Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. IOODE ROZEfl. mï&M FEUILLETON ■8*. HEEREN-BAA1 n aa'<L gehe^EH 36- :houW ZATERDAG 3 MEI 1930. 53e JAARGANG. im 1 direj ingani rectej -hijndel lier, n hetT 6 Rass nische stellet iers vi an dei Dit bla« vsroehfitt WOENSDAG M IATKEDA8, jrteren, Ingeaonden «tukken, gelde», ««0. franoo te «enden aan dan tlitaarar. ibonnementaprtlper 8 maanden 1.25. franco per po«t door ket gekeele rflk 1.40. UITGAVE t WAALWIJKBOHB STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. M Tolofr.-Adi««: ECHO. Prfe der Advertontian 20 cent per regel; mtnitmmw 1.80. B| contract flink rabat. Beclamee 40 cent per regel. AdvertentMSn moeten Woensdag en Vrfldag dea morgen# om alterlfk 0 au? In ona bealt npagl '-Rusli TAND DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN. d. 11 193(1 d, van EERSTE BLAD. »f MODERNE BESCBAVING. Met instemming lezen wij in de Msb. Op het vliegveld Lohausen bij liisseldorf heeft't sensatie-ziek publiek uier hoogverlichte twintigste eeuw al Ctederom volop kunnen genieten. 3lislagi n, oud oud wckeo, rEN. )EN, ril. - aange' 2037 re kali 1, 103 li rloopen óen 0, 42-1 2.5, Een acrobaat zou daar van een eis-PlJ legmachine in volle vaart via een iars.vai louwladder „overstappen" in n andere W. vaijachine. eveneens in volle vaal. Een half uur lang is de ongelukkige de touwen verward, voortgesleurd, eels langs den grond, ten slotte als lood opgenomen, en een uur later overleden. is het niet om tn den grond ie linken van beschaming over onze g. twintigste—eeuwsche moderne beschaving Men weet nauwelijks wie hier hei J ieest schuldig staat. m De ongelukkige waaghals een zelf ben 44 wordenaar om den broode. De overheid die dergelijke wan. pducten van sensatie-.amusement toelaat. Of het publiek, dat niet onomwon- oq I jtn aan zijn hartstochtelijken afkeer tan dergelijke experimenten uiting eelt. Wij zijn sterk geneigd aan dit publiek t hoofdschuld, te geven. Ofschoon e overheid ook allesbehalve vrij uitgaat. Het publiek heeft het in zijn hand aan dergelijke vertooningen een einde le maken. Mocht het hiertoe door eigen kracht ilet kunnen komen, dat de autoriteiten let daarbij dan een handje helpen. Moge het verschrikkelijk gebeuren p het vliegveld van Lohausen publiek m overheid de broodnoodige bezin- Ég brengen. mager stieren/ slacht luchten dem ƒ1 tinken biggen -3. en ossi tioorlijk trijzen1 er. Een b ïog aanj» jn de pn week. kaberai iel. Top lager k i als gist g tot 5 tp de w .gevoeri hoogert kt. Deli onverail htere lol n. De waren 1 len, k oerd, met zen a Nieuw gemeentelijk belastingstelsel. Bij de wet van 15 lult 1929 S. 388 is tot stand gekomen een nieuwe re geling van de fnancieele verhouding tusschen het Rijk en de gemeenten, alsmede een nieuw gemeentelijk be lastingstelsel. Van verschillende zijden is ons ge vraagd in kort bestek een uiteenzetting te geven van de nieuwe regeling op het gebied der plaatselijke belasting. Wij zullen trachten den lezer een duidelijk overzicht te geven van de belangrijkste bepalingen der nieuwe belastingwetgeving. In de eerste plaats zal vervallen de gemeentelijke inkomstenbelasting (hier genoemd de Hoofdelijke Omslag) en de 1257, opcenten op de rijksin- komstenbelasting. Hiervoor in de plaats zal aan de gemeenten de bevoegdheid worden gegeven opcenten te htffen op de hoofdsom der in te voeren gemeente fondsbelasting. Er wordt n.l. door het Rijk ingesteld een fonds, genaamd .Gemeentefonds", waarvan de inkom sten volgens bij de wet gestelde rege len onder de gemeenten verdeeld worden. In het gemeentefonds wordt gestort de opbrengst der door het Rijk te heffen directe belasting naar het in komen onder den naam van „gemeente- fondsbelasting", zoomede de opbrengst van 50 Rijksopcenten op de vermo gensbelasting. Tot grondslag van de heffing der directe belasting naar hei inkomen (de gemeentefondsbelasting dus) strekt het zuiver inkomen, vastgesteld volgens de regelen, die gelden voor de heffing van de Rijksinkomstenbelasting. Zooals gezegd, zal de gemeente opcenten mogen heffen op de Qemeen tefondsbelasting Aan deze heffing zijn echter grenzen gesteld. Wel is het geoorloofd eenige progressie in te voeren doch in geen geval mogen meer opcenten dan ge heven worden op de grondbelasting voor gebouwde eigendommen op de gemeentefondsbeiasting worden gthe ven, d.w.z. niet meer dan 80, als zijnde het maximum voor de grondbelasting op gebouwde eigendommen. Ook kan de gemeente opcenten heffen op de hoofdsom van de ver mogensbelasting, doch niet meer dan 50 Voorts wordt ingevoerd een nieuwe belasting, de z.g. woonforensenbelas- ting, niet te verwarren met de hetfi <g van forensen zooals die op 't oogen blik nog wordt geheven naar het bedrag van bet inkomen. Dit is niet het geval met de nieuwe woonforensenbelasting, die beschouwd moet worden als een vestigingsbelas ting. Uitdrukkelijk is bepaald, dat het bedrag dezer belasting niet afhankelijk mag zijn van het inkomen. Ten slotte wordt onder den naam van „personeele belasting" van Rijks wege, ten behoeve van de gemeenten van aanslag, een directe betasting ran „De Echo van het Zuiden." door HEDWIG COURTHS-MAHLER. geheven, naar de grondslagenhuur. waarde, meubila r, dienstboden, paar den, motorrijtuigen, pleziervaartuigen en biljarten. Hoewel dus de heffing door het Rijk zal geschieden, zal de opbrengst aan de gemeenten worden uitgekeerd De gemeentelijke wetgever, de Raad dus, krijgt ten aanzien van deze be lasting verschillende bevoegdheden. Hij kan zelf bepalen in welke klasse de gemeente voor deze heffing zal gerangschikt worden. Voorts kan in onderscheidene belastingbedragen ver andering gebracht worden. Zoo kan voor den eenen grondslag verhooging en voor den anderen verlaging worden ingevoerd. De gemeente is zelfs bevoegd te besluiten om de helfing voor een of meer der grondslagen meubilair, dienst boden, paarden, pleziervaartuigen en biljarten geheel te doen vervallen. Op de personeele belasting mogen progressieve opcenten geheven worden, maar de Raad is ook bevoegd om dit niet te doen en in plaats daarvan progressie in te voeren voor de hoofd som van de heffing naar de huur waarde. Ook kan de Raad op de personeele belasting progressieve op centen heffen en bovendien progressie invoeren met betrekking tot den grond slag huurwaarde. De Raad heeft dus zelf in de hand de opbrengst der personeele belasting te verhoogen. Doet hij dat, dan spreekt het van zelf dat in zoo'n gemeente het getal opcenten gemeentefondsbelasting klei ner kan zijn. De verschillende heffingen bepalen zich dus, zooals we zagen tot inkomen, vertering en vermogen. De Raad kan beslissen aan welke belastinghelfing hij voorkeur wil geven, die op het inkomen of die naar de vertering Plaatselijke omstandigheden en niet het minst ook persoonlijk in zicht zullen hierin een rol spelen. Doch hoe het ook zij de Raad is vrij in ECHTE FRIESCHB Josta glimlachte. „Ten eerste ben ik zeer terughou iend en schenk mijn vertrouwen slechts aan menschen, die ik ken en die het waard zijn, en dan wat zou ik haar toevertrouwen? Ik heb geen geheimen." Hij nam haar hand. „Weet je, dat je mij zooeven iets tioois hebt gezegd?" Zij keek hem vragend aan. „Wat heb ik je dan gezegd?" „Dat je je vertrouwen slechts aan menschen schenkt, die je kent en die tiet waard zijn. En mij heb je immers je vertrouwen waardig gekeurd." Zij knikte vroolijk. „Ja, jou vertrouw ik ook, Henning. Jij bent immers Rainer's broer. En hij houdt zooveel van je. Nu moet ik toch ook vriendelijk voor je zijn? En ik doe het graag, het valt mij heele- Haal niet moeilijk". Hij drukte haar hand aan zijn lip- m. Ik dank je, Josta \ik zal altijd Dat weet ik. Ziezoo en nu heb je alle portretten gezien. Nu zul len we weer naar binnen gaan. Daarbij sloot zij het album en gaf hem vertrouwelijk een arm. Naast elkaar traden zij de kamer binnen. Rainer keek op en zag hen staan, de jonge gezichten nog een weinig opge wonden. En op dat oogenblik kwam hij zichzelf zoo oud voor in vergelij king met zijn broeder, dat hij een diepe smart voelde. Zal ik in staat zijn, Josta geluk kig te maken? Dat is me meer waard dan mijn eigen geluk, want ik heb haar lief. Niet met de egoïstische, be- geerende liefde van de jeugd, maar met de diepe, opofferende innigheid van den rijpen man. Veel had hij er om gegeven, als Jos ta op dit oogenblik naar hem toe zou zijn gekomen, als een teeken, dat zij bij hem hoorde. Dat zou hem een antwoord zijn geweest op zijn stille vraag, of zij aan zijn zijde het geluk zou kunnen vinden. Hij keek haar aan met een blik, waarin al zijn wen- schen en hopen opgesloten lag. Hij trok haar als het ware met zijn oogen tot zich. En werkelijk maakte zij zich van Henning's arm los en kwam snel naar hem toe, alsof zij niet anders kon. Hij haalde diep adem, als na 'n zware inspanning. Wij hebben hiernaast lang ge praat, vertelde Josta. Henning heeft al mijn portretten gezien. En daarbij vonden we ook een amateurskiekje van jou, weet je niet, dat portretje, dat mama van ons nam, toen wij van onzen eersten rit thuiskwamen. Je bent heel goed getroffen op dat por- ZOSOttptron» zijn keuze de wet dwingt de gemeen ten niet. Desgewenscht kan men beide belastingbronnen op gelijke wij re aan boren. De praktijk zal wel zijn, dat wanneer de gemeente b v. voorkeur geeft aan heffing naar het inkomen opcenten Gemeentefondsbeiasting dus de verteringsbelasting nog een beetje moet helpen. Immers de op centen gemeentefondsbeiasting mogen zooals we zagen niet booger worden geheven dan het getal opcen ten op de hoofdsom der grondbelasting gebouwde eigendommen, n.l. 80 De bevoegdheid om opcenten op de personeele belasting te h- ffen blijft bestaan De gemeente blijft bevoegd ztlf te kiezen tusschen progressieve en niet-progressieve opcentenheffing. Uit een en ander blijkt duswel.dat ons gemeentelijk belastingstelsel be langrijk zal worden gewijzigd, waar voor veel arbeid zal worden geeischt. Doch de moeite daaraan besteed zal niet tevergeefs zijn, omdat zal blijken, dat een billijker belastingregeling tot stand zal komen, waarbij meer dan voorheen rekening zal worden gehou den met de financieele draagkracht der ingezetenen. A. Alleen wanneer geen gebruik is gemaakt van de bevoegdheid om een progressie in te voeren en hoewel de overige heffingen tot redelijke bedra gen zijn opgevoerd, de gemeente er niet in slaagt de begrooting sluitend te maken, kan het getal opcenten tot ten hoogste 100 worden opgevoerd. portret van je heb? Je moet me er één geven, dat niet zoo klein is. Deze woorden maakten Rainer ge lukkig. Het scheen hem een goed tee ken, dat zij hem nu juist dit vroeg. Hij nam haar hand en keek haar in nig aan. Ik zal vanavond dadelijk nazien, of ik nog een goed gelijkend portret van me heb, dat krijg je dan dadelijk, lieve Josta. Zijn stem klonk zeer teeder, maar toch beheerschte hij zich. En Josta vond zijn teederheid erg onmachtig. Maar zij was blij, dat zij hem nu op een eenvoudige manier om een poi-- tret had kunnen wagen, wat zij zoo lang reeds gewenscht had. Gravin Gerlinde's oogen hadden ge fonkeld, toen Josta vertrouwelijk met graaf Henning binnentrad. Ook zij had den opgewonden blos op de jeug dige gezichten gezien. Maar toen Jos ta nu naast Rainer stond en deze zoo teeder tot haar sprak, sloot zij een oogenblik haar oogen, als wilde zij het niet zien. Ook graaf Henniug keek met vreemden blik naar het jonge paar en nog klonk hem duidelijk in de ooren: i,Neen ik heb hem niet lief" en „wy hebben onbegrensde hoogachting en hartelijke sympathie voor elkaar anders niets". Deze woorden lieten hem geen rust, ze vervolgden hem met kwellende hardnekkigheid. Spoe dig daarna vertrokken de broeders met gravin Gerlinde. Goeden nacht, mijn allerliefste Josta, zei graaf Rainer bij het arscheid tot zijn meisje, terwijl hij haar hand kuste. ADVERTEERT IN DIT BLAD. Kon ik maar werkelijk zijn aller liefste Josta zijn; kon ik die andere vrouw maar verdringenAls ik maar wist, wie zij was. Of Henning iets van haar afweet? En of hij het mij zeggen zou, als ik hem ernaar zou vragen? Henning is als een lieve broeder voor mij, voor hem behoef ik niet bang te zijn, hij is zoo oprecht. Misschien vraag ik hem later eens daarnaar", dacht zij. Graaf Henning wist echter even weinig als andere menschen van Rai ner's liefdesroman met prinses Hele- ne; hij wist slechts, dat zijn broeder jarenlang door een ongelukkige lief de geleden had. De beide broeders zaten na hun thuiskomst nog een uurtje samen te praten. Henning had Rainer gaarne gevraagd of die oude liefde nog steeds in zijn hart leefde en hij daarom voor Josta slechts hoogachting en sympa thie kon voelen. Hij had gaarne ge zegd, dat Josta een vrouw was, die liefde moest geven en ontvangen. Maar hij waagde het niet, over dit on derwerp te spreken. Ten eerste wist hij, dat Rainer er toch niet op in zou gaan en ook vertrouwde hij nog niet op zijn eigen kalmte. Hij zou dan mis schien ook moeten zeggen, dat Josta vertrouwelijk met hem gesproken had en dat wilde hij niet. Hoe kon men met zulke gevoelens tegenover Josta staan, dacht hij. Als zij mij toebehoorde graaf Henning schrok van zijn eigen gedachten, en dwong zich aan iets anders te denken. Hij wilde Rainer geen leed berokke nen. En toch stond voor het eerst van maar hij kon het niet van zich afzet ten. In den nacht, die op dezen dag volg de, kon hij den slaap niet vatten. Hij moest aan alles denken, waaraan hij niet denken wilde. En plotseling kreeg hij een gedachte. Wat zou Rainer wel doen en zeggen, wanneer ik tot hem zei: Het is niet goed, dat je Josta, zonder liefde voor haar te koesteren, tot je vrouw wilt maken. Zij is nog jong en onervaren en kent de liefde niet. Zij kan nog niet weten wat zij doet. Maar jij kent de liefde en dient haar te waarschuwen. Wanneer je Josta niet liefhebt, laat haar dan weer vrij! Hij staarde lang in het duister van den nacht. Tot nu toe was hij het steeds geweest, die door Rainer ge leid en geraden was en steeds tot zijn bestwil. In het omgekeerde geval zou Rainer zeker ook tot hem spreken. Waarom zou niet eenmaal de jongere broeder den ouderen op een fout at tent maken? Het geschiedde toch eer lijk en met vaste overtuiging. Of was dat niet zoo? Sluimerde er in zijn ziel een baatzuchtige gedach te? Hij wierp zich in de kussens, en dacht: het beste is, dat ik Rainer al les opbiecht, dan kan alles nog in or de komen. Eindelijk sliep hij in. Rainer had hem tot nu toe altijd uit den nood ge holpen, hij zou het ook deze maal doen. Toen hij den volgenden horgen in Rainer's kamer kwam, zag hij, dat deze nauwkeurig een paar van zijn fotografieën bekeek. ff. Wordt vervolgd «deï'S q 16 ten kan chap jen er aa ;n moete. n kantor-' n kantore te Holte- Mei 933 SCTIE. aalwpsclie en Langstraatsclie Courant 'dl- in*** o

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1930 | | pagina 1