Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
s.
De
nl
nri
ONTERFD
IRS
URS
PINKSTEREN.
InragHMM
FEUILLETON
Heet
N te
•ens.
j toe.
JUDl
!e van
en tn
in het
««in,
6 van
kad,
groot
door
en gt.
;n zijn
'ningen
URD,
worden
5 Juni
0 uur
biljetten
lel '11,
zal
ven
IJSMAN,
en Looi
publie
i:
Dit blad verschijnt
WOENSDAG en ZATERDAG.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz.
franco te zenden aan den Uitgever.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco p. post door 't geheele rijk 1.40.
UITGAVE:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38.
Telegr.-Adres: ECHO.
Prijs der Advertentiën:
20 cent per regel; minimum 1.50.
Bij contract flink rabat.
Reclames 40 cent per regel.
Advertentiën moeten Woensdag en
Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur
in ons bezit zijn.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
DRIE BLADEN.
EERSTE BLAD
>oge kar,
nel tul
leiploe
vare vi
t houlei
rbakken
ir.Wav»
emraen;
irbij it
dubbe'
ntwee
hekken,
en, palen
■Is, spelt
i partij
464
n schuur,
r veulen
de op di
tn metrif'
i uur vont
liging.
Het hoogfeest van den Geest, die
In de gedaante van vurige tongen neer-
daalt om Zijne groote genaden te
storten In de harten van de twaalf
kleine vlsschersmenschjes en hen maakt
tot der wereldhervormers, de predikers
van den godsdienst van nederigheid.
Zoo is het verhaal van den Pink
sterdag: De Apostelen hadden zich
met Maria in een zaal te Jerusalem
teruggetrokken. Zt] hadden de vensters
en deuren met sterke grendels afge
sloten uit vrees voor de joden. Zoo
waren zij vereenfgd In gebed tot den
Meester, die hen immers gezegd had
Ik zal u den Vertrooster zenden
Maar dan eensklaps steekt een krach
tige wind op, die aanzwelt tot een
orkaan, druischend boven Jeruzalem.
En al de bewoners van de groote stad
zijn stom verschrikt, als de hemel
openbarst in al zijn bovenwereldlijke
geweldigheid en zijne maiesleit toont
door bliksemflits en dondergekletter,
die alles doen sidderen van angst
voor zulk een grootschheid.
En intusschen daalt de Geest neer
van den Hemel en stort zich uit in de
leerlingen die nog bidden in de zaal.
Vuurtongen dalen op hun hoofden neer
en zij worden verlicht en zij voelen
plotseling een kracht in zich, sterk
genoeg om de wereld te veroveren
voor den Meester, die hun dezen Ver
trooster gezonden heeft.
Dan worden deuren en vensters wijd
geopend en onbevreesd trekken de
mannen naar buiten, Petrus voorop
Zij prediken onbevreesd de leer van
den Meester. En duizenden stroomen
samen voor het gebouw, mannen en
vrouwen van alle volkeren en allen
verstaan het woord van Petrus in hun
eigen landstaal.
Hoe vreemd staan wij, menschen
van onzen modernen tijd, tegenover
het verhaal van Pinksteren, dat toch
zoo weinig past in een wereld als de
onzë.
Onze eeuw met zijn heidensche
persoonlijkheidsidee ziet zoo graag
alleen de werkelijkheid in de dingen
de ze vlak voor oogen heeft. Hoevelen
zijn er Thomassen, die eerst zien
moeten en dan pas gelooven kunnen r
Hier zien wij echter de groote kracht
de uitgaat van de instorting van den
Geest. De arme, kleine en bange vis-
schers worden in een slag predikers
van Gods woord. Zij durven bun
waarheid te verkondigen overal tot
zelfs in de verdorven Romeinsche
wereld. Zij durven de rijke in weelde
levende patriciërs den Godsdienst der
nederigheid en der armoede te preken
en de verdierlijkte plebejers doen zij
weer opstaan tot menschen die leven
uit een hooger princiep. En even on-
bevreesd zijn zij nog, wanneer men
hun steenigt, voor de leeuwen werpt
of ten doode martelt. Dat alles kunnen
zij door de verheven kracht van den
heiligen Geest, waardoor zij kalm en
rustig den dood tegemoet gaan. Niet
in een roes van razernij van levens
moeheid, zooals de Oosterling zich
werpt onder de wielen van Djagger-
nant's kar, gaan zij den dood in, doch
calm en gelaten aanvaarden zij hun lot,
dat het werk voor den Meester hen
>ebracht heeft.
Ook wij zijn de tempels van den
H. Geest, die öok in ons zijn genade
heeft uitgestort en weer opnieuw uit
storten zal op dit Pinksterfeest. Het is
wel noodig in dezen tijd, dat wij een
kracht bezitten in onzen geest, die ons
bewust doet zijn van hooger doei.
Onze geest is een bron, waaruit wij
telkens nog putten kunnen, als wij
verfrissching noodig hebben van de
vermoeienissen die de moderne, razend
snelle wereldstroom ons brengt. En
daarom is het goed, dat deze bron
van tijd tot tijd wordt aangevuld, dat
de Vertrooster ons op elk nieuw
Pinksterfeest nieuwe genaden schenkt
opdat wjj zeker krachtig kunnen staan
in het volle leven, dat komen gaat, he*
krachtige leven van den zomer, waar
van het Pinksterfeest de inleiding is.
Christus Traum, dann 1st das Leben
eln Gang durch Wüsten in der Nacht".
De dichter heeft het goed gezien, hij
wist het ook want hij sprak uit eigen
ervaring. Daarom zijn we zoo beangst
voor die groote massa van moderne
heidenen, die zonder God voortren-
nen Waarheen Zij weten het zelf
niet, maar reeds Pieter Breughel heelt
het ons in zijn „Blindengang" gezegd:
naar den afgrond.
Laten wij ons dan dit afschrikkende
voorbeeld ten nutte maken en den
Geest, die in ons is. op dit Pinkster
feest opnieuw versterken, opdat wij
krachtig en fier het leven kunnen
tegemoetgaan, onbevreesd erin ten
onder te zullen gaan, want wij hebben
steeds een krachtige steunpilaar in de
kracht, die de Geest ons schenkt.
De aanwijzing der
gekozen candtdaten.
Na de toewijzing van het aantal
zetels aan de verschillende lijsten
gaat het C. S. over tot de aanwijzing
der gekozen candidaten. Hiertoe be
rekent men eerst den lijstktesdeeler,
het quotient, dat verkregen wordt bij
deeling van het stemcijfer der lijst door
het aantal plaatsen aan deze lijst toe
gekend. j
Houden we ons aan het vroeger ge-
kozen voorbeeld, dan zien we dat lijst I
met een stemmental van 3150 en een
aantal zetels van 9, een Ujstkiesdeeler
heeft van 350.
Deze lijst zag er als volgt uit
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
1000
800
400
50
10
20
10
10
25
25
800
3150
Wij lazen toevalligerwijs dezer dagen
een gedichtje van Nicolaas Lenan.
waarvan de eerste regels luiden„1st
van „De Echo van het Zuiden
Uit het Engelsch
van
DOLF WYLLARDE.
Op de eerste plaats worden nu ge
kozen verklaard die candidaten die een
aantal stemmen hebben verkregen,
minstens gelijk aan den kiesdeeler.
Hierbij moet er echter rekening ge-
houden worden dat bedoeld wordt het
aantal stemmen na het„afdruipsysteem"
waardoor de stemmen die boven den
ijstkiesdeeler op een of meer candi
daten zijn uitgebracht, ten deel vallen
aan de andere candidaten. Voor deze
voordracht komen In aanmerking die
candidaten, op wie minder stemmen
dan de kiesdeeler zijn uitgebracht,
zoodat aan elk van deze candidaten in
de volgorde, waarin zij op de lijst
voorkomen, zooveel van die stemmen
worden toegekend, als zij noodig heb
ben om den kiesdeeler te halen.
Hierin schuilt het belang dat er voor
de candidaten bestaat in de rangorde,
waarin zij op de lijst voorkomen, daar
de hoogstgeplaatsten het eerst voor
overdrachtstemmen in aanmerking
komen.
In ons voorbeeld zijn dus allereerst
gekozen A, B, C en L, die meer dan
den kiesdeeler behaalden, en D, E, F,
G. en H die den lijstkiesdeeler halen
door overdracht der stemmen boven
den Ujstkiesdeeler van de candidaten
A, B. C en L.
Lijst II was als volgt samengesteld:
N 200
O 50
P 50
Q 400
700
terwijl 2 zetels werden toegewezen,
zoodat hier de Ujstkiesdeeler eveneens
350 is. J J
Alleen Q behaalde hier dus den Ujst
kiesdeeler, zoodat hQ allereerst gekozen
is. De 50 stemmen die hij over heeft
gaan over op no. 1 N, die dus 250
stemmen heelt.
We staan nu voor het geval, dat ook
na de totstandkoming van de overdracht
der stemmen, slechts een candidaat
den Ujstkiesdeeler verkregen heeft,
zoodat nog een plaats te vervullen
biqft.
Voor dezen zetel komen nu In aan
merking die candidaten die de meests
stemmen op zich vereenigd hebben,
mits zij meer dan de helft van den
ijstkiesdeeler haalden.
De helit van den lijstkiesdeeler is
175 alleen N. heeft dit getal over
schreden, zoodat hem de nog over
blijvende plaats gegeven wordt.
L1i9t 111
R 400
S 50
T 30
U 20
500
Aan deze lijst is een zetel toege
wezen, de lijstkiesdeeler is dus 500.
welk stemmental door geen der candi
daten behaald is. Voor den zetel komt
dus in aanmerking candidaat R die
meer dan de helft van den Ujstkies
deeler haalde.
Lijst IV
V
W
250
53
300
17.
Ik volgde zijn raad en trachtte haar
zooveel mogelijk te mijden, maar on
gelukkigerwijze viel ik juist in de ter-
men om haar te redden uit de handen
van een griezeligen ouden neger, den
bewoner van de aangrenzende plan
tage, die haar lastig viel met zijn at
tenties".
Dus je hebt dien vent een pak
slaag gegeven?
Ert niet zoo zuinig ook. Hij kon
zijn gezicht in geen drie weken ergens
laten zien. Het verwondert me overi
gens, dat ik niets meer van hem heb
gemerkt, maar hij zal wel hebben in
gezien, dat hij beter deed met over
dat heele gevalletje te zwijgen. Het
zou zijn reputatie niet bepaald ten
goede zijn gekomen.
Het verbaast mij dat hij niet ge
tracht heeft je met „Obeah" te besto
ken.
Ik denk niet dat me dat veel
kwaad zou hebben gedaan! Maar ook
dat heeft hij, voor zoover ik weet, niet
geprobeerd. Maar sedert dien dag
heeft Eulalie het mij moeilijk genoeg
gemaakt. ofschoon ik haar zoo
veel mogelijk uit den weg ben geble
ven. Maar haar hëelemaal ontloopen
kan ik natuurlijk niet.
Wel Digby, als dat allemaal zoo
is als je daar vertelt, zei Morrence
ernstig, kan ik alleen mijn raad maar
herhalen. dat je zoo gauw moge
lijk voor een poosje naar Engeland
gaat.
Harrel liet het hoofd in de handen
rusten.
Het is in elk opzicht de beste op
lossing, drong Morrence aan. Het zou
Cecily buitengewoon goed doen als ze
je weer zag en als je Barbara terug
ziet, kun je voor jezelf uitmaken of
je gevoelens voor haar inderdaad het
zelfde zijn gebleven. Als dat het geval
is, draai die juffrouw de Floissac dan
voorgoed den rug toe I En kom je tot
de conclusie, dat je je ten opzichte
van Barbara vergist, welnu, kom dan
hier terug, sticht een huisgezin en
leef verder gelukkig. Ik hoop van hai-
te dat je dat zult worden.
Hij stak de hand uit en Harrel
greep die.
Ik geloof niet, dat er twijfel be
staat omtrent mijn gevoelens, zei hij
zacht. Sinds jij mijn gedachten weer
naar de oude tijden hebt geleid, is de
herinnering aan haar zoo levendig ge
worden, dat ik dikwijls vervolgd wordt
door de idee, dat ze hier in huis is!
Het is als een benauwende, onzinnige
droom, maar dan zie ik haar door tien
tuin wandelen tusschen de rozen, dart
voel ik haar nabijheid als ik 's avonds
in m'n eentje op de veranua zit. Iic
heb de laatste dagen meer en meer 't
gevoel gekregen, dat het zelfs hier n
paradijs zou zijn als Barbara bij mij
was.
Waarom vraag je haar in vre
desnaam dan niet, of ze komen wil?,
viel Morrence uit. Je gaat immers niet
naar huis als een mislukkelingInte
gendeel: alles wijst er op, dat L'Opale
bezig is een sücces te worden en je
hebt ie gedragen op een manier, die veelbeteekenenden glimlach,
maar heel weinigen je zouden nadoen. Hij wachtte nog even om het stoom-
Harrel aizelde. J bootje te zien vertrekken steeg toen
Ik heb een gevoel, alsof er zoo'n weer te paard en reed in de richting
breede kloof tusschen ons bestaat, zei van L'Opale, met een g^voe van
hij langzaam, dat het vrijwel onmo- weerzin tegen de diukkende een
gelijk zou zijn om die te overbruggen, zaamheid, die daar zijn deel zou zijn,
En toch, Jack, zie ik in dat er een
heeleboel waars is in wat je zegt. Je
hebt mijn oogen geopend voor den
werkelijken toestand. Ik zal in ieder
geval ernstig over je raad nedenken.
Dat is tenminste al iets gewon
nen, meende Morrence opgewekt. Kijk
daar komen de ponnies. Tijd om te
vertrekken
Het was nog vroeg in den morgen,
maar de tropenzon brandde al met
nu zijn gast was vertrokken. Het was
of hij het nog nooit zoo afschuwelijk
en ondragelijk warm had gehad. De
groote klok van de kerk luidde voor
den ochtenddienst en verscheidene
kerkgangers traden het koele interi- j
eur binnen. Harrel meende een glimp
op te vangen van een welbekend fi-
guurtje en hij reed haastig verder;
na zijn laatste gesprek met Morrence
wilde hij nog meer dan vroeger trach-
Mjna onyCTdrageiyke felheid op Tri- ten ontmoetingen met Eulalie zooveel
nity, toen zij door de nauwe, kwalijk mogelijk te vermijden. Hy wilde wel,
riekende straatjes reden en de beide dat ze zich maar met had -"gewend
ruiters veegden zich onophoudelijk 't om op haar tochten naar Tnmty op
zweet van het voorhoofd. De atmos- L'Opale aan te rijden en tijdens zn
feer leek wel een gloeienden oven. afwezigheid het interieur van zijn
Ook aan den kleinen landingsstei- huiskamer verzorgen! Hij had t haar
ger bracht geen zuchtje uit zee eenige moeilijk kunnen beletten zonder on-
verkoeling De gouvernementsstoo- beleefd te zijn en de zaak nog eig
nier lag gemeerd de loopplanken wa- te maken, want het was oppervlak-
ren uitgelegd en'een aantal negers kig beschouwd, immers doodnatuur-
lienen af en aan met groote trossen lijk, dat de weinige blanken in deze
bananen op het hoofd, balen saamge- afgelegen streek elkaar attenties be-
nakt groen dat als veevoeder werd wezen.... Maar gezien m het licht
gebruikt en bundels suikerriet. Het van zijn gesprek met Jack waren de
faden van het s«ieepje bracht leven goede zorgen van Eulalie hem wel
en vertier in het anders zoo stille ne- zeer onwelkom, hoewel hij ze uit ge-
j woonte langzamerhand als vanzelf-
Morrence betrad een van de loop- sprekend had geaccepteerd en hij
planken en drukte Harrel stevig de zichzelf moest bekennen dat hij het
j 'op prijs stelde, als zijn vrijgezellen-
ia— Denk nog maar eens goed over woning er een beetje huiselijk uitzag,
mijn voorstel, zei hij tot afscheid. Je Toen hij langs het klooster reed,
moet een weekje bij me komen logee- stelde hij zich onwillekeurig de vraag
ren voor de mailboot vertrekt. of hij dr. Meillet weer spoedig bij zich
Dat kan ik ook wel doen, zonder zou zien. Er waren weer veel geval-
dat ik naar Engeland ga, antwoordde len van koorts, had hij gehoord, maar
Harrel met e«n nauwelijks verborgen hij had er niet aan gedacht om den
raad van den ouden dokter op te vol
gen en als voorbehoedmiddel kinine
te nemen, want hij had in al dien tijd
dat hij nu hier was, nog niet den
lichtsten aanval van koorts gehad en
was overtuigd dat deze minder een
gevolg was van de muskieten, dan wel
van de verregaande onzindelijkheid
in de negerwoningen. En in dat op
zicht liet L'Opale niets te wenschen
over. Hij rekende zichzelf dan ook
volkomen veilig.
Terwijl hij langs den uitersten rand
van zijn bezittingen reed, zag hij op
nieuw met voldoening, hoe groot het
verschil was tusschen den tegenwoor-
digen toestand en dien van anderhalf
jaar geleden. Hij begon langzamei-
hand 'te gelooven dat de plantage met
enkele jaren een winstgevend bezit
zou worden, gezien de resultaten, die
hij nu reeds had bereikt. Een vergroo
ting van zijn terrein met een paar
stukken weidegrond zou niet onvoor-
deelig zijn, bedacht hij. Misschien kon
hij wel goedkoop de hand leggen op
een deel van de verwilderde gronden
van Le Saphir!
Terwijl hij zoo, verdiept in toe
komstplannen voortreed, werd zijn
aandacht plotseling door iets zonder
lings getrokken. Op het eerste gezicht
leek het alsof iemand de wei, waar
zijn ponnies meestal graasden, had
willen herschapen tot een inrichting-
op-groote-schaal tot het drogen van
wasebgoed
Een aantal bamboepalen waren,
niet ver van de haag, in den grond
gedreven en vormden een ruw vier
kant. De palen waren door lijnen met
elkaar verbonden en daaraan bungel
den, aan dunnere touwtjes, oude so-
da-waterfleschjes, gevuld met rose
vocht.
Wordt vervolgd.
et Zuiden,
^aalwiibsciie en LangstraatscÈe