Nieuws uit Kaatsheuvel. WINKELPUIEN DEN BOSCH oec j*. mü*!iO De snuggere: «Fijn, ik heb hem er lekker tusschen genomen. Hij denkt, dat ik de tuinman ben." (Life) zoo'n jong varkentje. Dat smaakt nog eens! En dan die fijne worst!" „Hoor eens, Hans", sprak de slager toen, .omdat jij het bent wil ik wel ruilen. Jij het varken en ik de koe. Qoed «Dank je wel voor je vriendschap*, sprak Hans. Meteen gaf hij de koe over. De slager haalde het varkentje van den wagen en nam het touw in zijn hand. Verder trok hij weer en overdacht zijn geluk. Wanneer het even niet naar zijn zin ging, dan werd het immers dadelijk weer goed gemaakt. Na een poosje kwam er een jongen naast hem loopen. Die droeg een mooie, witte gans onder den arm Gezellig pratend liepen die twee naast elkander voort. Hans begon van zijn geluk te vertellen. Hoe voordeeüg hi geruild had. Die andere vertelde, dat hij die gans naar een doopvisite ging brengen. „Voel eens", ging hij voort en pakte het dier bij de vleugels, hoe zwaar ze is. Die is ook weken lang gepild*) Als die gebraden is en je bijt er in loopt het vet met een straaltje langs je kin, ja vast." „Ja", zei Hans, terwijl hij de gans in één hand hield, „die heeft een mooi gewicht, maar mijn varken is ook geen wilde". Ondertusschen keek de jongen alle Pillen (ganzen) is mesten met meelballen. BURGERLIJKE STAND. kanten uit. Erg angstig keek hij en schudde het hoofd. „Hoor eens", begon hij toen, „dat is niet heelemaal in orde met dat varken van jou. In het dorp, waar ik net doorgekomen ben, is er net een bij den burgemeester gestolen. Ik vrees, ik vrees, dat jij het daar hebt. Ze hebben al menschen uitgestuurd 't Zag er kwaad uit, als ze je met het varken snapten. Op zijn minst, ga je een poos achter slot". Onze goeie Hans begon angstig te worden. „Ach toe", sprak hij. „help mij uit den nood. Jij weet hier in de buurt beter den weg dan ik. Toe neem mijn varken en geef mij jouw gans". „'t Is een heel waagstuk", sprak de jongen, „maar ik wil er toch geen schuld aan zijn, dat gij In het ongeluk stort". Dus nam hij het touw in zfln hand en vlug dreef hij 'f varken een zij paadje op. Onze goeie Hans ging nu van alle zorgen bevrijd, met de gans onder den arm naar het huis van zijn moeder toe. „Als ik het goed bekijk", zij hij in zichzelf „heb ik nog voordeel bi mijn ruil. In de eerste plaats een goec stuk braadvleesch. Dan een massa vet dat er nog uitkomt. Jonge, drie maan den lang ganzevet op het brood. En vooral niet te vergeten, die mooie witte veeren. Die Iaat ik in mijn kus> sen stoppen. Wat zal ik daarop zach kunnen slapen. Wat zal mijn moeder schik hebben." Toen hij uit het laatste dorp was, stond daar een scharenslijper. Zfln wiel liet hij snorren. Hij zong vroölijk „Ik s ijp de schaar en zing als 'n kind En hang er m'n huikje naar den wind". Hans bleef staan en keek naar hem. Eindelijk sprak hij hem aan en zei „Gij zijt nog al vroolijk onder je werk. Het gaat je zeker goed". „|a", antwoordde de scharensliep, „dat is zoo. Mijn vak heeft een bodem van goud. Een goede scharensliep vindt, zoo dikwijls hij in zijn zak tast, een handvol geld. Maar zeg eens, vriend, waar heb je die mooie gans gekocht „Die heb ik niet gekocht, maar voor een varken geruild". „En dat varken?" „Dat heb ik voor een koe gekregen". „En de koe?" „Die heb ik voor een paard ge kregen". „En het paard?" „Daarvoor heb ik een brok goud, zoo groot als mijn hoofd, gegeven". „En dat goud?" „Wel, dat was mijn loon voor zeven jaren langen dienst". „Qe hebt u steeds weten te behel pen", sprak de man, „maar kunt ge het zoover brengen, dat ge het geld in den zak hoort rinkelen als ge op staat Dat is eerst recht geluk, man". „Ja, hoe zal ik dat klaar spelen", sprak Hans. „Qe moet scharenslijper worden, zooals ik. Daarvoor is niets noodig als een wetsteen. Het andere komi vanzelf. Hier heb ik er nog een. Kijk er mankeert iets aan. 't is de moeite niet waard. Daarvoor hoef je mij ook niets anders te geven dan die gans Doen „Hoe kun je dat nog vragen?' antwoordde Hans. „Ik word immers de gelukkigste mensch op aarde. Als ik in mijn zak grijp, voel ik geld. Waarvoor moet ik dan nog zorgen?" Meteen gaf hij de gans over en ontving daarvoor den wetsteen. „Nu", sprak de man en raapte een gewone, zware veldkei op die naast hem lag. „daar heb je nog een flinken steen erbQ. Daar kun je goed op slaan, wanneer ge oude spijkers moet recht slaan. Pak aan, alstublieft". Hans laadde den zwaren steen op zijn schouder en ging opgeruimd verder. Zijn oogen straalden van blljd schap. „Ik moet toch wel een Zondagskind zijn", riep hij uit, „al wat ik wensch, gebeurt". Ondertusschen begon hfl moe te worden Hij was vanaf het aanbreken van den dag reeds op de been. Boven dien begon hem tie honger te kwellen. Allen voorraad had hij uit plezier voor de gekochte koe Ineens verorberd. Tenslotte kon hij slechts met moeite verder komen. Elk oogenblik moes hij even halt houden. De steenen be gonnen hem geweldig te drukken. „Hé", dacht hq, „wat zou 't heerlijk lo 2 to, zijn als ik nu eens niets te dragen had". Langzaam, met een slakkengangetje, kwam hij bij een veldput. Daar wilde hij rusten en zich met een frisschen dronk laven. Hij was bang de steenen bij het bukken te zullen beschadigen. Daarom legde hij ze voorzichtig op den rand van de put. Daarna ging hij zitten en wilde zich bukken om te drinken. Maar ach Per ongeluk stiet hij tegen de steenen aan en met een plons vielen ze in de put. Hans zag hoe ze in de diepte ver dwenen. Hij sprong van vreugde rondom de put en jubelde maar: „Wat een geluk 1 Wat een geluk I Nu ben ik die zware last ook kwijt Wat een geluk 1 En nu heb ik mezelf niets te verwijten en toch ben ik van die zware last verlost." Met een verlicht hart liep hij met lichten tred zijn weg. Vrij was hij nu. Alle last was van zijn schouder en van zijn hart. „Zoo gelukkig als ik ben", riep hij uit, „is er niemand onder de zon." Zoo kwam hij bij moeder thuis. Ilul f rvAh (HE/ 1 ÉIS. De «emir Ulrei vervo Doo tnde fdracl i'ir n; Brieven en bijdragen voor deze rubriek te zenden aan OOM WIM, De Echo van het Zuiden, WAAL WIJK >acht een, Nr. aardappelen en het bereiden van een portie gestoofde uien; dien die tege lijk met het konijn op, dat met zijn smakelijk tomatensausje in staat is de aardappelen van „jus" te voorzien. die van het vleesch nog geen afstand willen doen. Daar is dan ook alle reden voor. In de eerste plaats valt deze soort „wild" om zoo te zeggen, binnen het bereik van ieders beurs, een feit, dat voor geen enkele andere wildsoort kan gelden. Ten tweede wedijvert het blanke, malsche vleesch met dat van de kip en van het kalf, een eigenschap, die in aanmerking genomen den la gen prijs zeker ook mag pleiten in het voordeel van het konijn. Ten derde kunnen we met betrek kelijk weinig moeite het vleesch tot verschillende schotels bereiden, die voor den liefhebber een tractatie zul len zijn. We behoeven ons daarbij niet te bepalen tot alleen het „gebra den" konijn, dat eenvoudig als alle andere soorten gebraden vleesch wordt behandeld; we kunnen er ook op verschillende manieren een ge stoofd gerecht van bereiden, dat ons in staat stelt allerlei variaties van smaak aan te brengen door het ge bruik van verschillende toevoegsels; nu eens tomatenpurée, dan eens uien, een anderen keer specerijen, die aan het gerecht eenige overeenkomst met de bekende „hazepeper" geven. Een paar voorbeelden in recepten- vorm zullen de huisvrouw duidelijk maken wat ze op dit punt in haar keuken bereiken kan. Gerecht van gestoofd konijn met tomatenpurée. 1 konijn. 4 afgestreken eetlepels boter of margarine, 60 gram (6 afgestreken eetlepels) bloem, 1 flinke ui, een klein blikje tomatenpurée, 0.5 L. water met 2 Maggi's Bouil lonblokjes. Hak het schoongemaakte konijn in 12 ongeveer gelijke stukken, n.l. de 4 pooten, den in tweeën gespleten kop en 6 deelen van den rug; wasch ze, wrijf ze in met wat peper en zout. en laat ze in de lichtbruin gemaakte boter in een geëmailleerd ijzeren pot je rondom mooi bruin kleuren. Neem de stukken even uit de pan; laat in de boter de gesnipperde ui en de bloem lichtbruin bakken, voeg er de tomatenpurée bij en verdun dan langzamerhand de saus met het wa ter, waarin de Maggi's Bouillonblok jes zijn opgelost. Breng de stukken konijn over in de saus, dek de pan goed dicht, en laat het gerecht zachtjes nog onge veer 1 uur stoven, tot n.l. het vleesch door en door gaar is en gemakkelijk van het been loslaat. Keer nu en dan de stukken eens om en roer de saus van den bodem los. Zorg, terwijl het konijn stooft, voor het koken van éen flinke schaal WAALWIJK. Geboren Adriana d.v. M. J. Faro en E. Bam- bacht. Petrus A. z.v. A. H. van Oorschot en M. E. van Mierlo. Petronella M. d.v. J. van de Wouw en J. A. van Loon. Overleden: Alphonsus G. Kipping, 63 j„ echtg. van M. C. Laros. Adriaan van Her wijnen, 86 j„ wed. van A. Ku ij sten. Laurina van der Geit, 81- j. Ingekomen personen: A. J. van Helden, van Rotterdam. S. T. M. van Huut, van Rotterdam. J. A. van Son, van Rotterdam. C. G. Stein, van Rotterdam. M. H. A. W. van Aerts, van Losser. J. P. Willem.se, van Oosterhout. A. v. d. Mosselaar en gezin, van Hedel. C. Maas, van Tilburg. C. A. Soijer, van Den Bosch. Vertrokken personen: J. J. Klerks, naar -s-Bosch. L. A. van Gelder en gezin, naar Den Bosch. J. F. Wijnen, naar Steen bergen. J. H. van Kuijk, naar Ois- terwijk. W. van Mosselaar, echtg. van J. H. Drent, naar Rotterdam. A. de Graaf, naar Sprang-Capelle. L. H. Pulles, naar Schijndel. nella van den Hoven. Gehuwd Johannes Luijten, 28 j. en Geer- truida van der Velden, 20 j. Pie- ter van der Velden, 36 j. en Bertha van Dongen, 24 j. Robert J. A. Zimmerman, 26 j. en Paulina M. J. Vloeimans, 24 j. Overleden: Petronella W. C. Brokx, echtgen. van Christiaan Akkermans, 39 j. Adriana P. de Bont, wed. van Bartho- lomeus Th. M. de Bont, 84 j. Alexander P. Verdaasdonk, weduw naar van Christina van Liemot, 77 Petrus Picocrie, weduwnaar van Maria C. de Laat, 72 j. Levenloos aangegeven: 1. SPRANG—CAPELLE. Over de maand November '29. Geboorten: Johannes z.v. A. Ver- duijn en P. v. d. Wiel. Willem Marinus z.v. C. van Os en M. Snij ders. Allegonda d.v. J. D. v. Beek en P. J. Versteeg. Cornelia Maria d.v. A. van Zeist en W. Kruijl. Jouw z.v. S. v. d. Galien en D. W. Sprangers. Maria Arnolda d.v. J. de Bie en A. A. de Bie. Wijnand z.v. A. Konings en H. J. Ockers. Petronella d.v. A. Smits en L. van Dongen. Gijsbertus z.v. A. G. Both en J. M. van Dongen. Huwelijken: C. van Dongen oud 27 jaar en H. Spierings oud 23 jaar. G. Verbeek oud 25 jaar en I. J. v. Baardwijk oud 27 jaar. J. C. van der Schans oud 26 jaar en G. Colijn oud 21 jaar. H. Mouthaan oud 24 jaar en A. Blom oud 21 jaar. K. Mandemakers oud 35 jaar en A. A. Maijers oud 25 jaar. Overlijden: A. W. de Jong oud 76 jaar weduwnaar van L. A. Frings. Johannes Hendrikus Adrianus van Zeist oud 3 mnd. z.v. A. C. v. Zeist en H. Quirijns. A. de Roon, oud 82 jaar weduwnaar van T. de Bruijn. A. Oversteeg oud 87 jaar weduwe van J. Vervoort. WASPIK. Over de maand November. Geboren Hubertus M. z.v. Antonie M. Smits en Maria M. van Delft. Francis- cus z.v. Lambertus Pols en Maria Krijnen. Johanna A. M. d.v. Chris tiaan Akkermans en Petronella W. C. Brokx. Johannes M. A. z.v. Jo hannes E. A. Stokman en Cornelia A. van Bourgondiën. Petrus J. z.v. Petrus Timmers en Anna M. Jan sen. Willem M. z.v. Cornelis Dank enMaria C. van den Hoven. Adria na, d.v. Petrus J. Timmers en Petro MADE. Geboren A., z.v. J. Sins-Dilven. A. d.v. A. de Jongh-de Wijs. -H. d.v. C. Avon- tuur-Flipsen. A. H. z.v. H. Kor- sten-Biemans. A. A. z.v. A. v. d. Bijl-v. d. Ven. Th. z.v. W. Thijs- sen-Ligthart. Gehuwd J. C. Timmermans, 27 j. en J. Thijs- sen, 23 j. H. van Gcnnip, 24 j. en E. Segers, 21 j. RAAMSDONK. Van 2329 November 1929. Geboren M. d.v. M. J. Joore-van Helvert. J. z. v. C. J. van Strien-Verschuren. M. J. d.v. B. Spuijbroek-Raams. C. M. z.v. A. W. H. Trommelen-Ver- heij. M. B. z.v. J. B. de Bont-Zijl mans. A. A. M. M. z.v. A. J. van Onzenoort-de Bruijn. Gehuwd G. J. Knaap, jm. oud 28 j. en W. M. Konings, jd. oud 28 j. H. van Alphen, jm. oud 35 j. en I. C. van Uijen, jd. oud 29 j. H. G. Vitters, jm. oud 31 j. en A. J. van Rossum, jd oud 22 j. Kaatsheuvel, 5 Dec. 1929. Lichtweek. Onze Lichtweek is geëindigd. We willen niet meer in herhaling vallen, door voor de zooveelste maal te her halen, dat ze geslaagd is. We hebben het elkander bij herhaling gezegd, al le dagbladen hebben het bij herha ling geschreven, zoowel inwoners als vreemdelingen hebben het volmondig moeten getuigen; we mogen dus ver onderstellen, dat ook zij die aan haar welslagen vooraf twijfelden, thans wel zullen overtuigd zijn, dat ze in hunne meening te pessimistisch wa ren. Zeker optimist zijn kan tot over schatting leiden, doch waar pessi misme regeert, ontbreekt enthousi asme en waar het aan enthousiasme mangelt, daar hapert het aan werk lust. En juist die enthousiaste werk lust is het succes onzer lichtweek ge worden. Er is gewerkt door onze kranige winkeliersvereniging, die het idee van een etalage-lichtweek opperde, er is gewerkt door de commissie die dat initiatief overnam en het in veel grootscher vorm uitwerkte. Er is vooral gewerkt op het secretariaat, dat dag aan dag zich bevlijtigde om al datgene wat er noodig was, zake lijk en kundig af te werken, als gold het een eigenbelang. En we mogen hieraan direct toevoegen, dat de win kelweek aan dezen onverdroten noes ten arbeid mede een stuk van haar succes mag danken. De voorkomende houding door ons gemeentebestuur tegenover het idee der lichtweek aangenomen, was mede voor hare voltooiing en vervolmaking een niet geringen steun. Wat de di verse takken van dienst hiervoor presteerden, droeg de lof en de goed keuring van de geheele burgerij weg. Ook wat de gemeente-politie, geassis teerd door het corps Rijksveldwacht dag aan dag deed voor het groote welslagen der zaak, mogen we niet verzuimen te vermelden. Resumeerend mag Kaatsheuvel met trotsch terugzien op hetgeen de plaats tusschen 27 Nov. en 5 Dec. heeft ge boden. De Woensdag was een waardig slot van de week. De Kon. Erk. Harm. Apollo zond een concert uit, dat zich in een enor me belangstelling, zoowel in als bui ten de zaal van den heer Joh. Smit mocht verheugen. Het prachtige programma werd op keurige wijze afgewerkt. De heer Joh. van Kemenade, de on vermoeide mede-secretaris en omroe per der lichtweek hield tijdens de pauze van het concert de volgende slotspeech, eveneens door de geheele plaats uitgezonden. Dames en Heeren. Wij zijn thans gekomen aan het einde der lichtweek. Vooraf meen ik U te moeten dankzeggen voor 't aan dachtig gehoor, dat U mij in deze lichtweek hebt willen verleenen. Dan dames en heeren, zijn er in de gister gehouden rede, namen ge noemd van personen, die op bijzon dere wijze hebben medegewerkt tot het welslagen van deze lichtweek. Het ligt niet in mijne bedoeling, over de verdiensten van deze heeren, een lamp van geringer voltage te doen schijnen. „Eere wien eere toekomt". Toch had ik gaarne gezien, dat het geheele illustere gezelschap van per sonen, die zich zoo geheel belange loos gaven aan het belang der licht week, in het zonnetje waren gezet. Tot hiertoe een kleine opmerking. Eerstens wil ik dan een woord van felicitatie richten tot de neringdoen den in het algemeen, voor wie de lichtweek in het bijzonder een suc ces is geworden. Niet alleen een sue ces voor het heden, doch ook voor de toekomst. Door de lichtweek toch is voorgoed de aandacht gevestigd op Uw kunnen en willen als winkelier, wat niet zal nalaten tot in de verre toekomst zijn rijke vruchten af te werpen. Dan, Dames en Heeren, mag hier een oprecht woord van dank niet ont houden worden aan de lichtcommis- sie in pleno, die niets te veel is g weest om U iederen dag een keurig nieuw programma te brengen, wat zoozeer tot het welslagen der licht week heeft bijgedragen. Zij zijn het toch die met hun alles bezielend élan, als met één slag, Kaatsheuvel hebben geplaatst in het middelpunt der be langstelling van heel de omgeving. Zaagt gij ooit een grooter vreemde- lingenbezoek? Zaagt gij ooit schitte- render étalages? Zaagt gij ooit groo ter samenwerking tusschen vreemde lingen en particulieren? Kijk, Dames en Heeren, dat alles is het resultaat van het onvermoeid werken uwer lichtcommissie, gevormd uit Kaats heuvels Belang en Winkeliersvere niging. „Een eeresaluut aan hen, die Kaatsheuvel groot maakten". Verder, Dames en Heeren, zou ik onvolledig zijn, wanneer hier in het openbaar niet een woord van hulde werd gebracht, aan de beide harmo nieën en de zangvereeniging, die door hun belangeloos optreden, onder de massa het zoo noodige enthousiasme hebben gebracht, dat voor het welsla gen der lichtweek onmisbaar is ge weest. Ook hen, namens geheel Kaats heuvel in het algemeen en namens de lichtcommissie in het bijzonder, een oprecht woord van dank. Dames en Heeren, hier mag een woord van oprechte waardeering niet onthouden worden aan de gemeente politie, die gedurende de drukke lichtweek, steeds gezorgd heeft voor een uitstekende verkeersregeling en daardoor het werk der lichtcommis sie in niet geringe mate heeft ver licht. Namens de lichtcommissie be tuig ik hen, voor al hetgeen zij in het belang der goede orde deden, mijn welgemeenden dank. Wanneer ik hiermede aan het ein de van mijne sluitingsrede zou zijn gekomen, Dames en Heeren, weet ik zeker, dat geheel Kaatsheuvel niet al leen, doch ook alle vreemdelingen, die Kaatsheuvel bezochten, mij het ver-wijt van onvolledigheid zouden doen, wanneer ik niet met een enkel woord dank bracht aan de N.V. Phi lips Lichtbedrijven te Eindhoven, voor hun leuke radiomuziek, waarop ze ons gedurende de lichtweek heeft vergast. De korte tijd, dat we de Stem van den Reus, in ons midden hebben hooren klinken, voelen we ons geheel met hem verbroederd. Typeerend in dit verband is wel de uitlating, die ik hieromtrent nog heden mocht hooren: „we moesten hem van ge meentewege maar voorgoed engagee- ren, ik heb er persoonlijk een dub beltje per week Voor over". Kijk, Dames en Heeren, dit feit al leen, bewijst volkomen, hoe uitste kend de Philips-Radio, hier heeft vol daan. Ik mag dan ook niet nalaten de N.V. Philips Radio, hier vertegen woordigd in de heeren Tilkema en Van Roode, namens de geheele ge meenschap en in het bijzonder na mens de lichtcommissie, hartelijk dank te brengen voor de wijze waar op zij tot het groote succes der licht week hebben medegewerkt. En hiermede, Dames en Heeren, verklaar ik de lichtweek officieel voor gesloten. Na het concert trad het duo de Laat uit Tilburg met een amusant programma voor de drukke zaal op. n< ijzer ize eer itelli lo r «na >rda tij. We uur, zal ie ail rises iagn ichoc met ts j. 1 der der in d ieew laar de staai geh< |en W' ile v dooi fng v nood ielpa Ti mat jegei zaai hebb mwd tn, n om h< 6 u en de d k-w d lens ïlee: en 1 tn n »st v terni OR E BDE1 F isda van h de Hing, zich z; it is rdracl il wo

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1929 | | pagina 6