Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. ïers GD m m liieGlorl",r:»:FÉ van der Ven, 's-Boseb. VOOR FIJNPROEVERS te Waalwijk. WINTERAVONDCURSUSSEN alEÉyïS VERANDEREN EN REPAREEREN van alle soorten BONTWERKEN. BONTMANTELS NAAR MAAT. half ons half ons NUMMER 73. ZATERDAG 14 SEPTEMBER 1929. 52e JAARGANG. UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ, ANTOON TIELEN. Telefoon Na SS. Teleur.-Adres: ECHO. DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN. EERSTE BLAD. De aizet van Industrieels producten In het bizonder van schoenen. (Slot.) II b. De afzetorganisatie. Toen het handwerk de overheerschende indus- trieele bedrijfsvorm was, geschiedde de afzet direct, d.w.z. de ambachts man verkocht zijn product rechtstreeks aan den consument. Door toenemend verkeer en concentratie van de indus trie in bepaalde streken, breidde de afzet zich uit buiten het productie gebied. Hierdoor ontstond een tendens naar indirecte afzet (via tusschen- handel). De kleine producent kon namelijk niet in de vergrootte vraag voorzien ook was hij in de verder afgelegen gebieden niet bekend. De handelaar, bekend met de stre ken, waarop hij reeds handel dreef, combineerde de producten van de kleine handwerkslieden (profileerde daarmede van goedkooper transport), verkocht deze en nam zoodoende de afzetfunctie van den ambachtsman over. Dit geschiedde op verschillende ma nieren. Soms blijft de ambachtsman zelfstandig, soms wordt hij geheel afhankelijk van den .baas", den hande producten, 2e. dat die afzetorganisatie kan ontstaan of in stand blijven, welke in grootere mate dan andere organisa ties profiteert van het onder le. ge noemde door specialisatie of combi natie. M.a.w. hoe grooter en gelijk matiger vraag samenkomt in een be paald afzetorgaan, des te kleiner om slag van afzetkosten en des te grooter bestaansmogelijkheid voor de personen werkzaam in dat orgaan. De vraag van directe of indirecte afzet draait om dit kostenvraagstuk. Uit dit oogpunt willen we even aandacht besteden aan den directen afzet van schoenen door den fabrikantenwinkel. De schoenindustrie is nog overwegend gekenmerkt door specialisatie. Qeen enkele fabriek ver vaardigt alle soorten en kwaliteiten schoeisel. Wel zijn er sporen van combinatie van meerdere producten, maar deze oefenen nog geen belang rijken invloed uit. Het algemeen karakter van den afzet zal dus zijn en is: indirect, gebruik maken speciaal van detaillisten, die meerdere soorten en kwaliteiten van verschillende fabrieken combineeren. De ontwikkeling gaat echter reeds naar den directen afzet door de fabrikantwinkel. Dit is te begrijpen. De fabrikant wenscht rechtstreeksch contact met den consument, om diens beboetten te kennen en onafhankelijk te zijn van den zelfstandigen winkelier, die als het hem schikt elders koopt. De winkelier heeft betrekkelijk weinig van 1 October 1929-1 April 1930. Onderwezen worden A. Machinale Schoenmakerij. Medeileeren bovenwerk. Snijden overleder. Stikkerlj jongens. meisjes. Stanzerij (boven 17 jaar). Zooileder-calculatie. Handzwikken (onder 17 jaar). Mach. Zwikkerij (boven 17 jaar) en McKay afdeellng. Onderwerk en uitpoetsafdeeling (boven 17 jaar). B. Looierij aldeeling. Al naar gelang er belangstelling is. Lesgeld van fl. 2,50 tot fl. 7,50. Aanglite aan de Rijksschool op Dinsdag 24 en Woensdag 25 September van 7'/2 8'/2 uur 's avonds. Indeeling der deelnemers over de verschillende cursussen op Maandag 30 September om 772 uur aan de Rijksschool te Waalwijk. De Directeur, 43222 VAN DER WAERDEN. 1. 2 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. laar (huisindustrie). In zijn meest slechten vorm heet deze productie- organisatie het „sweating—systeem". Toen zich in dezelfde streek, waar oorspronkelijk de huisindustrie was gevestigd, het fabriekssysteem ontwik kelde, bleven de tusschenpersonen gehandhaafd (met inschakeling van den detailhandel), le. omdat de fabrieken nog betrekkelijk klein waren, waardoor een eigen afzetorganisatie te duur zou worden, 2e. omdat men alle aandacht moest besteden aan de nieuwe tech niek. Een dieper gaande bespreking van deze ontwikkeling ligt niet in de lijn van dit artikel. Als algemeenen grondslag van de ontwikkeling is aan te geven, le. dat bij de toenemende bevolking ontstaat een grootere en gelijkmatige vraag naar industrieele belang bij den verkoop van schoenen van een bepaalden fabrikant. Het gaat er voor hem over met wiens product kan ik het meest verdienen. Hij heeft er geen of weinig belang bij om den afzet van een minder goed gaand werk sterk te propageeren. Dat gaat ten koste van de andere merken. De fabrikant houdt er niet van dat er in zijn eigen product geconcurreerd wordt. Dit kan wanneer hij geen vaste ver koopprijzen heeft gesteld. Dat vast stellen van den prijs is wel goed mogelijk bij verpakte, uniforme arti kelen waarop men den prijs drukten dezen ten overvloede publiceert. Bij schoenen geldt geen algemeene prijs en het is niet moeilijk om een andere doos te gebruiken, indien óp de oor spronkelijke verpakking een prijs stond. Overplakken van een prijsstempel in den schoen is ook niet lastig. Controle is hierop bovendien onmogelijk en niet gewenscht, omdat de winkelier dat eenvoudig niet toelaat. Stei dat men den winkelier door contract zou probeeren te binden tot verkoop tegen vaste prijzen, dan zou hij aanvoeren, dat hij wel lager moet noteeren, omdat de concurreerende winkeliers en andere fabrikanten goedkooper zijn. Hier moet de fabrikant voor zwichten. De winkelier, aangesteld door den producent heeft t.av. den prijs en dergelijke niets in te brjengen. Hij geniet provisie, mogelijk eenig vast loon en moet de schoenen van zijn principaal verkoopen. Andere zijn in zijn winkel contrabande. Alleen mag hij natuurlijk wel adviezen geven. Tegenover de voordeeien heeft directe afzet ook schaduwzijden Allereerst zai de fabrikant in een stad, waar hij eigen winkels heeft, niet meer of slechts onder bezwarende voorwaar den aan zelfstandige winkels kunnen verkoopen, zeker niet wanneer deze in de buurt van den fabriekswinkel gevestigd zijn. Trouwens de producent zal vanzelf niet meer aan zelfstandige winkels verkoopt--,- omdai die tegen zijn eigen winkels, zouden kunnen concurreeren. De fabrikant heeft dus het gevaar dat hij door instellen van eigen detailzaken een groote afzet- vermindering krijgt, waardoor zijn productie— en afzetkosten per eenheid stijgen. Begint een fabriek met directe afzet, dan zal ze ineens met volle kracht moeten aanpakken. Dat eischt kapitaal, groote activiteit en prima kwaliteit van het product om het publiek aan zich te binden. De zelf standige winkelier is nu concurrent van den fabriekswinkel geworden en zal niets onbeproefd laten om zich te handhaven. Hij zal zoo coulant moge lijk zijn, een groote keus aanbieden en andere speciale attracties verschaf fen. De zelfstandige winkelier heeft het voordeel dat hij gemakkelijk bij- artikelen kan voeren, als overschoenen, spatties, schoensmeer, gymnastiek schoenen e.d. De fabrikant kan dit ook doen, zeker, maar hij raakt hier op een hem onbekend terrein. Hij weet op dit gebied de .eischen van het publiek minder goed en loopt gevaar geld te steken in onverkoop bare artikelen. Qaat de fabrikant toch tot verkoop van bij—artikelen over, dan heeft hij noodig deskundige ver- koopers, die hij steeds moet prikkelen op dit gebied zoo voordeelïg mogelijk te handelen. In een andere richting gaat de directe afzet via winkels, waarin men financieel geïnteresseerd is. Van de mate van dat belang zal afhangen in hoeverre hier van directe afzet sprake is. Het commercieele risico (onverkoopbare artikelen, gebrek □UW fi aan keus) wordt hierbij beperkt. Hier tegenover staat het financieeie risico en van de grootte hiervan zal afhangen welk systeem het meest verkieselijk is. Hieruit blijkt, dat het vraagstuk van den afzet steeds weer over de kosten gaat. Die kosten zijn in belangrijke mate afhankelijk van omstandigheden bij het individueeie bedrijf gelegen en niet algemeen te bepalen. Het aantal modellen en soorten die een fabriek maakt, haar kapitaalkracht, de mate waarin haar werk bij het publiek is ingevoerd, de commercieele capacitei ten van haar leiders, de effectiviteit van de conlröle op den afzet zijn alle factoren welke een beslissende invloed kunnen hebben op het succes van den eigen winkel. Er zijn personen, die a priori rechts- streeksche afzet voorstaan, ik geloof, dat dit zeer verkeerd is, voorzichtig heid is op dit gebied zeer gewenscht, omdat het gaat over het meest vitale deel van de onderneming. II c. De middelen tot stimuieering van de afzet, de reclame. De reclame is a. v. in te deelen, lo. de induvidueeie, 2o. groeps, 3o. afgemeene reclame. lo, De individueeie reclame is die, welke is gericht tot bepaalde perso nen. Men gebruikt hiervoor reizigers, circulaires, uitnoodigingen tot bezoek aan showrooms of bezichtiging van de fabriek en dergelijke. Deze reclame acht ik voor den schoen niet zoo ge- schikten veelal te kostbaar, indien ge richt aan den uiteindelijken consument. Wel is het mogelijk om circulaires te richten aan winkeliers, omdat hier bij de reclamekosten worden omge- slagen over betrekkelijk groote orders. Richt men zich rechtstreeks tot den verbruiker dan vermoed ik dat de kos ten van de reclame zelf en de contiöle op het succes ervan het voordeel van grooteren afzet bij velen zich over treffen, Dit gaat ook alleen voor de grootere fabrikanten. Ik schrijf: de contröle op het suc ces van de reclame en raak daarmee een belangrijk punt. Een der voor naamste contrólemiddelen is de ver koopstatistiek. Deze moet ons een overzicht geven over den verkoop in verschillende jaren, daarnaast een ver gelijking van de afzetontwikkeling der verschillende producten, inzicht in de omzetgrootte en snelheid en de even tueel benoodigde voorraden in de ver schillende seizoenen. Hebben we een reclame—campagne gevoerd, dan kan onze statistiek, op voorwaarde dat deze goed ingericht en .up to date" is, ons direct aan wijzing geven van de resultaten. Als voorbeeld het volgendewij bieden een artikel aan op voordeeiige voorwaarden aan hen die een ge merkte bon Insturen. Wij plaatsen deze advertentie In 2 couranten met ongeveer dezelfde oplaag. Door een correcte verzameling van die bons en een vergelijking v^i de uilkomsten kunnen wij ons een duidelijk beeld vormen van de publieiteitswaarde, welke niet alleen afhankelijk is van de oplaag, maar ook van de klasse koopers, die het blad bereikt. We kunnen zelfs bij groote campagnes met onze statistiek onderzoeken of een advertentie op de voorpagina meer succes heeft dan in een der adverten tiekolommen. Een filiaalbedrijf kan met die statis- K. WaalwpscÈe en Lan^straatseke Courant, Dit blad varschgnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25. Franco per post door het geheele rflk 1.40. Brieyen, Ingezonden stukken, gelden, enn. franco te renden aan den Ultgeyer. Prijs der Adrertentiën 20 cent per regel; minimum 1.50. BJJ contract flink rabat. Reclames 40 cent per regel. Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om niterliJk 0 uur in ons bezit ■Sn. 1 NIEMEIJERs FRIESCHE HEERENBAAI

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1929 | | pagina 1