gimwETOi
•""•Abdijsiroop
Bestrijdt toch
die Bronchitis!
\n
Zaterdag 6 Febr. 1932. 55e Jrg.
TWEEDE blad.
osS IVEEKPRAATJE.
GEMEENTERAAD.
EETHEN.
Openbare vergadering van den raad
der gemeente Eethen, gehouden Dins
dagmiddag te 3 uur.
Voorzitter de Edelachtb. Heer D.
Brune.
Secr. de heer C. A. v. d. Schans.
Afwezig Weth. P. v. d. Beek.
De notulen der vorige vergadering
worden goedgekeurd.
De heer v. Buuren stemde tegen de
notulen en zeide dit te blijven doen
zoolang hij ze niet zwart op wit ter
inzage kan krijgen.
De heer Donken zou ook graag zien
dat de notulen werden thuis gezonden
zooals dit ook vroeger gebeurde.
De Voorzitter antwoordt dat hiervoor
tegenwoordig de tijd ontbreekt. Er zal
dan ook wel niets van komen.
Aan de orde:
1. Ingekomen stukken.
Verslag der Commissie tot wering
van Schoolverzuim. Uit dit verslag
blijkt dat 1931 een zeer gunstig jaar
is geweest. Er is geen enkel geval van
ongeoorloofd verzuim behandeld.
2. Steunregeling.
Van den Ned. Chr. Bouwvakarbel-
dersbond is een schrijven ontvangen
waarin op den crisisnood der ingeze
tenen gewezen wordt. Verzocht wordt
een steunregeling in te stellen voor
uitgetrokken werkloozen en wel zoo
dat een kostwinner f 10 per week krflgt
plus een kindertoeslag van f 1 per kind,
tot maximum f 16, en een kostganger
f8 per week.
B. en W. hebben geïnformeerd naar
de steunregeling in naburige gemeenten
en gelooven dat men tot eenigszins
andere cijfers moet komen als worden
aangegeven, in Heusden zijn de uit-
keeringen resp. f9 plus 50 cent per
kind, en f6 B. en W. stellen voorde
cijfers voor deze gemeente vast te
stellen op 18 plus 60 cent per kind
voor kostwinners, en t5 voor kost
gangers, daar het leven hier goedkooper
is dan in Heusden. Van deze bijdragen
wordt dan 80 pCt. uitgekeerd aan
ongeorganiseerden, daar spr. 't billijk
vindt dat de georganiseerden eene kjeine
voorsprong krijgen.
üe heer Donken merkt op dat de
Voorzitter sprak over goedkooper
wonen dan in Heusden. Spr; gelooft
dit niet en vindt dat de levensstandaard
hier even hoog is. Een uitkeerlng van
t 8 vindt spr. zeer weinig. Met het
verschil tusschen wel en niet georga
niseerden kan hij zich vereenigen.
De Voorzitter wijst erop dat een
kostwinner nog kindertoeslag kan krij
gen. Bovendien is de raad hier zelf
geen baas over, daar de regeling door
den Minister moet worden goedge
kcurd. Waar in Heusden de maximum-
cijfers gelden die werden goedgekeurd,
bestaat de mogelijkheid dat even hooge
cijfers voor deze gemeente zouden
worden afgekeurd, wat voor de werk
loozen de ergste gevolgen zou hebben,
daar zij dan weer des te langer op
een uitkeering moeten wachten. Spr.
houdt vol dat het leven in Heusden
duurder is dan hier. Hier hebben de
meeste menschen een eigen huis en
tuin wat daar niet het geval is. Daarin
zit juist het onderscheid tusschen het
dorpsleven en het leven in een klein
staoje. Men moet een regeling hebben
die door den minister wordt goedge
keurd, en spr. twijfelt eraan of de
minister een hoogere uitkeering als
wordt voorgesteld wel zal goedkeuren.
Donken. Wl) staan hierin toch vrij.
De Voorzitter spreekt dit tegen, want
de subsidie vaH het rijk wordt alleen
dan toegezegd, als de ministerieele
voorschriften worden in acht genomen.
De heer Donken gelooft wel dat
dezelfde cijfers als in Heusden ook
voor deze gemeente zullen worden
goedgekeurd.
Naar aanleiding eener vraag van
den heer van Buuren zegt de Voorzitter
dat slechts een man uit het gezin deze
uitkeering krijgt. Wel is een eenigs
zins gunstiger regeling gemaakt dan
bi) de werkverschaffing, daar hier
slechts 3/4 van het eventueele gezins
inkomen wordt in mindering gebracht.
Spr. wijst er nog op dat er sommige
menschen in de gemeente zijn die
slechts zeer kort bouwvakarbeider ge
weest zijn. Hij vindt het beter dat deze
zich aanmelden voor de werkver
schaffing.
De heer Donken informeert naar de
rijkssubsidie.
De Voorzitter kent deze nog niet,
doch vermoedt dat ze even hoog zal
zijn als bij de werkverschaffing.
De heer Donken stelt voor dezelfde
bedragen vast te stellen als in Heusden,
welk voorstel gesteund wordt door den
heer van Buuren.
De heer O. v. d. Beek meent dat't
voorstel van B. en W. meer kans van
slagen zal hebben, waarom hij dit dan
ook aanbeveelt, opdat er geen onnoodlg
oponthoud zal komen.
De heer v. Buuren vraagt welke
reden er zou zijn om beneden Heusden
te gaan.
De heer O. v. d. Beek zegt dat er
verschil bestaat in den levensstandaard
hier en in Heusden.
v. Buuren. Heusden is toch ook een
plattelandsgemeente. Wij mogen de
mentaliteit van onze menschen ook
wel in oogenschouw nemen. Zij hebben
Voor de Borst"
half uur schafttijd krijgt, zooals dat bij
elke werkverschaffing gtb eurt. Er staan
verschillende huizen waar de menschen
onderdak kunnen krijgen.
De heer v. Buuren zou de menschen
die zoo gastvrij zijn een kleine ver
goeding willen geven.
De Voorzitter heeft hiertegen geen
bezwaar en zal de zaak onderzoeken.
De heer Donken vraagt op den Dijk
te Meeuwen een grintpad te leggen.
Weth, v. d. Schans wil hierover
zich altijd uitstekend gedragen en als 8preken met den voorzitter van den
men beneden Heusden gaat zou dii poI(Jer van Meeuwen Hij vindt het
kwaad bloed kunnen zetten.
De Voorzitter zou hiertegen geen
bezwaar hebben, maar de vraag is oi
't wel zou worden goedgekeurd.
Oestemd wordt tusschen 't voorstel.
Donken en 't voorstel-B. en W., waarb^
de stemmen staken 3—3. Tegen hei
voorstel-B. en W. stemden de heeren
Vos, v. Buuren en Donken.
Voorzitter. Het punt is dus aange
houden tot de volgende vergadering,
die ik ter wille van de menschen
spoedig zal beleggen.
Donken. De goedkeuring kan toch
wel voorloopig worden aangevraagd.
Voorzitter. Op grond waarvan? Er
is toch geen raadsbesluit, ik kan toch
geen regeling indienen zonder cijfers.
3. Herziening Begrooting 1932.
Wordt vastgesteld conform voorstel.
B. en W.
Bij de rondvraag spreekt de heer
Donken over de werkverschalfing. Hij
merkt op dat de tewerkgestelden hun
schaftityd in de open iucht moeten
doorbrengen, hetgeen niet wenschelijk
s. Daarom vraagt hij of 't niet moge-
ijk is dat een schaftlokaal gebouwd
wordt.
De Voorzitter antwoordt dat de
menschen In het achterhuis bij Schil
ders kunnen gaan eten. Hij acht het
onnoodlg een schafilokaal te gaan
bouwen, dit zou pas klaar zijn als de
werkverschalfing ten einde is.
De heer v. Buuren bepleit een betere
verdeeling der schafttijden, zoodat de
menschen 's middags langer vrij hebben
en thuis kunnen gaan eten.
Weth. v. d. Schans zegt dat men een
beter hiermee te wachten tot men een
wals heeft, dan kan het pad vaster
worden aangelegd.
De heer Donken vraagt of 't besluit
inzake pachtveriaglng door 't Burg.
Armbestuur geldt voor alle Armbe
sturen In de gemeente.
De Voorzitter zegt, dat aan alle
A. het recht is gegeven tot pachtver
iaglng over te gaan.
De heer v. Buuren vraagt hoe het
staat met den aanleg van de straat-
verlichting.
De Voorzitter heeft Uithoven op
spoedige uitvoering aangedrongen, hij
is ook van meening, dat 't werk spoe
dig klaar moet komen, anders heeft
men er dezen winter niet veel meer aan.
De heer v. Buuren komt terug op
de notulen en stelt voor deze voor
taan weer aan de leden thuis te sturen,
zooals dat ook vroeger gebeurde.
De Voorzitter meent, dat er ter Se
cretarie reeds voldoende werk is.
Ook de heer Donken acht dit wen
schelijk.
De Voorzitter zegt, dat onder de
stukken bedoeld in 't reglement van
orde de notulen niet worden bedoeld.
De heer v. Buuren wil In het be
treffende artikel de notulen daarom
uitdrukkelijk vermelden, zoodat zij ter
inzage moeten worden gelegd.
De Voorzitter zegt, dat de notulen
geen olficieele stukken zijn. De secre
taris heeft het recht ze te wijzigen tot
vlak voor de vergadering Eerst als de
raad ze heeft goedgekeurd zijn de
notulen pas officieel. Bij het voorlezen
Zonder schriftelijke toestemming is eenige overname uit deze rubriek verboden.
DE WONDERREIS VAN
KNIP EN KNAP.
't Was juist zooals Knap dacht,
't Was om er van te beven.
Een slavenkoopman, ach
Wat moesten zij beleven 1
Een man zoo barsch, zoo ruw.
Zoo schrikkelijk om te aanschouwen.
En om hem heen een groep,
Van mannen en van vrouwen.
Al even ruw als hij,
Wat verderaf nog stonden,
Veel mannen in een rij,
En aan elkaar gebonden.
Dat zijn dacht Knip opeens,
Qevangenen. net als wij,
't Is vreeselijk, maar ik geloof,
We komen nooit meer vrij.
Twee kerels kwamen nu,
Die belden jongens brachten,
Bij de gevangenen,
Die stonden daar te wachten.
En toen begon de tocht,
Door 't onherbergzaam land.
Deen huis was er te zien,
Wat hadden zij het slecht
Die arme Knip en Knap 1
Wat viel het leven zwaar,
in de gevangenschap 1
Maar eindelijk kwamen zij,
In een bewoonde streek,
Veel hulzen bij elkaar,
iets dat een dorp wel leek.
Men bracht hen in een hut,
Van hout en stroo gevlochten,
Die zij den geheelen dag,
Niet meer verlaten mochten.
DE ZINGENDE PRINSES.
Vele jaren geleden leefden in een
land hier heel ver vandaan 'n koning
en een koningin, die een dochtertje
hadden. Nu waren er in dat land ook
feeën, goede en kwade, zooals dat
meestal het geval is. Welnu, een der
goede feeën had bij de geboorte van
het prinsesje allerlei heilwenschen over
haar uitgesproken, maar een van de
booze fetën, die vooral een hekel
aan den koning had, mompelde iets
wat niemand verstond, maar waar de
Hij liet het prinsesje speciaal goed
bewaken, want hij vreesde, dat zij
anders wellicht ontvoerd zou worden.
Zoo groeide ons prinsesje op en het
kind had altijd een heele gewapende
macht bij zich, wat zij verschrikkelijk
vond. En toen zij op zekeren dag de
kans schoon zag, sloop zij haar kamer
uit en het groote park bij het paleis
in, tot zij aan den vijver kwam. Zij
keek eens in het water, toen er op
eens een hand uit het water kwam,
die haar vastgreep en mee de diepte
in trok. Zij gilde van angst maar daar
de vijver ver van het paleis weg was,
had niemand iets van dien gil gehoord.
Opeens voelde zij dat haar armen
en beenen veranderden, haar gezicht
verstrakte en jawel, daar had de booze
fee haar in een goudvisch veranderd.
Een goudvisch met een kroontje op
en dat kroontje woog zoo zwaar, maar
de prinses had geen armen meer en
kon dus het kroontje ook niet afzetten.
Radeloos van angst zwom het prin
sesje heen en weer dagen achter elkaar,
want de booze fee had haar de ge-
dachten laten behouden, zoodat zij
bemerkte, hoe angstig haar ouders
wel waren. Een paar uur later waren
zij aan het dreggen in den vijver om
te zien of hun kind misschien in den
vijver was gevallen. Het prinsesje be
merkte met blijdschap het net en zwom
er vlug naar toe. Toen het net opge
haald werd, spartelde daar een hee
klein goudvischje in met een kroontje
op, maar de menschen zochten niet
naar een vischje, maar naar hun doch
lertje. Zij gooiden het net tdeurge
steld weer in het water en zoo kwam
dus ons prinsesje ook weer in het
water terug. Zij weende en wist niet
wat te beginnen.
Na een paar uur werd het dreggen
ook gestaakt en begreep zij, dat zi
verloren was. Opeens zag zij midden
tusschen het riet een klein water-
kaboutertje zitten. Zij ging er dadelijk
in en vroeg hem. of hij haar mis
schien kon zeggen, waar de booze fee
was, die haar in een vischje had ver
anderd. Hij keek haar eens aan en
wees met zijn vinger achter zich. Het
prinsesje zwom nu in de aangeduide
richting en kwam nu aan een water-
paleis, waar zij de fee zag. Bedeesd
vroeg zij, of zij de fee even mocht
spreken. Deze liet het prinsesje bij
zich komen en vroeg, wat zij wilde.
Het prinsesje begon te huilen en
smeekte om haar toch te verlossen en
weer in een prinsesje om tetooveren.
De fee lachte eens en zei.Kijk,
ik zal je eens een kansje geven. Vol
gende week geef ik een groot feest
als je daarop een mooi lied kui t zin
gen, dan mag je weer terug naar je
ouders". De fee gaf het prinsesje nu
een muzfekboek en wenkte een vlie
gende visch om met de prinses mee
te gaan en haar te helpen met instu-
deeren. De prinses, die nooit graag
zangles had willen hebben, studeerde
nu met een ijver, van 's morgens tot
's avonds en de waterkabouter vond
het zoo mooi, dat hij er den heelen
dag naar bleef zitten luisteren.
Eindelijk kwam de dag van het
feest. Toen 's middags alle gasten van
de fee bij elkaar waren, klapte zij in
haar handen en daar kwam een goud
vischje aangezwommen meteenkroontje
op haar hoofd en achter haar aan een
vliegende visch, die met zijn vleugels
de maat sloeg. Even was het stil en
toen zong de prinses het liedje, zóó
mooi, dat zelfs de fee aangedaan was.
Toen het liedje uit was, raakte de
fee het prinsesje aan en opeens werd
zij wakker in haar bedje. Gelukkig
had zij dit alies maar gedroomd. En
voortaan studeerde zij vlijtig haar
liedjes in.
P
een
rotte
mosroos
petroleum
brullen
steen
bus
Oplossingen van de vorige week.
1
Wie met pek omgaat, wordt er
mee besmet.
Nieuwe Raadsels.
1 Ik ben een spreekwoord van 50
letters
4227914 mooi dorp in prov
Utrecht
1—8—28—29 zeer warm
18-10-31—48 heeft leder land
5—41 bevroren water
3—22—11—17 drinken wij eiken dag
44—32—48—43—10—15 hebben wij
aan onze vingers
7—34-35-6 verkorte jongensnaam
19-24—12—13—16 niet scheef
20-29—33-49 -31-22—23 Plaa,s
In 't midden van ons land
45-47—33-2-10 jongensnaam
37—24—25 lidwoord
39-27—46-3—43—33 een jaargetijde
30—35—5—23—8—26 handschoen
met één vinger
38-36 voegwoord
2 Van boven naar beneden en van
links naar rechts ben ik een soort van
muziekinstrument
xxxxxxxxx het gevraagde woord
xxxxxxxx plaats In Limburg
xxxxxxx plaats in Noord—Holland
xxxxxx jongensnaam
xxxxx dienen om te hooren
xxxx ander woord voor dapper
xxx tweehoevig herkauwend
dier
x medeklinker
(|cr prettigste en beminnelijkste
'ntchenrassen is zeker dat der jour-
^1(011. Niet omdat we er zelf toe be-
cn constateeren we zulks, want
h00rte(,'en zou onze bescheidenheid, een
'^keilde journalistendeugd zich verzet-
b<? |icen> oin wille van de waarheid al-
,en' steiden we het bovenstaande vast.
lee"lke ieZer is als recht-geaard Neder-
jer natuurlijk lid van tenminste twin-
,flt vereenigingen, die alle in dringende
behoefte voorzien. Hij bezoekt dus regel-
atig vergaderingen, aanhoort lezingen,
verdraagt het gezang van dames cn ande-
juffrouwen op gezellige bijeenkom
en C11Z. Hij is dus bekend met de ge
adelde kwaliteit van het gebodene bij
dergelijke gelegenheden. Welnu, op al
die vergaderiogen en bijeenkomsten is
ook 'n journalist aanwezig althans wordt
in den persoon van den hem vervan-
oenden verecnigingssecretaris geacht aan
wezig te zijn. En hebt U het ooit gelezen
iD een verslag, dat de voorzitter zijn ope
ningswoord er hakkelend uitbracht
Hebt U ooit gelezen, dat behalve de
plaatsruimte in het blad, ook nog andere
redenen aanleiding waren geweest om
een verslag te bekorten? Heeft ooit een
verslaggever hel neergeschreven, dat z'n
samenvatting van de interessante lezing
van den bij uitstek zoo deskundigen heer
X beperkt moest zijn, omdat hij door den
spreker tijdelijk in slaap was gerede
neerd.
We kennen een raadslid, dat thuis of
in z'n stamcafé nooit over een gehouden
zitting spreekt, voor hij het verslag in
,1c krant heeft gelezen. Dan weet hij nl.
pas, wat hij eigenlijk heeft gezegd.
Met dat alles bedoelen we slechts dui-
jjjjjk te maken, welk een beminnelijke
vleiers journalisten kunnen zijn. Nog 'n
ander voorbeeld diene daartoe.
In alle dagbladen stonden deze week
uitvoerig de plechtige uilvaart-versla
gen van de verongelukte slachtoffers
der vliegramp in Bangkok. Ook de hou
ding van het publiek werd geschetst.
Iedere verslaggever deed dat in zijn ei
gen woorden, maar die kwamen toch
alle op hetzelfde neer Daarom citeeren
we maar uit een willekeurig blad. Het
heet daarin:
Overal langs den weg, die werd
gevolgd, bleven de voorbijgangers 'n
wijle staan, om met een eerbiedigen
groet afscheid te nemen van deze
trouwe vaderlanders.
Is het niet lief gezegd, Jammer, dat
er tegenwoordig ook nog een fotopers
beslaat. Ze hebben er nog niets op ge
vonden om ook kiektoestellen te laten
vleien. Bekijk de plaatjes in de krant
maar eens van die uitvaart. Zie dat pu
bliek eens aaneerbiedig groetend,
binnensmonds, afscheid nemend van
twee trouwe vaderlanders. Daar staan de
mannen, stuntelig-somber, met de han
den in der zakken, een pijp of sigaret in
den mond, hoeden op 't hoofd, je mocht
eens kou vatten, of de pet op een oor.
Als het plaatje wat scherper was zou
men de open monden van sommigen kun
nen zien. Enfin» iedereen heeft wel eens
zoo'n uitvaart van een grooten doode
bijgewoond en altijd is dan de publieke
houding even Hollandsch-stuntelig.
We willen overigens geen woon*
kwaad van ons volk zeggen, heusch niet.
Wc weten, dat velen inderdaad inner
lijk beroerd worden bij zoo'n plechtig
heid en dat ze er vaak bij staan met een
brok in de keel. Ongevoelig zijn we
geenszins, alleen hulpeloos stuntelig. Wc
durven geen hoed afnemen, enkelen niet
te na gesproken (zie b.v. maar eens by
nationale feesten!), en we buigen niet
hoofdsch, omdat zulk uiterlijk eerbetoon
ons niet af gaat. Wij zijn er te houterig
voor en koesteren o, zooveel vrees, dat
we ons „aanstellen". En daarom slikken
we liever met moeite den brok in de
keel weg en bewaren we naar het uiter
lijk onze houding van kaf.... pardon,
van kalme Hollanders.
Het zit 'm trouwens geenszins in uiter
lijk vertoon, wat het innige meeleven be
treft met het leed van anderen, of 'n ge
voelvol herdenken van groote dooden.
Die buitenlanders met ^1 hun hoofdsche
manieren cn hoedengezwaai zijn inner
lijk misschien oppervlakkiger dan wij.
Best mogelijk. Maar toch doet een be
leefdheid, die we kunnen zien en con
stateeren, prettiger aan, dan onnaspeur
lijk weggeslikte ontroeringen....
We hopen, dat de lezers er niet boos
om zullen zijn, dat we eens een keertje
het vleien vergaten.
Nog een enkel woord te dezer plaatse
over twee branden van deze week. We
zullen kort wezen, omdat wij al zoo dik
wijls aanvoerden, wat we ook nu weer
zeggen willen: hoe nuttig n.l. redlynen
zijn bij brand. Gedachtig aan het „Frap-
pez, frappez toujours!" herinneren we
daaraan bij elke gelegenheid.
Drie menschcn verbrandden deze week
weer levend, in Den Haag, doordat ze
den normalen vluchtweg langs den
trap door vuur versperd vonden. Ze
stonden bij een venster, maar daar was
geen redlyn bevestigd. Iemand heeft
zich nog weten te redden langs inder
haast aaneengebonden lakens en dekens,
toen hij op vijf meter boven den grond
was, scheurde het lakenMaar hij
brak gelukkig slechts een enkel.
In Meppel brandde op Zondagnacht
een slagerij uit. De bewoners, zoo luidt
het verslag in de krant.
„....probeerden langs de trap naar
beneden te komen, hetgeen echter niet
gelukte. Een raam aan de Hagendwars-
straat kon echter door R. geopend
worden. Daardoor riepen de in doods
gevaar verkeerende menschen om
hulp".
Op het allerlaatste moment konden de
menschen worden gered door middel
van aangedragen ladders, die tegen het
venster werden gezet.
Brand in den nacht beneden, slapen
de menschen daarboven, zoo vallen re
gelmatig slachtoffers. Heden dezen, mor
gen of een anderen keer wij.
Tenzij we tijdig ons leven verzekeren
door bij het venster van elke boven-
slaapkamer een haak in den muur te
laten bevestigen en daaraan een touw of
een dunnen ijzerkabel opgerold te han-
een uitgave
gen.
Een goedkoope premie,
voor eens.
Ons huis en inboedel verzekeren
voor ons zelf doen we niets.
we
Als elk jaar opnieuw een bronchitis U
komt waarschuwen dat het koude Jaar
getij is ingetreden, waarom dan geen
Abdijsiroop genomen Menschen met sedert
jaren telkens terugkecrende bronchitis
vonden daarbij baat. Abdijsiroop is weten
schappelijk samengesteld, verwijdert de
taaie met ziektekiemen bezoedelde slijm
en helpt Uw ademhalingsorganen. Sedert
menschen-heugenis geprezen bij pijnlijk en
veelvuldig hoesten. Bronchitis, vastzitten
de kou, Kinkhoest, Influenza, Asthma.
Alom verkrijgbaar. Prijs Fl. 1.50, Fl. 2.75, Fl.4.50
Gebruik buitenshuls Abdijsiroop-Bonbons
(60 ct.). Dan bespoedigt Ge Uw genezing.
ABDIJSIROOP-BONBONS (Gestolde Abdijsiroop
(Wordt vervolgd).