koninkrijk wordt je niet eiken dag
aangeboden".
„O, ja", gaf hij ten antwoord, „die
reuzen zal ik wel klein krijgen. En
wat die honderd ruiters betreft, die
heb ik niet noodig hoor. Wie er zeven
met één slag raken kan, behoeft voor
twee niet bang te zijn".
Het kleermakertje trok er op uit.
De honderd ruiters volgden hem. Toen
ze bij den boschrand kwamen, sprak
hij tot hen„Blijf nou maar hier. Ik
zal het wel alleen met de reuzen
klaar spelen".
Daarop verdween hij in het bosch.
Hij keek rechts en links om zich heen
of hij de beide reuzen ook zag. Ein-
delljk zag hij ze onder een boom
liggen slapen. Ze snurkten zoo, dat
de takken der boomen door hun
adem op en neer bewogen. Vlug
pakte ons kleermakertje belde zakken
vol steenen én kfpm in den boom.
Hij ging op een tak zitten-, zoodat hij
juist boven dé beide slapers was en
liet den eenen steen na den anderen
op de borst van den eenen reus val-
DE ECHO VAN BET ZUIDEN.
v4len ^>u.Kj<jaler» jaren,
lang mek verouderde been.
wbnden, die maar niet
genezen willen. tJeern
aaar«ior nu eens AKk&rS
„Geen goud zoo goed?
(Adv. in Blokschrift).