sVk Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. ROODE ROZEfl. ft FEUILLETON 1 i suaaii NUMMER 51. WOENSDAG 25 JUNI 1930. 53e JAARGANG. Op 7Q0\N Dit blad yeraohfat WOENSDAG »n ZATHBDAG, Brieven, Ingezonden stukken, gelden, mul franco te eenden aan «tan Uitgever. Abonnementsprijs per 8 maanCen 1.25. Tranco per post door bet geheels rflk 1.40. niTöAyBi WAALWIJKSOHB 8TOOMDBTJKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon Ne. *4 Tele®r.-Adres; «CHO. Prfa der Advertsntlln 20 cent per regel; ï.ee. Bf contract flink rabat Beclames 40 cent per regel. AdvertenöCn moeten Woensdag en Vrfldag des morgens om altsrlfk 9 aar la oma beslt DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN. EERSTE BLAD. GEMEENTERAAD. DRUNEN. Openbare vergadering van den read dezer gemeente op Vrijdag 20 Juni 1930 n.Bi. 8 uur. Voorzitter de Edelachtb. heer Mr. H. Loeff. Aanwezig alle leden. Aan de orde: 1. Ingekomen stukken. Dankbetuiging van de heeren de Wild en Eishout beheerders van het electri- citeitsbedrijf en goedkeuring van Ged. Staten van een paar genomen raads besluiten. Worden voor kennisgsving aange nomen. 2. Vaststelling verordening op het verstrekken van gelden onder hypo thecair verband in het belang der volkshuisvesting n.l. voor het bouwen door particulieren van arbeiderwonin gen en kleine boerderijen. Voorzitter. In een vorige vergadering is aan B. en W. opdracht gegeven met voorstellen te komen inzake eene verordening waarbij aan arbeiders en kleine boeren op gemakkelijke wijze geld onder hypothecair verband zou worden verstrekt voor het bouwen van een eigen woning. Op welke wijze B. en W. zich een dergelijke regeling hadden gedacht hebben de heeren kunnen zien in de conceptverordening die hen is toegezonden. Het is de bedoeling dat aanvragen om hypotheek niet aan B. en W. maar aan den raad moeten worden gericht die op iedere aanvrage afzonderlijk zal beslissen en die zal hebben te be oordeelen of het inderdaad een arbei der of kleine boer is die voor deze regeling in de termen valt. De raad zal van „De Echo van het Zuiden." door HEDWIG COURTHS-MAHLER. Eenige dagen later zag gravin Ger- linde Josta en Rainer voorbij het we- (luwcnhuis rijden. Zij was nu zeker, dat ze de eerste uren niet op het ka steel zouden zijn. Snel ging zij er heen; zij wilde zien, of Josta haar dagboek in het geheime vak had gelegd. Zon der aarzelen zocht zij het boudoir op en nadat zij zich overtuigd had, dat er niemand in de nabijheid was, drukte zij op de geheime veer en opende de lade. Tot haar teleurstelling was het dagboek er niet in. Josta had, aan een anbestemden argwaan gehoor gevend, het op de oude, veilige plaats gelaten. En den sleutel droeg zij steeds bij zich. Maar in plaats van het dagboek ont dekte Gerlinde een brief. Bijna had zij een schreeuw van vreugde gegeven, Want deze brief droeg, met Josta's hand geschreven, het adres van graaf Henning Ramberg. Blijkbaar was hij eerst voor korten tijd geschreven. Ger linde bekeek hem van alle kanten. Hij Was tot haar spijt verzegeld met een 'akstempel, die het wapen der Ram- berg'g droeg. Zonder het zegel te be schadigen kon zij den brief niet ope nen, anders had zij het zeker gedaan. Snel trad zij naar het venster, en hield daarbij moeten overwegen of de be trokken persoon gunstig bekend staat, welke zijn leeftijd is en die zfjner kin deren, kortom of de gemeente zonder te groot risico de gevraagde hypotheek kan verstrekken. In groote gemeenten geeft de raad aan B. en W. deze be voegdheid, doch hier waar de raads leden eiken inwoner kennen acht ik het beter dat de raad de bevoegdheid aan zich houdt. Zooals ik reeds vroeger heb betoogd acht ik het bezit van een eigen wo ning een groot cultureel en moreel belang voor de arbeiders en kleine boeren, het prikkelt de energie en be vordert de spaarzaamheid terwijl men aan een eigen woning meer zorg voor het onderhoud zal besteden dan aan een gehuurde woning' Het is de be doeling de menschen op een gemak kelijke manier aan een eigen woning te helpen. Wanneer ze bij andere hy potheekbanken of particulieren tereent moeten komen krijgen ze een veel kleiner percentage hypotheek en ge woonlijk tegen een hoogere rente. De gemeente zal tot hoogstens 90 pCt. hypotheek kunnen geven. B. en W. hebben gemeend ook de boeren in deze verordening te moeten betrekken, er bestaat wel een iandarbeiderswet doch hieronder valt in deze gemeente bijna niemand. De bedoeling van B. en W. is het terrein in de Steeg bij de schoenfabriek „Brabant" te reser veeren voor de arbeiderswoningen en het terrein in de Wolfshoek voor de kleine boerderijen. Deze terreinen zul len we dus beschfkbaar houden uit sluitend voor hen die van deze ver ordening gebruik maken en ze tegen zeer matigen prijs, waarop de gemeente geen winst zal maken, van de hand doen. Na deze inleiding geeft de voorzitter de leden de gelegenheid eventueele bezwaren en opmerkingen inzake deze regeling naar voren te brengen. Hij zal daarna de verschillende sprekers in eens beantwoorden. Peljnenburg. Ik gelo.of dat we aan B. en W. wel een woord van dank verschuldigd zijn wijl zij zoo gauw met een dergelijke verordening zijn ge komen waardoor ook de minder be deelden kans krijgen op een eigen woning. Ik zou echter een opmerking willen maken n 1 dat het genoemde maximumbedrag t 4000 voor de boeren wel wat laag is. Die moeten er allicht een beetje land bij hebben en een schuurtje en zullen dus met f 4000 niet gemakkelijk klaar komen. Zou dit maximum voor de boeren niet wat verhoogd kunnen worden. W. v. d. Wiel. Ik stem volkomen in met het gezegde van den heer Pelj nenburg en zou ook nog een andere wijziging willen voorstellen. Er slaat n.l, dat als iemand door omstandighe- deden niet binnen den gestelden ter men kan bouwen B. en W. hem twee maal vier maanden uitstel kunnen ge- den brief tegen het licht, maar er was niets van den inhoud te zien. Dus leg de zij hem weer in de lade. In elk ge val was haar tocht niet tevergeefs ge weest. Zij wist nu tenminste, dat Jos ta met Henning correspondeerde en dat zij de brieven zorgvuldig verbor gen wilde houden. Dat Rainer dus van die briefwisseling niets wist. Er be stond dus iets geheims tusschen Josta en Henning. En het beteekende ook heel wat, dat Josta, die brieven in de ze lade verborg, weldra zou haar dag boek er ook in te vinden zijn. Zoo ver liet Gerlinde niet geheel onbevredigd het boudoir en keerde naar huis terug. Op dien dag verscheen gravin Ger linde nog vroeger dan anders op Ram berg om thee te drinken. Zij wist, dat Rainer op dezen tijd den brievenzak zelf gereed maakte, en zij wilde con troleeren, of Josta den brief aan Hen ning meezond of hem zelf op de post bracht. Tegelijk met Josta trad zij het ver trek binnen, waar thee gedronken werd, wanneer het weder het niet toe liet, ze buiten te gebruiken. Dadelijk na de dames trad graaf Rainer bin nen. Hij droeg den brievenzak, waarin zijn post zich reeds bevond, onder den arm. „Heb jelui brieven te verzenden?" vroeg hij de dames. „Een oogenblik, Rainer, ik haal mijn post even", zei Josta, „ik heb ze op mijn schrijftafel laten liggen". „Laat ze toch door een bediende ha len", zei Gerlinde snel. Maar de j.onge vrouw was al bij de deur. „Ik doe het zelf". Gerlinde wachtte gespannen wat er nu zou gebeuren. Dat Josta de brieven zelf haalde, was al opvallend. In ieder geval was zij niet erg handig, wanneer zij iets te verbergen had. Maar zou zij wel helpen en Rainer afleiden. Josta kwam terug met de hieven in de hand. Zij schoof ze zeif in den brie venzak, die open voor Rainer lag. Hij keek glimlachend naar haar. „Zoo vlijtig heb je vandaag gecor respondeerd?" vroeg hij. Josta werd niet eens rood of verle gen, bemerkte gravin Gerlinde. „Ik had een massa briefschulden, Rainer", zei ze rustig. Niet kwaad, dacht Gerlinde, dat heeft ze er werkelijk handig afge bracht. Rainer heeft vast geen ver moeden, dat er een brief voor Hen ning bij is. We zullen eens verder pei len, als de postzak weg is. Graaf Rainer sloot den zak en gaf hem een bediende. Toen deze verdwe nen was, zei gravin Gerlinde als toe vallig: „Nu zal Henning ook wel spoedig naar Ramberg komen. De manoeuvres zijn immers ten einde?" Graaf Raitier knikte glimlachend. „Hij heeft vandaag geschreven. Hij komt Zaterdag". Op Josta's gezicht kwam een blij de blos. Zij mo^ht Henning graag en verheugde zich over zijn komst. Dat dit spoedig zou gebeuren, wist ze. Daarom had zij hem heimelijk ge schreven. Hij möest haar uit Berlijn een teekening meebrengen voor een wandtapijt, dat zij voor Rainer als Kerstgeschenk wilde makelt. Zij kon heel mooi borduren en had reeds fraaie voorwerpen gemaakt. Voor het wandtapijt had zij het wapen der Ramberg's gekozen met de spreuk „Met wapen en weef Voor goed en eer". ,En daar zij Rainer ermee wilde ven. Ik zou daarbij willen bepalen dat zoo iemand van een beslissing van B. en W. In beroep kan komen bij den raad. Er kunnen zich omstandig heden voordoen dat men onmogelijk met het bouwen kan beginnen. Verder zou ik een termijn willen zien gesteld binnen welke de resteerende 10 of 15 pCt. door de belanghebbenden zeif ge stort moeten worden. De voorwaarden dat naar de eischen van B. en W. wordt gebouwd vind ik ook bezwaar lijk, wanneer het tenminste de bedoe ling is dat B. en W, voorschrijven hoe er gebouwd moet worden. Ik ben bang dat alle huisjes dan ongeveer hetzelfde zullen worden. Muskens. Ik vind een maximum van f 4000 in sommige gevallen ook te laag. Ik zou het zoodanig willen rege len dat de boeren die meer land wil len koopen naar gelang de grootte van het perceel een grooter bedrag aan hypotheek kunnen krijgen. Van Drunen. Zooals ik hoorde was het de bedoeling om het terrein bij de schoenfabriek „Brabant" alleen be schikbaar te stelten aan menschen, die met hypotheek van de gemeente bouwen maar wanneer er personen zijn die zelf 40 a 50°/o voor een woning beschik baar heboen, kunnen die dan niet hiervoor in aanmerking komen. Verhoeven. Ik wilde vragen of alleen die menschen hypotheek van de ge meente kunnen krijgen, die op het terrein in de Steeg ot in den Wolfshoek bouwen. Kunnen zij die zelf over een stukje bouwterrein beschikken niet in aanmerking komen. Voorzitter. Wat de opmerking van den heer Peijnenburg betreft is het inderdaad juist dat een boerderijtje met eenig land moeilijk voor f 4 000 te krijgen is. Bij B. en W. heeft echter op de eerste plaats voorgezeten de woningbouw te bevorderen en daarom dachten we goed te doen geen onder scheid te maken. Voor die f 4.000 zou verrassen, wilde zij de teekening niet per post gezonden hebben." Gravin Gerlinde gaf natuurlijk een andere verklaring aan Josta's blos. Maar ook graaf Rainer zag haar blijd schap en dacht gelaten: Zij verlangt naar Henning's jonger, vroolijker gezelschap. Hij zal meer voor haar kunnen zijn dan ik. Gravin Gerlinde bleef tot na het souper. Gewoonlijk bracht graaf Rai ner haar dan weer naar huis en zet ten zij hun gesprek voort. Dien avond zeide de gravin, toen zij buiten waren „Als Henning hier is, zal het vroo lijker zijn. Hij is zoo'n prettige, zon nige jongen. Ik verheug me op zijn komst". „Ja, ik verheug me ook", zei graaf Rainer hartelijk. „Hoe gaat het hem? Jullie hebt toch zeker wel levendig met hem gecorres pondeerd, jij en Josta?" Graaf Rainer vermoedde de betee- kenis van die vraag niet. „De correspondentie met Henning voer ik alleen. Hij schreef me onlangs dat hij niet wilde komen om onze wittebroodsweken niet te storen. Dat heb ik hem natuurlijk uit het hoofd gepraat. Hij stoort ons in het geheel niet. En nu komt hij ook". Gravin Gerlinde vroeg zich af, of 't goed zou zijn, in Rainer een wantrou wen tegen zijn broeder te wekken. Maar dan zou Rainer misschien Hen ning's bezoek verhindel'en. En dat mocht niet. Henning moest nu ko men. Daarom zweeg zij voorloopig en praatte over andere dingen, totdat Rainer bij de deur van het Weduwen- huis afscheid van haar nam. Josta had haar man en Gerlinde met bedroefde oogen nagekeken. Den geheelen avond hadden beiden weer een klein boerderijtje met een erf achter het huis te stichten zijn. Ik voor mij ben er niet tegen om de boeren in de gelegenheid te stellen meer land te koopen al of niet aan sluitend aan het perceel waarop zij gebouwd hebben, doch ik zou dit apart van deze verordening behande len. Zoo iemand zuu een aparte aan vrage tot den raad kunnen richten om meer land dat lijkt mij beter dan in deze verordening het maximum voor arbeiders op f 4.000 ie bepalen en dat voor de boeren te verhoogen tot b.v. I 6.000. Wanneer er een aanvrage van een boer komt om meer land dan zullen wij daar steeds zeer gunstig tegenover staan. Als de raad zich thans in dien geest uitspreekt weten de ge gadigden wel dat dergelijke aanvragen hier gunstig ontvangen zuilen worden, ieder geval kan dan afzonderlijk be oordeeld worden alsook hoeveel hypo theek de gemeente op dat meerdere land zou geven. Peijnenburg. Ik geloof wel, dat de gemeente welwillend zou staan tegen over een dergelijke aanvrage doch acht het beter dat deze aangelegenheid in de onderhavige verordening wordt vast gelegd. Het is niet mijn bedoeling de boeren gelegenheid te geven zooveel land van de gemeente te koopen als zijn noodig hebben, want zij kunnen ook pachten zooveel zij willen maar ik acht het van groot belang voor de boeren dat zij vlak bij huis ook wat grond hebben. Voorzitter. Ik geloof, dat we hierdoor verder gaan dan de opzet was. Indien de raad zulks wenscht heb ik er niets op tegen de verordening in dien geest aan te vullen. Wat betreft de opmerking van den heer W. v. d. Wiel om aan den raad de bevoegdheid te geven den termijn binnen welke gebouwd moet worden te verlengen hiertegen heb ik geen bezwaar, ik zou het zeifs prettiger zoo druk gepraat en er nauwelijks op gelet, dat zij stil aan een handwerk werkte. Gerlinde was zelfs na het sou per met Rainer op het terras gegaan om daar in zijn gezelschap een ciga- ret te rooken. Rainer wist, dat zijn vrouw nooit rookte en had haar daar om in het geheel niet gevraagd om mee te gaan. Zoo had zij stil in de ka mer gezeten en naar Rainer's stem geluisterd met smart en pijn in het hart. Den volgenden morgen, toen zij alleen was, schreef zij in haar dag boek: „Ik ben veel minder voor Rainer dan Gerlinde. Zij kan zijn belangstel ling veel meer gaande houden en hem veel meer boeien dan ik. Ik moet dik wijls denken, dat hij beter zou gedaan hebben Gerlinde tot vrouw te hebben genomen dan mij, daar zijn hart toch aan de groothertogin behoort. Maar wat was er dan van mij geworden? Ik vraag me af, of deze liefde ook in mij zou zijn geboren, als Rainer me niet gevraagd had. Maar misschien was 't dan nooit tot klaarheid in mij gekomen en was hij voor mij altijd de teergeliefde, vereerde oom gebleven. O, hoe ver ligt de vrede van dien tijd achter mij, toen hij mijn oom Rainer was. M'n hart wordt eiken dag zwaar der. Ik voel, dat Rainer mij eiken dag vreemder wordt. Soms schijnt het mij Zelfs, dat hij mijn nabijheid ontvlucht. Wordt vervolgd. Waalwijksclie en Langstraatsclie Conrantj M- til .ifc'ILiJï. -■

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1930 | | pagina 1