Toegewijd een Hendel» Industrie en Gemeentebelangen»
9
Defiemeenteraadsuerkiezing.
m
ID.
f
P
HUP» Wij vragen hiervoor Uwe volle aandacht
n,
1 NUMMER w.
ronl<en
Pil!
badei
ZATERDAG 6 JUNI 1931.
54e JAARGANG.
'en
eti
iet da
enedei
lat i
assenei
;tefdatuj
jas
kindgj
linkers]
nisdrijl
sche!0'
sgs i
reati
cent
in
en.
as
>26
!ad
Dit blad verschijnt
WOENSDAG en ZATERDAG.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz.
franco te zenden aan den Uitgever.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco p. post door 't geheele rijk 1.40.
UITGAVE:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38.
Telegr.-AdresECHO.
Prijs der Advertentiên:
20 cent per regel; minimum 1.50.
Bij contract flink rabat.
Reclames 40 cent per regel.
Advertentiên moeten Woensdag en
Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur
in ons bezit zijn.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
DRIE BLADEN.
EERSTE BLAD
Van geachte zijde zendt men ons
naar aanleiding van onze artikelen
over bovengenoemd onderwerp, de
volgende objectieve beschouwing
Geachte Redactie.
Ik had gehoopt, dat in de artikelen
in Uw blad verschenen bertreffjnde de
gemeenteraadsverkiezingen ook aan
dacht zou worden gewijd aan de z g.
Incompatibiliteiten, met andere woor
den aan de vraag, welke betrekkingen
zijn met het lidmaatschap van den
gemeenteraad onvereenigbaar
Het lijkt me speciaal voor Waal-
gewenscht, om althans één
dezer gevallen onder de loupe te nemen
nml. dat genoemd in art. 25. letter h,
oud 23, letter i) der Gemeentewet
onderwijzers voor het lager of middel
baar onderwijs". Speciaal voor Waal
wijk, omdat het een niet beantwoorde
vraag Is of de heer Ir. v. d Waerden,
Directeur van de Rijksvakschool, wet
telijk Hd van den Raad wezen kan.
De Commissie uit den tegenwoordigen
Raad, die tot taak krijgt het onderzoek
der geloofsbrieven, zal bij eventueele
beoordeeling of de heer v. d Waerden
kan worden toegelaten, niet zonder
meer, tot toelating of niet toelating
kunnen adviseeren Merkwaardigerwijze
deed 'n vroegere. Commissie dit wel.
Waar twijfel bestaat moet 'n hoogere,
de hoogste instantie beslissen.
In het volgende heb ik getracht 'n
objectieve beschouwing omtrent het
geval te geven. Buiten bespreking blijft
natuurlijk of deze incomptabiliteit
staatsrechtelijk gemotiveerd is.
Nu ter zake,
De Grondwet kent in art. 195 slechts
het algemeen vormend lager— en
middelbaar onderwijs en het voor
bereidend hooger onderwijs. Het nijver
heidsonderwijs wordt niet vermeld,
waaruit zou kunnen volgen óf dat het
niet bestaat of dat het onder een der
genoemde soorten van onderwijs valt.
Het eerste is 'n ontkenning der feiten,
dus moet het vallen onder het tweede.
De geschiedenis van de nijverheids-
onderwijswetgeving wijst in dezelfde
richting. Vóór de afzonderlijke regeling
in de Nijverheidsonderwijswet was het
een onderdeel van het Middelbaar
Onderwijs. Art. 1 Wet van 2 Mei 1863
Staatsblad 50 (Middelb. Onderwijswet)
deelde alle vakken bij het Middelbaar
Onderwijs in, welke volgens deze wet
werden onderwezen aan de scholen,
waarover zij zich uitstrekte. Krachtens
Art. 13 hoorden daartoe ook de Nijver
heidsscholen. Blijkens Kon. Besluit van
1 Dec. 1917 heeft de Kroon eveneens
het standpunt ingenomen, dat de vak
scholen voor het ambachtsonderwijs
gerekend moeten worden te behooren tot
de scholen voor Middel. Onderwljs.(*)
De uitbreiding van het nijverheids
onderwijs maakte regeling noodzakelijk
bij afzonderlijke wet. De Nijverheids
onderwijswet zou dus kunnen worden
beschouwd als een uitbreiding bij
aparte wet van de Middelb Onderwijs
wet. Volgens deze redeneering zou
derhalve het nijverheidsonderwijs nog
zijn Middelb. Onderwijs, echter met
deze restrictie, dat b.v.b. de ambachts
scholen, op grend van Art. 1, derde lid,
der Nljverheidsonderwijswet ook kun
nen zijn voor lager onderwijs.
Ook Oppenheim (le deel 5e druk
bldz. 218) is van oordeel dat het
nijverheidsonderwijs gedeeltelijk lager,
gedeeltelijk middelb. onderwijs is te
noemen.
Gelet op de geschiedenis van het
nijverheidsonderwijs zouden er dus
redenen aanwezig zijn om aan te ne
men, dat onderwijzers en leeraren bij
bedoeld onderwijs, op grond van art.
25, letter h der gemeentewet geen lid
van den raad kunnen zijn.
Er is evenwel ook plaats voor een
tegenovergestelde opvatting. Deze is
gehuldigd door Gedeputeerde Staten
van Zuid-Holland. In hun beslissing
van 4 April 1923, ontkenden zij, dat
het nijverheidsonderwijs is aan te
merken als lager of middelb. onderwijs,
op grond, dat art. 23 sub i der (oude)
gemeentewet het nijverheidsonderwijs
niet uitdrukkelijk noemt en de uit
zonderingen als zoodanig strikt moe
sten worden geïnterpreteerd. Een lee-
raar aan een school voor nijverheids
onderwijs moest volgens die beslissing
wel als Hd van den raad worden toe
gelaten Ook gedeputeerde Staten van
Friesland huldigden die opvatting.
Schijnbaar heeft de Regeering een
zelfde standpunt ingenomen. Immers
in het oorspronkelijk wetsontwerp tot
herziening der gemeentewet, zooals
dat in 1928 werd ingediend, werd
voorgesteld in art. 23, letter 1 uitdruk
kelijk het handels- en nijverheids
onderwijs te vermelden. Daarbij be
hoorde de volgende toelichting
„Voor de onderwijzers bij het han
dels- en nijverheidsonderwijs geldt
dezelfde reden tot uitsluiting van het
raadslidmaatschap als voor hun col
lega's bij het lager en middelbaar
onderwijs."
Toen tijdens de schriftelijke behan
deling de regeering art. 23, letter 1
schrapte, bracht de heer de Wilde het
geschrapte als amendement weer in
de wet.
Bfj de toelichting van zijn amende
ment zeide hij„Met opzet heb ik
niet voorgesteld om er ook de onder
wijzers bij het nijverheidsonderwijs bij
te betrekken. Dat is een uitbreiding
Naast de bovengenoemde eerste
conclusie, volgt uit het laatste gedeelte
van mijn betoog, dat als we aannemen,
dat het nijverheidsonderwijs een geheel
afzonderlijke tak van onderwijs is.
welke noch met het lager, noch met
het middelb. onderwijs eenigen samen
hang heeft, art. 25, letter h, niet van
toepassing is voor leeraren bij het
nijverheidsonderwijs.
Tot slot, wil de gemeenteraad wer-
keiqk een behoorlijk onderzoek van
geloofsbrieven, dan zal bij eventuëel
onderzoek der geloofsbrieven van den
heer v. d. Waerden in dit twijfelachtig
geval een beslissing in hoogste in
stantie gewenscht zijn.
Wij zouden er nog op kunnen
wijzen dat de door den Raad zelf be
noemde Commissie van Toezicht op het
middelbaar onderwijs ook de vakschool
bezoekt en haar rapport over deze in
stelling uitbrengt aan den gemeente
raad, die haar dus ook blijkbaar als
een middelbaaronderwijsinrichting
beschouwt. RED.
'si
een waardevolle circulaire, waardoor U in het bezit zult kunnen komen van 100— terwijl bovendien
nog een bedrag van minstens £500.— aan prijzen voor U bestemd is.
Dagelijks expositie NEDERLANDSCH FABRIKAAT. - Opening der Reclame-Week door herauten,
Concerten, Turnfeesten, Kinderfeesten, - Tot slot GROOT VUURWERK. Be. Uitvoerend Comité.
jgen
eed,
/ij in
:chts
aalwpsclie en Langstraatsche Conranti
ji
jen
in
ip:
f\
De Posl bezorgt
een dezer dagen bij D