Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. ROODE ROZEN. i FEUILLETOfl iUMÉÉO«lliiÉMIÉIittk kÜË t!l GEMEENTERAAD. HEUSDEN. Met den Voorzitter waren alle raads leden aanwezig. 1. De notulen der bijeenkomst van 13 Aug. werden goedgekeurd. 2. Mededeeling van ingek, stukken. Ingekomen waren een 5-tal besluiten van Qed. Staten resp. houdende goed keuring van de gem. rekeningen efr van het vleeschkeuringsbedrijf over 1929, van de wijziging der Alg. politie verordening (snordiensten), van het aangaan eener geldleening en van wijzigingen der gem. begrooting over 1930 en verder proces-verbaal van kasopneming bij den Gem. Ontvanger en den administrateur van den Vleesch- keuringsdienst op 27 Aug., waarbij bleek, dat alles klopte. 3. Aanbieding der Gem. begruotin- gen en der begrooting van het vleesch keuringsbedrijf, beide over 1931. Met goedvinden van den Raad be noemde de Voorz. tot leden der Com missie van Onderzoek de leden De Mol, Schmiehusen en Stap, die de benoeming aannamen. 4. Voorstel van B. en W. tot a&phal- leering van een gedeelte van den boogen Maasdijk van af de stoep der conservenfabriek tot aan den schei- dingspaal en den weg langs den Demer vanat de Sterrestraat tot dn Herptsche straat met eventueel voorstel tot het aangaan eener geldleening tot dekking der kosten. De Voorz. deelde mee, dat B. en W. met het oog op klachten van 't bestuur van den Hoogen Maasdijk en den inderdaad zeer slechten toestand van bedoelde wegen een radicale verbete ring wilden aanbrengen door die wegen te asphalteeren en dat de kor ten zouden bedragen f 4500 a f 4600. Het lid Stap vond die uitgave voor de gemeente te bezwaarlijk en boven dien, dat hij met het oog op den korten tijd van voorbereiding daags te voren was het convocatie-biljet pas verzoeden zich niet voldoende op den hoogte der zaak had kunnen stellen. De Voorz. meende, dat vooral het van „De Echo van het Zuiden." door hedwig COURTHS-MAHLER. 78. laatste motief niet ernstig gemeend kan zijn, daar ieder den Demersingel kende als onbegaanbaar bij slecht weer en hier langs staan twee scholen en dat beste wegen o.z.t.z. onberijdbaar waren. Het lid Metselaar wilde nog wat wachten en voorloopig keiwegen op de gewone wijze onderhouden en stelde voor met het oog op het toenemend verkeer van auto's etc. langs den Demer den weg om te leggen achter de gas fabriek. Ook vond hij asphalteering niet voldoende om een goeden rijweg ter plaatse te bekomen; daar de singel absoluut te smal is. De Voorz. weerlagde die bezwaren, waarmee M. gedeeltelijk accoord ging, doch dan vond hij ook nog, dat de benoodigde gelden voor verbetering verkregen moesten worden, zoo dat daardoor de mindergegoeden den druk daarvan niet ondervonden, door b v. 20°/o te heffen op de vermogenbe lasting. De Voorz. zei, dat besloten was, dat de jongste leening voor wegen zou worden afgelost met f 1000 per jaar, maar hij dacht wel, dat Ged. Staten met f 500 per jaar genoegen zouden nemen en waar het lid M. zei, dat er 40°/0 zou geheven worden op de Gem. fondsbelasting, dat dit vermoedelijk wel afloopen zou met 20°/°, zoodat het vooruitzicht bestaat, dat de betas ting niet behoeft te worden verhoogd, zoodat is ook geen reden is 20°/0 op de vermogensbelasting te heffen. Bo vendien vreesde hij niet, dat de min dere man te zeer zou worden getroffen, wat hij met een voorbeeld verduide lijkte. Het lid Schmiehusen, de asphal teering toejuichende, vond dat men nog iets verder moest gaan en ook het verdere gedeelte vanaf de Schapen- brug langs de Demer (richting Wijksche Pont) dito moest verbeteren, te meer daar dat maar gaat over een lengte van 50 a 80 M. De Voorz. en de beide wethouders konden zich daarmee vereenigen. Het lid Stap opperde nog eenige bezwaren, doch de voorzitter deelde mede, dat het werk nooit voordeeliger kon worden gemaakt dan thans, nu de aannemer van de t Rijksweg op Nederhemert bereid was tegen zeer billijken prijs met de ëitvoering te belasten, Ook was nog bij een andere firma prijsopgave gevraagd. De op gaven waren resp. f 1.64 en f 1 65 per M2 voor asphalteering; keibestra ting kost pl.m. f 7 a f 8 per M2, waarom de voorzitter voorstelde in te gaan op het voorstel van B. en W. Het lid Stap bleef er bij, dat andere zaken harder noodlg zijn en 't lid Metselaar, dat de gelden gevonden moesten worden door opcenten op de Vermogens—belasting. De Voorzitter stelde alsnu voor te stemmen over het voorstel B. en W., gewijzigd in den qeest van het lid Schmiehusen, zoodaï de kosten nu zouden bedragen ongeveer f 5000. Met 5 stemmen voor tegen 2, die van de leden Stap en Metselaar, werd het voorstel aangenomen. Hierna kwam het Md Metselaar met het idee om het werk publiek aan te besteden, waarvoor de voorzitter in dit speciale geval niet te vinden was, daar men thans zeker aan 't goed koopste adres was, terwijl er voldoende voor zal worden gewaakt, dat men goed werk krijgt, waarmee de dis- cussie's over dit punt waren afgeloo- pen, alleen moest nog machtiging wor den verleend tot het aangaan van een geldleening van f 5000 h 4'/2 pCt by de Godshuizen alhier, waarbij zou worden getracht de voorpestelde wyze van aflossing bij Grd Staten te ver- krijgen, welke machtiging met alge- meene stemmen werd herkend. V. Verzoek van H. Lindaert om een staanplaats te pachten op de ker mis voor een zweefmolen voor 3 jaren met voorstel van B. eh W. Lindaert bood f 78, doch de voor zitter merkte op dat htj dit jaar nog f 100 had betaald en stelde voorden norm te handhaven. Met algemeene stemmen werd het voorstel aangenomen. VI. Verzoek Kweekschool voor vroedvrouwen te Heerlen om subsidie. Op voorstel van B. an W. werd besloten 't verzoek niet in te willigen. VII. Circulaire der vereeniglng tot dierenbescherming, om bijzondere maatregelen te willen nemen, met het oog op brandgevaar in stallen. De Voorzitter vond, dat zulks hier onnoodig is, vooral omdat er nage noeg geen veehouders zijn en men ging met hem accoord. VIII. Wyziging Gem,—begrooting 1930. Hierop moesten worden gebracht 3 posteneen van f 1000 ais jaarlijk- sche aflassing voor den nieuwen gas houder een van f 500, welk bedrag contractueel moet worden betaald aan de gasfabriek sedert zy de gemeente verlichting moet derven en een van f 500 voor uitgaven by den jongsten brand. Een en ander werd met algemeene stemmen goedgekeurd. De Voorzitter deelde mede, dat het contract met de fa. van H. en P. zoo was gewijzigd, dat voortaan dergeiyke eventueele onkosten voor reken'ng dier firma zijn. Rondvraag. Het lid Metselaar vestigde er de aandacht op, dat voor opslag van hout nabij de conservenfabriek meer terrein wordt ingenomen, dan waarop men racht heeft, wat ook nog niet zonder gevaar is. Tevens deelde hy mee, dat het onderaan de stoepen op den wal in den regel zoo is, dat de weg er onbegaanbaar is. De Voorzitter zei, hieraan zijn aan dacht te zullen schenken. Niemand het woord meer verlangend, werd de vergadering gesloten. Abonneert U thans op dit blad. BINNENLAND. Posterijen. Ingaande 1 October aanstaande moe ten de aan te teekenen stukken ver gezeld gaan bij de aanbieding van een door of vanwege den afzender ingevuld ontvangbewys. Deze ont vangbewijzen zijn aan het postkantoor gratis verkrijgbaar. De ex-kroonprins van Duitschland. De gewezen Duitsche kroonprins heeft zich gisteren uit Beriyn naar Doorn begeven om een bezoek te brengen aan zyn vader. De postvlacht naar Indië. By de K.L.M. is bericht binnenge komen, dat het eerste postvliegtuig PH—AGR gisteren te 18.15 uur (plaatse lijke tijd) te Karachi is aangekomen. Alles is wel aan boord. Vandaag wordt de reis voortgezet. Einde van den Zomertijd. Er wordt aan herinnerd dat de zomeriyd dit jaar eindigt op den vijf den October ten drie uur in den voormiddag, zoodat in den nacht van Zaterdag 4 op Zondag 5 October e.k. de klokken één uur moeten worden achteruiigezel. Stadhuisbouw Den Haag. In de hedenmiddag gehouden ge- aieenteraadsvergaderittg deelde de burgemeester mr. Patyn, mede, dat de vijf architecten, die uitgenoodigd zul len worden om een ontwerp te maken voor het nieuwe stadhuis, de volgende architecten zynDudok, Staal, Luth- man, Kropholler en Roosenburg. Burgemeester van Den Haag. De burgemeester van den Haag, mr. Patijn, heeft na twaalf jaar zijn ambt vervuld te hebben, gisteren af scheid genomen van den raad, die hem hartelijk huldigde. Koninklijke familie in Rotterdam. H M de Koningin, de Prins en de Prinses hebben gisteren een officieel bezoek gebracht aan Rotterdam, waar ze zeer enthousiast zyn ontvangen. jliMMER 78. WOENSDAG 1 OCTOBER 1930. 53e JAARGANG. Waalwpsclie en Langstraatsche Courant* Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz. franco te zenden aan den Uitgever. Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25. franco p. post door 't geheele rijk 1.40. UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr-AdresECHO. Prijs der Advertentiën: 20 cent per regel; minimum 1.50. Bij contract flink rabat. Reclames 40 cent per regel. Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit zijn. DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN. EERSTE BLAD. Graaf Rainer zat in zijn werkkamer toen graaf Henning opgewonden bij bem binnentrad. Hij had een telegram van Gladys ontvangen. »Rainer, heb je eenige minuten tijd voor mij?" Rainer richtte zijn smartelijk ge acht tot Henning op. "Ja, mijn jongen. Kom, ga zitten en Zeg wat je wenscht." Maar Henning bleef staan. "Ik moet je iets laten zien, Rainer. ™er is een brief van Gladys, dien ik gisteren ontvangen heb." "Van Gladys?" "Ja, van haar. Zij schrijft mij iets van Josta. Hier lees den brief". Rainer strekte haastig de hand uit. «Geef hein mij, als ik hem mag le zen". ^ijn hand sidderde. "Je mag niet alleen, Rainer je "voet", zei Henning. Rainer las. Zijn gelaat werd afwis- l| eU(' rood en bleek. Toen hij den "jet ten einde gelezen had, sprong "9 op. "Neen neen dat is niet waar l'hij met bevende stem. üpegrijp je dat, Rainer?" vroeg Henning. „Neen ik kan me slechts denken dat Gladys zich verkeerd heeft uitge drukt, ze kent onze taal nog niet goed. Het zal een vergissing zijn". „Maar de woorden uit Josta's dag- hoek schijnen me precies te zijn weer gegeven. Rainer zeg me eerlijk heb je Josta eigenlijk ooit gezegd, hoe lief je haar hebt?" „Neen ik wilde haar niet ver schrikken, ik heb haar mijn gevoel verborgen zooveel ik kon". „Mijn lieve Rainer, ik geloof, dat die kleine Amerikaansche gekomen is, om ons een blinddoek van de oogen te nemen". Graaf Rainer omklemde de leuning van zijn stoel, als wilde hij haar bra ken. „Ik zeg je immers het is een ver gissing", zei hij. En toen, niet langer in staat zich te beheerschen, stiet hij heesch uit: „Als ik dat dagboek kon zien, met eigen oogen die woorden kon lezen". Als een schreeuw kwamen die woor den uit zijn borst. Toen zei Henning zacht „Dat zul je kunnen, Rainer. Ik heb Gladys geschreven, dat zij het dag boek een paar dagen van Josta weg moet nemen en het ons zenden. Zoo even heb ik haar antwoord ontvan gen. Hier is het telegram. Morgen vroeg is het boek misschien ai hier. Gladys zal er wel wat op vinden om het ons te kunnen zenden. En jij be hoeft toch slechts de laatste bladzijde te lezen. Heeft Gladys zich vergist, dan kan ze het boek weer ongemerkt op zijn plaats leggen. In het andere geval zul je zelf wel weten, wat je doen moet. Het doel heiligt hier de 1 m middelen". - „Het is niet goed", stamelde graaf Rainer, „ik weet het, maar God sta mij bij ik moet me overtuigen. En wat ik ook vind, mijn Henning ik dank je hartelijk nu zijn we quit, denk ik". Hij nam Henning's hand. „Rainer als ik daardoor mijn onrecht goed kon maken als je toch nog met Josta gelukkig kondl wor den Rainer keek hem met een branden den blik aan. „En jij, Henning, zou jij het kunnen verdragen, als dat gebeurde?" Henning keek zijn broeder eerlijk aan. „Ja, Rainer, ik geloof, dat ik op den weg der genezing ben. Want ik weet nu een geneesmiddel, dat me geheel zal helpen". „Wat bedoel je?" Henning keek Rainer glimlachend aan en zeide: „Gladys. Zij is Josta's evenbeeld". Rainer omhelsde zijn broeder. „God helpe ons beiden. En laat mij nu alleen. Hoe ik het wachten op het boek verdragen zal, weet ik niet. Maar -%'a in elk geval, Henning". Deze verliet de kamer zonder verder nog een woord te zeggen. Rainer hield Gladys' brief nog in de hand en las hem telkens over. En de seconden werden tot eeuwigheden. Ongeveer een uur later betrad gravin Gerlinde Rainer's studeervertrek. Daar hij zich hij de thee niet had laten zien, ging zij naar hem toe. Zij wist van hem, dat Josta voor altijd van Ramberg weg was en dezen keer wilde zij niet weer wachten tot Rainer hij haar zou komen. Zij wilde zijn liefde trachten te winnen. Zoo trad zij bij hem binnen, mooier dan hij haar ooit gezien had. Een zoete glimlach lag om haar mond. „Ik moet toch eens zien, Rainer, of je niet heelemaal vergeet te eten. Je komt nooit meer aan tafel. Dat gaat toch niet. Sluit je toch niet zoo geheel van de we reld af, mijn lieve, dierbare vriend". Hij was bij haar binnentreden opge sprongen. Zijn zenuwen trilden, het was hem bijzonder pijnlijk, nu niet alleen te kunnen zijn. En de wensch, Gerlinde uit zijn nabijheid te hebben, maakte het hem onmogelijk zich te beheerschen. Met koortsachtige oogen keek hij haar aan. „Ga laat me alleen laat me alleen ik smeek je", zei hij heesch. Zij wilde nog iets antwoorden en kwam eenige schreden nader. Toen wees hij stom en gebiedend naar de deur en hij moest zich beheerschen, om haar niet een luid en onbeheerscht „eruit!" toe te schreeuwen. Zij ging heen. En haar hart kromp van pijn. Dat had er niet den schijn van, alsof hij zich door haar wilde laten troosten. „Ik moet geduld hebben, hij moet eerst over het ergste heen zijn", dacht zij, terwijl zij naar het Weduwenhuis te rug ging. Zij besloot eenige dagen haar maaltijden in haar eigen huis te nemen en gaf, vóór zij het slot verliet, de noo- dige bevelen. Als Henning maar eerst vertrokken was, zou Rainer wel kalmer worden. Zoo troostte zij zich. Josla zocht in haar naaimandje naar den sleutel van haar schrijftafel. Gladys zat erbij met schijnbaar onbewogen ge moed, maar haar handen speelden ze nuwachtig met de franje van het tafel kleed. „Wat zoek je, Josta?" vroeg zij einde lijk, daar zij het zwijgende zoeken van haar zuster niet kon verdragen. „Den Sleutel van mijn schrijftafel, Gla dys. Ik leg' hem altijd hierin, omdat hij zoo groot is. Op Ramberg droeg ik hem aliijd aan een kettinkje bij mij, daar was hij klein en sierlijk. En op Ramberg zijn zoo veel bedienden, die nieuwsgierig zijn. Hier leg ik den sleutel altijd in het mandje en nu kan ik hem niet vinden". „Je zult hem verlegd hebben, Josta". „Dat kan ik niet begrijpen. Toevallig heb ik in twee of drie dagen den sleutel niet gebruikt." Gladys wist dat zeer goed. Zij had zich immers de grootste moeite gegeven, Jos ta met andere dingen bezig te houden, YTvjftr IIO O V* wordt zacht blijft keurig UW Eldal ntten, krijgt mooier glans en valt niet uit, indien U 1 of 2 maal per week een weinig Purol> in hethaar weg- wrijft zoodat het daarin wordt opgenomen zou zetten. Samen hadden zij de inrich ting van de kamers veranderd, maar nu dit gereed was, wist Gladys niets meer te doen en kon zij Josta niet langer van schrijven afhouden. Zij beefde reeds van onrust. Waar het dagboek nu bleef? Als Rainer het dadelijk had teruggestuurd, moest het toch elk oogenblik daar zijn. Hij zou het toch wel per expresse zen den? Anders kon het eerst morgen ko men. Hoe zou zij Josta zoo lang kunnen verhinderen de schrijftafel op een an dere manier te laten openen? En als zij het ontbreken van 't dagboek bemerkte. Gladys sidderde. Dat zou haar Josta's liefde kosten. Och had zij het dagboek toch maar niet verzonden! Ten slotte was het misschien wel doelloos. Of het verergerde de verhouding van de beide echtgonooten nog. Wie kon weten, wat Josta alles in het dagboek had geschre ven? Met zich zelf spreekt men dikwijls over dingen, die een ander niet mag weten. Maar voor een man mocht men toch geen geheimen hebben, die mocht toch alles weten. Of niet? Neen, mamv had allerlei voor Mr. Dunby verborgen ge houden, maar dat was ook iets anders dan Josta en Rainer. Deze twee men- schen pasten zoo goed bij elkaar. En zij hadden elkander immers lief. Graaf Hen ning had geschreven, dal Rainer Josta liefhad, en dat het omgekeerde even eens het geval was, wist zij immers zelf. Het kon toch werkelijk slechts een dwaas misverstand zijn, dat door het dagboek uit den weg geruimd kon wor den. O, als liet dagboek er maar eerst weer was. Maggie stond beneden op de loer en wachtte op den brievenbesteller. Wat kon zij nu doen om Josta op andere gedachten te brengen?. „Weet je, Josta, je zult verloren heb ben je sleutel bij het opruimen", zeide zij. Josta schudde het hoofd. Zij had het geheele naaimandje uitgepakt. „Neen, neen, ik kan hem hoogstens in verstrooidheid verlegd hebben". Gladys knikte levendig.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1930 | | pagina 1