D£ ECHO VAN HET ZÜIOEN OVALINE. Kachel poetsen Neem No. 75. Zaterdag 21 Sept. '29. 52e Jrg. TWEE BLADEN. Lotgevallen van de kloosterzusters van Nazareth te Waalwijk in de 18e eeuw, door f J. van der Hammen Nicz. VIII. Naschrift. Dit was dus het weinig roemvolle uiteinde van het ruim 300 jaren 270 jaren te Waalwijk en 50 jaren te Antwerpen bestaan hebbend non nenklooster van Nazareth. In 1783 werd het te Antwerpeen, evenals de meeste andere Belgische kloosters (behoudens de heel enkele, die, een ge heel aparte bescherming genietende, nog oogluikend werden toegelaten), door Keizer Joseph II om politieke redenen opgeheven. Eenige jaren geleden het was in 1918, toen mijn opstel omtrent het Waalwijksche convent in „Bossche Bijdragen" zou opgenomen worden had ik dienaangaande eenige corres pondentie met Dr. Goossens, thans Rector der R.K. Leergangen te Til burg welk schrijven liep over de vraag of er na de opheffing van Na zareth nog kloosterzusters te Waal wijk waren achtergebleven of niet. Ik meende van wel, terwijl Dr. Goos sens in die vermeende achtergebleven zusters slechts klofjjes zag, die de eigenlijke zusters vervingen. Uit ons nu pas in de Echo gepubli ceerd handschrift dier brave Waal wijksche non weten wij nu precies, hoe alles in zijn werk is gegaan. In 't kort komt de Weinig benijdenswaar dige toestand des kloosters van Na zareth in de 18e eeuw op het volgen de neer: Ten jare 1715 verlieten de volgen de 17 zusters Waalwijk en namen de wijk naar Dessener, land v. Luik: Dimpna Couwenberg, priorin, Joan na van den Broek, suppriorin, Gertru- dis van Hal, Christina Brock, Lau- rentia Colen, Elisabeth de Wit, Moni ca van Woensel, Joanna van Tonge ren, Maria Joseplia van der Put, Cor nelia van Middegaal, procuraterse, Constantia van Middegaal, Catharina van Wandelen, Francisca van der Graft, Aiigustina Meser, Maria Claes- sens, leekezuster, Ursula van Langel en Theresia Soogen. Toen bleven de volgende 4 zusters të Waalwijk achter: Hendrina Hes- sets, Barbara van Rixtel, Johanna Co len en Brigida Colen. Van de naar het land van Luik ge vloden zusters kwamen achtereenvol gens naar Waalwijk terug: Lauren- lia Colen en Elisabeth de Wit in 1717, Catharina van Wandelen en Maria Claessens in 1718, van welke de eer ste 2 koornonnen waren. Onderwijl de zusters te Waalwijk haar kommervol bestaan nog tot 1731 rekten, werden aldaar nog aangeno men of gekleed: in 1719 Margaretha Hennenburg, in 1728 Monica Schelle- kens, in 1729 Magdalena van Boxtel, Theresia Eliens en Augustina van Maesacker, in 1731 Maria Josepha Dries sens, terwijl den 24 Januari 1730 haar intrede in Nazareth deed de nieuw gekozen priorin of mater Eli sabeth Hurckmans. Toen waren dus nog te Waalwijk, met inbegrip van de mater, 15 zusters. Het vertrek van bovengenoemde nonnen naar België (Corssendonck, Brecht en Antwerpen) behalve Hendrina Hessels, Johanna Colen en Brigida Colen, die om hangende za ken te regelen nog tot 1742 te Waal wijk bleven was bepaald en ge schiedde ook op 26 November 1731. Uit het handschrift der non hebben wij gezien, hoe dat de arme zusters in België twee lange jaren hebben moeten sukkelen om een vast verblijf te vinden en een nieuw klooster te stichten. Den 22en April 1733 deden zij haar intrede in het nieuwe kloos ter St. Joseph Nazareth of de Spin sters te Antwerpen, en den len Mei 1733 werd de eerste dienst verricht. In 1735 werden aldaar nog als zus ters aangenomen: Constantia Pullens en Cornelia Gazineet, terwijl de twee te Waalwijk achtergebleven nonnen Johanna en Brigida Colen Hendrina Hessels was inmiddels te Waalwijk overleden) in 1742 ook naar Antwer pen overkwamen. Toen telde dit klooster dus 17 zusters. De priorin Elisabeth Hurckmans overleed te Antwerpen den 15en Januari 1776, na 46 jaren haar ambt met veel lof ver vuld te hebben. Zeven jaren later (1783) was het convent reeds opge heven. Bij mijn bezoek aan Oostmalle die schoone streek in het hart der Belgische Kempen, waar wijlen Hen- drick Conscience in de voorgaande eeuw de stof van zoo menig aandoen lijk dorpsverhaal heeft weten op te vangen, en waar ik in het begin de zer maand eenige dagen de gast ben geweest van de heeren Graven van Renesse, op hun prachtig, met een heerlijk park omzoomd kasteel ontdekte ik aldaar in sommige kleine geschriften van Dr. Prims eene merk waardige bijzonderheid omtrent som mige kloosterzusters uit den ouden tijd, ook Waalwijk betreffende. Omstreeks 1466 leefden namelijk te Oostmalle de echtelieden Jan van der Schueren, „erfgrondheer" van die plaats, en zijne vrouw Johanna de Bie. Uit dat huwelijk werden o.a. geboren 3 dochters: Johanna, Georgia en Margarita van der Schueren, van wel ke Johanna en Georgia non werden en omstreeks 1488 hare intrede de den in het Aiigustinessenklooster van Waalwijk, terwijl de derde, Margari ta, ook non, in het Norbertinessen- klooster St. Catharinadal, buiten de poorten van Breda, trad. Met goedvinden van Paus Innocen- tius VIII stichtten bovengenoemde 3 zusters in 1490 het klooster van O.L. Vrouw Presenteringhe te Oostmalle. Zonder schriftelijke toestemming is eenige overname uit deze rubriek verboden, Echo-Puzzle en Raadselwedstrijd. Beste Jongelui. Misschien zijn jullie ai een beetje ongeduldig geworden. Een paar weken staat al met vette letters in ons hoekje aangekondigd„De Echo—Puzzle komt". En nu vragen jullieMaar wanneer komt U dan met de puzzle en de raadsels Nou, ik zal jullie geduld niet langer meer op de proef stellen. Volgende week Zaterdag kom ik met een extra Echo—puzzle voor de grooten, en met niet al te moeilijke raadsels voor de kleineren. En dat zullen we samen eens heel fijn opknappen, hél Ik geef natuurlijk de noodige aan wijzingen om je een beetje wegwijs te maken. Dat zal vooral noodig zijn met de „Echo—puzzle", want die is niet in een zucht opgelost. Maar ik weet, dat mijn oudere lezers en leze ressen niet tegen een beetje moeite zullen opzien. Vergeet niet, dat zoo'n puzzle ook gemaakt is om je taalschat een beetje te verrijken. Enfin, dat zul je volgende week zelf wei zien. Btste jongelui, ik reken ditmaal op jullie aller medewerking, zoowel van de jongeren als van de ouderen. En niet alleen uit Groot—Waalwijk, maar Hoor eens, jongelui uit Drunen, Nieuwkuijk, Vlijmen, Haarsteeg, Hedik huizen, Kaatsheuvel, Sprang-Capelle, Loon op Zand, 's Gravenmoer, Waspik, Geertruidenberg, en ook de jeugd uit de z.g. Klei—gemeenten, kortom allen die ons Jeugdhoekje lezen, ge zijt me even lief als de Waalwijksche jeugd. ik heb een ruim hart en geef aan niemand eenige voorkeur. Die reeds meermalen een raadsel-wedstrijd van ons hoekje hebben meegemaakt, zullen dat kunnen getuigen. Als er meerdere goede oplossingen zijn, en dat is meestal zoo, dan wordt er steeds eerlijk geloot. Volgende week dus allen aan den slag. Uit elk gezin moet er minstens één jongen of meisje mee doen. Ouders, die dit hoekje lezen, (en dat zijn er velen) wil ik vriendelijk vragen hun kinderen aan te sporen aan onze raadselwedstrijden mee te doen, en waar moeilijkheden zijn ze daarbij te helpen. Bij voorbaat zeg ik U, ouders, daar voor dank. Jongelui, we hebben elkaar nu goed begrepen, hé! Iedereen doet mee Volgende week maak ik de prijzen bekend. Wie iets te vragen of te zeggen heeft, weet het adres. Jullie aller OOM WIM. Dat klooster is echter al sedert lan gen tijd verdwenen en de overblijfse len er van maken de, tegenwoordige orangerie van den graaf van Renesse ui# De curé of pastoor de Molder leidde mij ook door de mooie kerk van Oost malle, waarin o.a. vroeger zich be vond de graftombe van Frederik van Renesse en zijne vrouw Helena Torek, o.m. Heer en Vrouwe van Heesbeen bij Heusden, in of omstreeks 1610 overleden. Wegens vergrooting en verbouwing der kerk moest die graf tombe worden opgeruimd, maar de prachtige zerk van zwart marmer, waarin de zeldzaam schoon uitge voerde en zeker goed gelijkende por tretten van dat echtpaar zijn uitge houwen, is in een der muren der kerk, schuin over het altaar, ingemet seld. Met het oog op de opheffing en vernietiging van het klooster der Spin sters te Antwerpen in 1783, vroeg ik den heer de Molder wat zijn meening was omtrent 't verdere lot der kloos terzusters van St. Joseph Nazareth. Hij meende, dat die zusters, noodge dwongen en ontheven van haar kloos tergelofte, wel een goed heenkomen zullen hebben moeten zoeken in de burgerlijke maatschappij, hetzij als bagijntje of als huishoudster bij een familie. BINNENLAND. Vice-president van den Raad van lndi'è. Op verzoek is ontslagen met dank mr. K. F. Creutzberg, als vice-presi dent van den Raad van Ned-Indië; benoemd in den Raad van Ned-Indië tot vice-president Ch. J. I. M. Weiter, thans lid van dien Raad, en tot lid E. W. Bodenhausen, voorzitter van de Reorganisatie-commissie. Nèderlandsche Spoorwegen. Bij de telling der reizigers, die ook dit jaar is gehouden, is gebleken dat het reizigersvervoer op de lijnen der Ned. Spoorwegen weer aanmerkelijk grooter is geweest dezen zomer dan verleden jaar in de overeenkomstige maanden meldt de Haagsche Crt. Een buitengewoon druk gebruik is gemaakt van de achtdaagsche abon nementen, evenals van de goedkoope treinen, speciaal op Zondag. Bij den volgenden zomerdienst zul len de goedkoope treinen nog meer worden uitgebreid. De achtdaagsche abonnementen blijven gehandhaafd Ook voor de gezelschapsbiljetten was zoowel in het binnen- als in het bui- tenlandsch verkeer veel animo. H|et verkeer met het buitenland is eveneens belangrijk toegenomen, het meest met Duitschland. In vergelijking met voorgaande zo mers is het vervoer per derde klasse 't meest toegenomen. Het rijwielvervoer, hoewel nog zeer belangrijk' was bij het vorig jaar verge leken, iets minder. DE POSTVLUCHTEN NAAR NED. INDIë. Bij de Kon. Luchtvaartmijis bericht ingekomen, dat het eerste postvliegtuig naar Ned.-Indië gisterochtend 5 u. 12 uit Allahabad is vertrokken en om 14 u. 45 te Akiab geland is. Vandaag wordt de reis voortgezet. Het tweede vliegtuig te Boedapest. Bij de K.L.M. is bericht ingekomen dat het tweede postvliegtuig dat gister ochtend van Amsterdam naar Neder- landsch-Indië is vertrokken, gistermid dag te 13.05 te Boedapest is aangeko men. Alles is wel aan boord. „ZEGELTJES PLAKKEN." De nieuwe voorschriften. Eenige maanden geleden trad een aantal wijzigingen van de Invaliditeits wet in werking waaraan 't goed is, nu de vacanties geëindigd zijn, nog eens te herinneren. Want iedereen heeft im mers met het zegeltjes plakken te ma ken. Om 't dichtst bij te beginnen: iede re huisvrouw, die een dienstbode en werkvrouw heeft- moet „plakken". Van groot belang voor haar en alle werkge vers is 't nu te weten, dat er niet meer naar het loon, doch uitsluitend naar den leeftijd der verzekerden geplakt moet worden en dat de Raad van Ar beid die bevoegdheid heeft verkregen bij navordering van premie het bedrag dier navördeing met 10 pCt. te verhoo- gen. Als dus bij kt, dat er op een rente- kaart te weinig premie betaald is, kost dat 10 pCt. meer en dat moge een aan sporing zijn om op tijd en geregeld, d.i. vóób of bij de loonbetaling, te plakken. De loongrens voor degenen, voor wie geplakt moet worden, is intusschen tot 2000 verhoogd en ook daarmede hou- de men rekening ten aanzien van allen, die beneden 35 jaar zijn en in loon dienst treden. Fooien of andere ont vangsten van derden (dus niet afkom stig van den werkgever) worden ook als loon aangemerkt, wanneer de be trokkene daarnaast van zijn werkge ver niets ontvangt. Zoo moet er nu dus voor kellners, die alleen op fooien wer ken, geplakt worden. Tenslotte wijzen wij er nog op, dat voor vrouwelijke dienstboden van 14 tot 20 jaar 40 cent en van 21 jaar en ouder 50 cent per week geplakt moet worden. VOORZITTER DER TWEEDE KAMER Bij K. B. gedateerd op heden is be noemd tot voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal voo 't tijd vak der tegenwoordige zitting mr. J. R. H. van Schaik, lid van die Kamer. MIJNHARDT's Hoofdpijn-Tabletten 60 ct. Laxeer-Tabletten60 ct Zenuw-Tabletten 75 ct. Staal-Tabletten 90 ct. Maag-Tabletten 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten. CORRESPONDENTIE. Kees v. d. V., Capelle. Dank voor het gezonden versje, Kees. Ik zal het vandaag plaatsen, maar dan moet je me ook eens even schrijven uit welk boek je dit versje hebt overgeschreven. Ik heb 't vroeger al eens meer gelezen, maar weet niet meer waar. Natuurlijk doe je ook mee aan onzen raadsel—wedstrijd Lees maar eens, wat ik daarover heb geschreven, Dag Kees Piet. Dank voor het gezondene, Piet Da's goed, stuur maar eens een paar besprekingen. Houdt ze kort en zake lijk, zonder de bekende normen daarbij uit 't oog te verliezen. Ik krijg zeker nog wel eens een pennenvruchtje 1 Gegroet. Alex. Heb je m'n brief ontvangen Wan neer je er in slaagt, nog dit jaar den roman te voltooien, kan ik hem mis schien wel als feuilleton plaatsen. Succes Lily. En we wachten nog steeds met ongeduld op het beloofde sprookje. Ben je in de boonen Felicitatie een maand te vroeg 1 Ik schrijf je nog wel nader. Alleen een beetje geduld. Groeten aan vader en de zusjes. DE FIJNE SIGAAR. Twee jongens gaan naar den winkel En koopen een fijne sigaar, Ze kunnen heel niet rooken, Maar toch probeeren ze 't maar. Ze vinden zich heele meneeren En blazen geweldig veel rook. „Wat is zoo'n sigaar toch lekker" Zegt Jan, en Piet vindt 't ook. Maar ze meenen er eigenlijk niets van, Ze denken„Wat smaakt dat toch raar", 't Begint in hun hoofd te draaien, En ze voelen zich allebei naar. Daar hangen ze over een hekje, Ze weten zich haast geen raad. „Ach hadden we 't maar gelaten Ja jongens, nu is 't te laat. C. v. D. VEN. UIT HET DAGBOEK VAN PIETER POR. 16 Sept. Buurman was Woensdag op weg geweest naar vergadering R.K. Kiesvereeniging. Kwam echter voor een leege zaal. De vice-vóorzitter had het ge bruikelijke kwartiertje maar niet afgewacht en de vergade ring uitgesteld. Nou, de belangstelling was dan ook al te min. Er mangelt toch iets in het politieke leven 17 Sept. Wat ziet de Binnenpolder- weg nabij het station er treu rig uit. 't Is er „berg en dal". En het fietspad is nu heele- maal onberijdbaar geworden. De Polder mag er wel eens ernstig naar uitzien. Of heeft ze geen middelen om den weg te onderhouden? Toch wel. 't Wordt meer dan tijd. 18 Sept. Ik had toch zoo gehoopt dat de abonnements-uitvoeringen zouden doorgaan. En nou lees ik, dat het mislukt is. Echt jammer. Hoe zou dat komen? Vervlakken de menschen zoo erg? Eerst kwijnt het Letter kundig-Comité weg en ook dit heeft geen kans van slagen. De menschen schijnen te genwoordig alleen van leut te houden. Een bedenkelijk verschijn sel. Eerst roept men om zoo iets in onze plaats; en als er kans is, toont men geen be langstelling. 19 Sept. Berichten gelezen in Uw blad over 2 weesjongens. Is dat wel geheel in orde met die jongens in onze plaats en omgeving. Is de controle scherp en de behandeling goed genoeg? Ik weet 't niet, ik hoor nogal klachten! 20 Sept. Buurman, vraagt of de ver betering van den weg Waal wijkDrongelen ook wel in juiste banen wordt geleid, 't is er nu niet goed voor lichte dameskousen en dito klee ding. KONING LIJSTERBAARD. (naar grimm), door PIET. Een koning had een dochter, die buitengewoon schoon was. Maar ze was zoo ijdel en trotsch, dat geen man goed genoeg voor haar was Den een na den ander wees ze af. Ja, ze bespotte hen nog bovendien. Eens zette de koning een groot feest op touw. Van nabij en ver werden mannen uitgenoodigd. De koning dacht„Misschien is er wel één bij waarmee mijn dochter wil gaan trouwen". Ieder kreeg een plaats, naar zijn rang of stand. Eerst kwamen de ko ningen, dan de hertogen, de vorsten, de graven, de baronnen en tenslotte de edellieden. Aan ieder werd de koningsdochter voorgesteld, maar ook elk moest van haar een aanmerking hooren. Den een vond ze te dik„Net een wijnvat," sprak ze. Den ander te lang „Slank en lang heeft geen gang Den derden te kort„Kort of klein kan niet voor mij bestemd zijn." Den vier den te bleek „De bleeke dood." Den vijfden te rood„Zoo rood als een kalkoensche haan." Den zesden niet recht genoeg: „'t Lijkt wel nat hout, dat achter de kachel heeft liggen drogen En zoo ging het maar isteeds door. Vooral een goeden koning moest het ontgelden. Die zat op de voornaamste plaats. Zijn kin was wat krom ge groeid. „Hei," riep ze en lachtte „die heeft een kin als de snav el van een lijster." Sedert dien kreeg hij den naam van Lijsterbaard. De koning echter was héél boos Hij zag dat zijn dochter niets deed dan alle mannen bespotten. 14ij zwoer, dat hij haar nu den eersten bedelaar, die voor zijn deur kwam, tot man zou geven. Een paar dagen daarna stond een speelman onder het venster van den koning te zingen, om een kleine aal moes te verdienen. Toen de koning het hoorde,, sprak hij: „Laat hem boven komen." Daar trad de speelman binnen. In zijn vuile verscheurde kleeren zong hij XlIIe Dioc. Katholiekendag. R. K. Werkgevers, ook die niet vereenigd zijt eiï gij, die door stand of afkomst geroepen zijt om mede lei ding en oordeel te geven bij de ont wikkeling en oplossing der maat schappelijke problemen van onzen tijd, komt allen ter vergadering van den Diocesanen Katholiekendag van Zondag 29 Sept. a.s. Die maatschappelijke problemen» wij zitten er midden in, wij voelen ze aan den lijve, wij hebben er dagelijks mee te maken. En zooals ons Katholiek Geloof de juiste richtsnoer aangeeft voor al on ze handelingen in het individueele en in het gezinsleven, zoo zal het ook hel der en duidelijk voor degenen, die tot positieve medewerking bereid zijn, de hij klaar was, verzocht bij een milde gave De koning sprak„Je gezang heeft mij zoo voldaan, dat ik je mijn doch ter tot vrouw zal geven." De koningsdochter schrok Maar de koning zei„ik heb gezworen je aan den eersten den besten bedelaar te geven. Dien eed wil ik ook houden." Praten hielp niet, de pastoor werd gehaald en ze moest zich dadelijk met den speelman laten trouwen. Toen dat gebeurd was, sprak de koning: .Nu gaat het niet, dat je als bedelaarsvrouw nog langer in mijn slot blqft. Je kunt met je man weg trekken." De bedelaar leidde haar aan zijn hand naar buiten. Te voet moest ze naast hem verder gaan. Zoo kwamen ze in een groot bosch. Toen vroeg ze: „Ach, wien behoort dit schoone woud?" „Dit behoort koning Lijsterbaard. Had je hem getrouwd, zoo was het jouw bezit." „Ik arme, teere jonkvrouw. Ach had ik toch koning Lijster baard getrouwd." Daarop kwamen ze op een weiland. Toen vroeg ze: „Wien behoort dit schoone, groene weiland „Dit behoort koning Lijsterbaard. Had je hem getrouwd, zoo was het jouw bezit." „Ik arme, teere jonkvrouw. Ach, had ik toch getrouwd koning Lijsterbaard." „Dat bevalt me heelemaal niet", sprak de speelman, „dat je altijd een ander tot man wenscht. Ben ik soms niet goed genoeg." Eindelijk kwamen ze bij een klein huisje. Daar sprak ze „Ach, kijk, wat is dat huis toch klein 1 Van wien zou dat armoedige huisje zijn?" De speelman antwoordde„Dat is mijn en jouw huis. waar wij samen wonen." Ze moest zich bukken om door de lage deur binnen te komen. Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1929 | | pagina 5