IE ECHO VAN HET ZUIÜEN -AVIOL- ou. z-ateraag zi juni ou. oze jrg. TWEEDE BLAD. Kum de documenten aan den diaken Jan David Wertlier overhandigen, die ze dan verder den eersten Zondag daaraanvolgende in de kerkekamer zou vertoonen. Twee dagen later, den 12den October, ontving Matijs van Suilikum de bescheiden en stelde ze Iets omtrent de Hervormde Kerk aan de Haven, door J. van der Hammen Nicz. IX. Den 7 October 1734 overleed te Waalwijk Jan Hermans, organist in de Hervormde kerk, een broeder van meester Antonie Hei-mans. Natuur lijk moest deze openstaande betrek king, die om financieele redenen vol strekt niet te versmaden was, spoe- vervuld worden. De weduwe van den overleden organist zag gaarne, dat haar neef, de schepen Antony Anto- nisse Hermans, een zoon van den vo- rigen schoolmeester, benoemd werd. Deze schijnt echter niet in den smaak van het kerkbestuur te zijn gevallen: men had het oog op een ander gesla gen, en dat wist bovengenoemde we duwe met haren aanhang ook heel goed. Vandaar dat zij wrokte. Op hare hand waren: de schoolmeester Jan Volkerts, natuurlijk haar neef Anto- mj Antonisse Hermans, de president- sctepcn en diaken Jan David Wer- ther, en nog een paar leden van den magistraat. Een der kerkmeesters van Waal wijk was Matijs van Suilikum. Dezen werd den 10 October door het gecom bineerde kerkbestuur (dat waren: Cornelius van Rooyen, predikant; Antony de Sille en Jan van Eek, ouderlingen; Jan Buys, Jan David Wertlier en Pieter de Greeff, diake nen; en Pieter de Gester 1), kerkmees ter), opgedragen zich te vervoegen bij meergemelde weduwe, om aan deze te verzoeken, om de actens ofte docu menten, tot het organistampt spee- terende, aan hem over te geven. Na de ontvangst moest van Suili- den volgenden dag aan Jan David Werther ter hand, doch voor ze af ie geven las hij ze in presentie van zijn broer Adriaan van Suilikum, Antony Antonissen en de weduwe van Jan Hermans. Het waren twee acten. De eene was van 1685 en de andere van 1688. In de laatste onderteekend door den predikant, de ouderlingen en diakenen, en de kerkmeesters was het tractement van Jan Hermans tot op 100 gulden verhoogd. Inplaats van ze aan den kerkeraad te vertoo nen, deponeerde de president-schepen de heide acten op het Raadhuis. Na verloop van eenige dagen compareer den de predikant en Antonie de Sille, als gedeputeerden van den kerkeraad, voor Gijsbert Verwiel 2), drossaard van Waalwijk. Zij verzochten visie van de meergemelde acten. Werther echter zeide die te hebben gegeven aan den schepen Antonie Antonissen Hermans, neef van de weduwe Her mans. De gedeputeerden verzogten verder, dat, indien de heeren van de magistraat regt vermijnden te hebben tot de aanstelling van den organist, haar Ed. Agtbaren zulks geliefden te vertonen. Dat kon de magistraat niet. Daar op werd den 16 December op 't Raad huis een gecombineerde vergadering gehouden van den magistraat, den kerkeraad en de kerkmeesters, bedoe lende het eens te worden over het be noemen van een organist. Deze bijeen komst liep echter op niets uit. Het burgerlijk bestuur schijnt meeren- deels op de hand te zijn geweest van de weduwe Jan Hermans. Maar wel ken invloed kon dit doen gelden in deze zuiver kerkelijke 3) zaak? Vier dagen later, den 20 December, ver scheen de weduwe van den vorigen organist, 's morgens omtrent 10 iiuren, Zonder schriftelijke toestemming is eenige overname uit deze rubriek verboden. HET RAADSEL De dichterlijke vraag heeft mij verschillende dichterlijke antwoorden gebracht. Vandaag geef ik er eenige »an en wacht nog af of er meer komen. 1 Behoeft geen vers te zijn, ook proza is goed, hoor. OOM W1M. Wie of Qij bent? Gij bent de Loint, K ruik U graag als pepermunt. Waar om te zeggen waar Qe woont ls niet zoo makkelijk als het toont. jn Baardwijk in het polderland weft Qij geheel nog naar Uw stand, Geheel nog frisch, Uw water rein Zooals Qij overal moest zijn. Waar in Besojjen toont Gij nog Wat Waalwljks slordigheid vermocht, Is vies en vuil al jaren lang En wordt nog erger ben ik bang. h Waalwijk in Uw eigen woon Was vroeger de Industrie haar troon, 'nans zijt gij enkel drek en vuil En stank, één groote drakenmuil. Dichtertje II. Oom Wim als ik eens raden mag Dan ruik ik het schier heel den dag, Maar 'k wist niet dat de Loint dat was Zooals Gij schreeft een held're plas. BETJE. Die Slimme Fidel, Op een mooien zomermiddag Sprak |ohan zijn moeder aan Vroeg haar, of hij met zijn hengel Nog eens mocht uit visschen gaan. „Zeker", sprak zijn moeder vriend'lijk .Ga jij maar gerust hoor vent, 'k Vind het goed, dat je gaat visschen Als je maar voorzichtig bent". Dadelijk ging johan nu halen Uit de schuur zijn hengelstok Wacht, dacht hij, ik wil toch even Kijken bij het hondehok. Als Fidel er in ligt, gaat hij Zeker graag weer met mij mee Ja, daar lag Fidel en weldra Stapten ze daarheen, die twee. In 't voorbijgaan langs de keuken Zei Johan nog eens: „Dag moe!" .Nu dag vent" en „wees voorzichtig" Riep zijn moeder hem nog toe. sohder versogt te zijn, ten huize van den predikant en ten byweze van den ouderling Antonie de Sille, en gaf over een attestatie, behelsende in substan tie, dat op den 16 December laatst- lede des avonds omtrent 5 uuren als de heeren van de magistraat van 't raadhuis waren afgekomen zij de voorschreven twee actens had ver brand. De kerkeraad en de kerkmeesters, dit getalm en gekonkel moede, maak ten eindelijk den laatsten December 1734, na eenige organisten gehoord te hebben, de volgende nominatie: Dominicus van der Hammen, N. Bruese, Gerard Veltman, Rotterdammer, de weduwe Jan Hermans. Gekozen werd Dominicus van der Hammen, tegen een tractement van 100 gulden. Deze keuze, die van kracht bleef ondanks het gemopper van den. magistraat - was te voorzien ge weest, maar zij zette kwaad bloed hij de weduwe Hermans cum suis. Onder dit c.s. bekleedde de schoolmeester Jan Volkerts de eigenlijke reden is mij tot nog toe onbekend gebleven, maar zal wel in familie-relaties gele gen hebben de voornaamste plaats. Zijn streven was van nu aan, opge stookt door zijne partij, die hem ze ker kende als een vechtlustige, een twistziek haantje den kerkeraad en den organist den voet dwars te zet ten. En dit deed hij nog denzelfden avond. Als koster was hij verplicht den nieuw benoemden organist van zijne benoeming te gaan verwittigen en dan den kerkeraad daarvan staan de de vergadering, rapport te doen, maar hij weigerde op hoogen toon en voegde er nog bij, dat hij protesteerde tegen het beroep op zoo een onbe kwaam man gedaan en dat hij niet zou zingen, als die organist speelde. Den volgenden dag, zijnde een Za terdag, was het Nieuwjaar en moest de nieuwe organist voor de eerste maal zijne functie waarnemen. Het kerkgebouw leverde dien morgen een hoogst treurigen, maar onder al die treurigheid toch eeri komischen aan blik. Daar gaf de schoolmeester en voorzanger het treurig voorbeeld van te zijn een man zonder eenige bescha ving: een potsenmaker. In de notulen van den kerkeraad wordt die och tend aldus geteekend: „D'at daags daaraan, zijnde den 1 January 1735, gepredikt wordende, en door den nieuwen organist, die voorheen meer malen zijn bekwaamheid had laaten horen, gespeelt wordende, hy, Jan Volkerts, als voorzanger een vers mei den orgel wel zong, maar vervolgens met hevigheijd zijn hooft schudden de en telkens met verontweerdinge na den orgel ziende en met geschreeuw zijn gezang zoodanig verhaastende, eyndelijk zijn boek toesloeg en voor zig nederworp en op zijn plaats ging zitten, 't welk zoodanig een turbatie in de gemijnte gaf, dat men niet meer wist waarna zig te reguleerendat egt er nog 3 a 4 van de gemijnte blij vende continueren met den orgel te zingen, hij, Jan Volkerts, op nieuws opstont, zijn psalmboek opsloeg en wedfr begon te zingen, dog als doe kwam er zoo een turbatie, dat er niet meer gezongen of gespeeld wierd, dat in veel breeder omstandigheden bij aitestcttien kan bevestigd worden Van dien dag af stelde de kerke raad het zich tot een duren plicht, voortaan wat nauwer acht te geven Na een klein kwartiertje wand'len Kwamen ze aan een breede sloot Daad'lijk deed Johan aan 't haakje Toen een heel klein stukje brood. Toen wierp hij het snoer In 't water Zette aan den kant zich neer. Keek verlangend naar de visschen' Die er zwommen heen en weer. En terwijl johan zoo vischte En het o, zoo prettig vond, Was er één die op hem lette. Wie was dat? Fidel, de hond. Want Fidel was heel verstandig Voor een hond en Moeders woord „Wees voorzichtig 1" Ja dat had hij Bij het heengaan goed gehoord. Passen zou hij op zijn baasje Maar, het leek, er was geen nood. Rustig zat de kleine visscher Aan den kant der breede sloot. BIJNA GEVANGEN. De kleine veldmuis, Witvoet kon van blijdschap bijna niet anders doen dan dansen, zoo blij was hij, toen een van zijn vriendjes hem was komen vertellen, dat de groote kraai, die zoo graag nu en dan een muizenboutje voor zijn maaltijd heeft, door den zoon van den boer gevangen was en op het gedrag van Jan Volkerts en in- geval van meer buitensporigheden zijn zaak aan heeren Visitatoren te notificeren. Den volgenden dag, Zon dag 2 Januari 1735, moest de predi kant op de combinatie Hagoort dienst doen en het H. Avondmaal uitdeelen. Volgens Cap. 2 art. 14 van het schoolreglement moest de voorlezer hem daarnaar vergezellen, om zijne functie waar te nemen. Maar niette genstaande dit hem reeds 8 dagen te voren was aangezegd, verscheen hij, tot groote turbatie in die gemeynte, niet alleen niet te Hagoort, maar bleef den ganschen dag tot 's avonds zeer laat bij van Miert in de herberg zitten 4). Een paar dagen later in gesprek zijnde met den schoolmeester van Be- soijen, Simon Kolthof, nam hij de vrijheid den predikant van Waalwijk uit te schelden voor atheïst en had de aardigheid tot andere ingezetenen te zeggen: dat hy voornemens was zijn kosterampt te laaten vaaren en na 's Bos te gaan wonen, maar dat hy nog wat hier bleef om zeker man eerst wat te plagen. Gewoonte was, dat in de Waalwijk- sche kerk eiken Zondag met een af zonderlijk zakje werd gecollecteerd ten behoeve van het tractement van den organist. Maar wie zijnen penning tot dat doel offerde, niet onze mees ter en diens huisgezin. Zelfs weigerde hij voortaan als er eens een kerk meester afwezig was met het ker- kezakje rond te gaan, wat toch een zijner vele baantjes was. Deze weige ring gaf vooral den 9 Februari, op 'n Woensdagavond, bij welke gelegen heid de predikant van Meeuwen op trad, zulk een opschudding in de van volk opgepropte kerk teweeg, dat het een waar schandaal was. De predi kant van Waalwijk, die zich ook on der het gehoor van Ds. Haverkamp bevond, moest den diaken Pieter de Greeff, onderwijl de schoolmeester al lerlei grimassen zat te maken, met luider stemme verzoeken ook voor den afwezigen kerkmeester rond te gaan, wat hij ook deed. Maar 't was een onstichtelijk tooneel. Aanteekeningen. 1. Hij was in 1748 gehuwd met Gerdina Raatgreep. De familie „de Gester" heeft verscheidene school meesters opgeleverd: Gijsbert de Ges ter, schoolmeester te Doeveren, in het land van Heusden, in 1716 gehuwd met Susanna Blok; Simon Arnoldus de Gester, zoon van bovengenoemden Pieter de Gester, in het begin der ne gentiende eeuw nog schoolmeester te Loonopzand en gehuwd met Anna Roosen. 2. Op het laatst van 1734 overleed Gijsbert Verwiel (16891734). De pro- visioneele drossaard over 1735 was de gemeentesecretaris Otto Juyn. In het volgend jaar werd benoemd Frederik Vliethoorn (17361769), gehuwd met Geertruyda Windhuysen. 3. Volgens de toen bestaande wet ten was het feitelijk geen zuiver ker kelijke zaak; want in 1768 werd de kerkeraad door den Raad van State gelast geen gelden meer uit te geven voor het tractement van den organist, maar die uitkeering over te laten aan het Corpus van Waalwijk. 4. Herberg van Van Miert. Deze herberg was een algemeen bekend en groot logement. Toen in October 1748 Stadhouder Willem IV zijn hoofd kwartier te Waalwijk had, was er nu in een kooi zat. Het was bijna niet te geiooven, dat de kleine Wit voet, die zooveel natuurlijke vijanden had, die allemaal op zijn leven loer den, zoo blij kon zijn, maar het was toch zoo, het maakte hem bepaald zorgeloos. Een heele minuut dacht hij niet aan zijn veiligheid en danste, danste.... Nu zijn minuten kleine dingen, maar soms kan een minuut wel eens een heel grbot ding worden. Het ligt er maar heelemaal aan, wat er in een minuut kan gebeuren. Het eene mo ment denk je soms heelemaal veilig te zijn, terwijl je juist in het volgende moment gedood wordt, doordat zoo'n klein muisje een heel klein beetje roekeloos zou kunnen zijn. Ja, een muis mag in geen enkel oogenblik in zijn leven onoplettend wezen. Witvoet was eindelijk uitgedanst en ging even op een boomstronk zitten en waschte zijn voorpootjes en snuitje, want hij was een zeer zindelijke muis. Hij moest zijn voorpootjes heel vaak wasschen, want die waren wit. En om ze wit te houden, moest hij er nog al veel zorg aan besteden. Nu was het gelukkig midden op den dag en Witvoet wist, dat de uil dan nooit rondvloog, de vos had den heelen nacht in den omtrek loopen snuffelen, maar was tegen den ochtend weer verdwenen, en zou ook wel niet zoo direct terug komen. En daardoor was onze kleine Witvoet nu zoo roekeloos, omdat de kraai, waarvoor hij anders altijd doodsbang was, veilig in de kooi opgesloten zat. Maar Witvoet had iemand vergeten, hoe dom en dat was nog wel de groote zwarte kat, die zoo nu en dan van de boerderij kwam en in het bosch rondsloop om te zien, wat er van haar gading te vangen was. En nu trof het juist, dat de zwarte kat vandaag weer een wandeling was gaan doen. Doordat zij fluweelen kussens onder haar voeten had zitten, kon niemand haar hooren loopen, en ook ruimte voor meer dan 100 hoofdoffi cieren en een groot getal paarden. Gezonde kippen véél eieren. GEMEENTERAAD. HAARSTEEG. Openbare spoedelschende vergade ring van den Raad dezer gemeente op Dinsdag 17 juni 1930 des avonds ten 8 uur. Voorzitter Wethouder v. d. Water, thans loco—burgemeester. Aanwezig alle leden. Na voorlezing der notulen merkt de heer Winkel op dat hij inzake de werkzaamheden voor de gemeente arbeiders niet gezegd heeft dat er volop werk voor hen was, doch dat er voorloopig met het ophalen van sloten nog werk genoeg was en dat men hen niet naar huis moest sturen voordat dit werk was verricht. De notulen zullen in dien geest gewijzigd worden. De heer v. d. Dobbelsteen zegt bij de bespreking van den gunstigen finantieelen toestand waarin de ge meente bij de nieuwe hnantieele verhouding kwam te verkeeren de opmerking te hebben gemaakt dat de genoemde bedragen slechts fictief te noemen waren daar men rekenig dient te houden met een lagere opbrengst der verpachtingen en met de betaling van f 1000 voor den overgenomen weg. Vtrder zegt de heer Dobbelsteen dat de commissie welke de electrifi- catie—plannen voor Hedikhuizen zou bespreken zou bestaan uit de heeren v. Hemert, v. Heeswijk en v. d. Dob belsteen met Wethouder v. d. Winkel als vertegenwoordiger van 't gemeente bestuur en niet de voorzitter. De Voorzitter zegt dat men in de vorige vergadering uitdrukkelijk heeft gezegd dat hij als voorzitter der commissie zou optreden. Spr. zelf wilde er liever heelemaal buiten blijven. Wethouder Winkel is het met den heer Dobbelsteen eens, doch meent dat het niets ie beteekenen heeft. De notulen worden hierna goed gekeurd. Aan de orde 1. Onderzoek geloofsbrieven nieuw gekozen raadslid A. v. Vrede. Nadat de stukken door de heeren v. d. Dobbelsteen en Winkel zijn onderzocht en in orde bevonden, legt de heer v. Vrede in handen van den Voorzitter de bij de wet voorgeschre ven eeden af en wordt hierna door den voorzitter en alle leden geluk— gewenscht. het mos dempte de voetstappen ge heel en al. Me! haar groote groene oogen keek zij in de verschillende richtingen om ztch heen, met het doel, zoo mogelijk een muisje te verschalken. Plotseling bleef ze staan, ja, dit hallhouden was zeker heel plotseling. In het hoekje van haar eene oog, had zij plotseling iets ontdekt. Heel voorzichtig draaide zij haar kop in die richting en jawel, daar had zij wat zij zocht, een mooi, grij«kleurig muisje met witte voetjes, druk bezig zich te wasschen. O. zij herkfnde Witvoet dan ook dadelijk. Voetje voor voetje sloop zij naderbij, zij kroop bijna over den grond. De punt van haar staart bewoog zich heel licht. Nader en nader kwam zij bij Witvoet. Zonder een enkel geluid te maken. Niemand was er om Witvoet te waarschuwen. En steeds kwam de kat dichter en dichter bij ons vriendje. De blik van haar groene oogen werd feller. Nog een paar centimeteren dan zou hij den sprong kunnen wagen. O, had die domme Witvoet zich nu maar niet zoo rustig gevoeld dan zou hij tenminste iederen keer rond zich heen hebben gekeken, en nu niet in zulk een groot gevaar verkeeren. Maar hij voelde zich volkomen gerust en dat was nu juist zijn ongeluk. Opeens nam de kat een fl nken sprong en sioeg met zijn klauw naar de kleine muis, die doodelijk verschrikt was en zich niet kon bewegen. Even later droeg de kat, die heelemaal geen honger had. doch uitsluitend als een soort van sport muisjes ving, de kleine, arme Witvoet aan zijn nekvel in haar bek en bracht haar naar den boer. Op de boerderij gekomen zag onze zwarte poes juist den baas aankomen en heel trots op haar vangst legde zij de muis voor de voeten van den boer neer, en miauwde zacht. De boer nam de kleine Witvoet in zijn groote hand en nH dacht deze heelemaal. dat zijn laatste oogenbli^eslagen was, doch I Gezonde kippen krijgt en houdt Ge, als U de gezondheids-drank A VIOL gebruikt! Dagelijks eenige druppels in het drink water voorkomt besmetting. AVIOL bevor dert eetlust en spijsvertering en is een krachtdadig in- en uitwendig geneesmiddel bij de meeste ziekten. Prijs: f 1.-; f3.50; f6.- Vraag gratis Pluimvee-Handboek aan N.V. Verkoop kantoor Preparaten Dierenarts Domicent. Rotterdam. Te BAARDWIJK: A. Verheijden, Hoogeinde; DRUNEN, Gez. Sikkers ELSHOUT, D. Vermeulen, Drogist; GEERTRUIDRNBERG, Wed. G. Weterings, Markt; KAATSHEUVEL, A. v.Amelsvoort-v. Boxtel, Markt 259; LOON-OP-ZAND, J. Mols, Drogist; RAAMSDONKSVEER, A. Th. W. van Hulst, Heere plein 33; WAALWiJK, Arie DumoulinWASPIK, J. C. Besters, A 138.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1930 | | pagina 5