II ECHO VIN SET MN. r^f^f^fnrn Bi) Pijnen fjo, 44. Zaterdag 30 Mei '31. 54e Ji'g. TWEEDE BLAD. Schetsen over Waalwijk en Omstreken. De legende van Nijenrode. door J. van der Hammen Nicz. I. Iedereen in de Langstraat kent het in het land van Heusden gelegen ge hucht Doeveren, thans onderdeel van de burgerlijke gemeente Eethen en vóór het graven van den nieuwen Maasmond (Verlegde Maas) kerkelijk met Genderen vereenigd. Zelfs iedere aankomende knaap of ieder aanko mend meisje wist een 30-tal jaren ge- leden te vertellen, dat daar de kerk den toren miste, maar dat er toch een oude torenklok aanwezig was, die in eenen boom hij de kerk hing en bij voorkomende gelegenheden werd ge luid. De geschiedenis of afkomst van die eeuwen-oude klok is niet geheel be kend. Aan haar opschrift alleen weet men, dat zij aan Maria, de Moeder God's, was toegewijd; ook beweert men, dat zij uit een lang vergeten Doe- verensch klooster moet afkomstig zijn, dat eenmaal stond op de tegenwoordi ge kloosterweide te Doeveren, en dat zij later toen het klooster te niet ging werd gehangen in de Doeve- tensche parochiekerk. Deze laatste bewering is geheel waar. Menigeen zal echter met be vreemding vragen: Wat\ heeft Doe veren ooit een parochiekerk bezet ent En ik antwoord: Wel zeker Een ieder weet, dat het stadje Heusden een zeer oude plaats is, min stens 300 jaren ouder dan 's-Herto- genbosch. En als ik hier nu bijvoeg, dat Doeveren - dat nietige Doeveren- niet veel minder oud is clan Heusden en reeds lang voor het jaar 1000 als Durfos wordt genoemd, dan zal ver moedelijk menigeen wel een weinigje eerbied voor dat plaatsje krijgen, denk ik. Bewijzen zijn voorhanden, dat Doeveren eenmaal, in de 14e en tóe eeuwen, 'n vrij aanzienlijk en wel- diiiend handelsplaatsje was, waar ve le schepen aan-, af- en voorbij voeren. De schuld van zijn verval is voor een voornaam gedeelte de verschrikkelijke St. Elisabethsvloed van 18 op 19 No vember 1421, die den toestand van het Oude Maasje, waaraan Doeveren was gelegen, geheel in zeer ongunsti- gen zin veranderde. Geen wonder mag het dus heeten, dat Doeveren al vroeg eene parochie kerk bezat, stellig kort na 1421. Vol gens een handschrift uit het laatst der 18e eeuw, geschreven door een vrij goed ontwikkeld Doeverensch of Gen- derensch ingezetene van dien tijd, stond zij op de plaats, waar het tegen woordige Doeverensche „fort" zich bevindt, dat is dus even buiten Doe veren, op den hoogen dijk, die naar Oudheüsden en Drunen leidt. In den loop der eeuwen werd deze kerk door die van Heusden met wallen omringd en met eene schans versterkt, ten ein de alzoo de groote uitwateringssluis te Doeveren te dekken. Dat bracht voor het gebouw zijn voor-, maar ook zijn nadeel mede. Het was nu gevrij waard tegen overstroomingen, doch moest de woede des oorlogs te meer verduren. Omstreeks 1790 verkeerde de oude parochiekerk echter in zulk een bouw- valligen toestand, dat ze in 1793 door de „ingenieurs" voor het gebruik ge vaarlijk verklaard en afgekeurd werd. De laatste dienst er in geschiedde den 17 Februari 1793 door Ds. Jonkers. Toen werd ze afgebroken. De banken en stoelen werden door den kerkmees ter Hugbert Boll, bijgenaamd de gou den Boll, uitgedragen, maar werden verbrand door Fransche soldaten, die destijds Heusden en omstreken zeer onveilig maakten. Ditzelfde geschied de met den predikstoelniet door Fransche, maar door Hollandsche krijgslieden. Kort daarna werd de klok in den lindeboom bij Arien Boll gehangen, waar ze ruim 100 jaren hangende is geweest het laatst bij den thans nog levenden vijf en negen tig jaar ouden heer Jan Boll als een eerbiedwaardig overblijfsel uit den romantischen tijd der Middel eeuwen. Bij het bouwen van den nieuwen toren aan de kerk een paar tiental len jaren geleden heeft men ze, naar ik meen, daarin overgebracht. Wie lust heeft een blik te slaan op den toestand dier oude parochiekerk in de tweede helft der achttiende eeuw, neme de moeite my maar eens te bezoeken: ik bezit een mooie treke ning er van, van 1775, in koper ge graveerd door H. 'van der Meer naar eene schilderij van H. Kobell. Wanneer wij nu van Doeveren uit, over den hoogen „zeedijk" niet den Zuider-Maasmonddijk eene wan deling doen naar Oudheusden of Dru ilen, dan zien wij even voorbij de hiervoor genoemde groote uitwate ringssluis, dus op Oudheusdensch grondgebied, eene plek gronds bezui- en vele ongesteldheden, zullen U de hier genoemde genezende en pijnstillende Hijnhardt's Poeders spoedighelpen: Mijnhard t'sHoofdpijnpoeders Kiespijnpoeders.Verkoudheidspoeders. Hoestpoeders. Rheumatiekpoeders. Maagpoeders. Pijnstillende poeders. Op poeders en doos staat de naam Mijnhardt. Let bij het koopen hierop! Prijs per poeder 8 ct. en per doos 45 ct. Verkrijgbaar bij Uw drogist. dendijks, gelijkend op een afzonder lijk klein poldert je, toebehoorende, naar ik meen, aan de familie Boll te Doeveren. Het heeft een ietwat ron den vorm, was vroeger eene hoogte, werd geslecht en grootendeels door eene kade omringd, en wordt nu als wei- en hooiland gebruikt. Dit is een klassieke plek. Daar stond eenmaal de aloude burcht „Nijjenrod'e" of „Nieuwrode". Bij het slechten van dien hoogen bodem, in den loop der 19de eeuw, kwamen de uitgestrekte fondamenten weder te voorschijn. De toenmalige predikant van Heus den, de heer C. W. Pape, die veel be langstelling koesterde en wist te wek ken voor de geschiedenis dier stre ken en in 1850 een gedicht in het licht gaf omtrent het kasteel „Nijen rode", heeft meermalen de grondsla gen van dien oudtijds zoo beroemden burcht gezien. Aan de hand van dat gedicht wil ik beproeven in het tweede gedeelte van dit opstel iets mede te deelen over de minder algemeen bekende sage van Nijenrode. Knip liep niet zoo blij naar huis, Droomend ging hij langs de straat, 'k Zou wei willen meegaan, Maar ik vrees dat het niet gaat. En toen Knip weer thuis kwam, En hij rustig lag in bed, Leek die reis naar verre landen, Hem niet meer zoo'n groote pret. Maar dacht hij, als ik niet meega, Ben ik bang, dat Knap, mijn vriend, Mij, zooals hij meer gezegd heeft, Weer een echten sukkel vindt. (Wordt vervolgd.) Zonder schriftelijke toestemming is eenige overname uit deze rubriek verboden. DE WONDERREIS VAN KNIP EN KNAP. Knip had goed naar Knap geluisterd, En het plan stond hem wel aan, Met hun beiden op een zeereis, Eens de wereld in te gaan. •Knap", sprak hij, „ik vind het prachtig. 1 Plan dat jij hebt uitgedacht, Maar toch wil ik er over denken, Dezen avond en vannacht. Morgen spreken wij wel verder". .Goed", zei Knap, „tot morgen dan. kom voor schooltijd je wel halen, Morgen, en zoo vroeg het kan." Snel om niet te laat te komen, Gingen huiswaarts Knip en Knap. Kiap, die het plannetje bedacht had, Gep met opgewekten stap. Lang lag Knap in bed te tobben, Duurde lang, voordat hij sliep, Ln al heel vroeg was hij wakker, Lang, voordat zjjn vader riep. I Plan zal zekér wel gelukken, Maar ik duif 't alleen niet aan. Als die Knip nu maar eens flink is, fcn besluit om mee te gaan. No, dat zal ik morgen hooren, '°l zoolang gewacht dus maar, Ln we maken dan als 't goed gaat, m°fgen het plan wel verder klaar. INGEZONDEN STUKKEN. Buiten verantwoordelijkheid der Red HET VRAAGSTUK: DE BESTRIJDING DER MANNELIJKE WERKELOOSHEID EN DE VROUWELIJKE ARBEID IN DE FABRIEK. 2e Deel. 3e Hoofdstuk. In verband met verschillende vra gen die in hoofdzaak op vakonderwijs betrekking hebben, nam ik het 3e hoofdstuk van het 2e deel terug ter reorganisatie,- waardoor het 4e en 5e hoofdstuk voorrang kregen. Ik zal een overzicht geven omtrent enkele aanleidende oorzaken die het vakonderwijs ongunstig beinvloeden en wijzigingen voorstellen, die tot voordeel van het vakonderwijs zullen kunnen worden toegepast. Hopende daardoor verschillende vragenstellers te bevredigen en bij te dragen tot be tere inzichten omtrent het vakonder wijs, dat noodzakelijk is voor het aan passingsvermogen der schoenindu strie. Door ontwikkeling der beoefe- Het autotochtje van Llentje- Liesje-Lotje. Op zekeren zomerochtend kwam Marietje Groen juichend den tuin van Lientje Liesje Lotje in hollen en riep: „Ga je vanmiddag met moeder en mij mee met de auto? Wij gaan ergens buiten in het bosch spelen". Lientje Liesje-Loije vroeg naar alle verdere bijzonderheden en ging toen naar binnen, zocht haar moeder op en vroeg of moeder het goed vond, dat zij'meeging. Moeder vond het natuur- lijk goed en opgewonden liep Lientje- Liesje-Lotje naar Marietje om haar te bedanken voor de uitnoodiging en te zeggen, dat zij heel graag mee wilde. Precies om twee uur zou Marietje haar komen afhalen. Nu, dat was me wat. Lientje Liesje-Lotje kon haast niet eten van blijdschap. Moeder streek haar mooiste jurk even op, vroeg of zij een schoone zakdoek had, strikte een prachtig lint in haar en juist toen Lientje-Liesje-Lotje heelemaal klaar was. ging de toeter van de auto. Vader, moeder, oom Wim en tante Ans alle maal liepen zij mee tot aan de voor deur om Lientje Liesje-Lotje te zien vertrekken. Toen zij in de auto zat en men eikaar had toegewuifd, zette de auto zich in beweging en was spoedig uit het gezicht verdwenen. Marietje's moeder zei, dat zij naar het bosch zou rijden, ongeveer een uurtje van hun huis verwijderd. Dat vonden de twee meisjes heerlijk. Lientje Liesje-Lotje was daar vroeger eens een keertje geweest met haar andere vriendinnetje Suze, die bij haar aan den overkant woonde en haar vriendje Jan, die naast haar woonde. Er was op den weg allerlei wonderlijks te zien Eerst zagen de kinderen een paar patrijzen op vliegen, toen hupte er een konijntje over den weg en langs een boerderij rijdende, wilde een bruine kip plotse ling voor de auto den weg oversteken. Mevrouw Groen stopte even om haar te laten passeeren en toen kwamen er van achter een haag een stuk of twaalf kuikentjes te voorschijn De moederkip kakelde angstig om haar kindertjes te roepen en pas toen ze allemaal bq haar waren, verdween zij met hen in een opening in de heining, Lachend vervolgde Mevrouw Groen met de kinderen haar weg. Nog wat verder zagen zij plotseling een groote autobus op den weg staan en daaromheen een heele massa kleine meisjes, met een dame, die wel een onderwijzeres kon zijn. Mevrouw Groen zag opeens, dat de chauffeur van de autobus onder den wagen lag Weer stopte zij en vroeg wat er aan de hand was en of zij misschien ergens mee kon helpen. De dame trad naar de auto toe en vertelde, dat zij onderwijzeres was en met haar heele klas uitgenoodigd was op een buitenpartij, een kwartiertje daar vandaan, toen opeens de autobus was blijven stilstaan en nu niet meer in beweging te krijgen was. Mevrouw Groen keek haar meisjes eens aan en vroeg haar toen: „Wat zullen we doen, naarsnaar ontwikkeling der indu strie. Dit moet de leuze zijn van allen die bij die industrie belang hebben. Voor circa 30 jaren bestonden reeds de avondvak- en teekenscholen in Waalwijk, en de Zondagsteekenscho- len voor het Patronen maken. Verder werd het schoenmaken op den werk winkel en het patronenmaken bij pa troons en meesterknechts aan huis geleerd. Het was in den overgangstijd van handwerk naar de machinale fa bricatie, in den tijd van de wegster vende winkelnering en den werkwin kel. Het is slechts dertig jaar geleden, wat een verschil: „het heden" en het „verleden", de toestand van toen en thans. De werkplaats was in vele gevallen nog winkel en de winkel in vele ge vallen „het bestaan" van den patroon, die niet aan zijn schoentjes won, doch aan zijn ruilhandel, 't Was toen slecht, in vergelijking bij thans. Slecht voor de patroons, en slecht voor de arbeiders. Uit dien toestand is ook een betere geboren en hij kan eenieder ten prikkel zijn, om mede te werken „uit den thans heerschenden crisistoestand" een betere toekomst te doen herboren worden. Het is te hopen! In verhouding tot heden was het aanleeren van het vak lang niet zoo veel eischend, door den eenvoud van de destijds gangbare artikelen en de in vergelijking met thans zeer geringe eischen die de handel toentertijd stelde. De hedendaagsche wisselingen op het gebied van modellen, snits, kleu ren, variatie's, als het gevolg der mo degrillen, de bijzonder hooge eischen, die aan den pasvorm, de afwerking, en den handel gesteld worden, zijn zoo ontzettend verschillend, en vra gen zoo'n bijzondere aandacht, dat ik het ten hoogste tijd acht, dat het in den verloopen tijd gevormde vak school-onderwijs langs de geheele lijn herzien wordt. Het vakonderwijs dient aangevuld te worden met handelsonderwijs, en het vakonderwijs dient in Noordbra bant voor de Machinale Schoenindu strie gespecialiseerd te worden. De leermethodes dienen omgezet te worden en de leerlingen behooren naast het onderwijs in de vakschool, in de industrie werkzaam te zijn. Zie daar de grondslag voor mijn verder betoog. Het zal velen „veeleischend toeschijnen, doch wanneer men op de hoogte is, juicht men het toe. Vak- en Handelsonderwijs. Het vakonderwijs vormt, zoowel als handelsonderwijs, een grondslag voor de toekomst der leerlingen. Het spreekt vanzelf, dat de leering van 't willen wij de kinderen naar het tuin feest brengen en niet naar het bosch gaan of ze hier laten staan en wei naar het bosch gaan"? Tegelpertljd antwoordden de meisjes „De kinderen naar het tuinfeest brengen". Lachend keek Mevrouw Groen de onderwijzeres aan en vroeg„Met hoeveien bent u „Met ons tienen, ik meegerekend", antwoordde zij. „Welnu, laten we pro- beeren of ai de kinderen bij elkaar achterin kunnen en komt u dan naast mij zitten". De kinderen maakten zich ieder natuurlijk zoo klein mogelijk en hoewel zij soms op eikaars teenen trapten waren ze zoo blij, dat zij nu toch naar het tuinfeest konden gaan, dat niemand een kreet van pijn uitte. Maar hoe zij het ook probeerden, een der kinderen kon met geen mogelijk heid meer achter in, ja, wat moest er nu gebeuren Maar gelukkig nu wist de onderwijzeres raad en nam het eene meisje op haar schoot. Heel voorzichtig reed Mevrouw Groen nu naar het huis waar het feest zou worden gegeven en een kwartiertje later stopte zij voor den ingang van den tuin. Vlug klom- men al de kinderen uit de auto. De Mevrouw, die het feest gaf, kwam naar bulten en toen zij hoorde, wat er gebeurd was en hoe Mevrouw Groen al haar kleine gasten had geholpen, vroeg z]j haar binnen te komen en bij ïaar thee te komen drinken, dan kon den de twee meisjes Marietje en Jentje Liesje-Lotje een paar spelletjes met de kinderen mee doen. Mevrouw Groen nam de uitnoodiging aan en zei tegen de meisjes, dat zij een uurtje mee mochten spelen HeerlljK vonden zij, dat en toen Mevrouw Groen einde lijk met Marietje en Lientje Liesje- Lotje startte, kwamen ze niet uitge praat over den heeriqken middag, dien zij gehad hadden. Oplossingen van de vorige week. 1 Van uitstel komt afstel. 2 Radio Baarn Adder Lenie Cacao vak voorop dient te staan, doch dat men de handelskennis, die even nood zakelijk is als de materialenleer, als een der bijbehoorende vakken in het leerprogram dient op te nemen. Lo gisch ligt daarin- tevens opgesloten, dat den lijd die aan het vak en aan den handel in een cursus besteed wordt, afhankelijk is van het doel wat men in één cursus zoekt te be reiken.. Ik wil ter nadere verklaring der noodzakelijkheid, wijzen op hetgeen in de kringen der industrieelen is waar te nemen, om welke reden ik de C.W.S.-cursussen voorstelde. Er zijn fabrikanten met de vleet, die noch speciaal vak-, noch handels onderwijs genoten hebben, waarvan zij heden ten dage het gemis gevoe len, hetgeen van invloed is op hun streven. Uit de jeugd van heden groei en de fabrikanten, de fabrieks- en af- deelingsleiders voor de toekomst. Als de eischen over 20 jaar zooveel hooger zijn, dan thans vóór 20 jaar, dan vraag ik ieder weldenkend mensch, wat denkt U over de gege ven „stelling". Men kan er eens over denken, ik heb de zekerheid dat het noodzake lijk is. Aan de mogelijkheid valt niet te twijfelen, wanneer men toch reor ganiseert in ander opzicht, kan men daarmede rekening houden. Het vakonderwijs gespecialiseerd voor de Machinale Schoenindustrie. Voor Noordbrabant heeft de hand en maatschoenmakerij afgedaan. Slechts enkele kleinbedrijven vin den in die richting nog werk, doch om het Grootindustrieel belang te be vorderen, dient men in de vakschool het aanleeren van het schoenmaken te wijzigen. Bij het onderwijs in de vakschool drijft het handwerk nog boven, wijl, het ligt er dik op, bin nenzool klaarmaken voor dat werk en het binnennaaien, evenals het af- lappen, veel te zwaar is voor jongens van 1415 jaar. Niet dat zij het niet kunnen leeren, het is een feit, het kan, doch het eischt te veel tijd van den leeraar en ook van den leerling. Het is aldus, omdat het anders kan, niet economisch. De economie dient in de school ook een rol te spelen, het is een eisch des tijds. Wanneer het 't aanleeren van het ondèrwerkmaken betreft, kan men gemakkelijker binnenzoolen klaar maken voor gepend of doorgenaaid werk, dan voor binnengenaaid of omgekeerd werk. Het is om geen en kele reden noodzakelijk in een vak school veel handwerk te maken, als de toekomst dit als bijzaak inhoud. Het binnennaaien en aflappen dient ONWEERSBUI Nederland Wegwijzer Eveline Elburg Rolde Saar Ben Ut I Nieuwe Raadsels. 1 Ik ben een spreekwoord van 36 letters 9—1—8—3 lichaamsdeel 15-2—14 vrucht 26—6—14—17 kleedingsluk 7—5 hond 31-13—16-12 getal 20-101119 niet „goedkoop" 21-28—33—23 jongensnaam 18—24—25 lidwoord 22-27—30—35 ontkenning 36—34 lidwoord 21—29 soort van slede 32—10 verkorte jongensnaam 2 Van onder naar boven en van links naar rechts ben ik iets, wat men ver telt na een reis. x medeklinker xxx telwoord xxxxx verzendt men met de post xxxxxxx hoofdstad van België xxxxxxxxx insect xxxxxxxxxxx het gevraagde woord xxxxxxxxx verticaal xxxxxxx krijgt men als er iets grappigs is xxxxx vrucht xxx vlug. snel x medeklinker Vorm uit onderstaande letters een plaats in Nederland: GERTSBOHNOESCH

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1931 | | pagina 5