CtCHOVAN HLI ZUlJtN Iets uil 't laven van Molière. en na Ziekte SANATOGEN Prof. Dr. Julius Neumann, No, 10. Zaterdag 31 Jan. 1931. 64e Jrg. TWEEDE BLAD. lets omtrent de Hervormde Kerk aan de Haven. door J. van der Hammen Nicz. XXIV. In mijn vorig opstel noemde ik de ondeugd dronkenschap. Te Waalwyk woonüe omstreeks dezen tyd ot' eeni ge jaren later (1780) zekere predi kantsweduwe, juffrouw Pierius ge naamd, die zich vaak aan dat kwaad le buiten ging. Den 6 April 1780 ont ving de kerkeraad een schrijven van ds. Pagez, predikant te Beriicum en scriba van de classis van 's-Hertogen- bosch, waarin deze den kerkeraad op bet hart drukte nauwlettend acht te geven op het gedrag van genoemde weduwe, en wanneer zy bij voortdu ring zich bedronk, daarvan kennis aan" de classis te geven. Maar wat had deze met de wedu we Pierius uit te staan? Dat zullen wij begrijpen, als we weten, dat vol gens hoofdstuk XXXII van het Regle ment op de politycque reformatie in de Meyerye van 's-Hertogenbosch en- de andere Quartieren van gelyke na ture, onder de Generaliteyt gehooren- de(d.d. 1 April 1660), de predikants weduwen het volle tractement harer overleden echtgenooten genoten ge durende het vierendeel jaars, waarin deze gestorven waren, dan nog een vierendeel jaars van gratie, en einde lijk een jaarlijksch pensioen van hon derd gulden. Den 14 October 1660 was die resolutie nog in zooverre ge wijzigd, dat het vierendeel jaars van §mtie tot een vol jaar van gratie werd gemaakt. Voor het geval nu, dat zulk een weduwe haar pensioen of tracte ment op een losbandige manier ver teerde, werd het natuurlijk door de classis ingehouden. Vandaar boven genoemd toezicht. Den 28 Februari 1785 werd eene buitengewone kerkeraadsvergadering belegd, waarin de predikant mede deelde, dat door mejuffrouw Johan na Christina Schonenberg, weduwe van den heer Adam Hendrik Vogel en woonachtig te Waalwijk, aan de dia conie was present gedaan de helft eener obligatie, groot in het geheel 150 gulden. Deze schuldbekentenis (d.d. 16 Dec. 1749) stond ten laste van wijlen den heer Allai-dus Went- holt, Heer van Gansoijen. De predi kant en de ouderling Dr. Hendrik van Gennep werden door den kerkeraad geauthoriseerd om de betaling der obligatie met den verloopen interest ia te vorderen, waartoe zij zich den 23 Mei naar Heusden begaven, alwaar de toenmalige Heer van Gansoijen een zoon of broeder van Allardus Wentholt gevaarlijk ziek lag. Door den heer Hoynck van Papendrecht, vermoedelijk een bloedverwant van den zieke, ontvangen, werd hun 225 gulden tegen kwitantie overgegeven. Een buitenkansje voor de diakonier De milde schenkster overleed nog in hetzelfde jaar 1785 en werd den 22 Augustus in de kerk begraven. Den 7 November van evengenoemd jaar werd door den Raad van State eene resolutie genomen om de Staats schuld te converteeren. Dientengevol ge ontving de kerkeraad den 9 Janu ari 1786 van den heer W. S. van El- singh, raad en ontfanger-generaal der Beden over de Stad en Meyerye van 's-Bosch, een gedrukten brief d.d. 29 December 1785, waarin de diakenen, kerk- en armmeesters en andere cor pora werden gelast, hunne obligatiën en andere geldswaardige staatspapie ren naar 's-Hertogenbosch over te brengen tegen een behoorlijke rece- pis, alwaar zij moeten ingewisseld worden tegen nieuwe obligatiën. Er wordt echter niet bijgevoegd, welke verandering de rente onderging. Wij zijn thans genaderd tot het jaar 1787, het voor stadhouder Wil lem V en voor vele „patriotten" zoo beteekenisvolle jaar, waarin de ko ning van Pruisen een einde maakte aan de beleedigingen, zijne zuster en zijn schoonbroeder, reeds van 1783 of 1784 af, aangedaan. Evenals in el ke stad en in elk dorp waren ook de ingezetenen van Waalwijk en vooral die van Besoijen verdeeld in voor- en tegenstanders van den prins. De grootste heethoofd dezer laatsten was Jan Pannenbakker, handelaar in kalk •en andere bouwmaterialen, die in 1795 drossaard van Waalwijk werd. Een paar jaren geleden had de heer C. G. Verwiel, oud-burgemeester van Besoijen, de vriendelijkheid mij in bruikleen af te staan een blijkbaar van den vroegeren Waalwijkschen „vrederechter" Gosuinus van Heijst afkomstig lijvig register in perkamen ten band, oorspronkelijk bestemd tot inschrijving der notulen van de poli tieke Sociëteit Libertatis amor", die den 9 Juli 1786 te Waalwijk was op gericht. De oprichters waren: J. W. S. Wel lens, Antonie Staats, Josias Cornelis de Villeneuve, Adraan Cornelis Dros- saerts, W. P. Wellens, Jan Pannen bakker, P. A. Oliefiers, Simon van Vlodorp, Hendrik Slaats en Adrianus Oliefiers. Daarbij kwamen achtereenvolgens nog deze leden: Adrianus Jacobse Drossaerts, Johannes Albertus van Dijck, Willem Brouwers, Pieter van der Lee, Ds. J. J. de Merree, Peter Pessers, H. van Dijk en de heer Rant. In het geheel 18 leden, van welke 15 gewone en 3 „honoraire" leden, n.l. Johannes Albertus van Dijck, de Mer ree en Rant, als zijnde buiten de ge meente Waalwijk woonachtig. Tot een van de eerste werkzaam heden dezer sociëteit, die natuurlijk de patriottische beweging dier dagen was toegedaan, behoorde het opma- Zonder schriftelijke toestemming is eenige overname uit deze rubriek verboden. V/aarde neefjes en nichtjes. We gaan steeds verder op den goe den weg; er komt animo onder m'n neefjes en nichtjes om persoonlijk aan ons lioekje mee te werken. Nu weer een alleraardigst verhaal van Dirk Verhagen te Sprang. Nu |ongens en nebjes vooruit, de een zoo'n aardig verhaal, de ander een lief versje, de derde een briefje of een rebus of een puzzle of wat ook, alles is wel kom en 't verhoogt de gezelligheid en de vriendschap in ons hoekje hoor. Dag OOM W1M. TWEE DEUGNIETEN. En onder 't smullen spraken zij Wat hebben we 't hier goed Dat komt door onze dappeiheid, En onzen grooten moec, ]Vat was 't leven duf en saai, Daar ginds bij Moeder's hok JJ°e klonk ons daar steeds in 't oor, Haar angstgeroep Klok, klok 1 Ons eigen meester zijn wij hier, Klok, klok wordt niet gehoord, niemand is er, die de vreugd, Van 't vrije leven stoort. Helden waren ze vergetea, Hoe ze spartlend In de sloot, Toen zij in gevzar verkeerden, Dachten in hun grooten nood jjch. was onze lieve Moeder, Nu maar om te helpen hier Maar dat alles was vergeten, Was nu vreugd slechts en pleizier. ken van een reglement, dat evenwel wijl het vermoedelijk nog al in krasse en uitdagende termen zal op gesteld zijn geweest en geen vriende lijkheden zal bevat hebben voor de toenmalige stadhouderlijke regeering niet in het notulenboek is inge schreven. Wel blijkt echter uit de eer ste in het register voorkomende acte dat de leden van „Libertas amor" niets van het reglement noch van de tijdens de vergadering gevoerde ge sprekken mochten openbaar maken, wat zelfs bij eede verboden was. Al de bovengenoemde 18 personen behoorden ook tot het Waalwijksche .exercitie-genootschap", van welk genootschap ook lid waren: de ont vanger Frans Hoogerwerf Buijs, de dokter of apotheker Jan David Wer- ther en de „vorster" Jan van der Hammen. Veertien dier personen be hoorden tot den Roomsch-Katholie- ken godsdienst, terwijl de volgende 7 Hervormd waren: De Villeneuve, van Vlodorp, de Merree, Rant, Hooger- werff Buijs, Werther en Jan van der Hammen. In de eerstgehouden vergadering, d.d. 9 Juli 1786, werden benoemd tot eersten directeur J. W. S. Wellens, tot tweeden directeur Antonie Slaats en tot secretaris Josias Cornelis de Villeneuve. Gedurende Libertatis amor's kort stondig bestaan van slechts 14 maan den, van 6 Juli 1786 tot 6 September 1788, werden door haar 36 vergade ringen gehouden, wier werkzaamhe den zijn geboekt op 25 folio bladzij den. In mijn volgend opstel hoop ik eenige van die werkzaamheden mede te deelen. (Wordt vervolgd). Was er niets dat hen dan stoorde, In hun zorgelooze vreugd Hadden zij niet iets te vroeg zich In hun vrijheid zoo verheugd Hoor maar wat er verder volgde. Steeds maar pikkend van het graan Kwamen ongemerkt zij eind'IIjk Bij den rand van 't graanveld aan. En wat zagen zij daar liggen Hé, wat lag daar tusschen 't gras? Zou dat ook iets lekkers wezen Kon 't iets zijn, dat eetbaar was? Vlug eens kijken, 't Leek wel lekker. Nu, dan gauw eens proeven maar. En zij renden naar de boterham Zrgen niets van het gevaar. Beide rekten zij de halzen Pikten in de boterham. Maar van smullen was geen sprake, Hoor maar, wat hun verder overkwam Wordt vervolgd. Piet had een verre boodschap voor zijn tante gedaan en tot belooning had deze hem een dubbeltje gegeven. Toen hij thuis kwam, liet hij het zijn moe der zien. „Zal ik het in mijn spaarpot doen moe vroeg hij. „Hoor eens, ventJe bent dat wel zoo gewoon, maar voor dezen keer mag je er eens iets voor koopen, wat je graag hebt. Ais je het maar niet ver snoept, want daarvoor is het te veel". Naar aanleiding van het aans aande leest der R K. H.H S. verzocht men mij iets te schrijven over M>»i e. in verband met zijn blijspel„De Schur kenstreken van Scapin", dat bi) die gelegenheid zal worden opgevoerd. Een der tallooze levensbeschrijvers van Mol e heeft van hem gezegd, dat mensch en auteur bij hem, meer dan bi] welk ander genie ook, één ondeelbaar geheel uitmaken, dat het onmogelijk is zijn gedachte te begrij pen, noch z'n kunst te apprecieeren, als men niet z'n origine en opvoeding als Parijsch burger, z'n avontuurlijk leven als reizend tooneelspeler, z'n bewogen bestaan ais hootd van de voornaamste tooneeltroep van z'n tijd Kent. In een kort artikeltje ais dit een volledig beeld te geven van dat rijke, bont geschakeerde beslaan is begrjjpe. Itjkerwijze ondoenlijk. Voor het ver s<aan van het op te voeren stuk is het ook niet noodzakelijk, daar het een zijner minst <ypeerende werken is, maar men zal begrijpen, dat het ons. met de meest bescheiden krachten en middelen, waarover we beschikten, onmogelijk was te grijpen naar z'n groote werken; De Vrek of de geleerde Vrouwen, de Misantroop, of de Inge beelde zieke, waar slechts de eers en onder de acteurs zich aan wagen, maar dan ook onafgebroken en steeds mei hetzelfde succes gedurende bijna 300 jaar Wij laten dan enkele markante feiten en data volgen uit dn korte maar rijk-besteede leven, dat viel tusschen de jaren 1622—1673, in het hoogte punt der rtgeering van Lodewijk XlV, toen Frankrijk aan de spitse stond van gansch Europa, zoowel op politiek ais op cultureel gebied. Jean Baptiste P<_"qaelin Mol ère werd te Parfjs geboren als zoon van een behanger-kamerd.enaar des kontngs en behoorde aldus tot de meest gezeten burgerijdit blijkt alleen reeds uit het leit, dat hij bij de Jezulten ter schooi ging op het nu nog bestaande Lycié Louis le Qrand, waar hl] naast een Prins de Condé op de banken zat. Hij studeerde hierna zelts rechten te Orleans, maar z'n echte leerschool waren de veelkleurige straten van Parijs, waar hij als echt Parijsche kwajongen rondzwiert in z'n vrije tijd en wair hij z'n pientere oogen de kost gaf. Zijn grootvader nam htm mee naar het toen zoo befaamde Tnéatre de Bourgogne, waar de zucht naar de planken hem voor altijd aangegrepen neelt. Op 21 jarigen leeftijd richt hij een eigen troep, l'iliustre Tnéatre op en neemt difi ttief de naam Mol e aan die hem voor alle tijden onsteifelijk maken zou. Van 1645-59 doortrekt nij met z'n troep geheel Frankrijk, speelt eerst allerlei kluchten, ten slotte stukken van eigen hand, vervult daarbi) steeds de hooidrol, zoodat hij de veel omvattende taak van tooneehchiQver chef de troupe, regisseur, en acteur vervult. Van 1659 tot zijn dood speelt hij z'n groote meesterwerken te Parijs, waar hij de hoogste gunst van den ongenaakbaren Zonnekoning geniet, die hem tegen al z'n naijverige vijanden verdedigt, hem het recht verleent z'n troep „Troupe Ri yde" te noemen, hem bij alle ht ff eesten te Versailles uit noodigt en hem aan z'n eigen tafel al» gast en vriend laat aanzitten, een eer waar zelfs vorsten van dien t|jd tever geefs naar dongen. In geheel de wereld letterkunde' is er misschien geen genie aan te wijzen, dat alle roerselen van het gtcompll ceerde menschenhart zoo diep heeft doorpelld als Mol e. Hij heeft den mensch leeren kennen, als kind reeds tn de straten van Parijs, als rondreizend comedtant in de enge provincie-milieus en als hoveling aan het meest intri geert nde ailer hoven, aan het hof van Lodewijk XlV, Maar vooral heeft hij den mensch leeren kennen door z'n eigen inntgvoelend menschenhart, in het vele leed dat in z'n korte leven z'n deel is geweest. Op 21 jarigen leeftijd huwde hij de lichtzinnige tooneelspeelster Armar.de Béjirt, die hij tot het einde toe met heel z'n eerlijk hart beminde, die hij langen tijd blindelings vertrouwde tot z'n oogen zich openden voor de treurige „Neen moe 1 Dat zal ik niet doen Ik weet al, wat ik koopen zal," zei Piet. HQ ging naar een boekwinkel en kocht voor zijn dubbel j; een aantee kenboekje 't Was een aardig boekje, zwart van buiten en rood op de kanten. Hij schreef op de eerste bladzijde, zoo mooi ais hij kon: Pieter van Looien, Voorstraat 16, 3e étage. „Zie zoo!' zei Piet. „Als ik heteens mocht verliezen, kan de eerlijke vinder zien, waar hij het moet terugbezorgen." „Of je gelijk hebt 1" lachte moeder En geef hem dan maar een kwartje tot belooning. Piet was in zijn schik met zijn boekje. Hij zat er dagelijks in te schiQven. Alles, wat hij de moeite waard vond, kwam er in te staan. Zijn broertje jan, die twee jaar ouder was, zat er met jaloersche blik ken naar te kijken. Hij was zeer af gunstig van aard. Piet zoo'n mooi boekje en hij niets. Dat was niet om uit te staan. Op zekeren dag kwam Jan thuis Piet was er niet en moeder was in de keuken. Daar lag het boekje van Piet in 't raamkozijnhij had vergeten het in den zak te steken. Het raam stond open en wat doet de boosaardige Jan HQ geeft het boekje een duwtje, zoo dat het van de derde verdieping op de straat valtZie zoo mopperde hij nog. „Ik niets, hQ niets Twee minuten later werd 't boekje opgeraapt door een heer, die daar langs wandelde. Hij leest op de eërste bladzijde Pieter van Looien, Voorstraat 16 3e age. Hij kijkt het huis eens aan; juist, nr. 16. „Zeker uit het raam ge vallen" denkt hij en hQ schelt aan. Met een kijkt hQ nog eens in het boekje en leestMaandag 25 Mei om 1 unr verkooping van 't Hotel „de Zoutkeet". Daar werd de deur opengetrokken „Looien 1" roept de heer. (t ff ouw Looien kwam zelf naar beneden en bedankte den heer wel voor zQn moeite. Jan keek vreemd op, foen zijn moe der met het boekje boven kwam, maar hQ zei niets ZQn booze plan was mislukt, maar hij zou later wel iets anders bedenken I ^Ik heb Sanatogen in geval len van herstellende zieken met het beste resultaat ge bruikt. Sanatogen wordt gaarne genomen en de me» dedeelingen over spoedige verbetering van den alge- meenen toestand, toene ming van den eetlust en van het lichaamsgewicht, waren somwijlen buitenge woon verrassend." De heer was intusschen naar het verkooplokaal gegaan en wat withetge. val? HQ koopt het hotel „de Z lutkeet" voor vier en dertig autzend gulden Maar hQ was zeil geen hotelhouder. Hij kocht dikwijls huizen om die, zoo mogelijk, weer met winst te veikoopen. Deze dag was hQ al bQzonder gelukkig. Nog voor dat hij het veikooplokaal verlaten had, deed hQ het hotel voor veertigduizend gulden aan een ander over. Dat was dus zesduizend gu den schoone winst 1 't Spreekt van zelf, dat hQ goed in zQn humeur was, toen hQ naar huis ging, HQ kwam weer door de Voorstraat Bij nr. 16 keek hij eens naar boven. Als hQ dat boekje niet gevonden had, zou hQ niet aan de verkooping ge dacht hebben en dan had hQ de zes duizend gulden niet verdiend. Hij bleel staan, dacht even na en..., schelde weer aan. Toen juffrouw van Looien benpden kwam, zei hij„Juff onw't Eene geluk brengt het andere mee. Dsordat ik het boekje van uw zoon'je gevonden heb, mocht ik een aardig sommetje ver ienen. Hier hebt u tien gulden voor zQn spaarpot 1" Weg was de heer en ten hoogste verbaasd ging de juffrouw met de tien gulden naar boven. Toen Piet het hoorde, sprong hij bijna boven de tafel uit van biQdschap. Jan zat er bij en zei niets. Maar Piet zei: „Moei Mag ik met Jan samen deelen Ja, hé I Elk vQf gulden. Fijn I Fijn 1" Toen werd hel Jan te mach'ig. HQ bars te in snikken uit en verleide alles „Net goed I" zei Piet, „dan heb je de helft verdiend 1 „Neen", zei moeder, „dat heeft hQ niet". Maar ik vind het wel goed, dat jullie samen deelen. indien Jan belooft nooit meer zoo afgunstig te zullen zQn. Jan beloofde hef en.... heeft woord gehouden D. V. werkellikhMd. In 1672 schrijft hij aan een vriend: „Ik ben de onge ukkigste der men sch n". Mol è'e is ziek. hij gaat gebukt onder zware geldzorgen, hij wordt belasterd door z'n vijanden, die hem z'n succes misgHnnen, z'n vrouw verlaat hem, zoodat hij uitroept: „Zoolang er smart maar toch ook nog voldoening was in m'n bestaan, was ik tevreden met m'n lot; maar nu de smart van allezQden de overhand krijgt, moet ik het op geven." Die smartell'ke ervaringen heeft Mol e neergtlegd in z'n blijspelen, heigeen voor velen zeer vreemd en paradoxaal moet klinken. En toch in weinig treurspelen ligt zoo'n diep- smarlelQke. lei-schrijnende ondergrond als in de blQspelen, ais in de lach van Mol è'e. Nergens worden de mensche- lijke ondeugden van alle tijden scherper gehekeld dan bij hem. De moreele, politieke of mondain; huichtlarQ de intellec ueele zelf verwatenheid, egcïi- me, ijdelheid. hebzucht, dwaasheid in al hun vormen, nergens vonden ze getrouwer en verwQtender spiegel dan in de blQspelen van Mol e. Z'n laatste stuk. de Ingebeelde Zieke, was 'n aanklacht tegen de dokiers van z'n tQd die vaak misbruik maakten van de lichigeloovtgheid hunner clienten, waaronder Mol e zelf met z'n zwakke en overwerkte gestel zich vaak moest rekenen. De dag dat dit stuk voor de 4* maal zou worden opgevoerd en waarin hij de zware hoofdrol van zieke ver vulde, was Mol ère inderdaad zoo ziek en afgetobd dat een zijner voornaamste medespelers hem afraadde le spelen en hem voorstelde dien avond de voor- 2 vliegtuig ieendert ierseke elburg gouda tiel uit in g 3 Vlissingen, Sappermeer, Appfngedam. Oplossingen van de vorige week. 1 Elke medaille heeft haar keerzQde. Nieuwe Raadsels. 1 ik ben een spreekwoord van 34 letters. I —3—8-6—11- 9 een groote stad in OostenrQk 13 18—4—5—10 komt van de waivisch 12-17-21- 28 klfur 29—22 19—26—18 vergroolende trap van „goed" 31 14 15 ander woord voor „horizon" 25-27 24 30 18 wordt voor schoenen gebruikt 7—2- 33 niet „mager" 20 4 16 komt van het varken 23—21 22 sprootje;fi6uur 2 Op de kruisjeslijn van links naar rechts en van boven naar beneden ben ik een natuurverschijnsel, xxxxxxxxx het gevraagde woord xxxxxxxx plaats in Overljsel xxxxxxx tegenovergestelde van klein xxxxxx plaats aan de Zuiderzee xxxxx vaarwater in Z.—Holland xxxx roofdier xxx lichaamsdeel xx voorzetsel x medeklinker 3 ik besta uit twee lettergrepen en negen letters. Mijn eerste deel wordt beloopen Mijn tweede wordt beloo- pen en m'n geheel eveneens. Ik ben een stad in Nederland Ver. andert ge mijn eerste letter, dan ben ik een getal. ik ben een schip, keert ge mQ om, dan kunt ge mQ er aan vinden. privaat docent aan de Universiteit te Weenen, schrijft: Sanatogen is een versterkend voed- selen kan dus aan elke herstellende 2ieke gegeven worden. Sanatogen kan geen verkeerde gevolgen heb* ben, het moet goéd doen. Het Zenuwsterkend Voedsel. In alle ApotH. en Drog. vanaf f 1 ■- per bus.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1931 | | pagina 5