Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
in aan 1
iï
i
MEMEIJER's
FRIESCHE HEEREHBMI
HOcts
12 ets
IS cis
18 ets
FEUILLETON
ie
VOOR FIJNPROEVERS
DOOP ERVMUWG
TEBf®
NUMMER 63.
ZATERDAG 10 AUGUSTUS 1929.
52e JAARGANG.
Dit blad Tornchflnt
WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs per 8 maanden 1.25.
Franco per post door het geheele rjjk 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden, en*,
franco te «enden aan den Uitgever.
UITGAVE:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. SS. Teleur.-Adres: ECHO.
Prijs der AdvertentlBn
20 cent per regel; minimum 1.50.
Bjj contract flink rabat.
Reclames 40 cent per regel.
Advertentlën moeten Woensdag en Vrijdag
des morgens om uiterlijk 0 uur ln ons bezit
■tin.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
DRIE BLADEN.
EERSTE BLAD.
De vorige week was het vijftien jaar
geleden, dat de oorlogsfakke) werd ont
stoken, die binnen zoo betrekkelijk
korten tijd een groot deel van Europa
met zijn onheilspeilenden glans zou
belichten. Het jongere geslacht kan
zich de dagen van rampspoed, die toen
werden ingeleid, niet meer herinneren
zoo verre hebben we ons eerste
oorlogsjaar reeds weer achter ons,
maar de ouderen, hoe ze zich nog
kunnen en zullen herinnerd hebben de
gesteldheid van ons volk, toen de mare
zich verspreide, dat de oorlog, de lang
gevreesde, maar mogelijk nog niet zoo
gauw verwachte oorlog was uitgebro
ken, die Europa in vuur en vlam zou
zetten in die mate, dat thans, na vijf
tien jaren nog gesproken moet worden
van de liquidatie van den oorlog.
Welbeschouwd zijn het ook voor
ons land en volk vreeselijke tijden
geweest, tijden van onrust, nood,
nijpend gebrek aan eerste levens
behoeften. En ondanks dat alles ligt
nog steeds daarin de groote reden tot
verheugenis, dat ons land, hoewel in
direct bij de gevolgen van den oorlog
zoo nauw betrokken, feitelijk buiten
den oorlog gebleven is, waardoor ons
land niet zijn aandeel behoefde bij te
dragen in het groote getal dergenen
die voor hun vaderland het leven
lieten of van de tallooze verminkten,
naar lichaam en geest, die als een
sombere herinnering aan den wereld-
strijd in alle der vroege oorlogsvoeren
de mogendheden te vinden zijn.
Nog is de situatie der volkeren
onderling niet een zoodanige, dat het
woord „vrede" veel meer dan een
klank is geworden en zelfs zijn we
niet zoo ver gevorderd, dat de groote
NAAR HET ENGELSCH.
J. SCHEEPENS.
90.
„Zeó, hebt u den heer Henson weer
voor een poos onschadelijk gemaakt",
vroeg ze, toen hij voor haar stond.
„Hij kwam nu juist voorbij, en mom
pelde onbegrijpelijke taal; hij vloekte
dof in zichzelf en herhaalde voortdu
rend dat hij maar niet begrijpen kon,
hoe of het eigenlijk gebeurd was.
Vond u het niet zeer vreemd en toe
vallig, dat van Sneclc juist bij ons
aanlanden moest?"
„Neen, niet bepaald", zei David.
„Hij zoekt klaarblijkelijk naar zijn
meester, Reginald Henson, die hij het
beste hier kan treffen. Ik twijfel er
dan ook niet aan, of hij is al eens
meer hier geweest. Misschien zelfs al
dikwijls, 't Is jammer, dat we hem
nu juist wakker moeten maken,
vindt u ook niet?"
„Misschien wel, maar ik ben noch
tans ontzettend bang voor onzen bra
ven vriend Reginald Henson."
„Onze vriend zal zich voorloopig
nog niet erg druk maken denk ik. Hij
is met Bell naar Londen gekomen.
Natuurlijk heeft hij de vlucht van
Van Sneck uit het ziekenhuis verno
men. Was hij in de war?"
conferentie, die geacht wordt dienst
baar te zullen zijn aan de liquidatie
van den oorlog, in waarheid beschouwd
mag worden als de laatste der vele
phasen welke de Europeesche verhou
dingen hebben moeten doorloopen
sinds het krijgsgerucht verstomde en
door de vrede van Versailles een eind
werd gemaakt aan den daadwerkelijken
oorlog.
De conferentie-uitvloeisel van de
kortgeleden gehouden conferentie der
financieele deskundigen, de conferentie
die deze week in de residentie is
begonnen is er ongetwijfeld eene
van groote beteekenis. Ook daarom zal
ze van beteekenis zijn, omdat er aan
deel genomen wordt door tal van kop
stukken uit de politieke en ook uit de
financieele kringen der verschillende
deelnemende landen. Van beteekenis
ook, omdat, op deze conferentie door
de gedelegeerden aller naties een taak
vervuld zal moeten worden, welke door
den Franschen minister Briand werd
gekwalificeerd als de zwaarste verant
woordelijkheid welke sinds het einde
van den oorlog op een regeering heeft
gerust.
Belangrijke dingen zullen er in den
Haag aan de orde komenin de eerste
plaats de herstelkwestie, een financieel
vraagstuk waarbij een groot deel van
Europa is gemoeid en bij de oplossing
waarvan het economisch evenwicht
van Europa is betrokken en voorts zal
aan de orde komen de politieke en
militaire kwestie inzake de ontruiming
van het Rijnland.
Terrorisme en Laster.
Onlangs was gemeld, dat de be
noeming eener commissie van onder
zoek tegen den laster tegenover
Katholieken, door de soc.—dem. in den
verkiezingstijd verspreid, eerlang te
wachten was. Het blijkt nu evenwel
dat er niets van zal komen.
De „Tijd" had medewerking toe
gezegd aan de samenstelling van zulk
een commissie en het partijbestuur
der S.D.A.P. had die medewerking
aanvaard, mits in plaats van den
voorzitter van de S.D.A.P. de voor
zitter van de soc.—dem. Journalisten-
vereeniging in de commissie zitting
zou nemen.
De commissie zou dan kunnen
bestaan uit de voorzitters van de R K.
Journalistenvereeniging, den Neder-
landschen Journalistenkring en de
Sociaal— Democratische journalisten
vereeniging.
De „Tijd" ging daarmee accoord.
De S.D.A.P. wilde echter de opdracht
aan de commissie niet beperkt zien
tot de vijf door de „Tijd" gesigna
leerde gevallen van laster, doch wilde
die zien uitgebreid tot alle gevallen,
die door het partijbestuur der S.D.A.P.
en de „Tijd" in handen der commissie
zullen worden gesteld.
Dit heeft de „Tijd" afgewezen. Zij
wil het onderzoek der commissie
beperkt zien tot die gevallen, welke
in den verkiezingsstrijd zijn uitgebuit,
teneinde alle vertroebeling of uitstel
il&43
„O, ik heb hem nog nooit zóó woe
dend gezien, mijnheer Steel. Maar
niet alleen dat hij zoo woedend was,
neen, hij scheen ook ontzettend be
ducht te wezen voor iets wat hem
dreigde. En hij heeft een ontdekking
gedaan!"
„Toch niet dat uw zuster Chris
„Op kasteel Littimer is? Neen,
gelukkig heeft hij het zoover nog niet
gebracht. Hij heeft een paar dagen
op het kasteel van mijn oom doorge
bracht en heeft haar volstrekt niet
herkend in Christabel Lee".
„Een pluim op uw zuster's hoed,
juffrouw Henson. Bell zegt dat ze er
in geslaagd is Lord Littimer geheel
voor zich in te nemen en reeds ge
deeltelijk naar haar hand te zetten.
„Ze heeft haar rol wel schitterend
vervuld, naar het schijnt. O, mijnheer
Steel, het doet me zoo goed te weten,
dat Hatherley Bell er in geslaagd is,
zich in de oogen van Lord Littimer te
rehabiliteeren. Heeft Reginald Hen
son eenig vermoeden?"
„Neen, niet het minste", zei Steel.
„Hij tast volkomen in het duister wat
dat betreft en is wanhopig gestemd
over het geheele verloop der gebeurte
nissen. En Bell is er in geslaagd hem
in den waan te brengen, dat men hem
heelemaal niet verdenkt. Dat zaakje
met die Rembrandt is een schitterend
stukje tooneel geweest! Maar zeg me
eens, wat heeft Reginald Henson nu
eigenlijk wel ontdekt?"
„Dat Chris niet dood is. Hij heeft
een bezoek gebracht aan dokter Wal
ter en aan den begrafenisonderne
mer. Maar hij weet in elk geval niet
dat dokter Bell reeds hier in huis is
pep half ons
blauw i
pep half ons
Uroenj-J
pep ha If ons
pep half ons
van het onderzoek te voorkomen.
Achteraf thans aankomen met een
geheel ander voorstel tot onderzoek
van nieuwe, vage en algemeene be-
schuldigingen zonder namen, feiten
enz., zou slechts de aandacht kunnen
afleiden van de eigenlijke kwestie, om
welke het gaat.
De „Tijd" verklaarde zich echter
bereid tegemoet te komen aan den
wensch naar opheldering van andere
gevallen en stelde voor.„andere dan
in „De Tijd" reeds ter sprake ge-
geweest, dien nacht, met dokter Wal
ter en dat is gelukkig. Maar het is
een feit dat Reginald Henson niet de
zelfde, ltoelberekenende man meer is
geweest, sedert dien nacht, toen Rol-
lo hem bijna de keel had afgebeten.
Zijn zenuwgestel schijnt heelemaal
van streek te zijn!"
„Dat komt, omdat de schurk voelt
dat de strik om hem wordt aange
haald en het net wordt dichtgetrok
ken", zei Steel. „Wat was het een
heerlijke zet van uw zuster om dien
schurk van een Merritt aan haar zijde
te krijgen. Ik heb wat details verder
uitgedacht, maar het idee was werke
lijk geheel van uw zuster Chris. Ik
vraag me af, hoe we ooit zonder de
hulp der telefoon daarin geslaagd
zouden zijn".
„Ja, dat doe ik ook, mijnheer
Steel", lachte Enid.
„Maar vertel mij eens wat omtrent
die laatste samenzwering, als ik het
zoo noemen mag. Wat dat betreft,
weet ik niet de geringste bijzonder
heid".
David begon haar de idee van Chris
uit te leggen en zijn verder plan om
Merritt onschadelijk en zelfs profijte
lijk te maken, in één woord, hem in
haar macht te krijgen.
Enid volgde zijn relaas met de
grootste vreugde en oplettendheid,
slechts getemperd door de weten
schap dat Henson zoo dicht in de na
bijheid was.
„Aan zoo iets zou ik nooit gedacht
hebben", beweerde Enid eenvoudig.
„Maar Chris is altijd zoo buitenge
woon verstandig en scherpzinnig ge
weest. Doch vertel u mij eens, wat
deed Henson zoo straks eigenlijk in
den tuin? Williams zegt dat hij mijn
tante mishandelde, maar dat lijkt me
nauwelijks te gelooven, zelfs niet van
een Reginald Henson!"
„Het ging over een ring, dien me
vrouw Henson scheen te hebben",
legde David Steel uit. „Ze liep er mee
weg en Henson trachtte hem weer te
rug te krijgen. U ziet.
„Een ring!" riep Enid verbaasd.
„Heeft u den ring gezien, bij toeval?
O, als het eensMaar zoo dom zal
hij wel niet zijn. Een ring is de oor
zaak van al het misverstand in de fa
milie. Heeft u hem gezien?"
„Ik heb hem niet alleen gezien,
maar ik heb hem ook bij me", her
nam David Steel.
Enid draaide met bevende hand de
lamp wat hooger. Bijna machteloos
hield ze haar vingers naar den ring
uitgestrekt.
„Het is heel goed mogelijk", sprak
ze heesch, „dat u den sleutel van het
geheele geheim in uw bezit heeft. In
dien deze ring blijkt te zijn, wat ik
hoop dat hij zijn mag, dan kunnen
we Henson morgen aan den dag on
schadelijk maken. We kunnen hem
dit land uitjagen en hij zal ons nim
mer, nimmer meer kunnen lastig val
len. Hoe heeft u hem in handen ge
kregen?"
„Mevrouw Henson liet het juweel
vallen, of gooide het inderhaast weg
en ik raapte het op".
„O, laat hem mij als 't u belieft
eens zien", smeekte Enid. „Laat er
toch eens aan onze rampspoeden een
einde komen!"
David overhandigde haar den ring.
brachte gevallen, in genoemde bladen
openlijk aan de orde te stellen met
verplichting voor beiden om de des
betreffende gedachtenwisseling over en
weer in een eerlijk hoor- en weder
hoor zonder eenige bekorting over te
drukken en aan de lezers mee te
deelen."
Hierop weigerde de S D A P. in te
gaan. In een schrijven aan het partij
bestuur van de S.D.A P. merkte de
„Tijd" dienaangaande op
De ware reden van Uw dubbele
Enid beschouwde hem lang en aan
dachtig. Doch na een poos gaf ze hem
met een diepen zucht weer terug.
„U kunt dien beter zelf bewaren,
mijnheer Steel", zei ze. „Hoe dan ook,
later kan hij ons nog wel eens van
dienst zijn, dat is zeker. Doch het is
niet de ring, dien ik hoopte te zullen
zien. Het is een kunstig nagemaakte
copie, maar de zwarte parels zijn niet
zoo fijn, en het graveersel in den bin
nenkant is niet zoo uitgesleten als bij
het origineel. Het is klaarblijkelijk 'n
copie, welke Henson heeft doen ver
vaardigen, om er mijn tante mee te
kunnen sarren en hem haar aan te
bieden, vandaag of morgen, in ruil
voor de groote sommen gelds, welke
zij hem heeft afgestaan. Neen, men
zegt dat het origineel ervan rust op
den bodem van de Noordzee. Maar als
dat waar was, zou Henson, die het
origineel nooit heeft in handen ge
had, voor de groote tragedie van onze
familie, hem niet hebben kunnen la
ten namaken, dus, het origineel
moet er ook zijn."
„Waarom?" vroeg Steel.
„Omdat die ring als voorbeeld moet
hebben gediend", zei Enid, „en het
absoluut onmogelijk is, om louter
naar gegevens of beschrijvingen een
dergelijken ring te maken neem
bijvoorbeeld het graveersel in den
rand. Het is het monogram van het
huis Littimer. Maar dit is zeker, dat,
indien Henson ook het origineel heeft,
we het moeten vinden, en dat alleen
kan een einde maken aan onze be
proevingen."
(Wordt vervolgd).
I De Echo van het Zuiden,
IWaalwyksche en Langstraatsc&e Conrant*
„DB BOHO VAN HST ZVIDBN1'-.
i