r^r^T*Tnri
r^/f
Een hoester heeft
Abdijsiroop noodlg!
AKm 'Abdijsiroop
■MPHP
Nr. 97. Zaterdag 6 Dec. 1930. 53e Jrg.
TWEEDE BLAD.
plicht gedaan en dat was voldoende
meenden zij. Waarom dan niet eens
een lekker glaasje bier of een onver-
valscht slokje te gaan drinken bij
Lambert Danielse Pullens, in de wit
gekroonde hand
Kan het wel verwondering baren,
dat ook sommige Protestanten, wier
Iels omtrent de Hervormde Kerk aan
de Haven.
door
J. van der Hammen Nicz.
XVI.
Hoe was het omstreeks dien tijd
gesteld met de Zondagsrust te Waal
wijk? Vry bedroevend. In onzen tijd
wordt geklaagd over het schenden
van den Sabbath, doch daar was het
legen het midden der 18de eeuw nog
vry wat erger. Trouwens, in de gan-
sche Meierij werd de rustdag in vori-
e eeuwen althans in het oog van
strenge Protestanten al bijzonder
weinig geërbiedigd. Hij was voor ve
len geen rustdag, geen dag van gods-
iienstige overpeinzing, maar 'n uiterst
geschikte tijd voor vroolijke ver
maken, voor teren en smeren, dikwijls
tok voor drukken arbeid aan den pu-
liekpn weg. De Roomsch-Katholie-
ien en hun aantal was bijzonder
root die eens of tweemaal des
Zondags de Mis hadden bezocht, na
men het, volgens de kerkeraadshan-
ielingen, voor het overige van den dag
ioo heel nauw niet. Zij hadden hun
gering aantal als verloren ging in dat
der Roomschen de verhouding was
1:8 vaak gemeene zaak met deze
Jaatsten maakten en liever hun tijd
verdrijf zochten in kaart- en dobbel
spel, in kroeg en bierhuis, dan in het
hooren eener stichtende predicatief 1)
Maar hunne Hoog-Mogenden in Den
Haag wilden dat niet langer gedoogen.
Reeds den 19 Maart 1630 was door
hen enkel van kracht voor de Mei
erij een placaat uitgevaardigd,
waarin o.m. het volgende voorkwam:
dat van nu voortaan binnen de
stad en Majory van 's Bos geen perso
nen, 't sy jong of oud, wie 't selve sou
mogen sijn, des Sondags 's morgens of
's avonds vóór of na de predicatie ee-
nige waren sullen mogen verkoopen
of doen verkoopen, veel min eenige
oeffening van ongeoorloofden arbeid,
nering en handwerk te plegen en be
drijven, en voornamelijk in herbergen
en tapperyen gelagen setten, bier,
brandewijn of tabak te verkoopen en
diergelijke, op verbeurte van alle de
voorgestelde waren, die met er daad
bij de officiers 2) en dienaars van de
justitie sullen mogen weggehaald en
Zonder schrifteiyke toestemming is eenige overname uit deze rubriek verboden.
Beste jongens en meisjes.
Eerst wil ik jullie nog eens spreken
»er onze prijsraadsels. Er blijkt groote
'langstelling voor te bestaan, ik heb
tnmlnste al heel wat oplossingen ont.
Jngen, en het doet me plezier te
«nnen zeggen dat er veel goede bij
ijn.
Maar ik geloof dat de tijd deze keer
'tl wat erg kort is geweest. Het was
laar een week.
Daarom zullen we je nog een weekje
""el geven, zoodat dan ook de neef-
;s en nichtjes, die tot nu toe nog
!en gelegenheid gehad hebben de
'adsels op te lossen, nog een kansje
'igen,
In de raadsels voor kinderen bene-
lln 12 jaar was verleden week een
jat ingeslopen, dat heb je zeker wel
petkt hé? Bij het tweede raadsel
0l>d in den eersten regel 19, dit
>0Mt zijn 2.
Dus nu nog maar eens flink aan
'a gang hoorHet is nu de laatste
P(e*. en dan gaan we de mooie
hen verdeelen.
En heeft de Sint jullie allemaal
td bedacht Ja zeker, dat zal wel
fl nke kinderen als jullie bent
Hij nooit over, daar kan je van
P aan.
Wie schrijft er mij eens een briefje,
vertelt nu eens wat hij (zij) zooal
thad heeft
Voor vandaag heb ik verder niets
ter te vertellen geloof ik, en ik zal
dan ook maar eindigen met een ste
vige handdruk.
OOM WIM
DE POPPENWASCH.
(Slot).
„Ja, je hebt gelijk, hoor Liesje,
't Hemdje kan pop niet meer aan.
Dan maar 't broekje eens probeeren,
'k Hoop dat zal wel beter gaan
.Moeder zal je dan vanmiddag,
Helpen, hoor mijn beste mrid.
Een ander hemdje gaan we maken,
Wel, dat is een kleinigheid
„Nu dus 't broekje maar probeeren,
Kijk, daar gaat het; één—twee—drie,
Maar ook 'l broekje kon niet verder,
't Kwam niet verder dan de knie
„Och, wat jammer; nu een broekje,
Wel, dat maak ik ook heel gauw,
't Is toch vreemd; zijn al die kleertjes,
Van je popje nu te nauw."
„Dan de jurk. Nu 'k denk ioch zeker,
Dat die popje nog wel past.
Hou jij. Liesje, maar eens even,
Popje bij de armpjes vast
.Hè, dat is tobben; zou't nu lukken
Zeg. toen pop dat jurkje droeg.
Was 't toch; niet te nauw, wel Lies?"
„Moesje, 't was toen rHim genoeg
„ja, dat dacht ik ook", sprak Moeder,
Maar ik geloof toch beste kind,
Dat de pop er niet meer in kan,
Hoe verdrietig je 't ook vindt."
voor goede prijs gemaakt worden, en
voorts de schuldige gemulcteerd in
de somme van 3 gulden.... Ordonnee-
rende en bevelende voorts den Hoog-
schout van de voorschreven stad en
de quartierschouten van de voor
noemde Majorye van 's Bos en alle
andere officieren 2), justitieren en
dienaren, dat syluiden tegen de con-
traventeurs en overtreders van dien
procedeeren, sonder eenige gunste,
faveur of dissimulatieDen 24sten
Juli 1682 en nog verscherpt den 25-
sten Mei 1685 en den 6 Januari 1707,
was bovenstaand placaat tot een al
gemeen Placaat gemaakt voor de
gansche Generaliteit.
Werd nu dit bevel der Staten-Ge-
neraal door de Waalwijksche ingeze
tenen gehoorzaamd? O, neen! In de
kerkeraadsvergadering van 14 De
cember 1746 werd door den predikant
er over geklaagd, hoe de dag des Hee-
ren schandelijk in deze stede en vry-
heid misbruikt wordt, niet alleen
door 't lossen van goederen agter de
kerk 'aan de vaart onder den kerk
tijd, maar ook door 't koopen en ver
koopen van allerlye winkelwaren,
waardoor Gereformeerden zelfs afgc-
getrokken worden van den openbaren
godsdienst, die niet te kerk, maar wel
ter kroeg gaan op die dag; en alzoo
's Lands placaat streng daar tegen is.
of men niet zou konnen goedvinden
den heer drossaart daarover te onder
houden, met voorstel van dit placaat
van de puy van 't raadhuis te doen
afkondigen, opdat sig ieder daar na
mogt reguleeren en sig voor schade
uxtgten. De kerkeraad en de drossaard
waren het volkomen met den predi
kant eens en zoo werd het gezegde
Placaat voor de zooveelste maal den
volke verkondigd.
Laat ons nu met een enkel woord
den Oostenrijkschen Successie-oorlog
in herinnering brengen. Iedereen
weet, hoe Maria Theresia, toen haar
vader, keizer Karei VI, den 20 Octo
ber 1740, zonder mannelijke nakome
lingen na te laten overleden was, door
verschillende vorsten ondanks
hunne onderteekening der „pragma
tieke sanctie" werd aangevallen
en dat alleen Engeland en Nederland
op het einde van den krijg nog ge
volgd door Rusland hare bondge-
nooten waren. Vooral voor ons land
was deze oorlog (1741-1748) van veel
gewicht, in de eerste plaats omdat
Lodewijk XV, koning van Frankrijk,
een harer voornaamste vijanden en
dus onze vijand was, en in de tweede
plaats omdat de Oostenrijksche Ne
derlanden (thans België) tusschen
ons land en Frankrijk in waren gele
gen, waardoor zij dus van het laatst-
gemelde Rijk veel gevaar te duchten
„Voor de Borst"
ABDIJSIROOP-BONBONS (Gestolde Abdijsiroop!
hadden. Hoe ook de Republiek der
Vereenigde Nederlanden beproefde
vrij te komen met enkel hulpgelden
te zenden, het baatte niet: zjj moest
met 20.000 man aan den kryg deel
nemen. Bekend is het, hoe het Fran-
sche leger, onder aanvoering van
Maurils van Saksen, zich meester
maakte van verscheidene barrière
steden en van enkele plaatsen in
Staats-Vlaanderen, en hoe gemelde
aanvoerder in het begin van 1747 in
de richting van Maastricht optrok en
den 2 Juli het leger der bondgenoo-
een, onder bevel van den hertog van
Cumberland, bij Lafeld versloeg. Ter
wijl nu Maurits van Saksen zich al
vaster en vaster rondom Maastricht
legerde, gaf hij Löwenthal, een zijner
onderbevelhebbers, last naar Bergen-
op-Zoom op te rukken.
Het valt gemakkelijk te begrijpen
in welk een benauwden toestand
Maastricht verkeerde. Reeds den 20
Juni, enkele dagen dus voor den slag
bij Lafeld, had de kerkeraad der
Waalsche gemeente te Maastricht een
missive gezonden naar Den Haag, ge
adresseerd aan den griffier Fagel, 3)
representeerende de nootsakelijkheit
om op 't voorbeelt van 't geen in de
respective provinciën is ingevoert, in
de tegenwoordige gevaarlijke om
standigheden, waarin 't vaderlant in
't gemeen en de gemelde stad byson-
der sig bevindt, publieke bedestonden
UIT HET DAGBOEK VAN
PIETER POR.
1 December. Raadsverslag gelezen.
Alle respect voor den arbeid
van den architect; verheug
me toch in 't besluit dit ont
werp er niet komt. In alle be
scheidenheid gezegd als ik
zoo vrij mag zijn zou ik mij
als raadslid niet verantwoord
geacht hebben er voor te
stemmen.
Allerminst uit financieele
overwegingen hoor!
Vreemd, geen enkel raads
lid eens in openbare verga
dering vroeg, hoe men die 2
ton enz. hoopt te dekken.
Ben overtuigd dat zulks goed
kan, zonder belastingverhoo-
ging, maar een verklaring was
voor het publiek zeker aan
genaam en gewenscht geweest
als ik 't zeggen mag.
Goed dat ineens limiet is
gesteld. Dat had steeds moe
ten gebeuren. Daar kan ten
minste nu geen kwestie over
komen.
2
December. Wat gaat alles anders
in de tegenwoordige wereld,
oude gebruiken ruimen overal
op. B.v. als vroeger gouver
neur gemeenten bezocht, was
dat 'n gebeurtenis. Vlaggen
op en om gemeentehuis enz.
enz. Thans van dat alles niets
meer.
3
December. Kan niet zeggen dat ik
ingezonden stukken-schrijverij
der laatste nummers erg be
wonder. De sfeer wordt er
niet beter op in geen enkel
opzicht. Hoop dat de gemoe
deren onderhand rustig wor
den. Men heeft 't nu toch goed
genoeg kunnen zeggen, dunkt
my.
Wie zei ook weer, dat er
menschen zijn, die alles beter
weten, ja, dat is zoo!
4 December. Grootestraat over eenige
weken gereed, 'n Prachtver-
betering voor 't steeds toene
mende, drukke verkeer. Mooie,
breede, soliede verkeersweg,
ruim uitzicht, ook door ver
breeding straat. Kerk met
gerestaureerde toren, echt
straatbeeld van vroeger. Werk
van groote beteekenis, hulde
aan gemeentebestuur en uit
voerder, al zal er misschien
hier en daar nog wel eens wat
te herzien zijn, vooral tus
schen en langs de rails.
„Al de kleertjes zijn te klein, hoor;
Popje kan ze niet meer aan.
En je hebt met al dat wasschen,
Nogal zoo je best gedaan",
„Wees maar stil, we maken strakjes,
Nieuwe kieeren voor je pop.
Nog veel mooier dan de oude,
Rekel), Liesje, daar maar opl"
Liesje vond het, o, zoo prettig,
Qauw vergeten was 't verdriet.
Maar waarom het niet meer paste,
Dat begreep ons Liefje niet,
„Moeder", vroeg ze, waardoor zijn toch,
Al de kleertjes van mijn pop.
Nu opeens te klein geworden
„'t Komt", zei Moe, „van 't warme sop.'
Ernstig keek nu kleine Liesje,
Moeder aantoen sprak ze snel
„Had ik dat maar eerst geweten I
Moeke, nu begrijp ik 't wel".
Door 't wasschen in 't sopje
't Snelle drogen na de wascb,
Zijn de kleertjes zoo gekrompen.
Daarom is er niets van pas".
Haastig nam ze nu haar popje,
En wat zei de kleine schat?
Pop, jij moet nu ook maar krimpen
Kopje onder: „in het bad".
ZOO'N STOUTERD.
Pieterman, jou kleine guit,
Zeg. wat voer je daar weer uit
Snoep ji van die peren?
Buurman zal je mores leeren.
Straks, als hij je zitten ziet,
Krijg je brommen, stoute Piet.
Marschl verdwijn van dien muur,
't Peertje is nog hard en zuur.
Morgen Hg je, 't is geen pretje,
4og met buikpijn in je bedje,
ïn dan, 'k wed er toch wat om,
Zeg je zelf; wat was ik dom!
Het Sneeuwhuis.
De sneeuw viel onhoorbaar dicht
neder en had weidra alle straten en
pleinen met een witte deken bedekt.
Alle kinderen genoten zooveel moge*
lijk van die heerlijke losse sneeuw,
gooiden elkaar er in, wierpen met
sneeuwballen en amuseerden zich met
sleetje rijden. Ook Dollie en Joop
waren van de partij.
„Laten we nu eens een echl huis
maken van sneeuw", stelde Joop voor
„Best", riep Dollie en dan zullen als
het klaar is, een echt sneeuwfeest geven
aan al de kinderen uit de buurt".
AI spoedig waren ze druk bezig me
het bouwen van de muren, het werd
een hoog, groot sneeuwhuis en ze
gaven het ook dien naam. Het was zoo
hoog, dat zij er beiden recht er op in
konden staan en zoo ruim. dat ze nu
stoelen en een tafel van sneeuw gingen
maken Alleen de achterwand van hun
sneeuwhuis was van hout. want daar.
voor hadden zij de schutting achter
in den tuin gebruikt. Maar om nu op
het huis terug te komen, het had een
echte deur en een echt raam en nog
veel meer bijzonderheden. Doch dat
ging natuurlijk niet vlug.
Eerst haaiden ze den kruiwagen en
twee schoppen uit de schuur en schep
ten den kruiwagen boordevol met
mooie frissche sneeuw. Zij brachten,
dat op de plaats, waar ze hun huis
wilden bouwen en maakten dan met
hun schoppen steenen van sneeuw,
die ze daarna opstapelden tot een
muur. Dat kostte veel tijd, want ze
hadden een massa steenen noodig,
doch eindelijk hadden Raar hun schat
ting genoeg en konden In ernst met
het bouwen beginnen. De deurpost
maakte Joop van een paar latten, de
deur was een stuk karton, dat hij aan
den eenen kant aan den iat vast ge
spijkerd had. De raampost werd na
tuurlijk ook van latten gemaakt, joop,
die in de schuur nog een oude kist
ontdekte, sloeg hier de zijkanten af
en gebruikte nu de twee grootste
schotten, die hij schuin tegen elkaar
zette, voor het dak. Zfl stapelden daar
ook sneeuw-steenen tegen cp, doch
die schotten gaven voldoende stevig
heid om inzakken te voorkomen.
Van een andere oude kist maakten
zij binnen den schoorsteen, die, nadat
hij met sneeuwsteenen bedekt was,
wei van wit marmer leek. Doilie haalde
thuis een chineesche lantaarn meteen
kaars er In. hing die op in hun sneeuw,
huis en klaar was alles. Zij gingen nu
al hun vriendjes en vriendinnetjes uit
noodigen om bij hen te komen spelen.
Zoodra slj aankwamen stak Joop wat
vuurwerk af, dat hty nog bewaard had
en verlichtte op fantastische wijze het
sneeuwhuis van binnen De sneeuw
werd door dat licht prachtig fonkelend
en het leek wel een huis van diamen-
ten. Je kunt je begrijpen wat een
groote oogen hun kennisjes opzetten
van ai die pracht.
Weer naar school op
rolschaatsen.
Toch was het weer fijn op school.
Alle drie waren zij verhoogd. Ton,
die nu in de hoogste klas zat, had een
nieuwe jongen btj zich gekregen, die
pas uit lndifi was gekomen en tot wien
hij zich heel erg aangetrokken voelde,
Het gebeurde dan ook vaak, dat Ton
's avonds naar Bert, zoo heette zijn
vriend, toe ging om samen hun huis
werk te maken.
Ook bij Rosy en Hans waren ver
schillende nieuwe kinderen in de klas
gekomen, zoodat die eerste maard al
weer om was, voordat zij het wisten.
Op een middag na schooltijd zagen
ze, dat een van de andere kinderen
zijn rolschaatsen had meegenomen en
nu ai rijdende naar huis ging. Dat
bracht ons drietal op een idee, want
zij hadden op zolder ook ieder nog
een paar rolschaatsen.
Thuis gekomen gingen ze die dan
onmiddellijk opzoeken, maar lieve
helpt, wat zagen die schaatsen er
verwaarloosd uit. De banden stuk en
de rolleijes stijf van de roest, terwijl
er heeiemaal geen beweging in te
krijgen was. Het eenige wat er aan te
doen viel, was ze heelemaai in de
petroleum te leggen, zoodat de roest
er af ging. Ton bood heel bereid
willig aan, dat vieze werkje voor zijn
rekening te nemen, nu voor het eten.
Na het eten werden de schaatsen weer
ter hand genomen en toen dekinderen
eindelijk naar bed moesten, waren de
rolletjes weer in orde en op de banden
na, konden zij hun rolschaatsen weer
in gebruiken. Doch moeder wilde er
niet van hooren, dat zij al rollende
naar schooi zouden rollen, want zij
vond, dat ze wel eens de school voorbij
zouden kunnen rollen, inplaats van er
in. Den volgenden middag echter, loen
Ro?y nieuw band had gekocht en dit
vlug aan de schaatsen had vastgemaakt,
gingen zij op het plein, een paar
T
->'lV'K'Ü' r/ i
Als Gi) hoest, als Uw ontstoken keel U
het spreken moeilijk maakt, als Uw borst
vcJ slijm zit, dat niet los wil komen, als
U 't slapen wordt belet door hoestbuien
of het gevoel alsof er een blok op Uw
borst ligt: dan hebt Gij Abdijsiroop
noodig. Een balsem voor Uw borst.
Abdijsiroop heeft door'haar overtuigende
resultaten zich vanzelf een weg gebaand.
Wordt door hare aangenaam slijmoplos-
sende, verzachtende, hoeststillende werking
geroemd bijHoest, Bronchitis, Asthma.
Alom verkrijgbaar. Prijs Ft. 1.50, Fl. 2.75, Fï.4.50
Gebruik buitenshuis Abdijsiroop-Bonbons
(60 ct.). Dan bespoedigt Ge Uw genezing.