Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Hl Middelbare Handeisawondcursus. uiaaluiijh.
N
IOOÜE ROZEfl.
|)lLss®
FEUILLETON
m
[IMMER 70.
WOENSDAG 3 SEPTEMBER 1930.
53e JAARGANG.
»P.
Dit bhul Tanchf st
WOENSDAG en ZATERDAG.
Brleren, Ingebonden stukken, gelden, «tu|,
franco to aendan aan Aan Uitgwvwr.
AbomnementepriSn per S mannien 1.25.
franco per poet door bat geheel* rfk 1*8.
UITGAVSl
WAALWIJKBOHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telifooa N*. t| üüteüni: SCH6.
Prfe Oer Adrartentlto
M cent par regal; mtnihwewi l.M.
B« contract flink rabat.
Beclamea 40 cant par regeL
AdTertenttën moeten W oenedag en Tr|dag
dee mor gene on alterlgk smr In oa» bedt
DIT NUMMER BESTAAT UIT
DRIE BLADEN.
EERSTE BLAD.
op
ifjan
een
De
de
ioy,
nen
iatl
•Ide
den
zoo
gen
de
iver
cht-
ier-
ivet
van
uit
tod,
>er-
ek
etie
Het
GEMEENTERAAD.
VLIJMEN.
Openbare vergadering van den raad
dezer gemeente, gehouden op Vrijdag
29 Aug. n.m. 7 uur.
Voorzitter de Edelachtb. Heer v. d.
Ven, burgemeester.
Aanwezig alle leden.
De voorzitter opent de vergadering
met den Christelijken groet.
De notulen der vorige vergadering
worden onveranderd goedgekeurd.
I. Ingekomen stukken.
Eenige ingekomen stukken worden
voor kennisgeving aangenomen.
In de vorige vergadering is besloten
tot toetreding tot den N.-Brabantschen
Brandweerbond. Daar thans echter de
contributie verhoogd is, stelt de heer
Heesbeen voor om het lidmaatschap
terug te trekken.
Met meerderheid van stemmen
wordt dit voorstel echter verworpen.
2. Aangehouden voorstel van de
Gezondheidscommissie te Heusden tot
onbewoonbaarverklaring van de wo
ning D no. 52.
Een desbetreffende vraag van den
keer v. d. Griendt wordt door den
voorzitter toegelicht.
Het voorstel wordt goedgekeurd.
3. Voorstel van B. en W. tot wijzi
ng der verordening op het verhuren
van motorrijtuigen op den openbaren
eg.
Conform het voorstel van B. en W.
wordt besloten.
4. Voorstel van B. en W. om het in
gebruik genomen land van de Priem-
steeg bij de tegenwoordige gebruikers
in gebruik te laten tegen heffing van
een jaarlijksche recognitie.
Na eenige discussie wordt besloten
conform het voorstel van B. en W.
5. Voorstel van B. en W. om met
ingang van lvlan. 1931 opnieuw vrij
stelling te vragen van de verplichting
tot het geven van onderwijs in licha
melijke oefening aan de openbare la
gere school.
De raad kan zich met dit voorstel
vereenigen.
6. Voorstel van B. en W. tot wij
ziging van de instructie van den ar-
menarts en van de vroedvrouw.
De voorzitter zegt dat de gemeente
er niet in geslaagd is 'n tweeden ge
neesheer aan te stellen. Wat betreft
het verlaten der gemeente dient er een
wijziging in de verordening te wor
den aangebracht, daar het dikwijls
gebeurt dat geen genees- of verlos
kundige hulp aanwezig is. In zulke
gevallen wreigeren de geneesheeren
uit 's Bosch naar Vlijmen te komen.
In de verordening zal daarom een
bepaling worden opgepomen, waar
door de gemeentedokter verplicht
wordt bij eventueele afwezigheid voor
een plaatsvervanger te zorgen.
Volgens de verordening heeft de
verloskundige geen verlof om de ge
meente te verlaten voor meer dan 12
uur buiten verlof van den burgemees
ter of verder dan 10 K.M. Er zal nu
een bepaling worden opgenomen dat
de verloskundige bij verlof op eigen
kosten een plaatsvervangster moet
aanwijzen, ofwel een schriftelijk be
wijs overleggen, dat de plaatselijke
geneesheer haar taak zal waarnemen.
De heer van Heesbeen zou liever het
woord „plaatselijk" er uit willen laten,
het is beter dat de verloskundige iede-
ren geneesheer kan aanwijzen.
De heer van Sprang acht een der
gelijke bepaling voor verantwoorde
lijke personen overbodig.
De heer van Wagenberg zegt dat de
verloskundige, Juffr. Jansen, zich
practisch aan haar instructies gehou
den heeft. Theoretisch is er echter een
fout, daar een ambtenaar verlof moet
hebben en een plaatsvervanger moet
aanstellen.
De verordening zal neg aangevuld
worden door het woord „geneesheer"
te veranderen in „geneesheer of an
dere verloskundige."
Met dit gewijzigde voorstel kan de
raad zich vereenigen.
7. Vaststelling rekening Burgerlijk
Armbestuur 1929.
Deze rekening wordt gesteld in han-
steld van de commissie van onder
zoek.
8. Vaststelling begrooting Burger
lijk Armbestuur 1931.
Dit punt wordt aangehouden tot de
behandeling van de begrooting.
9. Bijdrage Burgerlijk Armbestuur.
Ook dit punt zal bij de begrooting
ter sprake worden gebracht.
10. Aanbieding gemeenterekening
(met inbegrip der rekening van het
G.E.B.) over 1929.
Deze rekneing wordt gesteld in han
den van een commissie van onder
zoek.
11. Aanbieding der gemeentebe-
grooting (met inbegrip van die van
het G.E.B.) met bijbehoorende ver
zoekschriften, over 1931.
B. en W. bieden deze begrooting
aan en de voorzitter deelt mee dat de
electriciteitsprijs met 5 et. per KWU
verlaagd zal worden-,
Aangifte van leerlingen voor onderstaande cur
sussen kan geschieden:
Voor meisjes Donderdag 4 Sept. 7-8 uur
Oebouw der R. K. H. H. S. Mr. van Coothstraat
Elsch van toelating voor den 3-jarigen cursushet doorloopen
hebben van het 7e leerjaar der lagere school of daarmee overeen
komende kennis.
De lessen worden hervat Haandag 8 September.
De cursus omvat
a. 3 jarige cursus aansluitende bij het 7e leerjaar der lagere school.
b. 2-jarige Vervolgcursussen ter opleiding praclljkexamens Boek
houden Fransche Duitsche, Engelsche handelscorrespondentie.
c. Cursus voor diploma Stenografie (duur 9 maanden.)
d. Cursus voor diploma Machine-schrijven (duur pl.m. 4 maanden.)
ran „De Echo van het Zuiden."
door
HEDWIG COURTHS-MAHLER.
h
Niemand bemerkte iets van het
plotselinge vertrek van de gravin.
Wel had Rainer den geheelen nacht
gewaakt en in zijn studeervertrek
Za§ wen nu ook nog licht branden,
maar de vensters lagen aan den ach
tkant, en hij was zoo in zijn smart
^erdiept, dat hij niet het zachte rin
kelen der schellen hoorde, toen de
slede voorbijging.
Vóór zij wegreed, had Josta tot den
dienaar gezegd:
"Wanneer de graaf aan het ontbijt
°mt, meldt hem dan, dat ik met den
eersten trein vertrokken ben om naar
«aldow te gaan en dat er in mijn
boudoir op de schrijftafel een brief
v°°r hem ligt."
De dienaar boog en de slede gleed
weg.
Voor het laatst keek Josta nog
têns naar het gebouw, dat haar huis
ad kunnen worden en dat zij nu als
vluchteling verliet om er nooit
erilg te keeren. Zij rilde en trok haar
"Mwantel vaster om zich heen.
De kaïnenier, die tegenover haar
zat, verwonderde zich, dat haar mees
teres het in haar dikken bontmantel
zoo koud had. En wat zag zij er bleek
uit. Het plotselinge vertrek kwam
haar nu toch wel een weinig vreemd
voor, omdat de graaf zich in het ge
heel niet had laten zien en de gravin
een brief had achtergelaten, inplaats
van hem mondeling te zeggen, wat
zij op het hart had. Maar wat had zij
er eigenlijk mee te maken. Zij had
slechts te gehoorzamen.
Ook graaf Henning had een slape-
loozen nacht achter zich. Niet het
verlangen naar Josta had hem wak
ker gehouden, maar de pijnigende ge
dachten aan het wreede verdriet, dat
hij zijn broeder moest aandoen. Het
scheen hem bijna onmogelijk Rainer's
offer aan te nemen. Zijn gevoelens
tegenover Josta waren stiller gewor
den, dezen nacht. Hij voelde, dat hij
aan haar zijde nooit gelukkig zou
kunnen worden wanneer hij zijn broe-
der daarbij ongelukkig moest maken,
j Steeds zou het verwijt in hem bran
den, dat hij zijn broeder van zijn ge
liefde vrouw beroofd had. Want hij
kon niet meer gelooven, dat Rainer's
liefde voor Josta zoo vaderlijk kalm
was. Rainer had hem dat maar voor
gespiegeld om het offer niet zoo groot
te doen schijnen. Maar hoe de beslis
sing ook zou vallen, hij moest die nu
aannemen uit Josta's en Rainer's han
den. Sinds hij zijn zelfbeheersching
verloren had, had hij ook geen recht
meer om in deze zaak te beslissen.
Door onrust gekweld, liep hij in
zijn kamer op en neer, nadat hij zich
te bed had begeven zonder rust te
vinden.
Het was even na acht uur, toen
plotseling zijn deur werd geopend en
op den drempel stond Rainer, met een
aschgrauw, ontsteld gelaat, een brief
in de hand.
„Mijn hemel, Rainer, wat is er ge
beurd?" riep Henping bevend.
Graaf Rainer viel uitgeput in een
stoel.
„Josta is weg," kreunde hij.
Zijn broer keek hem met branden
de oogen aan.
„Josta? Weg? Mijn hemel waar
heen?"
„Naar Waldow vanmorgen met
den eersten trein. Stil is zij wegge
gaan, zonder afscheid te nemen. Zij
heeft de beslissing genomen. Hier
lees Henning mijn offer was tever
geefs", stamelde hij.
Henning nam den brief en las:
„Lieve Rainer!
Nu ik in staat ben rustig te over
denken, wat er heden gebeurd is,
I houd ik het voor het beste je huis te
verlaten en naar Waldow te gaan. 't
Is mij onmogelijk van jou en Hen
ning afscheid te nemen; ik kan het
niet van mij verkrijgen. Maar alles
drijft mij tot deze beslissing, waar
over ik lang in tweestrijd geweest
ben. Vergeef me, zoo mijn vertrek
eenig opzien verwekt. Ik heb aan al
les zooveel mogelijk een verklaring
trachten te geven en voorloopig kun
je het den schijn laten behouden, als
was ik met jou toestemming naar
Waldow gegaan, om daar alles te re
gelen. Later besluiten wij wel verder.
Jou wil ik echter eerlijk zeggen,
12. Voorstel van Burgemeester en
Wethouders:
a. tot rangschikking van de ge
meente in de derde klasse voor de
heffing van de gemeentefondsbelas
ting.
b. tot heffing en invordering van
opcenten op de hoofdsom der gemeen
tefondsbelasting.
c. tot wijziging van de verordening
op de heffing en invordering van op
centen op de hoofdsom der vermo
gensbelasting.
d. tot het indeelen van de gemeen
te in de achtste klasse voor de rege
ling van de personeele belasting.
e. tot wijziging van de verordening
op de heffing en invordering van op
centen op de personeele belasting.
f. tot herziening van de verorde
ning op de heffing van schoolgeld in
verband met het aantal schoolgaande
kinderen.
Tot het voorstel a wordt besloten
conform het voorstel B. en W.
De voorstellen b c en e worden
aangehouden tot de behandeling der
Rainer, dat ik gegaan ben voor altijd.
Niet, omdat ik, zooals jij gelooft, je
broeder liefheb, dat is een: vergissing
van je. Ik heb Henning lief als mijn
broeder, en het doet me pijn, hem
zooveel verdriet te moeten berokke
nen, maar een liefde, zooals hij die
voor mij voelt, kan ik niet voor hem
hebben.
Maar ook dit is mij duidelijk ge
worden, toen ik met je sprak, dat ik
niet langer bij je kon blijven. Ons hu
welijk is een onding. Wij hebben het
beiden gesloten, zonder dat het ons
duidelijk was, wat wij eigenlijk daar
mee op ons namen. Ik wist ook niet,
wat het beteekende een huwelijk zon
der wederliefde aan te gaan. Ik heb
er sinds lang over gepeinsd, of ik zou
heengaan of niet. Ik vreesde je ver
driet te doen en opzien te verwekken.
Maar uit je gedrag van vandaag heb
ik gezien, dat ook jij een scheiding
niét zoo vreeselijk schijnt te vinden
en dat heeft me genoopt heen te gaan.
Wees niet boos, dat het zoo plotseling
geschiedt, het is beter, Rainer, dat
wij elkaar niet langer kwellen. Ver
geef mij ook, dat ik zonder afscheid
heenga. Het spaart ons beiden een
pijnlijk oogenblik. Ik trek me op
mijn stille Waldow terug. Zend mijn
goed daarheen, ik gebruik alleen het
allernoodigste. En vraag Henping, of
hij mij wil vergeven. Ik heb nooit ge
weten, wat hij voelde en heb door
mijn zusterlijke houding jegens hem
misschien verwachtingen bij hem
gewekt, die ik nooit kan vervullen.
God helpe mij, spoedig te vergeten.
Maar jou, lieve Rainer, vraag ik, aan
begrooting.
De heer van Sprang zag de gemeen
te voor de Personeele Belasting lie
ver geplaatst in de 7e klasse.
Aan de hand van eenige cijfers toont
de voorzitter aan dat rangschikking
in de 8e klasse voordeeliger is.
Menschen met inkomens van meer
dan 2000 worden in de gemeente
fondsbelasting sterk verlicht.
Na deze toelichting kan de heer v.
Sprang zich bij, het voorstel van B. en
W. aansluiten.
Eenige discussie ontstaat nog over
de te heffen opcenten.
Hierna wordt besloten conform het
voorstel van B. en W.
Het voorstel bedoelt het schoolgeld
voor het 3e kind met 20 pCt., voor het
4e kind met 30pCt„ voor het 5e kind
met 40 pCt. en voor het 6e kind met
60 pCt. te verlagen.
Het verlies dat de gemeente door
deze belastingvermindering zal lijden
bedraagt ongeveer 125150.
Het voorstel wordt aangenomen.
13. Voorstel van Burgemeester en
mij te willen denken met al de goede,
warme gevoelens die je als oom Rai
ner voor me hadt. God geve je een
mooi, rijk geluk, zooals ik het je niet
heb mogen geven.
Ten slotte vraag ik je dringend, mij
in mijn eenzaamheid alleen te laten.
Probeer niet, mij weer te zien. Wij
moeten eerst beiden tot rust komen.
Wat jij in onze verhouding wilt re
gelen, laat ik aan jou over. Ik ben het
met alles eens, wat jij noodig vindt,
dat er gedaan moet worden. Verlang
alleen niet, dat ik je weerzie. Vaarwel.
Veel geluk. Vergeef me.
Je Josta".
Graaf Henning liet den brief op z'n
knieën zinken en keek zijn broeder
in het smartelijke gezicht.
„Het was dus een vergissing, Hen
ning", zei graaf Rainer, „toen ik ge
loofde, dat Josta van jou hield. Zij
voelde zich alleen ongelukkig aan
mijn zijde, omdat ze mij niet kon lief
hebben, niet omdat ze jou liefhad".
Graaf Henning streek langs ziin
voorhoofd.
„Het is mijn schuld, dat de vrede
in jullie huwelijk werd verstoord. Als
ik er niet was geweest, zou Josta bij
jou zijn gebleven. Je zult me dat
nooit kunnen vergeven, Rainer".
Deze glimlachte smartelijk.
„Wie kan hier van schuld spreken,
Henning? Kwel je niet met zulke ge
dachten. Jou hart zal buitendien al
zwaar genoeg zijn, omdat Josta je
liefde niet kan beantwoorden".
Henning viel in een leuningstoel.
Wordt vervolgd.
palwykscbe en Langstraatsche Conrant*