Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
ROODE ROZER.
I
SsjbïsGS
FEUILLETON
mm
HUMMER 80.
WOENSDAG 8 OCTOBER 1930.
53e JAARGANG.
Dit blad verschijnt
WOENSDAG en ZATERDAG.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz.
franco te zenden aan den Uitgever.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco p. post door 't geheele rfjk 1.40.
UITGAVE:
WAALWÏJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38. Telegr.-Adres: ECHO.
Prijs derAdvertentiën
20 cent per regel; minimum 1.50.
Bij contract flink rabat.
Reclames 40 cent per regel.
Advertentiën moeten Woensdag en
Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur
in ons bezit zijn.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
DRIE BLADEN
EERSTE BLAD,
BUITENLAND.
Het Engelsche Luchtschip
R 101 verongelukt.
Een-en-vijftig dooden.
De R 101, het grootste luchtschip
ran de wereld, dat tot dusver slechts
proeftochten gedaan had, is op zijn
eerste groote reis naar Britsch-Indië
bij Beauvais verongelukt en een en
vtjilig passagiers en leden van de be
manning zijn erbij omgekomen. Het
is een ramp die diep treft, die niet
alleen Engeland, maar de geheele we
reld in beroering brengt. De R 101
beleekende een nieuwen vooruitgang
op den weg tot .verovering van de
lucht" door den mensch, maar, alleen
door lucht gedragen, staan luchtsche
pen en vliegtuigen bioot aan den vol
len aanval van dat element. Dit schijnt
de R 101 noodlottig te zijn geworden
in het stormweer van den nacht van
Zaterdag op Zondag. Het heeft tegen
wind te kampen gehad die de snel
heid verminderde, de slagregens had
den het hulsel doortrokken en steeds
zwaarder gemaakt, en 't luchtschip neer-
gedrukt; en toen het laag vliegend,
een verhevenheid in het terrein, een
met bosch begroeiden heuvel ont
moette en plotseling met den neus
dook, botste het tegen de aarde, ont-
ploite en vloog in brand. Zoo verklaart
men ten minste voorloopig het onge
luk, maar het blijft een raadsel dat
zulk een wonder van techniek als de
R 101 heette te zijn. zoo slecht be
stand was tegen overmatigen regen.
Men spreekt daarom ook over de
mogelijkheid van een plotselinge
van „De Echo van het Zuiden."
door
HEDWIG COURTHS-MAHLER.
Toen Gladys in de gang kwam,
stond Maggie op haar te wachten en
hield een bontmantel gereed.
„Waar is het boek, Maggie?"
Maggie lachte over haar geheele ge
zicht.
„Geen boek Missie maar de bei
de graven wachten beneden op u. En
zij zien er allebei heel vroolijk uit".
Gladys deed haar bontmantel aan
pn vloog de trappen af, meer dan zij
ging.
Dadelijk daarop stond zij voor de
heide heeren. Beiden grepen naar
haar hand.
„Gladys lief, klein schoonzusje".
Zij keek angstig op.
„Het boek - o alsjeblieft, geef mij
het ik moet snel het 'terugleggen
°P ziin plaats", zeide zij en vertelde
haastig van den sleutel, dien Josta
verloren waande.
Graaf Rainer kuste haar ontroerd
de hand.
„Waar is Josta?"
Gladys wees naar boven.
„In de huiskamer".
„Is zij alleen?"
„•Ia. Maar het boek?"
Rainer was haar reeds voorbijge
lopen en sprong met groote stappen
de trap op.
Henning nam nu ook de andere
atmosferische stoornis Men neemt aan
dat de warme cylinders, door het
hulsel heenborend, dit vlam hebben
doen vatten.
Met het luchtschip zijn een aantal
van Engeland's beste luchtvaartdeskun
digen gebleven. In de eerste plaats
Lord Thomson, de minister van lucht
vaart, die dit ambt in twee regeeringen
bekleed heeft, dan vice—luchtmaar-
schalk Sir Sefton Brancker, het hoofd
van het burgerlijke vliegwezen, Irwin,
de commandant van het luchtschip
majoor Scott, de commandant van het
zusterschip R 100 en onderdirecteur
van luchtscheepsbouw, en anderen.
Hun verlies zal zwaar gevoeld worden.
Aan boord bevonden zich 58 men-
schen, (officieel was verklaard dat
slechts 54 menschen mee waren ge
gaan, maar de overlevenden houden
staande dat het er 58 zijn geweest)
van wie slechts zeven ten deele ge
wond, zijn gered. Deze zeven zijn alle
leden van de bemanning, de passa
giers lagen in hun kooien en zijn allen
omgekomen*
Bizonderheden over de ramp,
Volgens het relaas van een der
overlevenden, ingenieur Leech, van de
fabriek die het luchtschip bouwde,
had iedereen aan boord, behalve de
bestuurder en de wacht, zich ter ruste
begeven. Het luchtschip vloog laag en
de machines werkten uitstekend.
Het luchtschip had te kampen met
tegenwind en regenvlagen. Driemaal
dook het, door een windvlaag gegre
pen, met den neus naar beneden toen
werd het door een heftigen rukwind
tegen den grond gesmakt, met het
bekende gevolg.
Leech verklaarde verder, dat het
luchtschip op het oogenbjjk van de
ramp en voordat het neerviel, zijn
staart verloor.
hand van Gladys.
„Het boek heb ik in mijn zak. Rai
ner heeft het mij zooeven gegeven.
Wij zullen wel tijd hebben om het op
zijn plaats te leggen, lieve Gladys.
Josta zal nu wel heel lang met Rai
ner blijven praten. Intusschen moet
jij mij veroorloven je gezelschap te
houden".
„O, mijn lieve hemel, wat heb ik
gehad een groote angst! Heb ik niet
gemaakt een groot domheid?"
Henning keek betooverd in haar
groote, verschrikte oogen. Haar ge
zicht werd door de ganglamp helder
belicht.
„Neen, Gladys lief, klein, dap
per schoonzusje!"
„Waarom heeft Rainer zoo een
groote haast?"
Henning lachte.
„Hij is bang, dat het geluk weg
loopt, dat je voor hem heót gevangen.
Je hebt een groote, heerlijke daad
volbracht, Gladys".
Zij lachte vroolijk en gerustgesteld
„O dan willen wij hem laten
loopen bij zijn geluk.
Wordt nu mijn Josta ook geluk
kig?"
„Ik hoop het. Mag ik je nu intus
schen vertellen, hoe alles in elkaar
zit, tenminste voor zoover ik het zelf
j weet?"
„O ja, ik zijn zeer nieuwsgierig.
Maar eerst het boek weer op zijn
plaats. Wil je met mij komen? Je
moet echter zijn zeer zacht".
Henning liet zich door haar mee
trekken. Haar kleine, warme hand
lag in- de zijne en hij had een gevoel
van groote rust en vrede.
Als twee dieven slopen zij naar
Josta's kamer, die door eenige ver
trekken van de huiskamer gescheiden
was. Terwijl Henning de wacht hield,
deed Gladys het boek in de schrijfta-
Toen de bestuurder merkte dat het
luchtschip naar beneden dook, poogde
hij het weder op te richten, doch de
stuurinrichting weigerde.
Van het luchtschip is niets anders
over dan de geweldige karkas. De
motoren zijn gedeeltelijk in den grond
gedrongen. Het geheele terrein is be
dekt met een onbeschrljfelljken chaos
van stukken metaal. Bewoners uit
omliggende dorpen kwamen aandragen
met stukken aluminium, die zij be
weerden op meer dan 2 kilometer af.
stand van de plaats des onheils te
hebben gevonden.
Het geheele terrein is door een cor
don cavalerie omgeven, teneinde de
menigte te beletten zich van stukken
van het luchtschip, als aandenken aan
de ramp, meester te maken.
Tragische bijzonderheden.
Als tragische bijzonderheid kan nog
worden vermeld dat lord Thomson bij
fel. Toen keek zij nadenkend naar den
sieutel. „Wat doe ik nu met hem?
Aan zijn plaats kan ik hem niet bren
gen daar is Josta".
Henning wilde mee bedenken. Maar
plotseling wees Gladys op haar voor
hoofd. „O, wat zijn ik dom. De sleu
tel moet zijn weg". Zij wierp hem in
een grooten boog over haar hoofd.
Mocht hij neervallen, waar hij wille.
„Zoo nu ben ik gelukkig, dat de
sleutel zijn uit mijn zak en de boek
op zijn plaats. Wat heb ik uitgestaan
een angst. Nu moet je me alles ver
tellen, ik wil alles weten. Als ik niet
heb gemaakt een domheid, dan heeft
Josta een gemaakt".
Zij trok Henning mee naar een ge
zellig hoekje tusschen den haard en
het venster. En nu legde Henning een
volledige biecht af van alles wat er
gebeurd was, sinds hij Josta als Rai-
ner's bruid had weergezien. Niets
verzweeg hij.
Zij luisterde oplettend en toen hij
haar van zijn liefde voor Josta sprak,
werd zij een weinig bleek.
Toen Henning geëindigd had, zei
zij met een diepen, zwaren zucht: „O,
wat zijn mijn zuster te benijden om
zooveel liefde! En het spijt mij voor
jou, graaf Henning, want nu zijn Rai
ner en Josta gelukkig, als God wil. En
jij moet daarvan zeer treurig zijn".
Henning keek in haar lief, jong ge
zichtje, in haar treurige oogen. Toen
nam hij haar hand.
„Gladys je weet immers, hoe
veel je op je zuster gelijkt, nietwaar?"
Zij knikte. „O ja, ik weet".
Hij haalde diep adem en boog zich
voorover om haar beter in het gezicht
te kunnen zien.
„Als ik je nu zeg, Gladys, dat jij
alleen me kunt genezen van mijn lief
de voor Josta, dat ik in jou mijn be
vrijdster zag, al voor Josta Rainer
het vertrek van het luchtschip uit
Cardington, Zaterdagavond verklaarde
dat htj hoopte in 4 5 dagen in Ka
rachi aan te komen en van daaruit in
een dag naar Simla te reizen. Ik heb,
zoo zeide hij, Mac Donald beloofd
voor den 20sten October terug te zijn.
De laatste positiemelding, die het
luchtschip heeft gegeven te 1 uur 50
was I K.M, ten Zuiden van Beauvais.
Op dat moment werd per radio
medegedeeld, dat de passagiers een
uitstekende reis deden. Ze hadden in
den loop van den avond een sigaartje
gerookt en bereidden zich erop voor,
om rust te nemen. Te 2 uur 8 was
er geen enkel bericht, maar op dat
oogenblik zag de terreinwacht van
Beauvais een groot lichtschijnsel bij
het bosch van Beauvais.
Het was het luchtschip, dat naar
beneden was gevallen.
Het vervoer der slachtoffers.
De Engelsche regeering heeft de
torpedojagers Tempest en Tribune
naar Calais gezonden om de stoffelijke
resten der slachtoffers naar Engeland
over te brengen. Vrijdag wordt een
officieele rouwdienst in de St. Paul-
kathedraal te Londen gehouden, waar.
bij, naar men verwacht, de Koning
tegenwoordig zal zijn.
Het onderzoek.
Den heelen dag zijn de Engelsche en
Fransche deskundigen gisteren bezig
geweest met het onderzoek van het
wrak van de R 101.
Het wordt tegengesproken, dat de
luchtvaartautoriteiten nadere verklarin
gen zouden afgelegd hebben omtrent
de oorzaak van het ongeluk. Eerst
moeten alle gegevens verzameld en
geschift worden.
Een gemeenschappelijk graf.
Een communiqué van het Engelsche
verliet wat zou je me antwoorden?
Een donkere blos kwam op haar
gelaat.
„Ik weet niet".
Hij trok haar bij haar hand dichter
tot zich. „Gladys, ik weet, het is ver
metel van me. Je kent me niet en ik
jou slechts heel weinig. En toch ge
noeg om te weten, dat je een goed,
edel menschenkind bent. Je moet
ook wat karakter betreft op Josta lij
ken, dat voel ik meer dan ik weet.
En daarom grijp ik naar je lieye hand
als een drenkeling naar de redding
boei, die hem weer aan het leven zal
teruggeven. Het lot kan je niet doel
loos op mijn weg gevoerd hebben. Ik
zie in jou mijn redster. Ik kan je niet
zoo'n glanzend lot bieden als Rainer
het zijn vrouw kan. Maar ik ben rijk
genoeg om je een zorgeloos, aange
naam bestaan te verzekeren. Van
jouw bestaan weet ik niets, behoef
ik ook niets te weten. Jij bent het
eenige vrouwelijke wezen, dat ik na
Josta kan liefhebben. Wil je mijn
vrouw worden, Gladys, wil je mij
helpen gelukkig te worden? Kun je
van mij houden, Gladys?"
Zij keek hem met groote, ernstige
oogen langen tijd aan. Toen kwam er
een lieve, schalksche glimlach om
haar mond.
„Ik heb geen hart meer. Ik heb
mijn hart gegeven aan een jongen of
ficier, die mij gezien heeft in Berlijn
en mij gezegd: Josta, lieve Josta!
Voor dezen man blijft mijn hart
voor altijd ik kan het hem niet
weer wegnemen".
Toen zonk Henning voor haar neer
en verborg" zijn gezicht in haar schoot.
„Gladys lieve, lieve Gladys!"
Zij streelde zijn haar en haar oogen
werden vochtig.
Hij omvatte haar en trok haar aan
zijn borst. En zijn lippen drukte hij
departement van luchtvaart deelt mede,
dat aan de familieleden van de slacht
offers een brief is gezonden, waarin
met het oog op de onmogelijkheid om
de meeste slachtoffers te identificeeren,
voorgesteld wordt alle slachtoffers in
één graf ter aarde te bestellen. Op
deze wijze kan op de laatste rustplaats
een herdenkingsmonument worden
opgericht. Waarschijnlijk zal dit te
Cardington of in de buurt worden
opgericht.
Aan de slachtoffers zal een nationale
begrafenis worden toegekend.
De Deelneming.
De Fransche minister—president,
Tardieu, heeft gelast dat de dag na
den ramp in geheel Frankrijk zal
beschouwd worden als een dag van
nationalen rouw en in alle gemeenten
moet de vlag halfstok waaien van de
oificieele gebouwen.
Hoover, de president der Ver. Staten,
heeft den Koning van Engeland en
MacDonald telegrammen van deelne
ming en sympathie gezonden.
Op de bijeenkomst van de rijks
conferentie heeft men allereerst een
resolutie aangenomen, waarin de deel
nemers aan de conferentie hunne
deelneming betuigen.
De prins van Wales is te Beauvais
met een vliegtuig uit Londen aange
komen.
Bewijzen van deelneming zijn o.a.
ingekomen van admiraal Moffat, hoofd
der Amerikaansche marine luchtvaart,
von Bülow, staatssecr. van het Duitsche
rijksdepartement van buitenlandsche
zaken, Dr. Curtius, Dr. Eckener. Ook
de Engelsche Koning zond een telegram
van deelneming.
De oorzaak.
Verschillende deskundigen, o.a Dr.
Eckener, wijten de ramp van het telt
dat het luchtschip met waterstofgas In
op de hare. Hij voelde met dieps
vreugde dat hij genezen was. De nieu
we liefde voor Gladys had hem voor
altijd van zijn ongelukkige liefde voor
Josta genezen.
En Gladys had den moed om ge
lukkig te zijn. Zij aarzelde niet en
rustte vredig aan zijn borst. Met ziju
arm om haar heen zat zij vredig nog
lang naast hem en zij hadden elkan
der zeer veel te vertellen en veel te
kussen. En na eiken kus werden de
twee jonge menschen gelukkiger. De
kussen werden steeds inniger en lan
ger en de pauzen steeds korter.
Graaf Henning voelde zich grenze
loos gelukkig.
Gladys en Josta vereenigden zich
voor hem in één wezen en dR be
koorlijke wezen hield hij in zijn arm.
Gladys kon tevreden zijn. Zij wist
nu reeds, dat zij zich niet over gebrek
aan liefde en teederheid zou hebben
te beklagen.
Josta bleef in gedachten verzonken
bij den haard zitten, toen Gladys haar
verlaten had. En toen kort daarop de
deur geopend werd, keek zij in het
geheel niet op, omdat zij dacht, dat
haar zuster weer binnentrad.
„Nu, Gladys, heeft Maggie je blau
we japon naar je zin gemaakt?" vroeg
zij, uit haar droom ontwakend, zon
der op te zien.
Zij kreeg geen antwoord. Verbaasd
wendde zij zich om. Zij sprong uit
haar stoel op, terwijl haar gezicht ver
bleekte.
„Rainer!" Zij strekte haar handen
uit en wankelde. Maar Rainer was
reeds bij haar en trok haar met een
half onderdrukten kreet in zijn ar
men, aan zijn luid kloppend hart.
Wordt vervolgd.
aalwybscbe en Langstraatsche Conranti
a