Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
ROODE ROZEfi.
1MlS
M
mie AcconntantswerftzaamliedGn
ïi
NGDRDBRABAND"
Het laar 1929.
FEUILLETOft
a
ZATERDAG 4 JANUARI 1930.
53e JAARGANG.
VUMMER 2.
Dit blad Teraehflnt
WOENSDAG en ZATERDAG.
AbcnmementeprU s per 8 maanden 1.25.
Franco per post door bet gebeele rflk 1.40.
Brieyen, Ingezonden stukken, gelden, ens.
franco te eenden aan den Ultgerer.
UITGAVE
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. SA
Tele*r.-Adres: ECHO.
Prfla der AdyertentiBn
20 cent per regel; minimum 1.50.
BS contract flink rabat.
Reclames 40 cent per regel.
AdvertentiCn moeten Woensdag en Vrfldag
des morgens om uiterlijk 0 uur In ons beslt
sin.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
drie BLADEN.
EERSTE BLAD.
Weer liep de aarde éénmaal om de
zon en ook aan het kortstondige leven
van 1929 was een einde gemaakt.
Weer zijn wij een jaar ouder geworden.
Helaas! de perspectieven voor den
eeuwigen wereldvrede zijn allerslechtst.
Duidelijk heelt ook 1929 weer gede
monstreerd, dat niet alleen de ramp
zalige gevolgen van den jongsten
wereldoorlog niet overwonnen zijn,
maar ook, dat deze oorlog, in stede
van problema's der wereldpolitiek te
hebben opgelost, het aantal dezer
laatste aanmerkelijk heeft vergroot. We
zün nog ver heel ver al van de
algemeene en gelijktijdige ontwapening
de jongste Volkenbondsvergadeting was
er om dit te bewijzen.
Een toekomsiige oorlog zou ook
weer met vreeselijke middelen gestreden
worden, want we hebben weer kunnen
zhsn, dat het pleidooi van den president
der Vereentgde Staten voor vrije
voedselvoorziening in oorlogstijd zoo
wel ln Europa als in Amerika slechts
weinig instemming vond. Er zal dus
weer geblokkeerd worden 1
We willen echter 1930 niet al te
somber tegemoet treden en wijzen op
het ijveren, speciaal van Briand,omte
komen tot eene samenwerking der Euro-
peesche Staten onderling en op het
verheugende feit, dat binnenkort eene
conferentie zal bijeenkomen om eene
conventie in het leven te roepen,
waardoor de eerstvolgende twee of drie
jaar geen land meer tot eenige tarief-
verhooging zal overgaan, hetgeen de
inzet moet zijn voor eene actie om tot
het afbreken der even zotte als funeste
douanemuren te geraken.
De val van het kabinet Briand en
de vervanging door het kabinet Tardieu
Gael's Wybert-tabletten ow-
der het oefenen ter
bescherming van de
keel, vóór het op
treden ter zuivering
van de stem.
was in zeker opzicht verheugend,
omdat die val voornamelijk voortsproot
uit de vrees van afwijking der Fransche
buitenlandsche politiek, dus uitstel van
ontruiming van het Rijnland en het
ontstaan van nieuwe moeilijkheden
tusschen Frankrijk en Duitschland.
Wanneer we spreken over de Fransch
Duitsche verhouding, denken we aan
het overlijden van Stresemann, die voor
de verbetering dier verhouding ver
schillende levensjaren gaf.zichdaarvoor
dood werkte. We denken daarbij aan
de Haagsche Conferentie met^ haar
gevolgontruiming van het Rijnland
en definitieve vaststelling van hetbedrag
dat Duitschland te betalen heeft.
Het jaar 1929 bracht ons eene poll
tieke verschuiving in Oostenrijk naar
rechts, in Duitschland naar links. Het I
fascisme werd in Oostenrijk niet
weinig versterkt. Eene Oostenrijksch-
Italiaansche toenadering wint het thans
van de aansluitingsgedachte van Oos
tenrijk bij Duitschiand. Zooals gezegd,
gaat de ontwikkeling in Duitschland
naar links
Ook worden we herrinnerd aan de
beurscatastrophe, begonnen in de
Vereeenigde Staten, welke zich over
de beurzen der geheele wereld voort
plantte en die tot financieele ondergang
van vele kapitaalkrachtigen leidde.
In Nederland werd in een paar
maanden tijd twee milliard verloren
Kijken wij verder in Europa rond.
dan zijn in herinnering te brengen de
vele politieke en economische beroe
ringen in de staten der zgn. kleine
Entente. We zagen den politieken
strijd in Lethland, in Polen tusschen
Sejin en Pilsoedski. de economische
moeilijkheden van Roemenië en de
eigenlijke permanente slrijd in de
Balkanstaten. We denken aan Yoego-
Slavië in zijne verhouding ten opzichte
van Italië, aan de revolutionaire woe
lingen in Oriekenlaadde groote
mogendheden voeren immers alle een
Balkan politiek
Bij Italië herinneren we ons het
accoord van Mussolini met het Vaticaan
Stappen wij over het Kanaal, dan
vraagt het in 1929 aan het bewind
gekomen Labour kabinet onze belang
stelling. Het stemt Biet op eene
meerderheid en zijne positie is daar
om uiterst zwak. Met slechts enkele
stemmen meerderheid werd eenige
dagen geleden de mijnwet welke toch
al zooveel afweek van den oorspron-
kelljken tekst, aangenomen. Van de
pogingen tot opheffing der werkeloos
heid is, voorloopig althans, nog maar
weinig terecht gekomen. Voorts wijzen
we op de moeilijkheden der Engelsche
regeering bij de oplossing der Indische
kwestie. Hoe op advies van den onder-
Koning, lord Irwïn, werd gezegd, dat
het einddoel der hervormingen was
Home Rale voor Indië en hoe later
van „De Echo van het Zuiden."
door
HEDWIG COURTHS-MAHLER.
SVWUSCHAPPy VAN YEKEKER1NG OP MET LEVEN
bleek, dat van Home Rule in de eerste
tijden nog geen sprake zal zijn.
Kortom, van het door de labour-
regeering voor de verkiezingen opge
stelde program zal niet veel ten
uitvoer worden gebracht.
In België beleefden we den val van
het kabinet Jaspar en we zagen het
wonderlijke verschijnsel, dat 't nieuwe
kabinet precies dezelfde ministers had
als hei oude. Een nieuwe crisis is
reeds einde januari 1930 ie verwachten
omdat het blijkbaar onmogelijk is het
Fransch gezinde standpnnt van de
meerderheid der liberalen te verzoenen
met dat der Vlamingen. De taalstrijd
krijgt het karakter van een burger
oorlog.
Terwjjl het corflict Bolivia-Paraguay
in den aanvang van 1929 werd opge
lost, voordat het tot bloedvergieten op
groote schaal gekomen was, is dit niet
geheel het geval geweest met het con-
A ct China—Rusland, hoewel de cata.
stophe erger had kunnen zijn geweest.
Et volgde een invasie der Russen en
dat het zoo spoedig lot een wapen
stilstand kwam, was veeleer het ge
volg van de zwakheid der Nanking-
regeering (de Chineesche burgeroor
log nam wederom een aanvang op
groote schaal) dan van de uitwerking
van het door China en Rusland beide
geteekende Keliog—pact. De dubbel
zinnige houding van Japan in dit con
flict was opmerkenswaard.
In Palestina werden vele Jodenver-
moord door de opstandige Arabieren
ook thans is de rust daar nog niet
weergekeerd
De publicaties van den beer dr, Rit-
ter in't „Utrechtsch Dagblad" schrikte
Nederland op, had men dan den
Noordwesthoek van Europa ook al
gebalcaniseerd 1 Gelukkig is het zoo
ver niet gekomen en is in de naaste
toekomst eene oplossing van het
NederlandschBelgisch corfl ct ie
verwachten, waarbij ons land wellicht
eenige veeren zal moeten laten. Neder»
land beleefde verder den overval van
Venezuelaansche rebellen op Curasao,
KANTOREN:
TILBURG Zomerstraat 1B.
Telephoon 1625.
EINDHOVEN, Stratumsche Dijk 2A.
Telephoon 3717.
waarvan het ontslag van gouverneur
Fruytier het gevolg was, en de ni»t
minder bekende strafzaak Giessen-
Nleuwkerk. welke onze Justitie alleen
ln 'n zeer eigenaardig daglicht dreigde
plaatsen.
De alastriro- of pokkenepidemie en
hare bestrijding hee't langen tijd de
volle aandacht van Nederland gehad,
terwijl de economische stakingen ln
Groningen, Maastricht en Zaandam
waard zijn vermeld te worden.
Nog steeds is er sprake van radio-
mbère.
ln 1929 trad, als gevolg der ver
kiezingen, een nieuw Kabinet op.
Socialisten en Roomsch—ka'holie-
ken gingen elk met ongeveer 100 000
stemmen vooruit.anti—revolutionnairen
moesten een veer laten
We kregen de pogingen van Jhr.
Ruysch de Beerenbrouck lot vorming
van een parlementair Kabinet, welke
pogingen na 3 weken onderhandelen
mislukten, Jhr. Ruysch heeft daarop
een extra—parlementair Kabinet ge
vormd.
De vooruitzichten voor 1930 zijn
allesbehalve rooskleurig. Het is maar
al te zeer te vreezen, dat de beurs-
crisis de inzet was van eene op han
den zijnde economische crisis ln de
Vereenigde Staten geven de werkeloos
heidscijfers alles behalve reden tot
tevredenheid.
De Nederia"dcche reeeering voert
3.
En daar ik nu in den laat-
sten tijd met mezelf uitgemaakt
heb, dat ik trouwen wil, zou ik nie
mand weten, die ik liever tot gravin
Ramberg zou maken dan Josta. Dit
alles moest ik je eerlijk zeggen. Maar
ik ben mezelf evengoed bewust als jij,
dat Josta in mij altijd alleen oom
Rainer gezien heeft. Ik ben toch on
geveer zeventien jaar ouder dan zij.
Dat is altijd een groot verschil en bij
een jonge vrouw zou het groot ge
wicht in de schaal kunnen leggen.
En dan de hoofdzaak ik weet niet
of haar hart nog vrij is. Dat wilde ik
van jou weten, vóór ik Josta vroeg
of zij mijn vrouw wil worden. Daar
om kom ik eerst bij jou met mijn
aanzoek. Jij zult me eerlijk zeggen of
een andere man reeds een plaats in
Josta's hart heeft ingenomen, want
jij hebt mij, trots ons verschil in leef
tijd, je vriendschap waardig gekeurd.
De minister knikte.
„Ja, Rainer! Ik mocht je altijd
graag Maar je trouwe vriend ben ik
geworden op het uur, toen ik je in
opdracht van mijn hoogen meester 'n
diepe hartewond moest toebrengen
Graaf Ramberg maakte een afwe
rende beweging.
„Niet jij hebt me die wond toege
bracht, ook niet de hertog. Niemand
heeft dit gedaan dan alleen het nood
lot zelf, dat berusting van mij eisch-
te. Maar daarover niet verder. Het
ligt nu achter mij met al zijn strijd
en ik ben er overheen. Zeg mij nu
eerlijk is Josta's hart geheel vrij?"
De minister glimlachte.
„Zoo ver ik weet ja. Wel is het
niet gemakkelijk het hart van een
meisje te doorzien. De vrouwen we
ten vaak haar gevoelens zeer goed te
verbergen. Maar 't hart van mijn
Josta lag tot nu toe open voor mij, zij
schenkt mij in alle dingen haar ver
trouwen, en ik zou het zeker gemerkt
hebben als ze iets voor mij verborgen
had. Wel wordt ze zeer vereerd en
gevierd, maar ze lacht daarom en
zegt dikwijls tot mij: „Al die wierook
is alleen bestemd voor de dochter van
den invloedrijken minister, papa,
mijn persoon staat daarbuiten". Josta
is zoo weinig ijdel als een vrouw maar
zijn kan. En aan een huwelijk schijnt
zij in het geheel niet te denken. Toen
ik haar eens te verstaan gaf, dat zij,
na mijn dood op het magere inkomen
van Waldow zou zijn aangewezen, zei
ze onbezorgd: „Voor mij is dat vol-
doende, papa. Als ik maar op Wal
dow leven kan, ben ik tevreden. Ik
I spin me daar dan genoegelijk als
oude jonge juffrouw in en verheug
me eiken keer als oom Rainer mij be-
zoekt."
De beide heeren moesten lachen.
In de oogen van graaf Ramberg lag
een lichte ontroering.
„Het is bijna een wonder, dat Josta
nog vrij is. In de laatste jaren heeft
zij zich tot een opvallende schoon
heid ontwikkeld. Dat had ik nooit
verwacht", zei hij peinzend.
„Ja tot na haar bakvischjestijd j
was zij eerder leelijk dan mooi. Maar j
toen bloeide zij plotseling op, zoodal
het zelfs mij opviel, en toen wij haar
in de wereld brachten, werd zij dade
lijk gefêteerd. Maar zij schrijft dat,
zooals ik al zei, niet aan haar per
soon, maar aan mijn positie toe. Dus
voor zoover ik me op mijn eigen
oogen kan verlaten, is Josta's hart
nog vrij. Maar of ze je aanzoek aan
neemt, kan ik je werkelijk niet zeg
gen. Omstandigheden van buiten zul
len geen beslissenden invloed kunnen
uitoefenen. Haar rein, voornaam ge
moed staat ver van elke berekening,
dat weet je even goed als ik. Het ligt
nu aan je zelf, zekerheid te krijgen,
of ze er toe zal kunnen besluiten, in
oom Rainer haar echtgenoot te zien.
Van mijn toestemming kan je zeker
zijn; ik behoef je niet te zeggen, dat
ik het als een groot geluk voor Josta
zou beschouwen, wanneer ze met je
trouwde. Maar vóór je haar nu zelf
deze vraag stelt, zou ik nog graag 'n
mededeeling willen doen."
„Spreek, Magnus", zei de graaf.
„Wat ik je nu zeg, blijft tusschen
ons. Josta mag daarvan niets weten.
Zij mag het eerst na mijn dood weten.
Beloof je mij te zwijgen?"
„Mijn woord erop."
„Ik dank je. Dus luister Josta
is niet mijn dochter."
De graaf keek verschrikt op.
„Niet je dochter?"
„Neen, maar wees gerust zij
is toch van je stand; ik weet immers,
dat de voorschriften van het majo
raat dit eischen. Er is heelemaal niets
romantisch bij. Josta is de dochter
van mijn jongsten broeder Georg.
Deze was getrouwd met barones Hal
den slechts een jaar. Zij stierf bij
Josta's geboorte. Georg bracht Josta
bij mijn vrouw. Wij hadden toen juist
na een operatie van mijn vrouw, van
de doktoren de bedroevende zeker
heid ontvangen, dat ons huwelijk kin
derloos zou blijven. Mijn vrouw, die
veel van kinderen hield, nam Josta
met waarlijk moederlijke teederheid
op. Mijn broeder was officier en niet
zeer vermogend. Maar hij ontvlamde
snel voor vrouwelijke schoonheid en
daar hijzelf een heel knap man was,
verwenden de dames hem zeer. Josta
is nu erg op hem gaan lijken, zij heeft
zijn oogen en dezelfde kleur van zijn
haar, njaar het karakter heeft zij van
haar moeder. M'n broer heeft haar op
zijn hartstochtelijke manier zeer lief
gehad en haar vroege dood bracht
hem bijna tot vertwijfeling. Hij wilde
Josta niet zien, omdat zij haar moe
der het leven gekost had en hij kon
niet van het kind houden. Zoo heftig
zijn smart ook geweest was, even snel
was hij er weer over heen. Toen hij
Josta bij ons gebracht had, ging hij
weer naar zijn garnizoen terug.
Er was nog geen jaar verstreken
na den dood zijner vrouw of hij werd
hevig verliefd op een jonge zangeres.
Zij moet beeldschoon en zeer deugd-
zaam geweest zijnWij hebben haar
a
ah
:i>
■ai
a;
Er
■kc
iei
nooit leeren kennen. Georg gaf ter-
wille van haar zijn positie op en
trouwde haar, ofschoon wü alles de
den om hem ervan terug te houden.
Bij het bericht van zijn huwelijk, dat
in alle stilte voltrokken werd, kreeg
ik een korten afscheidsbrief van hem.
Hij ging met zijn echtgenoote naar
Amerika, waar zij een prachtig enga
gement had. Reeds vroeger had hij
ons alle rechten op Josta afgestaan.
Ik heb hem nooit weergezien. Twee
jaar later zond zijn vrouw, die daar
onder haar meisjesnaam optrad, ons
een gedrukte kennisgeving van den
dood van mijn broeder, met een lang
courantenebricht, waaruit ik zag, dat
Georg in een duel met een Duitsch
edelman gedood was, die in gezel
schap de deugd van zijn vrouw in
twijfel getrokken had. Georg's we
duwe had het beneden zich geacht
ook maar één woord er bij te voegen,
waarschijnlijk omdat wij ons tegen
een huwelijk van Georg met haar ver
zet hadden. Ik liet het doodsbericht
van mijn broer officieel vaststellen.
Van zijn weduwe hoorde ik nooit
meer iets.
De naam van de weduwe van Georg
werd in de couranten niet meer ge
noemd en er bestond voor mij geen
aanleiding haar toenadering te zoe
ken, daar zij toch blijkbaar alle be
trekkingen tot ons wilde negeeren.
Josta hebben wij als kind aangeno
men. Wij zijn van haar gaan houden
als van ons eigen kind.
Wordt vervolgd.
Deicho van het Zuiden,
Waalwiihsck en Langstraatscbe Courant,