Toegewijd aan Handel,
en Gemeentebelangen.
MODDDBRABAND
FECJILLETOf
\1ER 3°-
WOENSDAG 13 APRIL 1932.
55e JAARGANG.
Dit blad verschijnt
WOENSDAG en ZATERDAG.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz.
franco te zenden aan den Uitgever.
Abonnementsprijs per 3 maanden f 1.25.
Franco p. post door 't geheele rijk 1.40.
UITGAVE:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN
Telefoon No. SS.
Telegr.-Adres: ECHO.
Prijs der Advertentiën
20 cent per regel; minimum 1.50.
BÜ contract flink rabat.
Reclames 40 cent per regel.
Advertentiën moeten Woensdag en
Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur
in ons bezit zjjn.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
TWEE BLADEN.
EERSTE BLAD
Die achterlijke schoenfa
brikanten en slechte Zui
derlingen toch.
In een onzer vorig nummers hebben
we een gedeelte overgenomen uit de
brochure van den heer Libourel e m.
betreffende de meening die Dr. Th.
ran der Waerden, het S.D.A.P. Kamer
lid in het Volk ten beste geeft over
onze schoenfabrikanten. Hij hangt
daarbij aan de slippen van den Bata.
vriend, z'n collega Mathijssen en vindt
ook, dat die schoenfabrikanten maar
achterlingen zijn en van dat fraais
almeer, hoewel hij zeker in de gele-
genlieid was zich beter te orienteeren.
Het moet voor hem begrijpelijk
al zeer slecht te verzetten ztyn dat
die schoenindustrie, die eigenlijk de
schuld zelf geheel draagt van den
malaise-toestand, door de regeering
eenigszlns geholpen wordt. Het is nog
wel niet veel, dat ondervinden ook
de arbeiders, maar er wordt toch ge
poogd te helpen en dat kan beter
worden als de groote voorraden wat
geslonken zfln. In elk geval een feit
li dat er coniingenteering bestaat.
Dat geeft Dr. van der Waerden aan
leiding tot de volgende ontboezeming
.Helaas is opnieuw gebleken, dat
men voor de uitvoering van handels
politieke noodmaatregelen alleen een
oprecht en volbloed vrijhandelaar ver
trouwen kan. Met een zwaar hart
hebben we al de opeenvolgende maat
regelen gevolgd en moeten verklaren,
dat eenige ervan stellig niet voldoen
aan de eischendoor de nood gebo
den en abnormale invoer."
,Het ergerlijkste is ten slotte, dat In
verschillende wetsontwerpen nu
weer inzake aardewerk het secta.
rlsme hoogtij viert. Het protektionis-
tische Zuiden ziet zijn kans schoon
om in de verwarring van het crisis-
ontij binnen te loodsen een rljkssteun,
dien het op andere wijze nooit ver
kregen zou hebben. En dan spreekt
minister Verschuur nog van „de be
hoorlijkheid en het peil van inrichting"
der bedrijven, die bij de coniingen
teering In aanmerking dienen te worden
genomen. Jawel l"
Tot zoover Dr. van der Waerden.
De laatste ontboezeming is al bty-
zonder kleinzielig en zoo'n geleerd
man onwaardig, zouden we zeggen.
Wij zijn „sectarisch- in de politiek,
we zijn „sectarisch" in onze econo
mische en handels-opvattingen, enz.
Terecht heeft de Maasbode den heer
van der Waerden daarover in korte
doch krachtige termen over dit .goed
koope" oordeel der Zuiderlingen de
les gelezen en ook 't Huisgezin nemen
hem even faire.
Zelf pas voor sectarissen geschol
den, beproeft een der leiders van de
S.D.A P. de contingenteering in ver
band te brengen met het sectarisme.
De heer Van der Waerden nl. acht
het inzake contingenteering het erger
lijkst, „dat in verschillende wetsont
werpen nu weer inzake aardewerk
het sectarisme hoogtij viert."
Het sectarisme?
Dit wordt aldus verduidelijkt.Het
protectionistische Zuiden ziet zijn kans
schoon om in de verwarring van het
crisis—ontij binnen te loodsen een
rljkssteun, dien het op andere wijze
nooit verkregen zou hebben."
Het protectionistische Zuiden
Wordt alleen uit het Zuiden op
contingenteering aangedrongen
Is het eerst en het meest uit het
Zuiden om contingenteering van den
vleeschinvoer gevraagd?
En als de zuivelbereiding en de
varkenshouderij gesteund zullen wor
den. zal dit dan uitsluitend of aller
eerst het Zuiden ten goede komen
Maar neem, wat de industrie betreft,
aan, dat vooral de bedrijfstakken in
het Zuiden, op de buitenlandsche
markt met hun producten geweerd,
met een ruimer afzet op de binnen-
landsche markt uit de penarie zouden
geraken, wat heeft het „sectarisme"
daarmee uitstaande?
Verkoopt de heer Van der Waerden
hier geen gratuite hatelijkheid
En is het niet dommer nog dan de
heer Fock deed, die in cultureel op
zicht van sectarisme gewaagde, in
bedrijfsaangelegenheden dat scheld
woord te bezigen
Vragen industrietakken in het Zuiden
omdat ze en voor zoover zetn katho
lieke handen zijn maatregelen, ten
einde aan een volledige inzinking te
ontkomen
Is er oorzakelijk verband tusschen
het een en het ander?
Ai zou het Zuiden ten onrechte op
contingenteering aandringen, al zou
het in barre mate tot protectie geneigd
van „De Echo van het Zuiden'
zijn, dan nog staat „het sectarisme*
er buiten en is het onzin te zeggen,
dat het sectarisme hoogtij viert."
Indien uit het woord in dit onge
rijmde verband iets spreekt, dan zou
het alleen kunnen zijn, dat de heer
Van der Waerden dooranti-katholicisme
bevangen is en dit zelfs hier heefi
willen luchten.
BUITENLAND.
Hindenburg weer president.
meer dan twee mil linen stemmen. De
Düsterberg-stemmers van vorige keer
hebben dus nu in hoofdzaak Hitier ge
stemd. De aanwas van het rechtsche ex-
temisme blijft Duitschland nog zware
zorgen baren.
Maar voorloopig kan nu Brunings
herstelpolitiek weer geconsolideerd
worden, waarmede vooral ook het bui
tenland weer even een zorg van zich
kan afzetten.
SSlfclö43*^16^3
De tweede verkiezingsstrijd in
Duitschland is Zondag geëindigd met
een overwinning van von Hindenburg
waardoor deze dus den presidentszetel
blijft innemen.
Er zijn in totaal 36' -■ rnillioen stem
men uitgebracht, dus 1 rnillioen min
der dan bij de eerste stemming. Deze
vermindering zal hoofdzakelijk komen
door geringere opkomst der commu
nisten.
De drie candidaten verkregen de
volgende cijfers:
Hindenburg 19.359.642.
Hitier 13.417.460 en
Thaelman 3.706.388 stemmen.
Hindenburg behaalde dus de abso
lute meerderheid, doch ook zonder
deze zou hij er gekomen zijn, daar hij
ditmaal reeds aan een relatieve meer
derheid voldoende had.
Vergelijken wij de cijfers met die
der vorige verkiezing.
Bij de eerste stemming op 13 Maart
zijn 37.467.115 stemmen uitgebracht,
waarvan op
Hindenburg 18.650.730.
Hitier 11.339.285,
Thaelman 4.983.197,
Düsterberg 2.557.590 en
Winter 111.432 stemmen.
Hindenburg ging dus met 700.000
stemmen vooruit. Veel sterker is ech
ter de vooruitgang die Hitler in de
laatste maand heeft weten te behalen.
De verkiezingsdag is tamelijk rustig
verloopen. Toch konden in vele plaat
sen hotsingen niet vermeden worden,
waarhij zelfs dooden te betreuren wa
ren.
Hindenburg richtte een proclamatie
tot het volk waarin hij dank bracht
voor het betoonde vertrouwen, en al
len opriep eensgezind de toekomst in
te gaan, om te trachten de nood mees
ter te worden.
Ook Hitler is weer aan het procla-
meeren geslagen. Hij voelt zich „gren
zeloos trotsch" op 't resultaat en kon
digt vast den nieuwen strijd aan tegen
de verkiezingen van 24 April.
Mevr. Hanau weer gearresteerd.
Groot opzien werd te Parijs gewekt
doordat madame Hanau, de oud-di
rectrice van de „Gazette du Franc",
wederom gearresteerd is.
In den ochtend was op bevel van
het parket in alle Parijsche kiosken
beslag gelegd op het laatst verschenen
nummer van het financieele weekblad
„Forces", op grond, zooals het heet,
van een tendentieus artikel, dat daar
in voorkwam. In dit blad heeft ma
dame Hanau sinds eind 1929, toen zij
voorloopig in vrijheid werd gesteld,
anderhalf jaar lang een campagne
onder haar eigen naam gevoerd tegen
hen, die drie jaar geleden haar val
hebben bewerkt, met name de groote
banken, groote Fransche en interna-
Naar het Engelsch
van
Archibald Marshall.
23.
Lord Caradoc, wiens geweldige be
wondering voor het nagelaten werk
van Sir Roderick Bertram nog steeds
toenam, naarmate hij zich erin ver
diepte en dat deed hij vrijwel den
geheelen dag toonde zich hoogst
voldaan door dit bericht en Guy keer-
de naar Londen terug, net vóór
George's aankomst, blij dat hij zoowel
Lord Caradoc als zijn ouden acade
mievriend een belangrijken dienst had
kunnen bewijzen.
HOOFDSTUK XIV.
GUY BERTRAM HERHAALT ZIJN
BELOFTE.
De arme Peggy, wier prille droom
zoo wreed was verstoord door de ru
we woorden van haar vader, had niet
Let plezier van de zoo vurig verlang
de toestemming om in Engeland te
mogen blijven, dat ze er zich van had
voorgesteld. George had geen enkele
stap gedaan om aan Richard's eisch
te voldoen, maar enkele dagen na
dien gedenkwaardigen Zondag kreeg
Mevrouw Greenfield een brief uit
gow, waarin Peggy's vader kort
mededeelde, dat er weinig kans bï- l
stond, dat Sir Guy Bertram het klei- 1
ne landhuisje weer zou bezoeken, ten- 1
zij het hem gevraagd werd. En dat
het den jongeman niet gevraagd zou j
worden, daarvan hield hij zich over
tuigd.
Toen ze over haar eerste verdriet
heen was, deed het meisje haar best
oin zich gelukkig te maken in de om
geving waar ze liever was dan waar
ook. Maar ze slaagde daar niet heel
goed in. Het leven in Highgate was
saai en doodsch. George was maar
zelden thuis en in 't eind van Juli
ging hij uit Londen weg om op Wet-
stones Lord Caradoc met diens groot
werk te helpen.
Hij had overigens op het punt ge
staan om den edelman af te schrij
ven. Toen hij zijn moeder vertelde
van de vereerende opdracht welke
hem te beurt was gevallen, was ze
doodelijk bleek geworden en angstig
had ze haar zoon gesmeekt niet te
gaan. Ze voelde zich niet goed, had
ze gezegd, en ze kon de gedachte aan
een lange scheiding niet verdragen.
Maar toen de eerste ontsteltenis over
het bericht geluwd was, ontkende ze
dat er iets bijzonders met haar was
en tenslotte verweet ze zichzelf dat
ze zoo zelfzuchtig was om er ook
maar een oogenblik aan te denken,
haar zoon te willen afhouden van iets
dat van zooveel belang was voor zijn
carrière.
Ze slaagdeer in haar werkelijke
toestand te verbergen, wist zich te
dwingen tot een bedriegelijk vertoon
van opgewektheid en rust en spotte
in het bijzijn van George met haar
aanvankelijken angst.
Ik win er niets bij als je hier
blijft, zei ze. Als er moeilijkheden ko-
men.... als ik ziek wordnu,
wat komen moet, komt toch. En ik
weet immers dat je direct zult terug
komen, als ik je noodig heb.
Dus vertrok George, al was hij niet
heelemaal gerustgesteld, maar nau
welijks was hij weg of Mevr. Green-
field verviel weer in haar gedrukte,
gejaagde stemming. Ze weigerde te
antwoorden op Peggy's herhaalde
vraag, wat haar toch deerde en deze
geslotenheid van haar pleegmoeder
maakte het jonge meisje buiten zich
zelf van ongerustheid, gaf haar een
beklemmend voorgevoel van dreigend
onheil.
Trouwens, ook afgezien van haar
zorgen voor Mevrouw Greentield, was
Peggy's gemoedstoestand verre van
evenwichtig. De plompe, gevoellooze
manier waarop haar vader in haar
teederste, nauw-bewuste gevoelens
gegrepen had, had haar bewust ge
maakt van den waren aard van haar
gevoelens en onafgebroken hielden
haar onrustige gedachten zich bezig
met Guy.
En met dezen was het al niet veel
anders gesteld. Voor zijn gesprek met
Richards zou hij de gedachten, dat
hij van Peggy hield, eenvoudig bela
chelijk gevonden hebben, maar nu
twijfelde hij geen moment meer of 't
was zoo en leed hij bitter onder de
gedwongen scheiding.
Toen hij van zijn bezoek aan Wet-
stones terugkwam, was Londen om
zoo te zeggen,* uitgestorven geweest,
al zijn vrienden en kennissen waren
naar buiten. Hij ging, zooals hij zich
trouwens voorgenomen had, naar
Surrey om een kijkje te nemen bij de
voorbereidingen voor den bouw van
zijn huis, maar na drie dagen verveel
de het rondloopen en toekijken hem
al hij vond in zijn gejaagdheid en
onrust dat de werklieden geen sikke.
pit opschoten, kennissen had hij on
der de bewoners van den omtrek niet
en tenslotte was bij gebrek aan
bezigheid en afleiding er in zijn
hersens voor niets anders meer plaats
als voor Peggy en nog eens Peggy.
Een week na zijn terugkeer van
Wetstones was hij alweer op zijn ka
mers in St. James. Den ochtend na
zijn thuiskomst kon hij het binnen
de vier muren niet meer uithouden j
en er was iets in hem sterker
dan hijzelf dat hem dreef naar
Hampstead Heath, naar de plek waar
hij met Peggy onder de dennen had
gewandeld en genoten van het prach
tige uitzicht. Hij verwenschte de be
lofte, waartoe hij zich had laten ver
leiden. maar hij had beloofd niet
meer naar Highgate te gaan en Hamp
stead Heath was toch geen Highgate.
Hij ging op een bank onder de hoo-
ge dennen zitten en keek de laan af,
die naar de heuvels van Highgate
voerde, zich voortdurend bezighou
dend met de vraag wat hij zou doen,
als een slank figuurtje, waarvan het
beeld geen oogenblik uit zijn geest
was opeens tusschen de hoornen zicht
baar zou worden.
Maar hij behoefde geen antwoord
te vinden op deze gewetensvraag,
want het slanke figuurtje kwam niet
te voorschijn en terwijl hij terugreed
naar zijn kamers, bezwoer hij zich
zelf dat hij naar het buitenland zou
gaan om daar te trachten zijn ge
moedsrust terug te vinden.
Maar den volgenden ochtend 't
was een stralende zomermorgen
werd het verlangen om naar de Heath
te gaan, hem toch te machtig en hij
herhaalde den tocht van den vorigen
dag. En toen hij bij het plekje onder
de dennen kwam, waar hij met het
meisje, dat geen moment uit zijn ge
dachten was, een maand tevoren had
gestaan, bevond hij zich tegenover
Peggv, die met een droomerig, wee
moedige uitdrukking op het gezicht,
die met een droomerig, weemoedige
uitdrukking op het gezicht, die zijn
hart sneller deed kloppen, in de wa-
zig-blauwe verte staarde.
Toen het meisje iemand hoorde na
deren, schoot ze op uit haar gepeins
en zoodra ze zag wie naderde, was 't
alsof er een licht in haar oogen ont
vlamde. Een vuurroode blos kleurde
haar gezichtje en op hetzelfde oogen
blik versmolt in Guy's ziel elke
zweem van twijfel omtrent hetgeen
hij behoorde te doen en niet te doen.
Hij stapte vastbesloten op haar toe
en zei met een stem die heesch klonk
van ontroering.
Ik heb je vader beloofd dat ik
je niet meer zou ontmoeten.
Mijn vader?, stamelde Peggy
i verlegen, want opeens flitste het door
den geest wat de woorden van haar
vader haar in haarzelf hadden doen
ontdekken.
Ja, bevestigde*Guy. Hij kwam
dien Zondagmiddag bij mij. Ik was
heel boos om wat hij tegen mij te be
weren had en ik geloof dat ik welbe
schouwd nogal onhebbelijk tegen hem
ben geweest. Eigenlijk gezegd heb ik
mij laten overrompelen.
Ik vilde maar dat hij niets tegen
je had gezegd, zei Peggy bedrukt.
Kom, laten we gaan zitten, stel-
de Guy voor, wijzend naar een bank
i in de nabijheid.
het Zuiden,
aalwytscbe en Langslraatsrte ConranL
MAATSCrttPPy VAN VERZEKERING OP METJjVEN
(Wordt vervolgd.)