Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen;
Logisehe putting.
De Beste Reclame
KAREL DE MOL.
Vo
Voor.
onze cliënten spreken.
Winkelnieuws.
FEUILLETON
M3Ï5
Mol
Gaat
ZATERDAG 17 OCTOBER 1931
54e JAARGANG.
i Een Koninklijk voorbeeld.
Toen de Koningin onlangs het jaar-
officieel bezoek bracht aan
iastte zij alle o ficieele
h'Hsilerdain.
vangsten, diners en bais af, in
n do! srband met de tijdsomstandigheden,
te i inu weer kwam uit Den Haag het
[•richt, dat deze versobering in den
[dienst ook voor den geheelen a.s.
Ier zou geldenofficieele heffeesten
Jen derhalve voorloopfg niet plaats
iden.
koninklijk gebaar vali inderdaad
ji te waardeeren, het is een
voorbeeld, dat door alle
onderdanen van Hare Majesteit
te worden gevolgd. Maar dan
zooals het is bedoeld. Dat om-
7Ï ent die bedoeling bij sommigen mis-
ulling bestaat, is ons reeds enkele
gebleken.
Hen verstaat ze mis, die koninklijke
Wrfitujen. Het is heel verstandig,
degenen die zwaar getroffen zijn
dezen crisis en nauwelijks genoeg
stomen hebben om rond te komen,
uiterste zuinigheid betrachten Dat
uilen ze echter vanzelf wel moeten
Iden drang der omstandigheden ze
oorsle%uden het dus ook wel zonder konink
voorbeeld doen. Maar beteekent
een uitkomst in den huidigen nood,
s ook zij, die nog wat meer te missen
lebben dan wat noodig ts voor levens-
Soliditeit ln alles
Is het fundament
Waarop wij bouwen.
MOL Is ook voordeellger,
MOL blijft goedkooper.
lierhoud, extra—zuinig gaan doen,
2 nwijl duizenden, ja millioenen onzer
dien: misken naar de gelegenheid om iets
Iverdienen, om met arbeid hun be-
te verzekeren Neen Onzinnige
itikwlsting is altijd uit den booze,
mar bezuiniging op redelijke uitgaven
&I
kan de maatschappelijke crisis slechts
verergeren.
Wanneer onze Koningin voor den
a s. winter alle hoffeesten heeft afge
last, dan is dat zeer zeker niet, omdat
zij het noodig vindt om aan de le
veranciers. die bij zulke gelegenheden
wat verdienen, dezen keer die inkom
sten te onthouden, al zal dat n'en
déplaise het gevolg er van zijn, maar
omdat het ergernis zou geven om in
een tijd, waarin zoo velen gebrek
lijden, door een kostbaar, mondain en
weelderig uiterlijk vertoon schrille
tegenstellingen te scheppen. Zóó be
zien, houdt het besluit der Koningin
inderdaad een koninklijk, diep men-
schelijk gevoeld, gebaar in, dat navol
ging verdient. Men tarte den nood van
anderen niet door weelde—vertoon,
maar men bezuinige ook volstrekt niet
op overigens verstandige uitgaven
Met een overdreven zuinigheid is
niemand gebaat, ook de polier niet,
want als niet ieder meewerkt om
arbeid en verdienste te scheppen, waar
dat mogelijk is, dan gaan we naar het
bankroet van alle waarden, dus ook
van de gespaarde duiten der angstigen
en vrekkigen.
De meeste maatschappelpe ver
diensten verwerven zij zich. die on
danks de tijdsomstandigheden een
levendigen zakengeest ten toon sprei
den. Reclame maken, concurrentie
aandurven, kooplust wekken, beschik,
baar komende gelden weer economisch
uitgeven, ddt brengt bedrijvigheid
en arbeid; dat wekt moed en ver
trouwen.
Het goede woord.
Het zijn goede woorden geweest,
die mgr. Aengenent te Haarlem tot de
vereeniglng van R.K. Jonge Werkgevers
gesproken heeft. Goed niet alleen;
ook wijs en wonderwel op tfld. Want
wie de uitlatingen moest lezen die
soms van werkgevers zoowel als
van werknemerszljde werden losgelaten,
bekroop de bange vrees, dat er van
lieverlede een verwijdering tusschen
deze twee groepen moest ontstaan, die
niet gemakkelijk meer te overbruggen
zou zijn en dat rog wei in een
tijd, waarvan een kind nog wel beseft,
dat alleen solidariteit redding brengen
kan. Het scherpe woord van den een,
<lö43fca*l&43
haalde het scherpe woord van den
ander en geen van beide scheen in ie
zien, dat bij zoo'n ruzie—toon, de
harmonie tenslotte niet kan voortbe
staan. Mgr. Aengenent heeft op de hem
eigen scherpzinnige en klare wijze, in
verzoenenden toon de wederzijdsche
denkfouten aangewezen en ontzenuwd.
Bijzonder verhelderend moet monseig
neurs definitie over het kapitalisme en
kapitalistische stelsel genoemd worden.
Er was opdit punt een spraakverwar
ring onder onze arbeidersleiders gaan
heerschen, die verwoestend in haar
gevolgen had kunnen zfjn. Hoewel zij
dit als ontwikkelde menschen en goede
katholieken wel niet zoo bedoeld zullen
hebben, begonnen hun uitvallen tegen
de uitwassen van kapitalisme en ka
pitalistisch stelsel te lijken op een
veroordeeling van kapitalisme en ka
pitalistisch stelsel zelf. Dit zou op den
duur bij hun gehoor, hebben moeten
leiden tot het aanvaarden van de zuiver
socialistische leer, die bewust dat
onderscheid verloochent. Het kapita
lisme, Mgr. Aengenent heeft het zoo
duidelijk uiteengezet, is in zich niet
verkeerd. Het behoeft van zelfsprekend
niet gehouden te worden voor een
onverbeterlijk en niet prijs te geven
stelsel, maar voor men het verwerpt,
moet men eerst komen met een nieuw
stelsel, waarvan op afdoende wijze
bewezen is, dat het het oude kan ver
vangen. Wie dit niet doet, is een
roekeloos avonturier, die de geregelde
maatschappelijke orde in levensgevaar
brengt. Het kapitalisme is thans nog
de ingewikkelde machine, die een
geheele wereld kleedt, voedt en van
alles voorziet. Wie die machine ver
nielt zonder een betere klaar te hebben,
veroorzaakt een chaos, die zonder
vergelijking zou zijn. De richtingwij.
De beste reclame die wij kunnen wenschen is die, welke
door den mond onzer cliënten wordt gesproken.
iaalwpschc en Langstraatsche
e Sb
!n bu
nsdaj
lijk A
5
-wi. .1
Dit blad verschijnt
ff OENSDAG en ZATERDAG.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz.
franco te zenden aan den Uitgever.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco p- post door 't geheele rijk 1.40.
UITGAVE:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
DRIE BLADEN.
EERSTE BLAD
i dit
de
I 01
espri
rog
1. dl
het
ng Bil
uitga»
iurgei
Ie bei
oor
'Prijs
gehou
pacbi
van
S i"L-
Telefoon No. 38,
Telegr.-Adres: ECHO.
Prijs der Advertentiën:
20 cent per regel; minimum 1.50.
By contract flink rabat.
Reclames 40 cent per regel.
Advertentiën moeten Woensdag en
Vrjjdag des morgens om uiterlijk 9 uur
in ons bezit zjjn.
n
er it
alfi
'ij:
r«»
te ie
I aai
ende
Kliji
erop
Ig KI
ntvat;
efi i
verli
beril
•andeiii
Mlflï
litedi
-kt, t«
lar ij
achter
ivalla
paa
van it
van „De Echo van het Zuiden".
t Moulin
Uit het Engelsch van
ALFRED WILSON BARRETT.
(Nadruk verboden).
-Ha, ik houd wel van een goeden
zaal» moord. Lees door, meneer Parkijns.
Hat ons alles er van hooren.
De eentonige stem ging voort:
- ken gebroken carrière. Gister-
*i avond heeft een vreeselijke moord
'Mts gehad in het perceel Hatton
Éi Nei» 114. Het slachtoffer is een
ln§ ingenieur, genaamd Geoffery
fgef "r&, die de eerste en tweede verdie-
Ig van bedoeld pand bewoonde.
schijnt, dat een paar minuten
elven in den afgeloopen nacht
'®es Leaker, de portier van het
fruvv, in Meneer Ware's kamer is
,n tornen en daar aantrof een kennis
den verslagene, Wilfred Denver,
jonge man, die naar men ver-
'rai L-tr™'' van goede familie is, hoewel
^Jjj'iden laatsten tijd een leven van
Ui ^'en en uitgaan leidde en dien
((fn%d van de Derby was terugge-
t.iopprd in staat van dronkenschap.
'poviil was *e vee^- Razend gewor-
ïing. J? ^oor die vervelende stem, door
voor gevoelloos opdreunen sprong Den-
dt,;tr iJPen 1-iep luidAannemenAan-
volga-fcnien i
i eeni man> wiens lectuur hij zoo plol-
oepen.v'ng had onderbroken, keek onl-
d dat l
an ver I
toegepa'
n aan i
jesteld I
i de v
oud i
'n Tien
f 625.-,
•ns in de
vestigend,
de P.N.
ielft ver
stemd in zijn richting.
Ja meneer, zei hij( als u me in
de rede valt kan ik niet voorlezen.
Denver wendde zich woedend tot
hem met de woorden:
- Wie voor den duivel heeft je
gevraagd om voor te lezen? Kan je je
mond niet houden?
Gelukkig verscheen op dat oogen
blik een aardig meisje met roode
wangen in de deuropening: Hebt u
geroepen, meneer? vroeg zij.
Denver knikte, nog steeds woedend
naar de verwonderde mannen kij
kend: Ja, ik wou wat eten, zei hij,
wat rustiger, en ik wou wel apart
zitten.
Toen, blijkbaar de niet onnatuur
lijke verbazing van de drie toeschou
wers over zijn optreden beseffende
kwam hij naderbij.
Hebt u het over den moord in
Hatton Garden? vroeg hij en hij poog
de zijn stem vast te doen klinken.
Juist, antwoordde mijnheer
Parkijns, hem nog steeds verontwaar
digd over zijn bril aankijkend.
O, antwoordde Denver, ik ken
Hatton Garden goed. Hebben ze nog
iets nieuws ontdekt?
Neen, zei een van de boeren. Dit
is het ochtendblad. Het avondblad is
er nog niet.
Is er nog niet! Wat zou er in kun
nen staan? Denver was benieuwd.
Wat zou hij niet willen geven orn dat
te weten! Maar wat keken die lieden
hem aan. Wrevelig bezag hij het ge
zelschap.
Vreemdeling hier, maat? vroeg
nummer drie, die tot nog toe niets
gezegd had, een kleine man met een
rond gezicht, wiens verschijning hem
irriteerde.
Ja, neen, ik ken de streek een
beetje.
Zeeman, hé?
Ja.
Waar ga je op af?
Ik ga naar boord.
En waar ligt je schuit, maat?
vervolgde de boer, die niet werd afge
schrikt door de kortheid van Den
ver's antwoorden.
-Ze ligt inmaar zijn ge
duld was ten einde, zijn zenuwen wa
ren op, het was of hij niet meer kon
denken. Het volgend oogenblik zou
hij zich misschien verraden en de
waarheid uitschreeuwen. Hij had er
wel op kunnen timmeren. Wat
gaat jou dat aan voor den donder?
Terwijl hij sprak, kwam het meisje
I weer naar buiten.
Geef me een kaïmer waar ik geen
last heb van die idioten, beval hij en
hij volgde haar, het huis in en liet de
drie sprakelooze dorpelingen achter.
Voordeelige prijzen gezellig winkelen prettige vakkundige bediening,
Koopen is bij ons een genoegen.
lederen middag en avond: RADIO CONCERT?]
HOOFDSTUK XIII.
In de volgepropte kleine zitkamer
i van de „Roode Os" veegde Denver
zich het zweet van het voorhoofd en
begon het vertrek heen en weer te
loopen, het gewonde been meeslee-
pend.
Hij voelde nauwelijks de pijn, wel
ke het hem veroorzaakte of als hij 't
al voelde, dan gaf het hem eenige op-
luchting, omdat daardoor zijn geest
werd afgeleid van de martelende
angst, die hem aangreep. Had hij nu
een stommiteit uitgehaald, vroeg hij
zich af, door zijn booze bui op die
kerels buiten te luchten? Hadden zij
zijn verwilderde blikken opgemerkt,
zijn onnatuurlijken toon, al die ui
tingen van de vreeselijke spanning,
waarin hij verkeerde? Wantrouwden
zij hem en wat deden ze nu daarbui
ten? Als hij dat maar wist en oh,
als hij maar kon rusten.
Een stem naast hem deed hem
schrikken. De kleine dienster van de
„Roode Os" stond naast hem en keek
hem nieuwsgierig, medelijdend aan.
U ziet er moe uit, zei ze.
Denver fronste de wenkbrauwen.
.Maar toen hij zag, dat haar roode lip
pen lachten en haar bruine oogen
vriendelijk keken, deed hij een poging
o;m haar te antwoorden.
Ja, meisje, dat ben ik ook, zei
hij en onbewust keek hij naar zijn
pijnlijken voet.
De oogen van het meisje volgden
'zijn blik.
O, wat is er met uw voet, vroeg
zij.
O, niets, niets, antwoordde Den
ver, die door die vraag weer tot zich
zelf kwam.
Susie zette haar ronde oogen wa
genwijd open. Da's jokkes, u bent
heelemaal kreupel, riep ze uit.
Neen, neen, ik heb vandaag een
heel eind geloopen, verklaarde Den
ver en ik ben doodmoe.
Troostend legde het meisje haar
hand vriendelijk op zijn arm. Nu,
morgen zult u wel weer beter zijn.
O, ja, morgen is het weer in
orde.
Zou je me wat water willen
brengen? vroeg hij met een poging
om te ontkomen aan verdere onder
vraging.
Ja zeker, nog iets anders van
uw dienst?
Krijgen jullie hier de Londensche
avondbladen?
Ja, meestal is er al een om dezen
l tijd.
I Wil je me de krant dan direct
brengen, zoodra ze er is?
Ja, meneer. Toen keerde zij zich
om en ging heen. Toen de deur ach
ter haar dichtsloeg, zonk hij in zijn
stoel neer en legde zijn moede hoofd
op zijn armen.
Hoe lang zal ik dat kunnen vei
dragen? vroeg hij zich af. Hoe laat is
het nu? Zijn oogen zochten de klok.
Ongeveer kwart over acht. Kwart over
acht! En gisteren om dezen tijd was
ik onschuldig. Gisteren om dezen tijd
leefde hij nog en kon ik lachen en
spelen als een dwaas. En nuo,
Goddraai de tijd terug en geef
me den dag van gisteren weer.
Hij richtte zich fluks op, toen hij
een klop op de deur vernam en Susie
weer binnentrad met een dienblad in
de handen.
Kan ik dekken? vroeg ze.
Hij knikte en ging voor het raam
staan om in de duisternis te staren.
De dienster begon zijn maaltijd ge
reed te zetten en bekeek hem onder
wijl met oogen, waarin bewondering
voor zijn flink, kaarsrecht figuur ver
mengd was met verwondering over
zijn stilheid en kennelijk hevige ver
moeidheid.
Omdat hij maar bleef zwijgen, vatte
zij tenslotte moed om hem opnieuw
aan te spreken.
Weet u, zei ze, dat u er heele
maal niet als een zeeman uitziet?
Denver keerde zich plotseling om.
Waarom niet? Waarom denk je
dat? vroeg hij snel, bijna ruw.
Susie lachte en bloosde. Zeelui
zijn altijd opgewekt en vroolijk en
ze willen me altijd kussen, zeide ze.
(Wordt vervolgd).