Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. I vergaan der Canelscbe M. IOODE ROZEN. FEUILLETON MQDRDBPABAMD NUMMER 43. WOENSDAG 28 MEI 1930. 53e JAARGANG. Dit blad Taraehfat WOENSDAG m ZATERDAG, Brieven, Ingeeonden stuiken, gelden, mi. franco te «enden aan dan Uitgever. Abonmementsprfl 8 per 8 maanden IJ®, Franco per poet doer bet geheel* rflk 1.40. UITGAVE i WAALWIJKSOHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. Ifl. StUfT-Ata.: IGHO. Prfa dar Advertentie 20 cent per regelx,60. BB contract fifa* rabat. Beclamee 40 cent per regel. AdvertentSfin moeten Woensdag en Vrfdag dee morgeoc om «Herlik aar In obm hmtlt ■Be. DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN. EERSTE BLAD. DE PINKSTERSTORM, 28 Mei I860. Een dag van nattonalen rouw. De grootste ramp, die de binnen—stoomvaart heeft getroffen. De bladen, die Dinsdag 29 Mei uit kwamen, bevatten het volgende be- richt van het .Meteorologisch Obser vatorium", zooals toen het Meteo rologisch instituut heette, te Utrecht nopens de weersgesteldheid van de Pinksterdagen 27 en 28 Mei „Nadat er Zaterdag 's namiddags een paar donderbuien bij dalenden baro meterstand langs de stad waren ge gaan, werd het weder guur en ont- siuimig. Zondagmorgen was het zelfs guur en stormachtig en er vielen zware regenbuien. Des avonds werd het echter sillier, doch voor dit jaargetijde zeer koel. De barometerstand nam in den loop van den dag in hoogte toe en menigeen, die niet wist, dat die stand, op een enkele plaats waargenomen, geen weêrvoorzegging toelaat, maar alleen door vergelijking met andere plaatsen tot een volgende weersge steldheid kan worden, zag zich den volgenden dag bedrogen. Het was gister, Maandag, koud en guur Van 's morgens II uur tot 'anachts één uur heerschte er een storm, die vooral van 's namiddags 4 lot 's avonds zeer hevig was. De sterkste windstoot had plaats ten 7 ure 20 minuten en oefende eene druk king uit van 110 Nederlandsche pon den op de vierkante el. De windrichting was west tot noord west; de temperatuur zeer laag. Het van „De Echo van het Zuiden." door HEDWIG COURTHS-MAHLER. 43. Zijn oogen hingen brandend en in stille pijn aan het mooie bleeke gelaat Van de jonge bruid, die ernstig en stil naast haar verloofde ging. [En niet ver van hem af stond gra- rn Gerlinde, even bleek als Henning. f'J alleen had hem in zijn verborgen oek gezien, zij alleen had de uitdruk- lng van zijn gezicht begrepen. Maar 11 Josta in bruidstoilet naast Rainer inenkwam, had zij geen kalmte ge- e8 om langer naar Henning te kij- In- Zij moest een oogenblik haar Sen sluiten alsof zij niet zien wilde, r't er nu geschiedde. Gedurende de plechtige huwelijks- trekking heerschte er een diep Ogen in de feestzaal. Noch graaf nning, noch gravin Gerlinde waren staat de plechtige handeling te vol- Gerlinde keek in het bleeke ge- c t van Henning en een wilde triomf ««de in haar oogen. Nu was zij teloos, maar de toekomst zou 1,11 wapenen geven om haar doel te "'reiken. toen was het geschied voor c wet was Josta gravin Ramberg ge- ^en- Aan de arm van haar echtge- minimum In den vroegen morgen van den 28e was 7 graden van de honderd- deelige schaal (7° C. dus of 42,6° Fahr. v. U.), het maximum op den dag 12° C. (of 53,6° Fahr. v. U .De lage barometerstanden, die in den morgen van den 26sten in het oosten van Europa, te Moskou, Kiel en Helsingfors waren, verklaren dezen ongewonen kouden en sterken wind" V De meteorologische wetenschap lag voor 70 jaren nog vrijwel in haar windselen het sein.Wees op uw hoede!" werd toen nog niet, lang voor zich teekenen van storm voor den leek openbaren, door telegraaf en radio binnen en buiten onze grenzen gege ven. En zoo kunnen wij het ons voor stellen het was immers betrekkelijk stil dat Maandagmorgen de 42 passagiers op de Capelsche Stoomboot voor een pleiziertochtje naar Rotterdam plaats namen in de verwachting, dat het weer wel opknappen zou en zij in Rotterdam een paar aangename uren zouden doorbrengen. Ook de Stad Qeertruidenberg maakte dezelfde plei zierreis. Tegen 2 uur 's namiddags vertrokken beide booten uit Rotterdam en bereikten tegen 3 uur Dordrecht. Onderwijl was de wind zoo aange wakkerd, dat Cornelis Dljkmans, de gezagvoerder van de Geertruidensche boot beslist weigerde de reis voort te zetten, alhoewel verschillende passa giers, hem daartoe aanzochten. De kapitein van „De Langstraat" aldus de naam van de Capelsche boot meende echter het gevaar het hoofd te kunnen bieden en zette de reis door de hooggaande golven van Kil, Hol- landsch Diep en Amer voort. Tegen 5 uur bereikte men de zand bank de Koekoek tusschen Lage Zwaluwe en Drimmelen. Door een hevigen rukwind brak daar de stagen sloeg de stormfok overboord, waar door de boot stuurloos werd. Tege lijkertijd moet een der passagiers een patrijsraampje hebben geopend, waar door het water de kajuit binnendrong met zoo'n geweld, dat het onmogelijk was, het raam weder te sluiten. Allen, die beneden zaten, vlogen in doodsangst naar het dek. De boot zonk daar in 3 vadem water. Van de passa giers werd de een na den ander van boord gespoeld. Acht personen poog den zich op het rad te redden, waar aan zij zich gearmd vastklemden. Eén golfslag sleurde ze tegelijk in de diepte. Den stuurman en negen passagiers gelukte het in den nasi te klimmen. Te midden van den hevigen storm, met van het water druipende kleeren, versteven van de koude, brachten zij den nacht door. Den volgenden mor gen om 7 uur kwam de „Stad Qeer truidenberg" op haar thuisreis op de plaats der verschrikking aan. De ijve rige bemanning, geleid door den er varen gezagvoerder Dqkmans, gelukte het dit tiental te redden. Van de 10 leden der bemanning werd alleen de stuurman gered, van Ie 42 passagiers verdronken er 33, de meesten herkom stig uit Capelle, maat ook Tifburgers en Bosschenaars waren er onder. Eén i schipper verloor bij deze ramp, de zwaarste, die de binnenstonmvaart hier te lande ooit heeft getroffen, drie dochterseen weduwe twee zoons. Een andere pleizierboot, de „Admi raal de Ruyter", h?d de reis van Rot terdam naar Tiei behouden volbracht. De schipbrug te Vreeswijk was ge heel stukgeslagen. Te Werkendam was een schip gezonken, waarbij de schip per en zijn vrouw verdronken. Voor Zaltbommel vond een schippersknecht door het zinken van zijn schip den dood in de golven. Aan onze kust strandden tal van schepen. Het telegra fisch verkeer in binnen- en buitenland was geheel gestremd. Een niet te schatte schade was aan gebouwen, bosschen, boomgaarden en veldge wassen aangebracht. Een halve eeuw er na dachten de toen levenden met schrik en beven aan den Pinksterstorm terug. J. D. H. VAN UDEN. Haarlem, Mei 1930. noot schreed zij door de rij van gas ten. De rijtoer naar het slotkapel be gon dadelijk daarna. En een uur later was ook het kerkelijk huwelijk vol trokken. Josta stond bleek en stil aan den arm van haar echtgenoot en nam de gelukwenschen in ontvangst. Ook graaf Henning moest tot de jongge huwden gaan. Maar hij was niet in staat een woord te uiten. Stom en krampachtig omhelsde hij zijn broe der en met een bleek gezicht boog hij zich over Josta's hand en bracht ze aan zijn lippen. Het jonge paar was te zeer met zichzelf bezig, dan dat Henning's gedrag hun kon opvallen en ook de gasten ontging het. Slechts gravin Gerlinde zag hem een oogen- blik later bleek en wankelend naar de I vensternis gaan. Zij had haar zelf- j beheersching noodig. Met groote, star- re oogen keek ze Henning een oogen blik na en trad toen zelf op 't bruids paar toe. Zij omhelsde Josta, terwijl haar lippen zonder klank een geluk- wensch prevelden. Maar in haar hart brandde een andere wensch en zij keek Josta niet aan, opdat haar oogen niets zouden verraden. Toen zij Rainer de hand reikte en deze ze aan zijn lippen bracht, gelukte het haar, eenige woorden te zeggen. „Lieve neef, je weet, wat ik je toe- wensch. Mogen al mijn wenschen in vervulling gaan", zeide ze met een bij zondere diepe stem. Toen omhelsde ze Josta nog eens. „Ook voor jou, Josta", zei ze toon loos. Daarbij had ze bijna den sluier van de bruid naar beneden getrokken en zij deed Josta zoo'n pijn, dat deze als om bescherming zoekend, Rainer's hand greep. Barones Rittberg stond naast de bruid en bemerkte het. Met moederlijke bewegingen maakte zij 't ongeval weder in orde en zei daarbij eenige schertsende woord Maar la ter zeide ze tot haar man: „Weet je, Dieti, gravin Gerlinde heeft een gezicht getrokken om bang van te worden, toen ze de jonge vrouw omhelsde." En voor het eerst was er een twij fel in haar hart gekomen, of haar man in zijn afkeer voor gravin Gerlinde geen gelijk kon hebben. De baron bromde slechts iets in zijn baard, ter wijl de barones verder g'ng: „Ze is ten slotte misschien hoos op gr awn Josta, dat die haar plaats op I Ramberg^ gaat innemen". De bruiloft had haar/ gewone ver- I loop. Er vond een groot diner plaats. De gemoederen hadden zich iets ge- kalmeerd en de stemming was zeer vroolijk. Ook graaf Henning had zich tot een vroolijke stemming gedwon gen: hij had een paar glazen wijn ge dronken en vermeed het Josta aan te zien. Josta was stil en in zichzelf gekeerd en ook graaf Rainer kostte het groote zelf beheersching aan de gesprekken deel te nemen. Zijn hart was zoo vol en zwaar, wanneer hij naar zijn blee ke, jonge vrouw keek en er was een groote onrust in hem of het hem zou gelukken, haar gelukkig te maken. Gravin Gerlinde had de laatste we ken haar tijd goed gebruikt. Onder het masker van trouwe, be zorgde vriendschap had' zij telkens twijfel en zorgen in zijn hart ge strooid. Toen graaf Rainer dien morgen zijn bruid in haar kamer had afgehaald, was hij een oogenblik sprakeloos in Belasting-voorstellen in de gemeente Waalwijk Inzake de financieele verhouding tusschen rijk en gemeente. III Prae-advies van B. en W. (Vervolg.) Rangschikking in een lagere klasse heeft tot gevolg dat de z.g. aftrek voor noodzakelijk levensonderhoud wordt verlaagd. Bij indeeling toch in de 2e klasse wordt het zuiver inkomen voor gehuwden verhoogd met f 100 en voor ongehuwden met f 200 en bij indeeling in de 3e klasse resp. f200 en f300. De gemeenten kunnen door deze classificatie den z.g. affrek voor nood zakelijk levensonderhoud alleen ver. lagen en daardoor personen in de belasting betrekken, die, wanneer de gemeente was gerangschikt in de le klasse, anders zouden zijn vrijgesteld de deur blijven staan, zoozeer was hij door haar bekoorlijkheid getroffen. Terwijl hij zich tot kalmte' aanmaan de, had hij haar omhelsd en tot haar gezegd: „Vergeet nooit, mijn liefste Josta, dat jouw geluk mij meer waard is dan het mijne. Beloof me, dat je me altijd zult vertrouwen en met al je wenschen bij me zult komen. Ik weet niet, of ik goed gedaan heb met je aan mij te hinden. Dikwijls heb ik daarover reeds zorg gehad. Maar geloof me, dat het mij innige wensch is, je leven licht en mooi te maken en dat ik daarvoor gaarne elk offer wil brengen." „Hij is goed en edel en het pijnigt hem, dat hij mij niet kan liefhebben. Als hij mij liefhad, zou hij zoo niet spreken. Hij zou mij alleen in zijn ar men nemen en kussen kussen, zoo als ik het verlang". Zoo dacht Josta. Zijn kalmte had haar ook de hare teruggegeven. Ofschoon haar hart tot in haar keel klopte, legde zij stil haar hand in de zijne en zeide ernstig „Ik zal je vertrouwen, Rainer, zoo als altijd. Ook ik koester den wensch je steeds een trouwe levensgezellin te zijn en mijn plichten tegenover jou hoog te houden. In mijn hart woont een groote hoogachting en vereering voor je en ik wensch slechts, dat je altijd met mij tevreden moogt zijn en dat wij beiden van dezen stap nooit berouw behoeven te hebben". Graat Rainer had er alles om gege ven, wanneer Josta hem irj plaats van deze woorden slechts één kus uit haar zelf had gegeven. En zoo waren zij samen naar bene- den gegaan, beiden het hart vol lief de en verlangen en beiden pogend 't Het is dus te verwachten, dat van deze bevoegdheid gebruik zal worden gemaakt door de gemeenten die met de heffing van het traxlmum van 80 opcenten op de fondsbelasting niet kunnen volstaan tot dekking harer uitgaven, veelal zullen dit ook gemeen ten zijn met een laag inkomstencfifer der belastingplichtigen. Deze omstandigheid doet zich echter, wat onze gemeente betreft, voor het oogenblik niet voor en alleen reeds op grond daarvan geven wij thans de voorkeur aan rangschikking in de le klasse. Zooals uit een vergelijking van de kolommen 4, 5 en 6 van bijlage 2 blijkt, heeft de indeeling van de 2e of 3e klasse tot gevolg, dat juist de lage inkomens dan zwaarder zouden worden belast dan bij indeeling in de le klasse en dat de hoogere inkomens, nl. die van f 2500 en daarboven (ge huwden zonder kinderen) en van f3000 en daarboven (gehuwden met 2 kinderen) daarvan zouden profiteeren De rangschikking in de 2e of 3e klasse zou dus neerkomen op een ontlasting der hoogere inkomens ten koste der lagere. Ook voor kinderrijke gezinnen is de indeeling in de 2e of 3e klasse niet zonder gevolgen. Bijgaand staatje, bijlage 3, geeft daarvan een duideliik beeld. Nu komen bg de indeeling der gemeente in de le klasse in plaats van in de 3e klasse weliswaar onge veer 387 ongehuwde personen buiten de belasting te vallen, doch het bedrag dat die 387 personen aan belasting zouden opbrengen (ongeveer f 1100) is naar onze meening niet van zoo danige beteekenis, dat daardoor een indeeling in de 3e klasse zou zijn gerechtvaardigd. Daarenboven heeft de administratieve verhooging van het zuiver inkomen bij een indeeling in de 2e of 3e klasse ook nog gevolgen ten aanzien van de progressie in de heffing, vergeleken met een heffing naar de le klasse, niet te laten merken. Hoeveel geluk kiger zouden zij met elkander zijn, indien zij minder trotsch, minder te rughoudend geweest waren. Hoe dik wijls berokkenen menschen elkander smart zonder het te vermoeden en zonder het te willen. Zoo staan tus schen man en vrouw de deugden dik wijls als een even groote scheidsmuur als de fouten. En datgene, wat zij el- l kander verzwijgen, kan soms vernie- J tigender werken, dan de harde belee- digende woorden, welke onbeheerscht i geuit worden. Het bruiloftsdiner was ten einde en bij het opstaan van tafel trad me vrouw von Seydlitz op Josta toe. „Kind, het is tijd om je voor de reis te verkleeden", zeide zij, terwijl zij Josta uit den vroolijken kring geleidde. Niemand bemerkte het verdwijnen der bruid dan de drie personen, die voortdurend naar haar hadden geke ken graaf Rainer, zijn broeder en gravin Gerlinde. Graaf Rainer zocht dadelijk zijn schoonvader op om nog iets met hem te hespreken. Graaf Henning keek de slanke ge stalte na met een diepen zucht; had hij zijn gevoel kunnen volgen, dan was hij haar nageijld en had haar ge zegd: „Ga niet met Rainer mee, je hebt hem niet lief, je weet niet wat je doet. En^ ik kan je niet laten gaan, omdat ik je liefheb, omdat mijn hart naar ie roept". Wordt vervolgd. IVaalwpscIie en Langstraatsche MAAT.SC HAPPY VAN VERZEKERING OP HET LEVED

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1930 | | pagina 1