Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. I FEUILLEÏÜ11 SUMMER 8. WOENSDAG 27 JANUARI 1932. M« JAARGANG. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz. franco te zenden aan den Uitgever. Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25. Franco p. post door 't geheele rijk 1.40. UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-Adres: ECHO. Prijs der Advertentiën: 20 cent per regel; minimum 1.50. Bij contract flink rabat. Reclames 40 cent per regel. Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit zijn. DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN. EERSTE BLAD GEMEENTERAAD. HAARSTEEG—HED1KHUIZEN. De raad der gemeente Hedikhulzen kwam Vrijdagavond bijeen ten raad- huize te Haarsteeg. Voorzitter de Edelachtb. heer J. v. Heereveld. Secretaris de heer G. Bekkers i.s. Aanwezig alle leden. Alvorens tot de agenda over te gaan wenscht de Voorzitter den raad een gelukkig en zalig Nieuwjaar. Hij brengt dank voor de medeweiking en steun die hij in het afgeloopen jaar onder* vonden heeft De huidige toestand op economisch terrein beschouwende moet spr. erkennen dat het er niet zeer rooskleurig uitziet. Inpiaats van ver betering van den toestand ziet men nog steeds uitbreiding der werkloos heid, die groote zorgen baart. Geza menlijk moet dan ook worden onder het oog gezien hoe de lasten voor de werkloozen dragelijk kunnen worden gemaakt. Wat betreft de gemeente— financiën acht spr. het nuttig aan het begin van het jaar een beeld te geven van den omvang van den totalen schuldenlast der gemeente. Deze be. draagt op het oogenblik f 96 351.76 waarvan drukkende schuld f 79 676.76 en vlottende f21 675. Van deze vlot tende schuld komt rente en aflossing terug, van de overige niet. Tegenover deze schulden slaat een bezit van 110 H A. bouw—, bosch— en weiland en 3 ambtswoningen, waar van de waarde onder de huidige omstandigheden weliswaar moeilijk te schatten is. Toch is de schuld door deze bezittingen plm. 27a maal gedekt, zoodat er geen reden tot pessimisme is, hoewel het natuurlijk wel nood zakelijk is dat met beleid gehandeld wordt, temeer daar de belastingen geen voldoende gewicht in de schaal leggen, zelfs niet bij het maximum aantal opcenten. In hoofdzaak moet de ge meente functionneeren uit de opbrengst der gemeente—landerijen. Volgens de volkstelling gehouden bij den ingang van 1931 telde de gemeente 1386 inwoners. In.„1931 vestigden zich 47 personen in de gemeente, 34 vertrok ken, er stierven er 18 en er werden 34 kinderen geboren. Het zielental der gemeente is dus met 29 toegenomen en bedraagt thans 1416. van „De Echo van het Zuiden". Uit het Engelsch van ALFRED WILSON BARRETT. (Nadruk verboden). 44. Sam Baxter haalde, in antwoord op dezen roep, een paar handboeien uit de zak; er speelde een grimmige trek om zijn krachtigen mond. Hij deed 'n paar stappen in de richting van Denver en zei„Prachtig hoor; ik zal den moor denaar van Geoffry Ware arresteeren! Maar met een bliksemsnelle bewe ging veranderde hij van richting en wierp zich op Skinner. Het onverhoed- sche van den aanval, besliste het pleit onmiddellijk ten gunste van den detec tive. Een korte, heftige worsteling, ge schreeuw, 'n paar verwenschingen, en de Spin, knarsetandend en schuimbek kend van woede, voelde zijn polsen Wat 1932 brengen zal ligt nog in een duisteren nevel gehuld. Wij kunnen slechts wenschen dat een verbetering in den huldigen toestand moge intre den. Dat de volkeren elkaar beter gaan verslaan, opdat saamhoorlgheid de plaats van geweld gaat innemen. Dit moet het uitgangspunt zijn van het algeheel economisch herstel der samen leving. Spr. hoopt ook in de toekomsteen- drachtig met den raad te blijven samen werken in het belang der gemeente, opdat spoedig betere tijden zullen aanbreken. Spr. hoopt tenslotte dat Gods zegen de gemeente en hare Inwoners voor- spoed zal brengen. Weth. v. d. Dobbelsteen heeft de mededeellngen over den stand der gemeente met belangstelling gehoord en hoopt dat de uitgesproken wenschen in vervulling mogen gaan, zoodat Hedikhulzen na eentgen lijd weer haar oude plaats tusschen de zuster— gemeenten krijgt. Spr. wenscht den Voorzitter en zijn huisgenooten een gelukkig Nieuwjaar en hoopt dat hij nog lange jaren in het belang der gemeente werkzaam zal mogen zijn. Met deze woorden gelooft spr. de tolk te zijn van de heele gemeente. Gemeentetoren. Betreffende den Gemeentetoren heeft de Voorzitter enkele bijzonderheden gevraagd aan Dr. A. Smits, die heeft medegedeeld dat deze toren in de 12e eeuw in Romaanschen stijl is opge- bouwd. Hij behoort tot de zeldzaam heden van dit gewest. Het Romaansche gedeelte strekt zich uit tot het klokken- huis, het deel daarboven is van veel later tijd, evenals de 8-hoekige kruis- spits. Als de toren goed voorzien wordt, met steun van rijk en gemeente, kan volgens dezen deskundige de toren nog eeuwen meegaan. De Voorzitter heeft nog een schrijven gezonden aan de heeren die indertijd een begrooting voor de reparatie heb ben opgemaakt, doch hierop is nog geen antwoord ontvangen, waarop 3pr. voor stelt dit punt tot de volgende vergade. ring aan te houden. De heer Winkel raadt aan, gezien de ongunstige tijdsomstandigheden, de uiterste voorzichtigheid In acht te ne men, want is men eenmaal met de restauratie begonnen, dan loopen de kosten zoo geweldig op dat belasting- verhooging hiervan wel eens het ge volg zou kunnen zijn. machteloos geklonken in den stalen greep der politieboeien. Vervloekte ellendeling, wat heeft dat te beteekenen? brieschte hij. Baxter trok zijn boord, die in het korte gevecht wat gekreukeld was, recht en glimlachte met sarcastische welwillendheid tegen zijn arrestant. Het beteekent, verklaarde hij be daard, dat je vriend, meneer Henry Corkett, de justitie zijn goede diensten als getuige heeft aangeboden. En gelooft u wat die kerel zegt? siste Skinner. De detective lachte opgewekt. O ja, ik geloof altijd alles wat ze my vertellen vooral als de waarheid er van bewezen is. En wat voor bewijs hebt u dan? Het getuigenis van je andere waar de vrienden, Coombe en Cripps. Dank zy de medewerking van den heer Cor kett, heb ik het heele stelletje te pakken en ze doen allemaal woordelijk hetzelf de verhaal. Is dat genoeg, Spin? Skinner balde zijn geboeide handen tot vuisten. Schooiers! riep hy uit. Ze moesten ze ophangen! Ik denk dat ze dat eerder met jou De Voorzitter zegt dat zeker met dit bezwaar zal worden rekening gehou den, maar door de begrooting te vragen verplicht men zich immers nog tot niets. Spr. verwacht een groote sub sidie van het rijk en ook een flinke som van de provincie. Spr. leest nog een schrijven voor van Ged. Stalen, waarin wordt medegedeeld dat het rijk in de subsidieering moet voorgaan, de provincie betaalt dan ten hoogste 47 pCt. der rijkssubsidie. Ged. Staten wijzen erop dat de toren een sieraad is voor de gemeente. Ook van „Rijks monumentenzorg* is een schrijven ontvangen waarin op de groote waarde van den toren gewezen wordt. De heer Winkel merkt nog op dat ieder die zoo schrijft niet weet hoe arm de gemeente Is. De heer van Hemert zegt nogmaals dat de toren al jaren geleden had moeten worden hersield, dan had men met veel minder kosten toegekomen. Het punt wordt aangehouden. Ingekomen is nog een schrijven van den heer v. Heesbeen, waarin deze zegt niet meer in aanmerking te willen komen voor de betrekking van aflezer der pubticatles. In zijn plaats wordt hiervoor aangesteld de heer van der Heijden. Een verzoek om vergoeding volgens de L. O —wet van de Bijz. Lagere School te Hedikhulzen wordt toege staan. Hondenbelasting. 2. Hernieuwde vaststelling der honden belasting en der legesverordening. zullen doen, Spin, zei Baxter gemoede lijk. Zy zullen er waarschijnlijk heel wat goedkooper afkomen.... Daarop wendde hij zich tot Denver, die, met Nelly naast zich, in spanning en ontsteltenis had toegezien. Meneer Denver, geloof ik? Ja, dat is mijn naam. Ik zal u als getuige tegen dezen man noodig hebben. Denver's blik rustte een oogenblik op Skinner en het was alsof zijn weemoe dige oogen tot in het diepst van de ziel van den ontmaskerden boosdoener drom gen. Een onweerstaanbaar gevoel van medelijden met den verworden schip breukeling op de zee van het leven, kwam in hem op. Ik heb eens in dezelfde omstandig heden verkeerd, zei hij zacht tegen Nel ly, en als de hemel my niet zoo genadig was geweest, had ik nu misschien de boeien om myn polsen. Daarop richtte hij zich tot Baxter. Ik zal komen, wanneer u mij noo dig hebt, maar ik zeg u by voorbaat dat alle gevoelens van wraak my vreemd zijn. Ik verlang niets anders dan mijzelf van blaam te zuiveren. Dat is al gebeurd, verklaarde de Indertijd zijn deze verordeningen opgezonden naar Ged. Staten, deze verzoeken verschillende wijzigingen, de meeste zijn van administratieven aard, terwijl enkele op de tarieven slaan. De heer Winkel is nog steeds tegen de hondenbelasting, waarmede men zich, naar hy meent, veel las! bezorgt. Zoo wijst hij erop dat het moeilijk zal zijn een hond uit een naburige gemeente die toevallig hier loopt te kennen. Daardoor krijgen die menschen die vlak bij Vlijmen wonen een ge makkelijke gelegenheid om door de belasting te glippen. De geheele hon. denbelasting vindt spr. een verkeerd ?y3teem en hij wil dan ook In over weging geven het besluit In te trekken. De Voorzitter wijst erop dat de belasting noodzakelijk is om het geld bij elkaar te krijgen en hij verzoekt den heer Winkel hem andere bronnen van inkomsten aan te wijzen. De heer Winkel ziet hiertoe geen kans Gedane zaken nemen geen keer, anders had hij nog wel wat op de subsidies willen bezuinigen. Spr. blijft erbij dat de belasting onrechtvaardig is. en hij zou hel treurig vinden als sommige menschen deze belasting gingen ontduiken. Na eenige discussie wordt besloten de gewijzigde verordening opnieuw ter goedKeuring op te zenden. 3. Vaststelling ambtenaren-reglement. De voorzitter brengt in herinnering dat indertijd het eenvoudigste regle ment werd gekozen. Hierover is het advies gevraagd van den ambtenaren bond, dfe er in groote lijnen mee accoord ging. Wel werden eenige wijzigingen gevraagd betreffende de rechten der ambienaren, doch B. en W. hebben hiertegen bezwaren, waarom zij voorstellen het reglement in zijn geheel aan te houden zooals het in dertijd is aangenomen. Wordt goedgevonden. 4 Machtiging van B. en W. tot het houden der gewone jaarlijksche ver pachtingen. De heer Winkel kan zich hiermee vereenigen als voor de verpachtingen nog gesproken zal worden over de wijze waarop dit zal geschieden. De Voorzitter zegt dit toe. De machtiging wordt aan B. en W. verleend. 5. Aanwijzing afgevaardigde naar de vergaderingen der waterschappen. De Voorzitter acht het wenschelijk iemand aan te wijzen die op de ver- politie-beambte. Toen wijdde hy zyn aandacht weer aan Skinner, die al zijn geestkracht in spande om zijn gewone, onverschrokken kalmte terug te krijgen en zijn gezicht in de oude onverschillig-brutale plooi te zetten. De detective hukte, raapte den eleganten wandelstok op, dien de gentle- man-misdadiger altijd droeg en stak dien tusschen de geboeide handen. Kom Spin, klonk het toen bruusk, ik wil den eerstvolgenden trein naar de stad nog halen; we moeten vanochtend I nog een bezoek brengen bij Lady Blan che Winter. Bij het hooren van dezen naam wierp Skinner een schuinschen blik op de i handboeien en vroeg: Zijn deze dingen absoluut noodzakelijk? Eerlyk gezegd wel, als meneer er niets tegen heeft. Voordat hij met zijn gevangene naar het hek ging, wendde Baxter zich nog maals tot Denver: Dat is op het kantje af geweest, meneer Denver; uw lot heeft aan een zij den draadje gehangen! Goeden morgen meneer, goeden morgen mevrouw.... Hy nam zijn hoed af en verdween met zijn arrestant. gaderingen der waterschappen als gevolmachtigde der gemeente optreedt. Weth. v. d. Water stelt voor den burgemeester deze machtiging te ver- leenen, waartoe besloten wordt. De Voorzitter neemt onder dank- zegging deze taak op zich. Het is den heer v. d. Dobbelsteen opgevallen dat den laatsten tijd door de polders in 't geheel geen uitkee- ringen meer gedaan worden. Hij ver zoekt den voorzitter hiermede op de volgende vergadering eens flink voor den dag te komen, want er moet toch een misverstand in de polderbesturen heerschen. De mogelijkheid bestaat dat het geld niet doelmatig wordt aangewend, en de ingelanden moeten toch weten waar de gelden der polders blijven. Op dit punt is nog nooit de aandacht gevestigd, en daarom acht spr. het wenschelijk dat een commissie wordt Ingesteld die het bestuur con troleert. Het is spr. opgevallen dat de voorzitter van een eter polders zelfs niet in de gemeente woonachtig li; zooieis moest naar spr. meent toch niet voorkomen. Spr. vertrouwt dat de voorzitter met deze verschillende wenschen zal rekening houden. De Voorzitter zegt toe hierover ie zullen spreken, het was ook hem be kend, dat er den laatsten tijd in het geheel geen uitkeeringen meer werden gedaan. De heer van Hemert gelooft, dat er nu 10°/o op de pachten wordt terug gegeven, doch hij geeft toe, dat er een vaste conti61e ontbreekt. Het is hem opgevallen, dat bij te late betaling geen boete behoeft te worden betaald, van de achterstallige pachten hoort men niets, zoodat de goecen die op lijd hun schuld aldoen voor de kwaden mee betalen. De heer Winkel vindt 't niet zoo erg, dat men geen uitkeeringen doet, als er maar wat beter aan de wegen werd gewerkt. De Voorzitter constateert, dat de polder er op uit Is om zoo weinig mogelijk werk te doen. Nu zijn voor gezamenlijke rekeningen van polder en gemeente de slooten wat opgehaald. Maar spr. vindt het hoog tfld dat ook de polder nu eens met een werkver schaffing begint. Weth. v. d. Water zegt dat het ook hem bevreemd heef», dat de polders zelf geen ontginning zijn begonnen, de landerijen hebben toch alleen de twee laatste jaren minder opgebracht. Hij is van meening, dat men anders maar Wilfred Denver en zijn vrouw staar den het tweetal na de een forsch en breedgeschouderd, de andere slank en elegant die thans voorgoed uit hun leven weggingen. Toen de man, die uit puren, boosaardigen moedwil, een scha duw over hun geluk had geworpen, uit het gezicht was, zochten hun oogen el kaar. Denver breidde de armen uit en Nelly vlijde haar hoofd aan zyn borst. Een heele poos bleven ze zoo staan, ver vuld van een zaligheid en een vrede, waarvoor ze geen woorden vonden. Eindelyk voelde Nelly dat haar man haar uit zijn omarming losmaakte; ze hoorde voetstappen op het grindpad en omkijkend, zag ze Jaikes komen aanloo- pen met een kind aan elke hand; zijn vriendelyk, gerimpeld gezicht een en al zonnige glimlach. Daar zyn de kinderen, liefste, zei de Zilverkoning met eed door tranen verstikte stem. Laten we met ze naar huis gaan.... ik verlang naar huis.... naar het huis, dat ik vier jaar gemist heb. Thuis.... eindelijk.... thuis.... EINDE. De Echo van het Zuiden, Waalwybsche en Langstraatsche Courant* De Ziluerkoning

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1932 | | pagina 1