Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
ROODE ROZEfl.
MöÜTR"
OPLEIDING BOEKHOUDER.
8
MGDDDBPABAMD
FEÜILLhTO
J. VAN HOEK,
MMER 60
WOENSDAG 30 JULI 1930.
53e JAARGANG
WOPlOOXN
Dit btatf vantóiSat
f OIN 8DA6 Mi SATERDAG,
grleren, Ingebonden «tukken, geiden, wa4
franco te eenden aas dan Uitgwef.
Abonmemeiiteporfs per I maanden 1.28.
ïraaoo per poat <lo«r het geneeie r|k f 140.
JJITGAVB t
WAALWIJKSOHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telafoen No. M. Tri^.-Adwo: XCHO.
Prffl «ar AdYertantita
20 cent per regel; mtnitiwem t
- Bf contract flink rabat.
Beclamea 40 cent per regel.
A-dver ten tién moetea W oenedag en Vr^dag
dee morsen* om atterifk aar In ona beeit
«i*.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
TWEE BLADEN.
EERSTE BLAD.
Gemeenteraad,
OEERTRUIDENBERG.
Openbare vergadering van den Raad
dezer gemeente, op Vrijdag 25 Juli
1930 des namiddags 2 uur.
Naar aanleiding van de notulen
vraagt de heer Sassen, waarom het
niet mogelijk is de oificleelestukken,
die in den Raad behandeld worden,
te voren onder de ieden te laten circu-
leeren, opdat deze ze dan beter zouden
kunnen bestudeeren.
De Voorzitter zegt dat de oificieele
stukken, dus de stukken die aan het
gemeentebestuur gericht zijn, niet uit
handen gegeven mogen worden. Er
wordt met openbare stukken toch reeds
zoo slordig omgegaan, hoe zou 't dan
we! met de otficieele moeten gaan?
Bovendien liggen de stukken altijd
enkele dagen ter inzage voor de leden
die hiervan gebruik willen maken.
Desnoods zou deze tijd verlengd kun
nen worden, maar de stukken uit
handen geven, dat is bezwaarlijk.
De heer Sassen vraagt of het niet
mogelijk is om van de stukken af
schriften aan de leden te verstrekken.
De Voorzitter zegt dat dit zeer veel
werk met zich brengt, zoodat in dat
geval het personeel zou moeten worden
uitgebreid. In grootere gemeenten zal
men wel afschriften kunnen geven,
maar daar kunnen wij ons niet mee
gelijk stellen. Voor de leden die over
dag niet kunnen komen, zou op verzoek
het raadhuis ook des avonds geopend
kunnen blijven. We zouden b.v. kunnen
vaststellen, dat de stukken 2 dagen
voor de vergadering ter inzage liggen
op het raadhuis tusschen 7 en 9 uur.
Wenscht iemand hier dan gebruik van
te maken, dan moet hij zulks van te
voren aanzeggen, opdat de gemeente
bode niet voor niets komt.
Met dit voorstel van den voorzitter
kan de Raad zich vereenigen.
De Voorzitter zou de notulen nog
willen aanvullen. De heer Sassen heeft
n.l. in de vorige vergadering een voor
ste! gedaan om nabij het station banken
te plaatsen. In de notulen staat niet
vermeld dat dit voorstel van den heer
Sassen is, wat toch zeer gewenscht is,
daar hier en daar reeds wordtgezegd
dat het gemeentebestuur die banken
daar alleen plaatst om sommige per
sonen te hinderen.
De heer Sassen vraagt of het niet
mogelijk is nog meer nieuwe banken
te piaatsen.
De Voorzitter zegt dat dit moeilijk
zal gaan, daar de begrooting het niet
toelaat. De andere banken zijn geplaatst
kunnen worden, omdat er een overschot
op de begrootingspost „Plantsoenen"
was. Dit overschot Is echter reeds
overschreden door het plaatsen der
banken op het Stationsplein. In de
nieuwe begrooting kunnen natuurlijk
weer enkele banken worden opge
nomen.
De heer Sassen zegt dai er reeds
bezwaren zijn geopperd tegen de piaats
der banken. Men had deze veel beter
in de schaduw kunnen plaatsen.
De Voorzitter vindt het punt juist
zeer geschikt, daar het aan de halte
van tram en bus, en bovendien aan
het Station is. Dat de banken niet in
de schaduw staan, dat heeft ook weer
z'n voordeel.
Op verzoek van den Heer Sassen,
die verhinderd is de geheele vergade
ring bij te wonen, stelt de Voorzitter
voor eerst punt 5 van de agenda in
behandeling te nemen.
De raad heeft hiertegen geen be
zwaar.
5 Voorstel van B, en W. In ver-
band met de herziening van de finan-
cieele verhouding tusschen Rijk en
gemeenten, tot vaststelling van
a een verordening betreffende de
classificatie van de gemeente voor de
heffing der Personeele belasting;
b een Verordening op de heffing
van opcenten op de Personeele Belas
ting in de Gemeente.
De Voorzitter zegt, dat deze her
ziening noodig is in verband met de
nieuwe wet, regelende de financieele
verhouding tusschen rijk en gemeente.
Ingevolge deze wet zullen de ver
schillende belastingen, die lot nog toe
door de gemeente werden geheven,
worden opgeheven. Hiervoor in de
plaats komt dan een andere belasting,
de z.g.n. „Gemeente fondsbelasting".
De opbrengst van deze belasting wordt
gestort in het op te richten Gemeente
fonds, waaruil iedere gemeente dan
een vast bedrag per inwoner krijgt uit
gekeerd.
Wat betreft het vaststellen van een
verordening op de heffing van opcen
ten op de Fondsbelasting in de ge
meente, dit zou spr. iiever nog enkele
maanden uitstellen, om eerst wat nadere
gegevens af te wachten. De cijfers die
tot nog toe van het rijk ontvangen zijn,
zijn nog steeds onder voorbehoud
gegeven en het is zeer gevaarlijk een
belasting te baseeren op cijfers, die
ran „De Echo van het Zuiden."
MwractiAPpy van vïrzekering op het leven
door
HEDVVIG COURTHS-MAHLER.
60
„Kijk, leg dit papier nu in het
geheime vak. Doet Gerlinde het nu
werkelijk, dan ziet ze, dat wij haar
doorzien hebben en behoeft het niet
tot een onaangename uitbarsting te
komen. Is ons wantrouwen onge
grond, welnu, dan krijgt zij dit pa
pier nooit te zien."
Josta las het geschrevene en legde
het met een gebaar van onwil in het
vak.
„Wat - leelijk is dat," zei ze zuch
tend.
„Wacht, een oogenblik. Let op,
hoe het papier ligt. Kijk, het ligt met
den gevouwen kant precies gelijk met
den zijwand van het vak. Heeft Ger
linde het aangeraakt, dan zal het
anders liggen en heb jij het bewys,
dat ze hier geweest is."
Josta keek nauwkeurig naar het
papier, en knikte.
„Ik wil het onthouden. Maar ver
velend is het toch. Het drukt me.
Toe, laten we over andere dingen
spreken."
Hij drukte het vak dicht en zij gin
gen weer zitten. Hij keek haai' vol
nog niet vaststaan. Bovendien heeft
men voor het vaststellen van deze
opcenten nog al den tijd, zoodat men
gerust tot October of November kan
wachten. Met de personeele belasting
is dit niet het geval, dit moet voor 1
September gereed zijn.
Er wordt besloten de heffing van op
centen op de fondsbelasting voorlooplg
aan te houden.
Het bedrag der personeele belasting
zal voortaan door het rijk aan de ge
meente worden uitbetaald.
Het voorstel van B. en W. is om de
Personeele Belasting voor de inwoners
te laten, zooals ze is. Dus zal de ge
meente ontvangen de hoofdsom, waarop
55 opcenten geheven worden, deze
opcenten worden door provinciale en
leeningsfonds opcenten enz. vermeer
derd tot ongeveer 90. De personeele
beiasting blijft dan hetzelfde als tot
J nu toe voor de inwoners.
Verschillende andere gemeenten heb
ben dit ook gedaan, omdat men dan
weet wat deze beiasting ongeveer zal
opbrengen, al hebben wij van het rijk
gegevens omtrent de fondsbelasting,
deze blijven toch altijd een greep in
de lucht en dit is voor het financieel
beheer van de gemeente zeer lastig.
Nu hebben wij één belasting, waarvan
we kunnen berekenen wat ze ons zal
opbrengen. Wanneer de fondsbelasting
een jaar geheven is en we hebben
vaste cijfers dan kunnen we nog verder
zien. Over een paar maanden kunnen
wij nog zien wat we te kort komen
en dat vullen we dan van met opcen
ten op de fonds-belasting.
Voor de grootere gezinnen is de
heffing van de fondsbelasting een ver
mindering van den belastingdruk, door
den hoogerne kinderaftrek. Op het
oogenblik is de gemeente voer de Pers.
belasting verdeeld in 2 verschillende
klassen, de kom waaronder slechts 30
huizen vallen behoort de 7e en de
buitenwijk tot de 9e klasse. Dat zal
oorspronkelijk wel zijn reden hebben
gehad, maar thans is er geen motief
Opleiding voor de practlfk
en voor alle examens.
Repetitiecursus voor
algewezen candidaten.
Bij voldoende deelname worden
de lessen te Waalwijk gegeven.
Bij meerdere deelname billijke
conditiën. 44976
Aanmelding schriftelijk
Leeraar M. O. Boekhouden
Boerhaavestraat 24 Tilburg.
medelijden aan, omdat zij zoo ver
drietig was.
„Morgen om dezen tijd ben ik in
Berlijn," zei hij zuchtend.
„Jammer, Henning, ik zal je erg
missen."
Zijn oogen schitterden. Om het te
verbergen nam hij haar hand en
kuste ze. Toen ging hij bij den schoor
steen staan en leunde met zijn elle
boog op den schoorsteenmantel.
„Werkelijk, Josta Zul je me een
weinig missen zei hij, eenige vast
heid aan zijn stem trachtend te ge
ven.
Zij knikte hem hartelijk toe.
„Niet slechts weinig, Henning,
maar heel veel. Kijk, Rainer en Ger
linde hebben elkaar zooveel te zeg
gen, waaraan ik nooit deelneem. Ik
kan niet zoo geestig praten als Ger
linde. En dan kom ik mezelf dikwijls
zoo overbodig voor. Zoo lang jij hier
bent, heb ik dat nooit gevoeld; met
jou praat ik zoo prettig en gemakke
lijk. Dan ontbreken mij nooit de woor
den en schijn ik mezelf ook nooit zoo
vreeselijk onbeduidend."
„Hoe kun je dat ook denken?" zei
hij, diep bewogen door haar lieftal
ligheid. „Je bent veel verstandiger en
dieper dan Gerlinde. Die zwemt al
tijd maar aan de oppervlakte."
„Dat is juist de kunst", zei ze ijve
rig. „Ik ben veel te degelijk en zwaar
op de hand en kan niet zoo amusant
babbelen. Neen, neen je moet me
niet uit beleefdheid tegenspreken, dat
behoeft niet tusschen ons. Wij zijn
broer en zuster. Ik verheug me nu
al op den tijd, dat je weer op Ram
berg komt. Wanneer heb je weer ver
lof?"
om dezen toestand nog langer te hand
haven.
Het voorstel van B. en W. is om de
geheele gemeente te rangschikken in
de 7e klas met een heffing van 90
opcenten.
De heer Sassen zou graag gezien
hebben dat de raadsleden bij de be
oordeeling van het voorstel de kohieren
ter inzage hadden gekregen.
De Voorzitter zegt, dat dit moeilijk
gaat voor ieder persoon afzonderlijk,
het zou bovendien weinig nut hebben
voor de bespreking van de personeele
belasting. Voor de behandeling van de
for.dsbelasting zullen wij nog nadere
gegevens verzamelen.
De heer Sassen zou dit juist zeer
gewenscht vinden.
Hij betreurt het, dat de leden de
uitleg van den Voorzitter niet te voren
op papier hebben thuis gehad, dan
had ieder het op zijn gemak kunnen
bestudeeren.
De Voorzitter zegt, dat hij daartoe
voor deze vergadering geen gelegen,
heid meer heeft gehad.
Nogmaals vestigt hij er de aandacht
op, dat het zeer moeilijk is de gemeente
thans in een andere klasse te brengen,
„Ik denk met Kerstmis. Als ik mag,
kom ik dan hier".
Zij glimlachte hem toe.
„Twijfel je daar nog aan? Wij zul
len het erg prettig vinden, ook Rai
ner natuurlijk. Dat zal leuk worden.
Ik had me al zoo op papa verheugd;
hij had beloofd Kerstmis hier door te
brengen". Tranen verduisterden haar
blik. Hij trad snel op haar toe en vat
te haar hand.
„Niet schreien, Josta. Ik kan niet
zien, dat je schreit", zei hij ontroerd
en kuste haar weer de hand. Zij werd
door zijn deelneming getroost.
Op hetzelfde oogenblik trad gravin
Gerlinde binnen. Zij had de laatste
woorden van Henning gehoord en
zag zeer goed, dat de beide jongelie
den ontroerd waren. Zij zou hen ook
niet gestoord hebben, als Rainer haar
niet op den voet volgde.
„O, hoe kunnen jullie op zulk een
prachtigen herfstdag binnen zitten?
Het is heerlijk weer! Kom naar bui-
tenl"
Josta was een weinig verlegen, om
dat zij er aan dacht, dat zij zooeven
over Gerlinde gesproken had. Zij sta
melde slechts eenige onverstaanbare
woorden.
Doch de gravin scheen er niet op
te letten. Dadelijk daarop verscheen
graaf Rainer. Samen gingen ze naar
het terras, waar Josta, daar het wer
kelijk zeer warm was, de thee liet
serveeren.
Den volgenden morgen vertrok
graaf Henning. Zijn afscheid van
Josta was kort en haastig. Hij ver
meed het, haar aan te zien.
Graaf Rainer reed zijn broeder zelf
naar het station. En toen zjj afscheid
van elkander namen, wierp Henning
zich, door ontroering overmand, in
de armen van zijn broeder. De smart,
dat hij zijn geliefden broeder zijn dier
baarst bezit moest benijden, brandde
hem in de ziel.
„Rainer, mijn lieve Rainer!" fluis
terde hij met verstikte stem.
Graaf Rainer vreesde in de ziel van
zijn broeder te lezen. Ook hij drukte
hem krampachtig aan de borst.
„God zegene je, mijn Henning! Tot
weerziens met Kerstmis".
„Zoo God het wil tot weerziens",
antwoordde Henning gedrukt.
Snel stapte Hij in de coupé. Van
uit het raampje keek hij nog eenmaal
met brandende oogen naar zijn broe
der. In dien blik lag een stille bede
om vergeving. Graaf Rainer keek naar
het bleeke gezicht. En plotseling
strekte hij zijn hand nog éénmaal
naar hem uit.
„Henning wij zullen altijd de
zelfden voor elkaar blijven nietwaar?
Geen schaduw zal er tusschen ons ko
men. Ik heb recht op je te vertrou
wen, nietwaar? Als je iets drukt of
kwelt, bij mij zul je voor alles begrip
vinden, mijn lieve jongen. Vergeet
dat nooit", zei hij met bevende stem.
Het bloed steeg Henning eerst naar
het gelaat, toen werd het bleek als
van een zieke. Hij kon niet spreken.
Hij drukte slechts zijn broeders hand
en knikte. Op hetzelfde oogenblik
zette de trein zich in beweging. De
broeders keken elkander aan, tot zij
elkander niet meer konden zien.
„Ik mag hem niet verliezen, al zou
ik een groot offer moeten brengen",
dacht Rainer, terwijl hij naar zijn rij
tuig terugging.
Graaf Henning wierp zich kreu
nend in de kussens.
„Niet eerder mag ik terugkomen,
vóór ik deze vreeselijke liefde over
wonnen heb, dacht hij. Peinzend
staarde hij voor zich uit. Hij zag Jos
ta voor zich, bleek en treui'ig in haar
zwarte japon. En toen verdween het
beeld en zijn bewogen zinnen zagen
een schalksch, glimlachend meisjes
gezicht Josta's dubbelgangster. Zij
glimlachte naar hem en keek hem
met stralende oogen aan.
„Als ik wist, wie zij was, dan zou
ik trachten bij haar genezing te vin
den. Misschien zou zij voro mij kun
nen zijn, wat Josta nooit worden mag
als ik mijn Rainer niet diep wil tref
fen", dacht hij.
Maar deze gedachte ging slechts
vluchtig door zijn hoofd, als een on
mogelijkheid.
Na het vertrek van graaf Henning
ging het leven op Ramberg schijnbaar
op de oude manier verder. Alleen was
het er veel stiller. Josta's rouw hield
de bezoekers terug. Slechts de Ritt-
bergs kwamen als oude vrienden op
de thee en, naar de barones beweerde,
om zich te laven aan den aanblik van
de twee mooiste vrouwen in den om
trek.
Josta was nog stiller dan voor Hen-
ning's komst. Daar zij om haar vader
treurde, scheen dat zeer natuurlijk,
maar het deed Rainer pijn, dat zij
nooit troost bij hem zocht. En om
zijn wellende gedachten af te leiden,
zocht hij, meer nog dan vroeger, zijn
troost bij gravin Gerlinde. Zij wist
zoo goed op zijn stemmingen in te
gaan en sprak op zulk een warmen
toon tot hem.
Wordt vervolgd.
m
Waalwijfescüe en Langstraatscbe UM