Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. iMeniï is hel retimns. I i W Inkelnieu ws. FEUILLETON Voor. Mol Gaat HEERENBAAI Archibald Marshall. Hulp aan de Melkvee- houderi). Hel begint er voor de melkvee houderij steeds slechter uit te zien. De regeering zal hier moeten ingrijpen, maar de vraag rijst of deze hulp wel afdoende zal kunnen zijn. Het adres van den Nijverheidsraad aan den Minister doet in deze het ergste vreezen. De becijferingen van den raad toonen n.l. aan dat om de veehouderij in staat te stellen bij de luidlge wereldprljzen het bedrijf voort Ie zetten een steun zal moeten worden verleend van een bedrag varieerende lusschen de f 38 000.000 en de f 65.000.000 al naar gelang de hoogte van den steun. Wordt een bijslag van 3 et* per K.G. melk gegeven dan komt het bedrag zelfs bij de 100 mlllioen. Waar^ zal men dit bedrag moeten vinden? Terecht wijst de raad erop dat hiermede op het Nederlandsche volk zware lasten worden gelegd, trwljl het toch op den duur niet flogeHik ?a), blijken aan bepaalde groepen, ten koste van zv/are offers van andere, een bestaan te verzekeren Ook de daling der kosten van levens onderhoud in ons land zou hierdoor worden tegengehouden. De Raad wijst erop dat een steun aan de veehoudè' Alleen in uitersten nood mag worde /erleend. in dit verband vraagt de raad zich af, of deze maatregel noodlg ware geweest en of van de zijde der Nederlandsche regeering wel alles is gedaan, om dit onheil te voorkomen. De oorzaak van den nood der boeren is gelegen in de belemmering van den export van de zuivelproducten door maatregelen van verschillende landen. De raad meent te mogen betwijfelen, of de Nederlandsche regeering wel in alle opzichten het mogelijke heeft verricht om te trachten, den uitvoer van Nederlandsche zuivelproducten op peil Ie houden, alsmede of in alle gevallen wel met de vereischte kracht tegen buitenlandsche maatregelen stelling Waalwllk en Omgeving. MOL blijft goedkooper. van „De Echo van het Zuiden". Is genomen. Ook in de naaste toe komst zal een krachtig optreden van de Nederlandsche regeering geboden zijn, om den uitvoer van zuivelpro ducten weder te vergrooten. Dit is voor het voortbestaan van de vee houderij In zijn tegenwoordlgen om vang absoluut noodig. Mochten de onderhandelingen met het buitenland over deze aangelegenheid falen, dan komt reeds aanstonds de vraag aan de orde, of niet moet worden besloten, den Nederlandschen veesiapel in grijpend in te krimpen. Daarom is 't voor de Nederlandsche veehouderij van veel grooter belang dan welke steunmaatregel ook, dat de regeering hare producten op de internationale markt weder de plaats zal weten te bezorgen, die deze gedurende lange jaren steeds hebben ingenomen. Nu ter behartiging van agrarische belangen een zeer groot offer van het Nederlandsche volk wordt gevraagd, moet naar het oordeel van den raad worden overwogen, of op den duur het nemen van zulke maatregelen zal kunnen worden volgehouden. Immers het begint er op te lijken, dat door allerlei kunstmatige regelingen van andere landen de wereldverhoudingen zich gedurende de crisis zoodanig zullen wijzigen, dat de uitvoer van verschillende Nederlandsche producten niet meer mogelijk zal blijken te zijn. Indien dit ook voor zuivelproducten het geval mocht worden, zou de eenige uitweg zijn, den veestapel naar de behoefte in te krimpen. De raad geeft toe, dat voor de beoordeeling van zoo een ernstig besluit thans nog onvoldoende gegevens beschikbaar zijn en dat het herstel van de export mogelijkheden voor zuivelproducten nog niet uitgesloten behoeft te worden geacht. Toch zal, wanneer er binnen niet al te langen tijd geen verbetering in den buitenlandschen afzet mocht komen, het Nederlandsche volk deze gewichtige vraag moeten beantwoorden omdat met den steun aan landbouw, producten niet steeds kan worden doorgegaan. In dit verband willen wij nog even wijzen op de contingenteering van den boterinvoer in Dultschland, dat vroeger ons voornaamste afzetgebied was. Men weet dat het Dultsche invoerrecht voor een contingent van 5000 ton 50 Mark bedraagt en voor het overige deel 100 Mark. Het on- billijke zit nu in de kwestie dat Nederland, dat vroeger enorm veel meer Invoerde is gelijk gesteld met andere landen als Estland en Let. land, die vroeger met hun invoer beneden het contingent van 5000 Mark bleven. Het gevolg Is dus dat de invoer uit deze landen gestimu leerd wordt en dat Nederland daar- door zijn invoer in Dultschland sterk heeft zien terugloopen. Tegen deze onbillijke verhouding heeft onze regeering geen of tenminste een on voldoende, protest laten hooren. Onze concurrenten Denemarken en Zweden zitten intusschen niet stil en doen hun best om de extra verhooging van 36 Mark, die in verband met de gedeprecieerde valuta op hun uitvoer is gelegd, te laten vervallen. Het schijnt zelfs dat zij daarmee een goede kans op succes maken. Zou dit voor onze regeering niet een aansporing kunnen zfln om ook eens de handen uit de mouwen te steken. Er moet spoedig hulp komen voor onze zuivelindustrie anders zou men misschien te laat komen om er de kwijnende tak van bestaan nog boven op te helpen. 1043*^1843 'ft Gaaft alles kwiek.. in de Auftomaftiek! We hebben onlangs in alle bladen kunnen lezen van een handigenGoud- schen zakenman, die ook In „verboden tijd" voor zijn gezin wilde verdienen en deswege een z.g. automaat voor zijn zaak had opgesteld. Het bedrijf liep goedvelen offerden hun dubbeltje en kwartje en kregen prompt, wat ze begeerden. Een dienaar des H. Her- mandads wilde het nieuwtje óók eens beproeven. In een bepaald gleufje stak hij een kwartje en inderdaad verscheen in het daarvoor bestemde laadje het artikel, dat hij bedoeld had te koopen. Onze politiedienaren echter zijn altijd en overal op hun qui vive. De gewa pende kooper zag niet alleen het be geerde artikel verschijnen, maar hij zag óók door een nauwelijks merk bare kier in het apparaat, een hand, een... menschenhand, welke de be geerde waar aan hem leverde. Dat was een... misdrijf. Een echte automa. tiek, waarvoor In verboden tijd niet gearbeid behoeft te worden, zoo'n dood dtng dus, mag in functie worden gesteld, maar een mensch, die voor vrouw en kinderen heelt te zorgen, die mag niet arbeiden, als hij dat wil of noodig acht; zoo'n mensch is „In overtreding", als hij tracht om Iets te verdienen. Dies kwam de handige Goudsche zakenman op den bon en alleen aan de zeer groote Inschikke lijkheid van een Inspecteur van politie had hij het te danken, dat hq er dezen keer nog met een berisping van af kwam. Men weet warempel niet, of men om zoo'n geval moet lachen of huilen. Het Is Inderdaad treurig, dat een mensch niet op allen tijd voor het onderhoud van zijn gezin mag werken, als dat noodig Is, omdat de overheid hem met geweld wil .beschermen". En het lijkt onrechtvaardig, dat men het mid- dels zoo'n stom ding, een automaat, in sommige gevallen wél mag. Dat IQkt onrechtvaardig, omdat de zaak neerkomt op een kwestie van geld. Wie daarvan genoeg heeft, kan zich een automaat aanschaffen; wie nauwe lijks het onderhoud voor zich en zijn gezin verdient, kan dat niet. Daar staat tegenover, dat de winke lier het noodig heeft om tegen zich zeiven te worden beschermd, omdat een ongebreidelde concurrentie hem anders zou dwingen tot een arbeid, welke onmenschelijk mag worden ge- heeten. Intusschen blijkt uit een en ander, hoe moeilijk of het is om tegen sociale misstanden afdoende maatregelen te nemen. Meestal worden er nieuwe onbillijkheden mee geschapen soms blijkt in de practijk het middel nog erger dan de kwaal. Automaten, „auto matieken* geheeten, rijzen op het oogenblik als paddestoelen uit den grond en gelijk de machines allengs den handenarbeid hebben vervangen en overbodig gemaakt, met werkloos heid als gevolg, zoo maken op het moment de automatieken de bediening ZATERDAG 21 MEI 1932. 55e JAARGANG. tftfER 41 aalwUksche en Langstraatseke Conrank Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz. franco te zenden aan den Uitgever. Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25. Franco p. post door 't geheele rijk 1.40. UITGAVE WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-adres: ECHO. Prijs der Advertentiën: 20 cent per regel; minimum 1.50. Bij contract flink rabat. Reclames 40 cent per regel. Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit zijn. DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN. EERSTE BLAD alleen af te gaan op het uiterlijk. Voor het uitrekenen van sommen heeft de kleine Frits een bord noodig. Op zijn vingers telt hij na, dat MOL HET ADRES is voor 02» ECHTE FRIESCHE )-50d.peror» 08zadtU tnyiusift. rooktabak,* Naar het Engelsch van 31. En tot een van die dingen behoort, naar ik meen te mogen veronderstellen, tot geld, waarover u het beheer hebt ge- tod. Ik hen voldoende jurist om te we- ton, dal op dit punt zonder de minste moeite alle gewenschte informaties van n kunnen gevorderd worden, meneer Ri chards, wat u ook verder voor u wenscht le houden. Er is nooit kapitaal geweest. Het inkomen van Mevrouw Greenfield is met r dood opgehouden. - Dat inkomen moet toch zyn ont daan aan een kapitaal te danken heb- ton gehad. U wilt me toch niet wijs ma- ton dat er een lijfrente was? Is het ka- Pilaal in een lijfrente omgezet? Neen. Waar kwam dat inkomen dan van- toan? Goede hemel, meneer Richards, denkt u nu heusch dat u over dergelijke gesties maar eenvoudig inlichtingen toinl weigeren. Ik kan je wel zeggen, dat dit inder daad mijn voornemen is. George keek hem stom verbaasd aan. Jaar haalde de man de brutaliteit van daan, vroeg hy zich geërgerd af. Toen 'Wam er plotseling een ellendige arg waan bij hem op, die hem het bloed naar tot hoofd deed stijgen. U hebt mij bezworen dat het geld "'et van u afkomstig was, viel hy uit. 7 Je hebt me zooeven beschuldigd dat een hoop leugens zou verteld heb- George stond op. Goede hemel! riep hij. Is het dat? Zijn we al die jaren van u afhankelijk geweest? Ik zal op die vraag het antwoord schuldig blijven, klonk het op vasten toon. George greep het testament dat op de tafel lag, scheurde het doormidden en wierp de stukken in den haard. Geen cent wil ik van dat geld hebben, riep hij hartstochtelijk uit, en ik zal werken tot dat ik het er bij neerleg om u alles terug te kunnen geven. Een grimmig lachje speelde om Ri- hards' lippen. Aangenomen dat je veronderstel ling juist is en het inkomen uit mijn zak is gekomen, zei hij ironisch, dan houd je er al een bijzonder rare manier op na om je dankbaarheid te ioonen, vind je ^elf ook niet?. Dankbaarheid, herhaalde George schamper. Maar wacht eens even, ging hij na een oogenblik nadenkend voort, als schoot hem plotseling iets te binnen. U hebt mij indertijd bezworen dat het niet zoo was, en ten opzichte hiervan sprak u vermoedelijk de waarheid. U zult uw ziel niet bezwaren met een val- schen eed. En dwaas die u bent, brak hij plotseling af met een blik vol min achting. Voor het eerst scheen Richards uit 't veld geslagen. Moeder heeft me zelf gezegd ik herinner het mij als den dag van van daag dat haar geld haar eigendom en niet van u afkomstig was. En u wilde mij doen gelooven ik ben zoo vry u zoowel een lafaard als een leugenaar te noemen, meneer Richards. Richards maakte een afwerende hand beweging. Laten we een eind aan deze onver kwikkelijke scène maken, verzocht hij stroef. Neen, het inkomen kwam inder daad niet uit mijn zak. En verder is het niets anders dan tijdverlies voor je om je in allerlei gissingen te verdiepen. Ik herhaal wat ik zooeven zei: je zult niets van mij te weten komen. En bent u van plan dit ook voor de rechtbank vol te houden? I Nu, dat zullen we dan zien. Maar tenslotte is die kwestie van dat geld niet de belangrijkste op het oogenblik. Wat ik voor alles wensch te weten is dit: welke feiten zijn u bekend omtrent mijn afkomst van geboorte? In dien bewus- ten nacht beweerde u, dat u de eenige was, die daaromtrent de waarheid wist. Nu eisch ik van u mij te zeggen wat u weet. Het antwoord kwam onmiddellijk. Ik ben bereid je onmiddellijk mee te deelen wat ik er over wensch los te laten, verklaarde Richards, en geen woord, maar dan ook geen woord meer. Toen wy, nu twee jaar geleden, dat ge sprek met elkaar hadden, zei ik je, dat Mevrouw Greenfield's echtgenoot, de man die je dien nacht gezien hebt, ge storven was. Ik was overtuigd dat dit het geval was; dat hij nog in leven was, ben ik pas te weten gekomen door een brief, waarin Mevrouw Greenfield mij mededeelde, dat hij haar had weten op te sporen en het haar lastig maakte. Na tuurlijk wilde zij niet, dat jij er iets van gewaar zou worden en zij was van mee ning dat ik haar zou kunnen helpen. Zy schreef dat hij den volgenden nacht bij haar zou komen en een groot bedrag van haar verlangde en zij vroeg mij haar dit geld te zenden. Ik ging zelf naar High- gate en kwam, zooals je herinnert, juist bijtijds. Ik had iets ontdekt, dat hem in de gevangenis zou kunnen brengen en de bewijzen had ik bij my. Ja, dat is allemaal heel interessant, meende George, maar het is niet hetgeen ik verlang te weten. Ondanks uw ver klaring, ben ik er nog heelemaal niet ze ker van dat dat verloopen sujet niet mijn vader is. U bent er altijd sterk in ge weest uw ontkenningen spitsvondig in te kleeden. Kunt u er een eed op doen, dat die man mijn vader niet is? Ja, klonk het met groote beslistheid. En daarop liet Richards volgen: Ik zou het je uit mezelf nooit verteld hebben, maar ter wille van Mevrouw Greenfield heb ik gemeend je dit feit te mogen open baren en je mag er zooveel troost uit putten als je aangenaam is. Dat wil dus zeggen, concludeerde trouwd was geweest voor zij met dien man in aanraking kwam. Hierop wensch ik geen antwoord te geven. Ellendeling! U wilt hiermee een toespeling Dat is absoluut mijn bedoeling niet, protesteerde Richards snel. Je moeder was een van de nobelste vrouwen, die ik ooit gekend heb en myn eerbied voor haar nagedachtenis is zeker niet min der groot dan die van jou. Maar ik wensch eenvoudig geen enkele vraag te beantwoorden die ik my voorgenomen heb onbeantwoord te laten en als je uit myn stilzwijgen zekere gevolgtrekkingen verkiest te maken, zijn die geheel voor jouw rekening. Dit wil ik alleen nog zeggen ik zei je dit al eerder: er zal een dag komen waarop je alles hooren zult. Hoe zal ik alles te weten komen en wanneer? Van mij; maar over de vraag wan néér dat zal zijn, kan ik me niet uit laten. George maakte een gebaar van wan hoop en het lag hem op de lippen om te zeggen: Als u wist wat het voor mij beteekent. Maar met dit motief wilde hij zijn zaak by Richards niet bepleiten. Je deed beter het hier nu maar bij te laten, ging deze voort, wanneer ik je eenmaal op de hoogte gebracht zal heb ben. zul je het me niet ten kwade duiden dat ik een en ander voor je achtergehou den heb. Maar George's geduld was ten einde. Als u mij niet onmiddellijk zonder omwegen antwoord geeft op alles wat ik u gevraagd heb, zei hy geprikkeld, ga ik rechtstreeks naar een advocaat en geef hem de zaak in handen. In elk ge val kunt u worden gedwongen, rekening en verantwoording te geven omtrent 't geld waarover u het beheer had, en ik maak me sterk, dat er op die manier ook wel licht zal komen in de rest van het mysterie. Als je denkt me met dit dreigen schrik aan te jagen, heb je het glad mis, hernam Richgrds, nog altijd even kalm en gelijkmatig in zijn spreken. Ik ben die ik niet wensch te doen, te laten dwingen, tegenover wien ook. En als u voor de keuze wordt ge steld lusschen het afleggen van een be vredigende verklaring en gevangenis straf? Dan ga ik met een gerust hart de gevangenis in, maar jij zoudt het latei- diep betreuren dat jouw optreden daar van de oorzaak was. Ik denk er niet aan me langer aan het lijntje te laten houden door uw praatjes, meneer Richards. Is u van plan open kaart met mij te spelen of niet? Myn antwoord is je bekend. Heel goed, dan ben ik gedwongen myn toevlucht te nemen tot den eenigen weg die mij overblijft. George stond op en liep zonder groei en zonder nog maar een enkel woord te zeggen, de kamer uit. Hij keek niet om en er was een uitdrukking van grimmige vastberadenheid op zijn gezicht. Richards haalde alleen maar even de schouders op en alsof er niets gebeurd was, wydde hij zijn aandacht aan de papieren voor hem. En George zou zeker rechtstreeks hel huis hebben verlaten, als niet op den drempel van de kamer, op het moment dat hij in de deuropening stond, juist Peggy was verschenen, die blykbaar uit was geweest. Zij was in wandeltoilet en droeg een paar pakjes. Waarschynlyk had haar vader haar uitgestuurd om on gestoord met zyn bezoeker te kunnen praten. Er kwam althans een uitdruk king van onaangename verrassing op Richards gezicht by deze onverwachte ontmoeting; het jonge meisje daarente gen was zichtbaar verheugd. O, George, riep zy, wat heerlyk dat je hier nog bent. Daarop keek zij beur telings naar hem en naar haar vader; ze zag de ontstemde uitdrukking op bei de gezichten en zé gehoorzaamde een plotselinge ingeving: te doen alsof zy er niets van bespeurde en tevens te trachten de spanning te breken. Wordt vervolgd. 1

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1932 | | pagina 1