sVk
8
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
800DE ROZEfl.
li
MGDRDBRABAND
FEUILLETON
DDORERVARim
SM3SB&
SP(,
Kol XUMMER 58.
WOENSDAG 23 JULI 1930.
53e JAARGANG.
^OPZ00^'
plavut
Plat
en, del
een gtj
wonii
nken,!
et wei!
k of tl
Juli!,
10 a
leer
hoven]
ting h
eid,
:n een
Dit blad venK&gat
WOENSDAG *b ZATERDAG,
JBrieven, Ingesonden atnfeAan, geWea, «sa.
franco tc nendra aan data Dltearwr.
AbonmementepriSs per S maanOm 1JJ5.
Traaco per post door bet sehaeOa rfk 1.49.
UITGAVE?
WAALWIJKBOHE STOOHDRUKKEEU ANTOON HIELEN.
Et. Si, Adres: XCHO.
Prfa Oer AdTerteatlln
20 Cent per regel; mtnihwam f 1JO.
Bf contract flin* rabat.
BecLames «0 cant per regeL
AdvertemtlSn moeten Woensdag en Vrfdag
des morgens om %ltarl|k aas lm ons bwrtt
sin.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
TWEE BLADEN.
EERSTE BLAD.
Staan wij op een keerpunt?
Wij lezen in 't Hsgzn.
De invoer der Philips artikelèn wordt
door Duitschland geknauwd.
Wat doet nu Phiiips?
Als Duitschland mij den toegang
verspert, heeft hij aan zijn Duitsche
leveranciers van grondstoffen geschre
ven, dan bestel ik niet langer bij u,
maar voorzie mij-op een andere markt.
Waarom kocht Philips tot dusver in
Duitschland?
Eenvoudig omdat hij daar het best
en het voordeeligst bediend werd.
Dat is één.
Duitschland gaat door zijn verdub
beling van het invoerrecht op boter
een gcduchten klap geven aan onze
zuivelindustrie.
Wat zal deze nu doen
Hetzelfde wat Philips gedaan heeft.
De leiding van den Algemeenen
Nederlandschen Zuivelbond heeft een
circulaire ter perse gelegd, die aan
alle 433 aangesloten zuivelfa
brieken zal worden gezonden en waarin
staat dat de fabrieken hun machine
rieën en andere benoodigdheden op
andere markten dan de Duitsche zul
len koopen, welke circulaire ter
kennis van de vertegenwoordigers der
Duitsche industrie zal worden gebracht.
Dat is twee.
Eenige jaren, geleden verhoogde
Duitschland de invoerrechten op bak-
steenen.
De Nederlandscha baksteenfabrikan
ten lieten, toen de vertoogen langs
diplomatieken weg vruchteloos waren
gebleven, Berlijn weten, dat zij, als het
verhoogde tarief gehandhaafd bleef,
machines, kipkarren, kolen enz. niet
meer in Duitschland zouden koopen.
De bedreiging werd uitgevoerd en
Duitschland verlaagde de tarieven.
Dat is drie.
van „De Echo van het Zuiden."
door
HEDWIG COURTHS-MAHLER.
58.
Op het kerkhof bevonden zich op
eerbiedigen afstand van het graf een
groot aantal menschen, en in deze
groep ontdekte graaf Henning gedu
rende de plechtigheid ook de vreemde
dame met haar begeleidster, die hij
zooeven in het huurrijtuig gezien had.
Zij droeg een langen, zwarten man
tel, die haar gestalte geheel omhulde,
en een zwarten hoed. Het scheen, dat
(leze kleedingstukken pas gekocht en
haastig aangedaan waren. En bij een
lichte windvlaag zag graaf Henning
onder den mantel de donkerblauwe
japon, die de jonge dame in het rij
tuig gedragen had. Graaf Henning
moest steeds weer naar haar kijken.
Onder den zwarten hoed zag hij het
zelfde kastanjebruin haar, waarover
evenals bij Josta een glans als van
metaal lag, en ofschoon zij gesluierd
was, kon hij zien, dat zij eenige malen
naar hem keek, maar den overigen
tijd haar blikken niet van gravin
•'osta afwendde. Gaarne had graaf
Henning Josta op haar dubbelgang
ster opmerkzaam gemaakt, maar zij
Wij weten niet, wat onze theore
tische vrijhandelaars van de actie der
baksteenfabrikanten in het verleden en
van de actie van Philips en onze
zuivelindustrie thans zullen zeggen.
Maar het is in alle geval teekenend,
dat in de liberale pers inzenders warme
instemming betuigen met die actie.
Een actie, die in den grond niet
verschilt van de actieve handelspoli
tiek, welke van rechts wordt voorge
staan en door links met beslistheid
tot dusver is afgewezen.
Maar waarom mogen particulieren
en vereenlgingen wel tegen een land,
dat hen onredelijk treft, zeggenpas
op, als gij me slaat, sla ik terug en
waarom mag onze regeering zoo iets
niet doen
Of staan we ook te dezen aanzien
op een keerpunt?
Natuurlijk heelt onze regeering. zoo
als ze ook bij de verhooging van het
recht op baksteenen gedaan heeft, in
verband met de tarlefsverhooging voor
onze zuivelproducten diplomatieke
vertoogen tot de regeering te Berlijn
gericht.
„Doch het is de vraag of men met
vertoogen alleen wat bereiken zal",
meent de N.R. Ct.
Inderdaad maar wat wenscht het
liberale blad naast de vertoogen
Een aankondiging, dat, indien
Duitschland niet tot een redelijker
tarief terugkeert, Nederland represaille
maatregelen zal nemen?
Maar mag dit volgens de liberale
vrijhandelsleer
Indien de N.R. Ct. geen represaille
maatregelen, geen actieve handelspo-
litiel bedoelt, wat bedoelt ze dan,
want ze oordeelt „vertoogen alleen"
onvoldoende en wil deze kracht bij
zetten door een daad.
Van Qenève en van den geest van
Qenève zullen we in dit verband maar
niet sprekenDuitschland denkt er
geen oogenblik aan en wij zouden wel
dwaas zijn ons door overdreven scru
pules te laten leiden.
was te zeer door haar groote smart
in beslag genomen. En toen hij zijn
broeder de jonge dame wilde toonen,
was zij plotseling verdwenen. Zij had
voor de plechtigheid was geëindigd,
haar begeleidster meegetrokken en
samen waren zij weder in het wach
tende huurrijtuig gestapt.
„Naar het station", zei de jonge
dame met een vreemd accent tegen
den koetsier.
Terwijl het rijtuig wegreed, zei zij
zuchtend in het Engelsch:
„Heb je de jonge gravin Ramberg
gezien, Maggie, heb je haar goed aan
gekeken?"
„Ja, Miss Gladys, ik heb haar
voortdurend moeten aanzien. Jam
mer, dat zij zulk een dichten sluier
droeg. Maar toen zij hem eenmaal
wegtrok, heb ik haar heel duidelijk
gezien".
„Nu, en
„Zij lijkt zoo sprekend op u, als
twee menschen op elkaar kunnen ge
lijken".
Miss Gladys knikte tevreden.
„Ja, dat vond ik ook. Alleen is ze
veel, veel mooier dan ik. Zulk een
snoezig, lief gezichtje heeft ze. Alleen
zoo treurig zoo vreeselijk treurig.
Ik had haar graag willen liefkoozen
en troosten."
Maggie was opgesprongen.
„U bent even mooi, Miss", protes
teerde zij, bijna beleedigd.
Miss Gladys glimlachte.
„Beste Maggie, jij kunt ook niemand
naast mij verdragen, dat weet ik. Je
bent vreeselijk ijdel op je jonge mees
teres".
Ook Maggie glimlachte en keek
BUITENLAND.
Het eeuwfeest der
Belgische onafhankelijkheid.
Zondag zijn de-eeuwfeesten ingezet
met een ontvangst van 't corps diplo
matique op het koninklijk paleis.
Mgr. Micara, de deken van 't corps
hield een toespraak tot den koning,
waarbij hij hem geluk wenschte met
het 100 jarig bestaan van den onaf-
hankelijken staat. Hij zeide dat 't corps
ervan overtuigd was, dat België na de
groote beproevingen die het doorstaan
heeft, een nieuwe heerlijke toekomst
tegemoet gaat.
Koning Albert zeide dat deze wensch
slechts dan in vervulling zoo gaan,
wanneer alle landgenooten eendrachtig
zouden samenwerken en wanneer er
ook tusschen de verschillende naties
vrede en vriendschap bestond.
Zondagmiddag hielden de oud-
strijders 'n défilé voor de koninklijke
familie, nadat zij eerst een krans
hadden gelegd op het graf van den
onbekenden soldaat.
Maandag werd as de 2600 burge-
MAAraCttWY VAM VERZEKER!MG OP HET LEVEM
trotsch naar het mooie, jonge gezicht
naast haar.
„Ja, dat ben ik. Een weinig deel
daaraan heb ik toch, tenminste aan
uw gezondheid en zonder die be
staat er immers geen schoonheid. En
Miss is nu éénmaal mijn eenige trots".
Gladys drukte haar hand.
„Wat zou ik zonder jou zijn, mijn
goede Maggie, en waar zou ik nu zijn
wanneer ik jou niet gehad had na
mama's dood! Ik ben zoo blij, dat je
met mij naar Duitschland bent ge
gaan".
„Maar dat was toch vanzelfspre
kend, Miss Gladys. Wat moet ik op
de wereld doen, als ik niet bij u kan
zijn? Wanneer u naar het eind van
de wereld gaat, dan ga ik mee!"
„Nu, nu, Maggie, veel verder dan
hier gaan we niet meer".
„Wat wilt u nu doen, Miss?"
„Voorloopig kan ik niets doen dan
afwachten, want in deze rouwstem-
ming kan ik toch onmogelijk storen.
Wie weet of gravin Josta wel eenig
vermoeden van mijn bestaan heeft.
Waarschijnlijk niet. En het zou zeer
tactloos van me zijn, wanneer ik nu
zou komen. Misschien wil zij heele-
ven is! Dan zou alles toch veel ge-
heeft me verteld, dat de Duitsche
aristocraten heel trotsch zijn. Van
haar heeft niemand van papa's fami
lie iets willen weten. Ik zal me na
tuurlijk nooit opdringen, maar ik
zou toch gelukkig zijn, als gravin
Josta lief en vriendelijk voor me was.
Nu ik haar gezien heb, schijnt het me
niet onmogelijk. Ze heeft zoo'n lief
gezicht. Alleen zoo treurig, maar dat
is te begrijpen na zoo'n verlies. Maar
meesters van België in Brussel een
banket aangeboden, waarbij ook de
koninklijke familie en de ministers
aanzaten.
In Londen werd in de kathedraal
van Westminster ter gelegenheid van
het eeuwfeest een godsdienstplechtig
heid gehouden, het corps diplomatique
was hierbij tegenwoordig.
Hindenburg bezoekt 't Rijnland.
Zaterdag j.l. begon president Hin
denburg zijn driedaagsche reis door
het bevrijde gebied. Op zijn reis naar
Spiers werd de maarschalk in Bruchsai
en Qermersteim stormachtig toege
juicht. Op het station te Spiers werd
hij begroet door een vertegenwoordiger
van de Beiersche regeering. Hierna
begaf de president zich door de ver
sierde straten naar den Dom, waar hij
werd toegesproken door den bisschop
en het domkapittel.
Na deze plechtigheid begon de
president zijn tocht door de Paltz.
In Nenstadt werd hij o.a. begroet door
een aantal „Altveleranen".
De burgemeester van Deidelsheim
bood den president een kist wijn aan.
Bij de aankomst van den maarschalk
in Ludwigshafen cirkelden drie vlieg
tuigen boven de stad.
Hier verbrak het publiek het
politiecordon, om zich om de auto
van den hoogen gast te verdringen.
Na een toespraak van den burge
meester der stad begaf Hindenburg
zich naar den Rijn om zich per s.s.
„Hindenburg" naar Worms te begeven.
Langs de Rijnoevers stonden groote
menschenmassa's die hun president
hartelijk toejuichten, in Worms bleef
Hindenburg aan boord, waar hij door
de vertegenwoordiger der Hessische
regeering werd verwelkomd.
Om half acht arriveerde men in
Mainz, waar saluutschoten de aankomst
meedeelden. De president werd hier
verwelkomd door den burgemeester en
den bisschop.
Nadat hij een rit door de stad had
gemaakt, overnachtte het staatshoofd
ze heeft een lieven, knappen man en
die zal haar wel troosten. Hij keek
haar zoo vol bezorgde liefde aan. Heb
je het gezien?"
„En de officier je weet wel Mag
gie die, die me in Berlijn met Josta
aansprak die was er ook. Hij lijkt
veel op graaf Ramberg. Misschien is
hij familie van hem en dus ook van
gravin Josta."
„Dat kan wel zijn, Miss. Hij zag u
en telkens keek hij, alsof hij zeggen
wilde: Hoe is dat nu mogelijk! En
dan keek hij weer naar de jonge gra
vin, alsof hij vergelijkingen maakte."
Miss Gladys knikte. Zij bloosde en
keek peinzend voor zich uit.
„Ja, hij zal over onze gelijkenis ge
dacht hebben en niet begrijpen, wal
ik van den minister gewild heb. Och,
Maggie, wat jammer, dat hij gestor
ven is! Dan zou alles toch veel e-
makkelijker voor mij zijn geweest.
En dat gravin Josta getrouwd is,
maakt de zaak ook nog moeilijker. Nu
heb ik ook nog met den graaf te re
kenen. In ieder geval moet ik eerst
nog een paar maanden wachten. Ik
kan die menschen toch niet midden
in hun rouw met mijn aangelegenheid
overvallen!"
„Dat moet u zelf weten, Miss. Maar
ik denk, dat uw komst prettig zal zijn
voor de gravin".
„Dat geloof jij, mijn Maggie, om
dat jij zooveel van me houdt. In elk
geval gaan we nu naar Berlijn terug
en blijven nog een paar dagen in het
pension. Dan zien we verder. Wist
ik maar, of ik den jongen officier
nog eens terugzie. Misschien is hij fa
milie van graaf Ramberg".
in het groothertogelijk paleis.
In Mainz waren meer dan een kwart
millioen menschen samengestroomd
om de feesten te vieren.
Op de Schillerplatz werd Zondag
een monument onthuld, waarna op
het stadhuis een bijeenkomst plaats
had, waarop ook Dr. Curtius het
woord voerde.
Later vertrok hij naar Wiesbaden,
waar hem in de prachtig versierde
stad, eer. schitterende ontvangst be
reid werd.
Gandhi wil niet toegeven.
Naar de speciale correspondent van
de „Petit Parisien" te Bombay meldt,
heeft Gandhi, die in zijn gevangenis,
zooals men weet, door twee gematigde
Indische leiders, met toestemming van
den onderkoning, is geïnterviewd, ver
klaard dat hij er niet aan denkt, de
burgelijke ongehoorzaamheid-beweging
te staken, daar hij niet veel vertrou
wen meer heeft in het woord van
Engeland.
Onlusten te Cairo.
Naar aanleiding van 't besluit van
de Walfd-pariij om ondanks de ont
binding van het parlement den toe
gang tot het parlementsgebouw te
forceeren had zich Maandagmorgen
een groote menigte in de nabijheid
van het parlementsgebouw verzameld.
Langzamerhand vormden zich groote
stoeten van demonstranten voor een
groot deel uit jeugdige personen be
staande.
De demonstranten trokken door de
hoofdstraten der stad.
Op verschillende plaatsen werden
winkelruiten en lantaarns ingeworpen,
terwijl de trams tot stilstaan werden
gedwongen.
In sommige hoofdstraten bleef nau-
welijks een winkelruit heel.
De politie arresteerde een groot aan
tal personen.
Tegen den middag namen de be
toogingen echter een ernstiger vorm
aan.
Maggie keek met haar goede, trou
we oogen haar jonge meesteres aan.
„Ik denk, dat het niet tevergeefs
zoo geschikt is, dat u hem in Berlijn
ontmoet hebt, Miss Gladys. U zult
hem wel weer terugzien."
Het rijtuig hield voor het station
stil en eenige minuten later zaten
beide vrouwen in den trein naar Ber
lijn.
Graaf Henning keerde na de begra
fenisplechtigheden naar Ramberg te
rug. Zijn broeder bleef bij zijn vrouw
nog eenige dagen in de residentie,
daar er nog allerlei te regelen was.
Het testament van den minister werd
geopend en Josta tot zijn universeele
erfgename benoemd. Zij bezat nu het
landgoed Waldow, dat sinds jaren
verpacht was. Als vermogen liet de
minister slechts een kleine som na,
die als legaat onder de trouwe bedien
den werd verdeeld. Indien Josta niet
gravin Ramberg was geweest, dan
zou zij slechts in het bezit van Wal
dow geweest zijn en hebben moeten
leven van de paar duizend mark, die
het goed opbracht.
Den brief, die bij het testament lag,
bewaarde Rainer voor zijn vrouw.
„Ik weet, wat erin staat, Josta, en
ik verzoek je, hem eerst te lezen,
wanneer je weer op Ramberg terug
bent en alle opwinding achter je
hebt".
Josta vond het goed, zooals zij in
alles toestemde, wat Rainer voor
haar besloot en deed.
Wordt vervolgd.
De Echo van het Zuiden,
Wailwljkscte en Lanptrntsehe (onranl,