BH VIN BET 101 gemeenteraad. ^.Zaterdag 9 April 1932. 65e Jrg tweede blad. HEUSDEN. 0e Raad was voltallig. 1 pe notulen werden onveranderd ■astgesteld. II Ingekomen waren de volgende '^Een besluit van Ged. Staten, waar bet door den Raad genomen besluit ,%-ijziging der gemeente-begrootingen i931 en 1932 werd goedgekeurd. 2 ld. tot goedkeuring om de maand- arkt uit te breiden tot een markt joor biggen, varkens, pluimgedierte en tonijnen. 3 Een brief van Ged. Staten ten ge- ujde van een Kon. besluit, waarbij .oedkeuring is verleend om de heffing |p de Pers- Belasting te verhoogen tot 125%. 4, Verslag van de Comm. tot Wering ran schoolverzuim over het afgeloopen jiar. 5. Een brief van genoemde Comm. houdende, dat zijn benoemd in die kommissie tot voorzitter J. H. Verhoe- ien, tot 2e voorz. F. F. Hilwig, tot secr. G G. Carpay en tot 2e secr. het nieuw benoemde lid J. H. Meijer. III. Rekening over 1930 en begroo- lipgvoor 1932 der Godshuizen. In de vorige vergadering waren in de commmissie van onderzoek be noemd de leden Maasen, Verschure en Metselaar. De laatste bracht als rap porteur verslag uit en deelde mede, dat decommissie geen op- of aanmerkingen te maken, weshalve hij adviseerde beide vast te stellen. Dienovereenkomstig werd besloten. IV. Voorstel van B. en jW. tot het ingaan eener geldleening van 6000 iot bestrijding v. d. werkloozensteun. De voorzitter deelde mede, dat de oorhanden zijnde gelden voldoende rullen zijn tot 1 Mei en hoopte, dat het nieuwe crediet zou reiken tot 31 Dec., aangenomen dat de regeering 50 pCt. bijdraagt. Getracht zal worden klaar te komen bij de bemiddelingsinstelling voor cri- jisleeningen te Rotterdam. Hij vroeg B, en W. te machtigen de zaak tot een goed einde te brengen en verzocht eeni- re speling toe te staan met het oog op jen koers en het percent der leening, die getracht zal worden zoo voordeelig mogelijk onder te brengen. Het lid Metselaar vroeg over hoe ng die leening zou loopen, waarop de voorzitter zegde uiterlijk over 5 jaren. Het voorstel werd met algemeene Memmen aangenomen. V. Voorstel van B. en W. tot verhaal van 8'/ü pCt. der voor de gemeente ambtenaren verschuldigde pensioenbij dragen. De voorzitter zei, dat tot heden ver haald werd 31/» pfCt., doch dat dit voor del hoofdzakelijk voortsproot uit den uitdrukkelijken wil van Ged. Staten, om de baten der gemeente zoo hoog mogelijk op te voeren. Het lid van Riel vroeg of men aan dezen maatregel niet een tijdelijk ka rakter kon verbinden, waarop de voor zitter antwoordde, dat men, bij gunsti ger finantieele omstandigheden later vrjj was in het nemen van een desbe treffend besluit. Ook dit voorstel werd met alg. stem men goedgevonden. VI. Verzoek om ontheffing riool- helasting. L. van Bladel verzocht op billijk- heidsgronden ontheffing voor zijn per ceel in de Putterstr. O 42. De voorzitter gaf toe, dat het hier een foutieve aanslag gold, waarom de Raad het verzoek inwilligde. VII. Voorstel van B. en W. om aan den ambtenaar ter secretarie, A. van Delft, voor zijn waarneming van het meente-ontvangerschap gedurende het tijdvak 27 Nov.31 Dec. '31, ter oor- zake van ongesteldheid van den betrok ken ambtenaar, een gratificatie te ver- leenen ad 60.gebaseerd op de mi nimum jaarwedde van den ontvanger. Hiertegen had niemand bezwaar. VIII. Brief van B. en W. der gemeen te Öoststellingwerf om bij de Regeering aan te dringen om spoedig maatregelen te treffen voor steun aan den land- en tuinbouw. Besloten werd, conform 't voorstel van B. en W. om adhaësie te betuigen. IX. Wijziging Gemeentebegrooting 1932. Hierop *moet gebracht worden de post van punt VII, waarvan de gelden kunnen worden gevonden in den post voor onvoorziene uitgaven. Conform 't voorstel werd besloten. X. Schrijven van de vereeniging „Heusdens Belang" om de Prins-Hen drikkade beschikbaar te stellen als speelterrein, speciaal voor jongere kin deren. Het lid Metselaar wenscht als leef tijdsgrens te bepalen 12 jaar. De voorzitter legt uit de moeilijkhe den hieraan verbonden, doch zegt toe zicht te zullen doen houden, dat het terrein bepaald vrij blijft voor de jon geren. Het voorstel werd met algemeene stemmen aangenomen. XI. Schrijven van den gemeente-ar beider H. v. Balkom, om wegens berei king van den 65-jarigen leeftijd eervol ontslag, ingaande 10 Juni e.k. Het verzoek werd eervol toegestaan, terwijl de voorzitter zeide ter gelegener tijd een aanbeveling in te dienen voor een opvolger. Rondvraag. Het lid Metselaar had in de stukken gezien, dat de Heusdensche Stoomboot Maatschappij vroeg om vermindering van aanleggeld. De voorzitter deelde mede, dat hij dit met opzet niet aan de orde had gesteld, opdat B. en W. er eens over zouden kunnen beraadslagen, doch zei toe met een voorstel dienaangaande te zullen komen. Daar niemand iets meer verlangde te zeggen, sloot de voorzitter de bijeen komst. DE SCHEEPSRAMP DER „TITANIC". I. Onder de groote scheepsrampen on zer twintigste eeuw is hel vergaan der „Titanic", thans 20 jaar geleden, ze ker een der verschrikkelijkste. Op Maandag 15 April 19111 had deze scheepsramp, die aan meer dan 1600 menschen het leven kostte, plaats. Wij zullen hier de voornaamste bij zonderheden omtrent deze ramp nog eens aan de vergetelheid ontrukken. Wellicht stellen onze lezers hier be lang in. Het was de eerste reis van 't schip, dat alle records op scheepvaartgebied moest verslaan. Niet alleen in luxe, doch ook in snelheid moest de Tita nic een record slaan, en dit laatste is Zonder schriftelijke toestemming is eenige overname uit deze rubriek verboden. DE WONDERREIS VAN KNIP EN KNAP. Hij hoorde tot zijn schrik. Dat een der mannen zei •Dat kan een leeuw wel zijn. En zelfs hier heel, dichtbij." Ze? het aan de jongens niet, Laat die maar slapen gaan. De man wist niet dat Knip, Reeds alles had verstaan. Knip liep nu naar zijn vriend, Die ran het gevaar niets wist, fn zei.Knap luister eens, heb me niet vergist; jjet Is hier niet veilig hoor Er sluipen leeuwen rond, J blijf niet langer hier, Kom, vluchten we terstond." jjt| het hooren van dit nieuws, Begon ook Knap !e beven, J", net als Knip had hij, Wel alles willen geven, J® ver vandaar te zijn. Maar had dan Knap ook den moed, Daar hier geen vluchten hielp, Ja, dat begreep hij goed. .Ik denk", sprak hij, .dat we Van hier niet kunnen vluchten, Het gevaar waarvan je sprak, Is overal te duchten!" Toen de bestuurder kwam, Hi| sprak tot onze knapen .Gaat beiden in de tent, Daar kunt ge rustig slapen". Al is er geen gevaar Dat iets gebeurt vannacht, Wij waken over U, En houden Irouw de wacht. De jongens waren niet. Door hen gerust gesteld. Knip sliep al gauw, maar werd Door een bangen droom gekweld. (Wordt vervolgd). de oorzaak van den ramp geworden. Vanuit Cherbourg werd via Southampton de reis aanvaard en langs de Noordelijke route, die geen ander schip in dit seizoen durfde ma ken uit vrees voor de uit het Noorden afdrijvende ijsbergen, werd den oceaan overgestoken. De Titanic was tegen den ijsberg opgevaren bijna dadelijk nadat zij hem in het gezicht hadden gekregen. Te gelijkertijd werden de machines stil gezet en de schotten gesloten. De ka pitein liet ieder een zwemgordel om doen en gaf bevel om de booten uit te brengen. Toen de vrouwen en kinde ren begonnen aan te snellen, werd de regel: Vrouwen voor, strikt in acht genomen. De officieren haalden hun ne revolvers uit, maar meestal be hoefden zij die niet te gebruiken. Toen de laatste booten het schip verlieten, kwam de scheepskapel in de groote kajuit bijeen en hief de mu ziek van het gezang: „Nearer mv God to Thee" aan. De stoomketels sprongen, naar men gelooft, doordat het ijzige water het schip binnenstroomde. Door de ontploffing brak het schip in tweeën. Beesly, een passagier van de Tita nic, verhaalt het volgende: Zondag avond voelden wij twee zachte trillin gen, welke echter geen voldoende re den leken om ook maar in het minst ongerust te zijn. De machines werden echter dadelijk stil gezet. Ik ging naar het dek en njerkte dat er maar weinig menschen boven kwa men. Maar zij waren niet ongerust. In het rooksalon zag ik menschen zit ten kaartspelen. Ik vroeg, of zij van iets afwisten. Zij hadden een gewel digen ijsberg vlak langs het schip zien komen en meenden dat het schip er langs geschuurd was. Niemand dacht dat het schip van onderen door het onder water drijvende gedeelte van den ijsberg doorboord was. Ik heb, zeide Beesly, de kaartspelers niet meer teruggezien. Kort daarna keerde Beesly naar dek terug en werd nu gewaar, dat iedereen wilde weten, waarom de ma chines stil stonden. Hij ging weer naar zijn hut om zich warmer te klee- den. Terwijl hij daarmede bezig was hoorde hij het bevel: „Alle passagiers aan dek met den reddingsgordel aan". Allen gingen langzaam naar boven met den reddingsgordel over de klee- ren. Er was niet de minste paniek, maar er was dan ook niet te merken dat er een ongeluk gebeurd was. Het schip lag volkomen stil, maar helde alleen wat naar beneden toe over. Spoedig werden de booten klaarge maakt om neergelaten te worden. De bemanning van elke boot stond er naast. Toen besefte men pas dat er iets ernstigs gebeurd was. De men schen stroomden het dek op. De man nen stonden achter aan. De vrouwen gingen naar het volgende dek hene den, waar zij in de reddingsbooten ge laten werden. Sommige weigerden hunne mannen te verlaten, anderen werden met geweld van hunne man nen losgerukt en in de booten ge duwd. Al dien tijd was er geen spoor, van wanorde, poen dringen naar de booten toe geweest, men hoorde eik geen vrouwen snikken, toen de boo ten met vrouwen en kinderen in do duisternis verdwenen. Daarna kregen de mannen last om in de booten te gaan. Dat ging kalm in zijn werk. Toen Beesly het schip verliet, was EEN GELUKSVOGEL Onlangs stierf te Kansas Ci'y een man, die een sprookjesachtig vermo gen aan een aardbeving had te danken Momentlo heette de geluksvogel, die het 1 uur in den ochtend. Het was 'n prachtige nacht, de sterren stonden aan den hemel, maar er was geen ma neschijn. De zee was zoo kalm als i een vijver, maar het was bitter koud. Omstreeks 2 uur zag Beesly dat de Titanic snel zonk. De Titanic zakte geleidelijk met zijn achtersteven door, met de voorsteven recht in de lucht. Men zag nog eenige lichten flikkeren, daarna gingen ze allemaal tegelijk uit. Binnen in het schip hoorde men de machines stampen en brommen met een geluid, dat mijlen ver te hooren was. Het schip bleef zeker nog wel vijf minuten rechtop staan. En stuk van de romp, dat naar schatting 50 M. hoog was, verhief zich als een zwarte toren tegen de lucht. Daarna helde de romp zachtjes schuin over. dook naar heneden en verdween. Op dat oogenblik trof het oor van de menschen die in de reddingbooten zaten, het schrikwekkendste geluid, dat ooit een sterveling gehoord heeft, de kreten van honderden medemen- schen die in het ijskoude water lagen te worstelen en om hulp riepen, ter wijl zij zeiven wisten, dat niemand dien kreet kon beantwoorden. Een der geredde passagiers op de Carpathia deelt mede dat kolonel Astor, de millionair, weigerde in een der reddingsbooten plaats te nemen. Zijn laatste daad was het neerlaten van een klein kind in een reddings boot naar de moeder. De geredden in eene boot aanwezig riepen kapitein Smit toe, zich bij hen te voegen. De kapitein weigerde en ging naar de commandobrug, hij wenschte het laatst van allen op zijn schip te blij ven. De stokers zongen weemoedige zeemansliederen terwijl zij hulp ver leenden bij het in de reddingsboot neerlaten van vrouwen en kinderen. Onderwijl hadden vele leden der be manning hun handen vol met het tot bedaren brengen der opgewonden passagiers. De schilderingen van de laatste too- neelen op het zinkende schip door de overlevenden, vormen een angstwek kende reeks van afgrijselijkheden. Toen het schip uiteen brak, rees de achtersteven steil omhoog. Bij twin tigtallen sprongen er van de achterge blevenen in een paniek over boord; anderen klauterden als waanzinnig tegen het achterschip op. Toen het schip wegzonk, werd de helling stei ler. Honderden verloren daarbij hun houvast en gleden afwaarts in het on stuimige water, waar velen van hen snel verdronken zijn, ofschoon hon derden anderen zich aan vlotten en wrakstukken vastgeklampt hebben. Hun aantal werd vermeerderd door hen, die sterk en gelukkig genoeg wa ren om uit den draaikolk van het zin kende schip weg te komen. Kolonel Gracie vertelt, hoe hij, zich van het eene wrakstuk naar het an dere bewegende, ten laatste een vlot heeft bereikt. Spoedig werd dit ech ter zoo bezet dat het scheen, dat het zou zinken, als er meer opkwamen Degenen, die er zich op bevonden hebben daarom uit zucht tot zelfbe houd geweigerd, toe te staan, dat an deren er op zouden klimmen. Dit was het meest aangrijpende en afgrijselij ke tooneel geweest, vertelt Gracie. De medelijden wekkende kreten van hen, die zich om ons heen bevon den, klinken mij nog in de ooren. Zij zullen mij tot op mijn sterfbed bij- In 1849 uit zijn vaderland Sicilië naar Amerika was getrokken, orn. op welke manier dan ook, zijn geluk te be proeven. In Colorado, aan den rand van het rotsgebergte, wilde hij naar goudvel den zoeken, om de wereld met een sensationeel bericht te kunnen verras sen. De mededeeling. dat er goud was te vinden, had hij gehoord van iemand die tjt nu loe onbekend is gebleven Momentlo geloofde, dat een nabu rige bergketen door een goudader was doortrokken. Het graven was even wel met groote moeilijkheden verbon den, want de gouden schat bevond zich diep in het inwendige van den berg. Den goudzoeker stond geen ander middel Ier beschikking om gravers aan te nemen, die hem konden helpen bij zijn moeilijk werk. H begon daarom alleen, vergezeld van een vriend, zijn werk te verrichten en groef met groote vlijt. Zeer zeker had hij niet gehoopt, dat zijn arbeid zoo spoedig met succes bekroond zou worden. Momentlo werd op zekeren nacht wakker door een hevig heen- en weer geschud en door een donderend ge luid. Zijn vermoeden, dat een aard beving had plaats gegrepen, bleek juist. Hij meende, dat zijn arbeid te vergeefs was geweest en dat zijn groeve, met zooveel moeite tot stand gebracht, door de aardbeving was ver nietigd. Toen hij echter den volgenden morgen naar de berggroep ging, om zijn werk voort te zetten, was hij niet weinig verbaasd. Voor hem lag een breede kloof, die tot diep In den berg voerde. Aan de wanden zag hij merk waardige kleurige teekeningen. die hem aantoonden, dat door de aard beving de gezochte goudaderen waren blootgelegd. Als een loopend vuurtje verbreidde zich het bericht over het vinden van goud, zoodat weldra schat gravers uit Colorado kwamen. gij Hootd-en Kiespij^ MIJNHARDTS POEDERS blijven. „Houdt je aan wat je hebt, kerel", riepen wij iederen man toe. die op het vlot trachtte te komen. „Eén meer zou ons allen doen zin ken". Velen van hen, die wij afwezen, antwoordden, alsof zij den dood in gingen: „Het beste verder. God helpe je". Gedurende al den volgenden tijd zijn wij drijvende gebleven en hebben wij kracht geput uit de hoop op red ding. Eenige groene lichten hebben wij gezien, die, naar wij later verna men, vuurpijlen zijn geweest uit een der booten van de Titanic. Zoo heb ben wij den nacht doorgebracht, ter wijl de golven over het vlot sloegen en dit diep in het water begroeven. Wij baden den geheelen uitputtenden nacht door. Mannen, die reeds lang ergeten schenen, hoe zij hun Schep per moesten aanroepen, herinnerden zich de gebeden uit hun kindertijd en arevelden die nog eens en nog eens. LAND- EN TUINBOUW. Runderfnbcrcutose en haar bestrijding. Hl. (Nadruk Verboden). Niet alleen door middel van het longslijm, dat bij het hoesten in zeer kleine druppeltjes in de omgeving verspreid wordt, maar ook met de melk, mest, urine of schcede-uitvloei- ing kan de smetstof van een ziek dier op de andere gezonden worden over gebracht, alhoewel de besmetting langs deze wegen niet zoo veelvuldig plaats vindt als door het longslijm. Vooral de melk echter is zeer ge vaarlijk, daar hiermede de jonge die ren en ook de menschen besmet wor den. Bij alle vormen van open tuber culose komen de tuberkelbacillen zeer gemakkelijk in de melk, ook zelfs al zijn er aan hel uier, oppervlakkig beschouwd, geen onlstekingsverschijn- selen waar te nemen, deels doordal opgedroogde urine, mest of scheede uitvloeiing hij het melken in de em mer vallen, deels, dogrdat de bacillen met de melk via het uier uitgeschei den worden. Zeer gevaarlijk zijn ook de afval producten van de zuivelfabrieken; immers één koe met open uiertuber- culose zal een groot deel van de meng- inclk, dus ook de afvalproducten met tuberkelbacillen kunnen besmetten. De tuberkelbacillen zijn zeer taai wat hun levenskracht betreft, verzu ring van de melk heeft geen noemens waardige invloed op hen, alleen tegen koken zijn ze niet bestand en worden daardoor in korten tijd gedood. Nu gebeurt het verhitten (pasteu- risecren) van de afvalproducten op vele fabrieken, er zijn er echter waar dit niet of onvoldoende gebeurt en de leden hiervan stellen hun jong vee en varkens aan ernstig besmettingsge vaar bloot. Dat deze besmetting belangrijk is. blijkt wel hieruit, dat van de 100 kal veren 99 tuberculose-vrij ter wereld komen, waarvan dan volgens de on derzoekingen van Prof. Bang bijna een vierde deel reeds in het eerste le- Hevlge gevechten om de goudaderen hadden plaats tot de regeering hieraan een einde maakte door aan Momentlo en zijn vriend het alleenrecht om de aderen te explolteeren te verlenen. IETS OVER PASTEUR. Een Fransch blad vertelde de vol gende aatdigheid over Pasteur. Durty en Pasteur waren zoo goed als burende een woonde in de Rue de Médicis en de andere in de Rue d'Ulm. Op zekeren dag begaven belden zich naar het Instituut en ontmoeten elkaar aan de standplaats van rijtuigen bij de Luxembourgwederzijdschebegroetln- gen, waarna natuurlijk besloten werd samen te gaan. Op de plaats van bestemming aan gekomen. waar betaald moest worden, steeg Duruy het eerst uit. haalde gauw zijn beurs voor den dag en stopte den koetsier een vijffrancsstuk In de hand zeggende „Ziedaar vriend, neem dit ter gedachtenis aan deze rit, want gij hebt den grootsten geleerde van onze eeuw gereden*. Waarop Pasteur, verrast en overrompeld, zijn dank niet beter wist te betuigen, dan door op zijn beurt den verbluften voerman een vijffrancsstuk le schenken, zeggende: „Als dat zoo Is, koetsier, neem dan ook dit, want vandaag hebt gij den grootsten minister van het Keizerrijk gereden". Qllmlachend traden belde mannen daarop het gebouw binnen. 9—22—23—34 lichaamsdeel 35-37-26-24 soort van handschoen 39—31 lidwoord 27-33-3 lidwoord 2. Van boven naar beneden en van links naar rechts ben ik een spel: xxxxxxxxxxx het gevraagde woord xxxxxxxxxx Badplaats op de Z. H eilanden xxxxxxxxx plaats in Noord-Brabant xxxxxxxx dwingelandij xxxxxxx plaats In Zuid—Holland (Tuinbouw) xxxxxx naar, treurig xxxxx plaats In het Oool xxxx meisjesnaam xxx schrijfmateriaal xx voegwoord x medeklinker Met een b ben Ik een roofdier Met een h ben Ik geen dame Met een k beteeken Ik „maal" Met een 1 kom ik van de koe Met een m ben ik een watervlakte Met een p ben lk een vrucht Nieuwe Raadsels. 1. lk ben een spreekwoord van 39 letters I—4—24 is iels waar we eiken avond naar toe gaan 32—25—15—38 een kleur II-28-21—29- 5 wordt van de huid der koe gemaakt 6—17—18—19 ander woord voor zwak Oplossingen van de vorige week. 1. Wie luistert aan den wand, hoort vaak zijn eigen schand. 2. SCHOONMAAK Chocolade Hannover Oostzee Oorlog Naald Maas Aan An K 3. Vele kleintjes maken een groote. Doos A-Sct. Per stuk 8c*. Bij Uw drogist.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1932 | | pagina 5