Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
fill! ficcountantswerkzaaniheden
HEERENBAAI
i
roe
«PODE ROZEN.
II!
luasSS
:tutsliitHf_
FEUILLETON
ta£a&
Vuchterstraat 52 - 's-Bosch - Tel. 614.
Vrieseplein 1 - Dordrecht - Tel. 323.
(MER 6
ZATERDAG 18 JANUARI 1930.
53e JAARGANG.
dus
de
1 g
ijn sla
afd,
Rijk j
ken is
vallig
ment
dlijke
nd er,
•en \v3
die
ke op
'd g.
n te
nel nj
ie onj
abtenai
van j
idenjj
laad,
gani
Dit blad T«rschQnt
WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs per 8 maanden 1.25.
franco per post door bet geheels rtjk 1.40.
Brieven, Ingezonden stokken, gelden, en®,
franco te eenden aan den Uitgever,
UITGAYEt
WAALWIJKSOHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON T1ELEN.
Telefoon No. IS. Telerr.-Adree: ECHO.
Prfls der AdvertentlSn
20 cent per regel; minimum 1.60.
BQ contract flink rabat.
Reclames 40 cent per regel.
AdvertentlSn moeten Woensdag en Vrfldag
des morgen# om HiterlUk V nu ln ons bealt
■Sn.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
DRIE BLADEN.
EERSTE BLAD.
t, slaap
begel
arijs
20-jar|
s zijn
mdin.
zijn
sbben
iinen
r bij z
masin,
lamait
cheyii
ngevil
:yndel
n dek
natfc
Zhifiüi
zekets
n de Et
oenmi
ibricet
voorn
1
ier,
is aai
draai
den
meer
vanb
uiiinf;
;en aa-
oortit'
engl,t i
san
is.
iwen
van
en U
KEN
RUKK
Be! 10*jarig bestaan van den
Volkenbond.
Vorige week Vrijdag waren tien
jaren verloopen sedert de inwerking
treding van het Volkenbondsverdrag.
Ook was het tien jaren geleden, dat
het Vredesverdrag van Versailles van
kracht werd. Zooals men weet vorm
de de oprichting van den Volkenbond
een deel van het vredesverdrag van
Versailles.
Hoe voorspoedig zijne ontwikke-
liag in het afgeloopen tienjarig tijd
vak ook geweest is, hoeveel goeds
men ook over zijne werkzaamheden
moge zeggen, wij zouden ons zand in
de oogen strooien, wanneer wij be- j
weerden, dat de kracht der actie, wel
ke de Volkenbond in zijn tegenwoor-
digen vorm zou kunnen ontwikkelen,
voldoende was om in de toekomst 'n
mogelijke wereldoorlog te voorko-
men. Het komt ons zelfs voor, dat
men werkelijk al een groote optimist
moet zijn om te schrijven, gelijk Sir
Eric Drummond in het herdenkings
nummer uitgegeven ter gelegenheid
van het 10-jarig bestaan, dat de Vol
kenbond een integraal bestanddeel
van de staatkundige werkelijkheid in
de wereld geworden is en dat er een
belangrijk stuk weegs is afgelegd
naar het einddoel van den Volken
bond het zich ontwikkelen tot een
wereldorganisatie, die den vrede
waarborgt. Wanneer men ziet, dat,
ondanks alle moeite, de Volkenbond
nog niet bij machte was een geschil
als tussehen Polen en Lithauen over
Wilna volledig uit den weg te ruimen
wie zou dan hoop durven hebben in
zijn kracht om b.v. een mogelijk En-
7>
Dubbel is het genot met
Wybert-tabletten, de keel
is tegen ontsteking be
veiligd, de adem zuiver!
gelsch-Amerikaansch conflict, waar
bij het zal gaan om de levensbelangen
der geheele menschheid, om de we
reldhegemonie te voorkomen? Wat
waren ook de behaalde resultaten in
zake internationale ontwapening niet
poover.
Gelijktijdig met de oprichtingsacte
van den Volkenbond werd het Vre
desverdrag van Versailles ondertee-
lcend en hiermede werd het karakter
van den Bond bepaald. Door de over
winnaars werd uitgemaakt in welke
staatkundige verbanden de mensch
heid zich in den vervolge zou ont
wikkelen, terwijl het oordeel der
menschheid zelf over deze materie in
het geheel niet gevraagd werd. Dit is
de reden, waarom de perspectieven
voor den Volkenbond niet gunstig
zijn en waarom verantwoordelijke
staatslieden zoo weinig vertrouwen in
de uitwerking der acties van den Vol
kenbond stellen.
Nochtans zouden wij onbillijk zijn,
wanneer wij geen oog hadden voor
hetgeen door den Volkenbond in zijn
jeugdjaren werd tot stand gebracht
en voor hetgeen hij nog verder op
zijn program heeft staan.
Wij herinneren aan zijn optreden
bij de oplossing van het geschil tus
sehen Zweden en Finland over de
Alandseilanden, zijne bemoeiingen bij
de grensregeling tussehen Turkije en
Irak, bij de Bulgaarsch-Grieksche
grensconflicten en het Grieksch-Ita-
liaansch korfeegeschil. Ook zijn op
treden, toen Bolivia en Paraguay bij
na in oorlog waren, ligt ons nog
versch in het geheugen. En, wat mis
schien nog van meer belang is, wat
heeft de Bond niet gedaan in het be
lang der internationale samenwer
king. Het aantal tot stand gekomen
internationale conventies nadert de
honderd. Nu is het wel waar, dat het
ook bij het tot standkomen eener con
ventie nog niet in orde is. Immers
kan de Volkenbond niet meer doen,
dan het sluiten der conventie bevor
deren, de nationale wetgevende macht
in ieder land moet de conventie le
vend maken. Ook weten wij, dat de
regeeringen eigenaardige opvattingen
I in dit opzicht hebben: men leze maar
eens hetgeen onze Minister van Ar
beid zeide, waar het gold de invoering
internationaal van den 8-urigen werk-
dag. Maar toch zou het verkeerd zijn
aan de actie van den Volkenbond tot
het sluiten van internationale con
venties geen waarde toe te kennen.
Onder die tallooze conventies, wel
ke tot stand kwamen, waren er vele,
waarbij het gold het intrappen van
een open deur, maar er waren ook
zeer belangrijke bij. Wij denken aan
de instelling van het Haagsche Inter
nationale gerechtshof, het protocol
over de verplichte rechtspraak in in
ternationale rechtsgeschillen, de al-
gemeene actie tot vreedzame regeling
van internationale geschillen en aan
de vele conventies op economisch en
humanitair gebied.
Zoo zal eerlang eene conventie tot
afschaffing van de funeste tariefmu
ren tot stand komen. Van de conven
ties op humanitair gebied zijn van
belang die, ter bestrijding van den
handel in vrouwen en kinderen, van
onzedelijke geschriften, van het
opiumrooken en het misbruik maken
van verdoovende middelen, tot af
schaffing der slavernij, tot schepping
van een internationale unie tot hulp
verleening bij ernstige natuurram
pen, enz.
Een groot aantal conventies kwa
men ook tot stand op de internatio
nale arbeidscQpferenties van de in
ternationale'8 arbeidsorganisaties, die
ondanks een groote zelfstandigheid
toch als een bestanddeel van den Vol
kenbond te beschouwen is.
Zooals wij boven reeds zeiden, zijn
de perspectieven voor den eeuwigen
wereldvrede op het oogenblik ongun
stig, maar het eenigste steunpunt
vindt de menschheid momenteel in
den Volkenbond. Laat haar dit tot
leering strekken en laat ieder trach
ten een steentje bij te dragen voor de
optrekking van een machtig gebouw,
een onneembare vesting, een bond der
vereenigde menschheid
H.
KANTOREN:
T I L B U R Q Zomerstraat 1 B.
Telephoon 1625.
EINDHOVEN, Stratumsche Dijk 2A.
Telephoon 3717.
ECHTE FRIESCHE
20-50cf.perons
'Ifraapt 2£tir llfïn/ce£ier H pafy'e D'£
in
no
cis.
3gt.
van „De Echo van het Zuiden."
378
Sm
IK,
door
HEDWIG COURTHS-MAHLER.
7.
Toen trok hij eerst haar hand naar
zijn lippen, sloeg zijn arm om haar
heen en wilde haar op den mond kus
sen. Maar zij boog snel, instinctief af
werend haar hoofd, en zijn lippen
raakten slechts haar voorhoofd aan.
Een vaag gevoel dwong haar, zijn
(kus te ontwijken. Zijn gezicht vertrok
'een weinig. Hij bemerkte, dat zij hem
ontweek, en dat wekte een vreemde
onrust in hem op.
„Zij houdt natuurlijk niet van me,
ze zag tot nu toe immers alleen oom
Tainer in mij. Zij moet eerst leeren,
Jaiij met andere oogen te zien en ik
moet geduld hebben en voorzichtig
'met haar jonge hart omgaan. In geen
igeval mag ik haar verschrikken. Dat
zou haar ziel voor mij gesloten hou
den", zei hij tot zich zelf
En in zijn streven, daarnaar te han
delen, toonde hij zich veel rustiger en
kalmer dan hij in den grond van zijn
hart was. Haar handen vast in de
rijne houdend, glimlachte hij haar
.toe, terwijl hij door zijn houding een
brug trachtte te bouwen tussehen
hun vroegere verhouding en hun te
genwoordige.
„Ik dank je hartelijk voor je ver
trouwen, mijn lieve kleine Josta. Ik
was erg bang, dat je me een blauwtje
zou laten loopen", zei hij hartelijk.
Zij keek hem aarzelend aan.
„Wat zou je dan gedaan hebben?"
vroeg zij vorschend.
Hij haalde glimlachend de schou
ders op.
„Wat zou mij anders zijn overge
bleven dan heen te gaan en weer naar
Ramberg terug te keeren
Dat klonk haar veel te kalm, het
beviel haar in het geheel niet. Maar
dat zij ze niet. Ze vroeg slechts ver
der
„Wanneer ben je op de gedachte
gekomen, mij te vragen, of ik je
vrouw wilde worden
Hij dacht na.
„Precies weet ik dat niet meer. Ik
weet alleen, dat ik, sinds ik op de ge
dachte kwam om te trouwen, ook
dadelijk wist, dat jij mijn vrouw
moest worden. Eigenlijk wilde ik je
het eerst zeggen, wanneer we weer
eens langeren tijd samen op Waldow
zouden zijn. Ik hoopte op den zomer.
Maar gisteravond kwam dat zoo plot
seling in ine op. Het scheen me toe
dat ik geen minuut meer mocht aar
zelen met je die vraag voor te leggen.
En toen trok ik vanmorgen en hier
ben ik nu en houd je hand in de
mijne."
Voor zij iets kon antwoorden, trad
de minister binnen en keek hen bei
den vragend aan. Josta snelde op hem
toe en vluchtte in zijn armen, als
zocht zij bij hem bescherming voor
zich zelf.
j „Papa lieve papa
„De minister wisselde een blik met
graaf Ramberg. Deze knikte bevesti
gend met zijn hoofd. Toen sloot dc
minister zijn dochter vast in zijn ar
men. „Mijn lieve kind zei hij innig.
Graaf Ramberg ging op hem toe.
„Josta heeft mij haar jawoord ge
geven. Wees jij nu een trouwe vader
voor mij, zooals je tot nu toe een
vaderlijke vriend voor mij waart, en
geef ons je zegen," zei hij ernstig.
Zwijgend legde de minister hun
beide handen in elkaar, terwijl hij op
warmen toon zei
„God zegen jullie beiden en
scbenke jullie een volkomen geluk."
Het werd Josta vreemd te moede.
Zij voelde dat zij nu, al was het maar
enkele oogenblikken, met zichzelf al
leen moest zijn. Zij kuste haar vader
en stamelde een haastige veront
schuldiging. Toen ging zij vlug de. ka
mer uit.
De portière, die het groene salon
van de naaste kamer scheidde, viel
achter haar dicht. In hun opwinding
bemerkten de beide heeren niet, dal
Josta de naaste kamer niet verlaten
had. Zij voelde haar knieën sidderen,
zij kon niet verder gaan en zonk op
een sofa neer. Haar handen tegen
haar kloppend hart gedrukt, zat zij
daar peinzend tot van binnen de stem
men der beide heeren haar in de
ooren klonken.
Deze hadden geen vermoeden, dat
Josta in het naaste vertrek zat. Zij
dachten, dat zij op haar kamer was.
Zoo werd Josta getuige van hun ge
sprek, daar zij niet in staat was om
op te staan en zich te verwijderen.
,,Ik behoef je wel niet te zeggen,
mijn beste Rainer, hoe gelukkig het
mij maakt, 1111 ik weet, dat mijn doch
ter in jouw armen, aan jouw hart ge
lukkig is.
Al heb je me ook eerlijk gezegd,
dat je Josta niet hartstochtelijk lief-
hebt, al weet ik ook, beter dan wie
ook, dat je je hart niet dan met
smart hebt kunnen losmaken van de
vrouw, die je eens zoo innig hebt
liefgehad, ik weet toch ook, dat je
mijn Josta altijd zult liefhebben en
waardeeren. Ook Josta zal je wel niet
meer dan een kalme liefde toedragen,
maar zijn huwelijken, die niet uit he
melbestormende liefde, maar uit sym
pathie en waardeering gesloten wor
den, niet de meest harmonische en
gelukkige? En ik hoop, dat jullie ge
lukkig met elkaar wordt."
„Dat wensch en hoop ik ook", ant
woordde graaf Ramberg ernstig. „Ik
ben ook door dien innigen wensch be
zield, Josta gelukkig te maken, zoo
veel ik maar kan. Ik zou haar niet
gevraagd hebben, als ik niet geweten
had, hoe ernstig mijn verlangen is,
haar te geven wat ik nog te geven
heb. Wat die andere vrouw voor mij
beteekende, hoe lief zij mij geweest is
behoeft Josta niet te weten. Wij heb
ben toch beiden een gelofte afgelegd
te zullen zwijgen en het zou Josta mis
schien maar noodeloos verontrusten.
Waarom moet zij het ook weten?
Daarmee heb ik afgedaan, dat moet
voorbij zijn en dat mag nooit meer
terugkomen. En al heb ik Josta ook
niet hartstochtelijk lief, dan troost
me toch de gedachte, dat ook in haar
hart slechts een kalme sympathie
voor mij leeft. Zij gaf mij haar woord
aarzelend, onzeker,, maar zij verze
kerde mij, dat haar hart nog vrij is.
Daarom durf ik haar aan mij te hin
den en wat in mijn macht staat, wil
ik doen om te zorgen, dat het haar
nooit zal berouwen, mij haar hand te
hebben geschonken. Wat ik haar mis
schien innerlijk schuldig moet blijven
hoop ik door uiterlijkheden te vergoe
den. Je gelooft toch, dat ik de eerlijk
ste bedoelingen heb, haar leven zor
geloos en zonnig te maken, niet
waar?"
Zoo sprak graaf Rainer, rustig,
kalm en vast; daar Josta niet aanwe
zig was, voelde hij zich geheel zeker.
Josta had elk dezer woorden ge
hoord. Zij zat daar als verlamd en
staarde naar de portière. Graaf Rai-
ner's woorden klonken haar zoo druk
kend rustig. Zij vermoedde niet, dat
hij in het geheel niet zoo rustig was,
als hij zichzelf en haar vader wilde
doen gelooven. Sinds hij Josta in zijn
armen had gehouden, was er een ver
langen in hem gekomen om haar
weer aan zich te drukken en de kus
sen van haar roode lippen te voelen.
Haar reine jonkvrouwelijke schoon
heid had hem het bloed sneller dooi
de aderen gejaagd. Maar hij bedwong
dat ontwakende gevoel, omdat hij
wist, dat Josta hem niet liefhad en
hij poogde, kalm en verstandig met
haar vader te spreken.
Wordt vervolgd.
Mwpsck en Langstraatscbe oiiranl,
t
In origin, doozen a 45 en 65 ets.
M
(ook in Vi onsen,'/aponden en ponden)
Atelier SCHREURS,