Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. "vrëdFsdag. IS (ID i PINKSTEREN. W inkelnieuws. Mol Voor. i Gaat FEUILLETON Goed Nieuws. MOL's kwaliteiten HEEREN-BAAI Dit blad verschijnt UITGAVE: Prijs der Advertentiën: WOENSDAG en ZATERDAG. 20 cent per regel; minimum 1.50. grieven, Ingezonden stukken, gelden enz. WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Bij contract flink rabat. franco te zenden aan den Uitgever. Reclames 40 cent per regel. Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25. Advertentiën moeten Woensdag en Franco p post door 't geheele rijk 1.40. Telefoon No. 38. Telegr.-adres: ECHO. Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit zijn. dit nummer bestaat uit onale ie als loide. h aan n tijd tudes 'racht digde )ordi- !n der ran 'TÏT. ZATERDAG 14 MEI 1Ö32. 55e JAARGANi id als bond, :nator )umer it der n den was, Echo van het Zuiden, faalwpschc en Langstraatscbe Courant, DRIE BLADEN. EERSTE BLAD „De Geest des Heeren ver vulde het aardrijk". Mocht dit Schriftwoord bewaarheid worden in deze dagen, die van zoo ivergroote he teekenis zijn voor de toe komst der wereld, nu van de beslis sing van hen, die ter vredesconferen- lie beraadslagen, afhangt of de ge schokte maatschappij weer zal ver krijgen de normale verhoudingen, als in de dagen voor den ontzettenden orlog. Maar de Geest Gods is daar verre, lie leiders betrouwen geheel en uit sluitend op menschelijke berekenin- .cn en stellen terzijde den machtigen invloed die kan worden uitgeoefend loor den Plaatsbekleeder van Hem, lie vrede bracht aan degenen, die van {„eden wil zijn. Zij bouwen niet op de Voorzienig- leid, Die onzen weg door het leven bepaalt. Die alles leidt en bestuurt, wilder dat de zwakke mensch daar in iets veranderen kan. En als wij erder rondzien over de geteisterde jarde, ontwaren we geweld en om wenteling en moord allerwegen. Wij moeten het aanschouwen, hoe kinderen van hetzelfde volk elkan der bestrijden en verdelgen met den- zelfden haat, waarmee zij gedurende den verderf brengenden krijg hunne vijanden hebben bestookt. Is het te verwonderen, dat deze ta- lereelen voor onzen geest komen, bij ie overdenking van het woord Gods, dat we boven aanhaalden„De Geest des Heeren vervulde het aardrijk?" Wij lazen bovenstaande regels in een Pinksterartikel van een vergeelde krant uit het jaar 1019, vlak na het einde van den wereldoorlog dus. Het treft ons dat we deze woorden MOL begrijpt dezen tijd. MOL brengt zeer lage prl|zen, maar toch zijn toonaangevend als altijd. MOL bllfft goedkooper. ook in onze dagen weer eens zouden kunnen herhalen. Ook nu immers leven wij in de miserabelste omstan digheden. Nood en strijd is al hetgeen wij om ons heen zien gebeuren. Nood, niet alleen stoffelijk, maar ook en in hoogere mate misschien nog wel geestelijk. Hoe kan het anders? Welk een in vloed moet de maandenlange werk loosheid van millioenen hebben. Het moreele peil van een groot deel dezer schare wordt met rukken naar om- j laag gehaald. De gevolgen blijven niet uit en wij kunnen ze dagelijks om ons constateerenmoord, revolutie, roof- en zwendelpartijen. Daarom komen ook nu weer deze woorden ons voor den geest. Op het Pinksterfeest moet de geest des Hee ren het aardrijk vervullen. Hetzelfde aardrijk dat thans nog zoover van deze Geest verwijderd is, dat handelt in strijd met dezen geest. Het is on mogelijk of het moest een wonder zijn. Maar laat ons hopen dat op dit Pinksterfeest maar een klein sprank je van den Geest doordringe tot de wereld. Tot de leiders die het heft in handen hebben en die den weg van 't nationaal egoïsme op gegaan zijn, maar daarvan nu niet meer terug kunnen. Maar ook tot de kleineren, tot alle individuen die de groote gemeenschap uitmaken. Als er een klein sprankje kwam van den geest van verdraag zaamheid, dan zouden wij misschien beter gezamenlijk onze lasten kunnen dragen, dan nu elk voor zich. Als al len dan meewerken om dezen Geest te verspreiden, dan zal de nood lich ter worden en gemakkelijker te dragen althans. Op den 18en Mei, dus Woensdag a.s., zal het 33 jaar geleden zijn, dat op initiatief van den Czaar aller Rus sen in Den Haag de eerste Vredescon ferentie hijeen kwam. l)e Czaar en zijn familie zijn intusschen al lang ge vallen als slachtoffers van den on vrede der menschen, maar de 18e Mei is tot officieelen Vredes- of Volken hondsdag verheven. Dien dag zal jaarlijks aan alle volkeren de Vrede worden gepredikt en in het bijzonder aan de jeugdige scholieren, die de dra gers zijn van de ideeën en idealen der toekomst. Dat wil volstrekt niet zeggen, dat deze zaak den ouderen onder ons niet meer zou aangaan. Eerlijk gezegd: van de jongeren alléén verwachten we ten deze weinig of geen heil, ondanks de omstandigheid, dat ze van algemeene van „De Echo van het Zuiden". Naar het Engelsch van Archibald Marshall. Neen, neen, dat gaat maar zoo niet, verklaarde hij, den anderen den weg war de deur afsnijdend. Meneer Ri- chards is volkomen op de hoogte van onze familiegeheimen, zei hij, en komV op een zeer gelegen moment, maar wij «innen er niet in berusten, hoe/er wij ook zijn goede bedoelingen waardeeren, dat hij alles bedisselt, zonder mij er «•nigermate in te kennen. Het over wint iemand niet eiken dag dat hij een vader, waarvan hij dacht en hoopte - dat deze dood was, terug vindt. Wij moeten elkaar eerst eens beter leeren bennen, voegde hij er snydend-sarcas- 'iseh aan toe. Neemt u weer plaats alstu blieft. Hij liet een schrillen lach hooren. Het *as waarschijnlijk geen wonder, dat de "bokkende gebeurtenissen van dien öacht, na den daaraan voorafgaanden kogen en vermoeienden dag en nog een "acht van emotie en zonder slaap hun '«vloed begonnen te doen gelden op zijn adgeputtën en overspannen geest. Met gebogen hoofd bleef de man staan «aar hij stond. Mevrouw Greenfield ■'oot, met een wanhopige uitdrukking °P het gezicht, de oogen en Peggv nam "aar machtelooze, bevende handen in jfe hare. Richards keek George met ge ponste wenkbrauwen aan en toen liet hy "in blik op Peggy rusten. Wat doe jij eigenlijk hier?, vroeg N niet onvriendelijk. Dit is geen plaats voor jou; ga maar gauw naar bed. Neen, zij blijft hier, protesteerde ^orge. Zij is meer mijn Moeders doch- Wat ik thans weet, weet zij ook. En wat er nog komen zal, mag ook geen geheim voor haar blijven. Ga naar boven, Peggy, herhaalde Richards koppig. Maar voor de eerste maal in haar le ven trotseerde Peggy hem. Ik ga niet heen, zei ze rustig. Zij heeft mij noodig en u krijgt mij niet van haar weg. U bent altijd hard voor mij geweest en zij was altijd even lief en Üartelijk. En het dappere meisje sloeg haar arm om de half bewustelooze vrouw. En toen gebeurde hel, dat Richards, de eigenaardige persoonlijkheid, die met allerlei mysteries vertrouwd was, op hetzelfde oogenblik dat een jong meisje en nog wel zijn eigen dochter, het waag de hem te weerstreven liet zien uit welk hout hij gesneden was. George Greenfield, sprak hij lang zaam, je hebt mij van kind af aan ge wantrouwd. De dag zal komen, waarop het je duidelijk zal worden dat ik, hij alles wat ik deed, altijd voor je bestwil heb gehandeld. Maar er zal nog eenige tijd overheen moeten gaan, eer je dat zult beseffen en je kunt niets zeggen of doen 0111 dat tijdstip te verhaasten. Al les wat je nu zou kunnen bereiken door mij te dwarsboomen is, dat je de ellende en de moeilijkheden van die lieve vrouw daar vergroot. Als je dien man vragen gaat stellen en hij deze beantwoordt -— maar hij zal je niet antwoorden, nu ik hem een en ander in het oor gefluisterd heb zal hij je misleiden, omdat hij zichzelf ook misleid heeft. Hij kan je niets vertellen om de eenvoudige reden, dat hij niets weet. Ik ben de eenige man ter wereld, die volkomen op de hoogte is van wat je ter zijner tijd zult verne men. Eén vrouw weet er ook van, en dat is je moeder. Maar zij heeft onder eede beloofd niets te zullen openbaren, en je kent haar genoeg om te weten, dat zij nooit haar eed zal breken - zeifs niet ter wille van jou. Nog één ding wil ik je zeggen, dan ben ik uitgepraat en zul je uit den weg dienen te gaan om dezen man gelegenheid te geven zich tc verwijderen. Je kunt er zeker van zijn dat hij zich hier in de buurt niet weer vertoonen zal. Je zei daareven dat ik op een bijzonder gelegen moment was ge komen en je besefte zelf niet, hoe juist je woorden waren. Je moeder sprak de vredesgedachten zijn vervuld, wan neer de ouderen ze niet voorlichten en hun eigen ervaring ter waarschu wing laten strekken. De jongeren heb ben den oorlog niet gekend, noch aan het front, noch als neutrale buiten staanders, die vier jaren achtereen de verschrikkelijke communiqué's der oorlogvoerenden geestelijk te verstou wen kregen, oorlogsberichten over massa-aanvallen met tienduizenden dooden op één dag als gevolg, schil deringen van de ontzetting van een met hommen geteisterde burgerbevol king, beelden van getorpedeerde pas sagiersschepen, verhalen over den waanzinnigen angst en het duldelooze lijden van ingegraven legers, bestookt met optrekkende gifgassen. Ze heb ben ons eigen leed uit die dagen niet gekend en onze herhaalde vrees van zelf iri dien bloedkamp te worden be trokken. Maar vooral; zij hebben den oorlog niet zien worden. Wel beschouwd is er niet zooveel verschil tusschen de ideeën van onze, der ouderen jeugd, en die van de hui dige jongelingschap. Toen wij jong waren, verafschuwden we den oorlog evenzeer en we geloofden, sterker misschien nog dan tegenwoordig, aan de onmogelijkheid, althans zeer groo te onwaarschijnlijkheid van een groo- ten oorlog. Zeker, we hebben den strijd gekend in Transvaal, het ver loop gevolgd van den Russisch-Japan- schen oorlog, van de Balkan-oorlo gen, enz., maar dat was allemaal on waarschijnlijk ver weg en bovendien waren in zulke oorlogen volkeren be trokken, welke nu ja, wel be waarheid toen zij beweerde, dat deze man haar echtgenoot was. Maar ik kom je zeggen, wat niemand anders, ook niet de man zelf, je had kunnen vertellen: hij is niet je vader. Deze lange uiteenzetting, waarvan elk woord met den diepstcn ernst was uit gesproken geworden, droeg geheel den stempel der waarheid. George zei niets, maar verliet aarzelend, onwillig haast, zijn plaats by de deur. Het was wel het welsprekendste antwoord, dat hij op Ri chards' betoog had kunnen geven. De man, die gedurende al dien tijd zwijgend en onder een hoedje te vangen had geluisterd, sloop zonder op te zien de kamer en het huis uit, om zich er, zooals Richards terecht voorspeld had, nooit weer te vertoonen. De nacht verliep verder in angstige zorg. Mevrouw Greenfield, wier li- chaams- en geestkracht geheel gebroken was onder den looden last van den be stendigen angst, welke haar sinds maan den, nacht noch dag met rust had gela ten, bleef voortdurend bewusteloos en naar de omstanders meenden, waren haar uren geteld. Niets vermocht haar uit haar diepe verdooving op te wekken en na een heele poos, toen al haar pogin gen vruchteloos bleven, ging George een dokter halen, terwijl Peggy en haar va der bij de zieke, die inmiddels naar bed was gebracht, hieven waken. De dokjter kwam en h(leef tot den vroegen morgen in de ziekenkamer. Toen kwam hij beneden en voegde zich hij George, die beneden in angstige span ning wachtte. Ik ga nu een paar uur naar huis, zei de geneesheer. Direct na het ontbijt kom ik terug, als voor dien tijd veran dering in den toestand mocht komen, wat ik overigens niet geloof, vindt u mij thuis. Is de toestand ernstig?, vroeg George ongerust. Hoogst ernstig, antwoordde de dok- Ier, die een vertrouwde vriend van de familie was. Peggy heeft mij verteld, dat zij maanden lang onder den druk van een vreeselyken angsttoestand heeft ge leefd en ten slotte een ontzettenden schok heeft gehad. Ik zal natuurlijk geen bijzonderheden vragen, maar als dat angstgevoel niet weg gaat of wanneer ze een nieuwen hevigen schok zou krijgen, vrees ik het ergste. Daar bestaat geen gevaar meer voor, verklaarde George. Na de inmenging van Richards meende hij dit gerust te kunnen zeggen. Dan is er hoop dat wij haar in het leven kunnen houden, oordeelde de dok ter, maar u mag in geen geval nu al op timistisch zijn, er is op dit oogenblik nog ernstig levensgevaar. Ze heeft een ontzettenden knauw gehad. De dag verliep in angstige spanning. De zieke dommelde of lag stil met ge sloten oogen achterover in de kussens en scheen niets te merken van hetgeen er om haar gebeurde. Tegen den avond kwam een kleine opleving. Ze opende de oogen en her kende George en Peggy. Hoe goed deze zich ook poogden te houden, de zieke las de wanhopige droefheid van hun ge zicht. Ik weet liet, kinderen, ik weet het, zei zij zacht, maar duidelijk verstaanbaar sprekend. Ik ga van jullie weg. Even zweeg ze, den jongeman en het meisje met een blik vol onuitsprekelijke teedcr- heid en liefde aanziende en vervolgde toen: Wij hebben het goed samen gehad, nietwaar? Ik geloof niet, dat veel moe ders zooveel liefde en hartelijkheid van haar kinderen hebben ondervonden. Want jullie bent allebei mijn kinderen is het niet? Nogmaals zweeg ze, nu lan ger dan zooeven en hernamPeggy zoo wel als George en jullie zult altijd broer en zuster voor elkaar zijn, niet waar, in welke moeilijke omstandigheden je ook moogt komen. Maar al die moeilijkheden zullen langzamerhand wel verdwijnen, zooals de mijne ook uit den weg geruim3 zijn. Is je vader hier?, wendde ze zich tot Peggy. Ik zou hem graag een paar i minuten alleen spreken. Het is in het. belang van jullie allebei. En als hy weg is, moeten jullie dadelijk, allebei, weer bij mij komen. Richards, die beneden wachtte op be richt uit de ziekenkamer, verscheen on middellijk. Zijn strak gezicht kreeg een zachtere uitdrukking toen hij by het bed stond en zich over de stervende vrouw heenboog. Je bent je belofte trouw nageko men, zei hij. Het spijt mij dat je my over die andere moeilijkheid niet eerder in vertrouwen hebt genomen; ik had je al ECHTE FRIESCHE ^JZQ-50 ct. peroni tAiet punten aa. voorSrUschAardavtrk. en Kcpemzrk. schaaft! werden geheeten, maar toch niet heeleinaal op ons „peil" stonden. De Transvaalsche oorlog was eigen lijk slechts een Engelsche expeditie tegen de ons zeer sympathieke, maar toch een beetje stug-achterlijke Boe renEen oorlog in Europa, in Midden- of West-Europa, dat was absoluut uitgesloten. De evenwichts- positie in de onderlinge machtsver houdingen zou van het openen van den strijd doen afschrikken, maar bo vendien: onze beschaving zou 't niet dulden, dat behoorlijk ontwikkelde volkeren met sterke gevoelssentimen- teiï, op elkaar zouden lostrekken om te schieten, te dooden, langs wegen van bloed op „verovering" uit te trek ken. Dat alles geloofden we nog tot vlak vóór den grooten oorlog, het „spande" in Europa, maar tot werke lijk oorlog-voeren zou het nooit ko men. De menschen, de soldaten, ze zouden het eenvoudig weigeren om. Daar kwamen de berichten binnen als zou Duitschland reeds in het ge heim mobiliseeren. De Franschman maakte zich kwaad en balde de vuist. Zouden de Duitschers dan toch In Duitschland werd hetzelfde van Frankrijk gezegd en met een zelfde gevolg. Fransche vliegeniers zouden de grens zijn overgevlogen en bom men hebben geworpen op 'n Duitsch dorp. Een vrouw en een kind waren gedoodMisschien was het be> richt niet waar, maar de Duitschers werden er in ieder geval woedend om. Zóóiets eischte vergelding, althans maatregelenHet volk, burgers, arbeiders, studenten, het volk eischte in massa de mobilisatie, den oorlog. In andere landen leidden kleine of vermeende incidenten tot zelfde volks acties. Al gauw werden de eerste oor* die ellende kunnen hesparen. Je bent dadelijk gekomen, toen ik het je gevraagd heb, antwoordde ze, dus laten wij er verder niet over praten; het is nu toch te laat. Maar, nietwaar, het zal niet lang meer duren? Je kent het tijdstip, zei hy ernstig, ik kan dat niet verhaasten. Ik zal het niet meer beleven, zucht te ze. Maar het is zeker beter zoo. Ik zal niet in"opstand komen. Maar laten wij dit laten rusten, er is zoo weinig tijd meer. En ik wilde zoo graag iets over 't lieve meiske zeggen, mijn meiske haast even goed als het jouwe. Je hebt het haar heel zwaar gemaakt. Ik heb je wen- schen steeds geëerbiedigd, maar nu zou ik graag zien dat je mijn verlangen eer biedigde vóór ik heenga Geef haar den man terug, dien-zij liefheeft. Richards bewaarde het stilzwijgen. De uitdrukking van zijn gezicht verried in- wendigen strijd. Beloof mij, dat je het doen zult en laat mij in vrede sterven, drong zij aan. Er blijft mij nog maar zoo weinig tijd meer over en ik wilde mijn kinderen zoo graag nog even hij mij hebben. Nog zweeg hij. Ter wille van het verleden en var de waarachtige liefde van die twee jongt menschen, klonk het in haast smeeken- de fluistering. Opeens was er iets van een wonder; Richards oogen werden vochtig, zijn dunne strenge lippen trilden. Dadelijk kan het niet; maar over 'n poos zal ik doen wat je van mij ver- langt, als hij zich haar waardig toont, beloofde hij. Neem dan nu maar afscheid van my en roep de kinderen, verzocht ze. Hij boog zich over haar en nam haar doorzichtige, machtelooze hand. Vaar wel zei hij krachtig. Je zult het loon voor je tranen oogsten, en daarop verliet hy langzaam het vertrek. Kort nadat Richards was weggegaan, verloor ze het bewustzijn, maar er wa ren korte tusschenpoozen van helder heid, waarin ze zich volkomen bewust was van George's en Peggy's aanwezig heid in de kamer. Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1932 | | pagina 1