IS IK. >P. ril N. fJES ar: :jk. )S. Zaterdag 21 Mei 1932. 55e Jrg. 8005 tweede blad. Jjis weekpraatje. ensch Is en blijft een kudde U Dat was onze conclusie. op het zonne—stralend Pink- J liepen te dwalen In een der inste bosschen, welke ons land Was er stil, als op een wille- midweekschen zomermorgen, wij natuurlijk allerminst be- ja. en. iricht den. In een bosch hóórt het stil aaff SUM nde 'anders kan men het geheim rulschen der boomen niet ver- noch het hamerend kloppen van specht beluisteren, of het zacht ien der blije vogeltjes, door zorg- ouders gevoederd op Jonge e twijgen. moderne stadsjeugd verbeeldt met groote overtuiging, dat ook e natuur mint; in kleeding en eren manifesteert ze haar lust tot eid en als het maar é/en kan. ze in drommen naar buiten om zoo nemen ze zich misschien te dwalen in bosch en hel, geheimen van flora en fauna te ontraadselen, het bonte leven van j en plant en dier in alle scha- no en stadia van ontwikkeling te >0| overweldigende beelden van arichoon in zich op te nemen, de oudere stadsmensch blijft Het Is daar buiten niets meer. hij, want auto, motor en fiets n de wegen veroverd, waar de n verjaagd zijn en de planten stof worden bedolven. Er is in oderne wereld geen plaats meer natuur... tóch beweren we, dat men zelfs de allerdrukste zomerdagen nog lijk—rustig kan wandelen In de nste bosschen, op een stille heide, verlaten duinen. Tienduizenden des zomers op een mooien lg en nd. Loos. dag of Zondag naar buiten, Is weinigen vinden er de natuur. Hes blijft hangen aan en om de egen, welke ons land doorkruisen, en de menschen hun doel bereikt, vormen ze warme klitten, die uiteen te rafelen schijnen. Wie de ur .zoo echt mogelijk" zoeken, kampeeren in bosch of hei, maar dan alweer niet uiteen te krijgen, kampeerplaats, waar tientallen ge- happen gelegerd zijn. blijft hun Hum en de .tochten" daar vandaan en zich als regel slechts uit tot naastbij gelegen gemeente—kom ühet bekende hotel, waar een terras men de verkeersdrukte kan eslaan. De schoonste plekken na- blijven stil en verlaten: de enke die er zich vermeien, hooren er uit verte het gegons als van bijen zijn de medemenschen, die over twegen naar buiten kwamen en tr betonwegen terugkeeren, zonder k maar iets tot de natuur te zijn laderd. Vat de menschen op zulke onder alngen eigenlijk zoeken en vinden, t is vermaak en ontspanning, dingen, t in ons overigens vrij monotoon slaan zeker heel wat waard zijn. De IbtiOQ ganders verlangen de prikkeling llfllluU, drukte en gejaagdheid, zij het eens andere gejaagdheid dan de zake lijke, welke ze van eiken dag kennen. De uitgaande mensch trekt het liefst daar heen, waar een massaal bezoek mag worden verwacht in Schevenin- gen en Zandvooit dromden met Pink steren vele tienduizenden in een bran dende zon tesamen. Rotterdam heeft even bulten haar grenzen een grootsch zwembad met Lunapark gekregen en het werd een succes. De Amsterdam mers stroomen op alle mooie zomer dagen naar de permanente kermis vermaken in Diemen. Muziekconcour sen zijn met Hemelvaart en Pinksteren overal buitengewoon geslaagd geweest. De Oraal trok drommen naar een gloeiend stadionde massa wist, dat de massa er zijn zou. Er wordt toch wat geld stuk geslagen in zulke dagen 1 gromt Nurks. Och, wat zou dat Dan wordt er tenminste wat verdiend en dat geld zou anders misschien aan meer onnutte dingen zijn besteed. De ontwikkeling der techniek autobussen, goedkoope auto's, rijwielen heeft het mogelijk gemaakt, dat de mensch zich gemak kelijker verplaatst dan vroeger en van die mogelijkheid wordt geprofiteerd. De mensch heeft het uitgaan heden ten dage bovendien beter geleerd dan men het weleer deedhet is veel economischer ingericht. Etenswaren worden meegevoerd en het hoogste doel der uitgaanders is niet langer om ergens buiten, waar een .gezellig zitje" is, enorme hoeveelheden bier te gaan verzwelgen, al wordt een frissche dronk door geen moeden toerist ver smaad. Handige lieden weten van den mo dernen treklust der massa te profitee ren, door op bijzondere zomersche dagen iets te organiseeren, dat een bezoek waard is. Zóó actief moest men op méér plaatsen wezen, want trein en autobussen voeren de men- schen vlug en goedkoop naar gezelliger oorden. Als we het geld, in eigen gemeente verdiend, ook in eigen ge meente willen laten rollen, dan dienen we te zorgen, dat er op speciale uit gaansdagen en in vacantietljd ook wat te doen is ter plaatse. Even goed zullen dan toch nog velen voor de afwisseling eens naar elders trekken maar uit den vreemde krijgen we dan tenminste óók ons deel. In een slechten tijd bü de pakken gaan neerzitten helpt geen zier. We moeten wat liever brengen in het leven en actief genoeg wezen om ons voordeelen te scheppen. i No 40, Dil rijke, dezer De van LAND- EN TUINBOUW. IETS OVER KALI. Bloembollenbemesting. zijn de titels van twee belang- leerzame brochures, welke dagen móchten ontvangen, eerste geelt een verslag weel een radiolezing, gehouden door bonden aan zuurstof, in de verhou ding van 2 op 1. Kort gezegd: kali is K20. Gewezen wordt er hierbij op, dat stalmest en gier slechts 0.5% kali bevatten, welke bovendien niet direct ter beschikking van de plant komt. De kalimeststoffen daarentegen be vatten veel meer, Kalizout 20% en Kalizout 40% geven reeds het gehal te aan, Kaïniet wordt gegarandeerd op 14%, Patentkali op 25%, terwijl zwa velzure kali zelfs 48% kali bevat. Schrijver gaat daarna over tot de vraag: „Wat is eigenlijk het werk van kali in het plantenleven?" Hier wordt in het kort verteld wat iedere land en tuinbouwer dient te weten, n.l. dal de kali dient ter bevordering van de koolstofbevattende stoffen in de plant. En dat zijn suikers, zetmeel, celstof en eiwitten. De werkzaamheden van kali zijn dus wel belangrijk voor het plantenleven. Dan wordt er op gewezen, dat de, aanwezigheid van Chloor een minder prettige zaak is. Dat Kaïniet veel Chloor bevat, kalizout 20% en 40% weer jninder, terwijl de verhouding van Chloor in de laatste meststof door zijn hoog kaligehalte, weer veel gun stiger is. Wij vernemen dan dat sommige ge wassen zich van het Chloor niets aan trekken, zooals granen en grassen, ja er zijn zelfs gewassen welke Chloor waardeeren, zooals bieten, koolrapen, enz. Maar aardappelen, tabak, verschil lende tuinbouwgewassen en fruit zijn gevoelig voor Chloor. Hier brengt (1e gezuiverde kalimeststöf Patentkali echter weer uitkomst, deze bevat slechts 2%, dikwijls nog minder Chloor, terwijl de Zwavelzure kali ge heel Chloorvrij is. Bovendien spoelt het Chloor spoedig uit, verbindt zich met kalk en verdwijnt naar den on dergrond. Het middel ligt hier dus voor de hand: vroeg uitstrooien. „Welke gronden hebben een kali bemesting noodig?", vraagt de schrij ver. Het antwoord hierop zou met vette letters geschreven moeten wor den: Er zijn weinig gronden in ons land, die voldoende kali ter beschik king hebben voor een goeden oogst van een landbouwgewas, zoomin als voor een tuingewas. Verder bespreekt de schrijver in de brochure nog eenige gunstige neven werkingen van de kalimeststolfen, als het „blauw" worden der aardappelen, de randjesziekte der bessen, bestrij ding van bladluizen, bestrijding van onkruid, enz., enz. Over de tweede brochure „Bloem* bollenbemesting" door W. F. A. Grim- me Sr. te Lisse, zullen wij kort zijn. De plaatsruimte is veei te beperkt deze hier, zelfs in het kort te hespie- ken. Het is een leerzaam geschrift, be handeld niet alleen de kalihemesting, maar ook de bemesting met stikstof- BUITENLAND. Aasgieren. De N. Rott. Crt. schrijft: „Er is een ongeluk, en oogenblikke- lijk is de lucht overdekt met het azende volk van gieren van allerlei soortal- i dus schreven wij Zaterdag in onze lie- schouwing over het gebeurde niet het arme kindje van Lindbergh. Wij wis ten toen echter nog niet in welk een j afzichtélijken vorm het genus aasgier zich onder dat weerzinwekkend gevo gelte had gemengd. John H. Curtis vooral niet te ver warren met den beroemden vliegtuig en vaartuigenconstructeur Glenn H. Curtiss! heeft door zijn handelwijze alles overtroffen wat onze fantasie zich aan onmenschelijkheid in dit geval kon voorstellen. Hij, een man, die for tuin had gemaakt als bouwer van jach ten, maar die door de tijdsomstandig heden An geldelijke moeilijkheden ver keerde, heeft in het ongeluk van zijn vriend Lindbergh een mogelijkheid ge zien om den schijn van rijkdom, die hij naar buiten ophield, nog wat langer te rekken. Lindbergh stelt in zijn vriendschap het volste vertrouwen, en dit vertrou wen wordt door Curtis meedoogenloos geëxploiteerd. Hij verzint het sprookje van de roovers die op een jachl het kind gevangen houden. Den armen va der houdt hij opzettelijk op een ver keerd spoor hij wekt een hoop hij heim waarvan hij niet alleen weet dat zij voor geen verwezenlijking vatbaar is, maar zelfs dat zij het vinden van het kind of in ieder geval van de misdadi gers in hooge mate moet belemmeren. Hij kan geen oogenblik erover in twij- fei zijn dat hij de belangen dient van deze misdadigers. De Amerikaansche vloot ter zee en in de lucht brengt hij in actie, alles terwille van een hersen schim die hem zijn geld moet opbren gen. Hoeveel krijgt hij los van den of fervaardigen vader, als „onkosten" voor zijn stappen en als „smeergeld" voor denkbeeldige bemiddelaars? Hoe is zijn verhouding tot het bekende, be- driegelijk afgeperste losgeld? Dé daiid van Curtis, den vertrouwden vrièn'd- van Lindbergh, wint 't in men- schelijke afzichtelijkheid nog ver van die der roovers. Het ontvoeren van het kind en wat er verder mee is gebeurd, open de ons geen nieuwe gezichtspunten op menschelijke ontaarding; de bekente nis van Curtis doet dit wel. Moge dit dan eindelijk bijdragen tot bevrijding van het Amerikaansche voll van den geesel van de sensatiezucht Twee dagbladen en een filmonderne ming, zoo heeft Curtis bekend, hebben De zaak Lindbergh. De gouverneur van New Jersty, Moore, heeft medegedeeld, dat oe politie bevel heeft gegeven Curtis In hechtenis te nemen. Toen de reeder van dezen maatregel kennis nam, ver zocht hij in de gelegenheid te mogen worden gesteld, zelfmoord te plegen. Woensdag In den loop van den dag heeft hij tweemalen de hand aan zich zelf geslagen, naar hij voorgaf uit wanhoop over den smaad, welke hij zijn eigen familie en die van Lindbergh had aangedaan. Aangaande de motieven voor het uitvaardigen van een arrestatiebevel verluidt bij geruchte, dat Curtis geen bevredigende mededeelingen kan ver strekken over de wijze, waarop hij den nacht, waarin de ontvoering heeft plaats gehad, heeft doorgebracht. De politie onderzoekt nog steeds de Juistheid van het door Curtis opge geven alibi van den nacht, waarin de kleine Lindbergh werd ontvoerd. Er wordt rekening gehouden met de mogelijkheid, dat Condon de 50 000 dollar op het kerkhof te Bronx heeft uitbetaald aan een tusschenpersoon van Curtis. De politie Is er van over tuigd. dat Curtis tot nu toe slechts een gedeeltelijke bekentenis heeft af gelegd. Naar voorts bekend wordt, zou Curtis ook in een alcohol-smokkel- affalre betrokken zijn. den op land- en tuinbouwgebied wel- bekenden heer H. Pilon te Achterveld j .fosf0rzuur- eh kalimeststoffen. Wij zouden deze brochure in alle bloembollentelers (U.). Op de hem eigene, populaire wij- I ze vertelt hij ons een en ander oyer j ban- wen ning. nen. en de bemesting ze de kali meststoffen met kali. Beginnende met er op te wijzen dat kali een noodzakelijke voedingsstof voor onze land- en tuinbouwgewassen is, en dat wij flinke hoeveelheden moe ien aanbrengen om een vollen oogst te verkrijgen, komen wij voor de vraag te staan: „Wat is eigenlijk kali Kali is hel metaal kalium ge- den van schen. Als wij ons niet al te veel vergissen zijn heide brochures op aanvraag gra tis verkrijgbaar bij de N.V. Vereenig- de Kalimaatschappij, Heerengracht 342, Amsterdam. (C). hem door het aanbieden van hooge ho noraria ertoe gebracht, de ondenkbaar wreed e comedie door te spelen. Wij hebben echter niet veel hoop dat dit de oogen van het Amerikaansche publiek zal openen voor de uitwassen der sen- satiejournalistiek in woord en beeld; de bekentenis van Curtis is veeleer 'n „good story" te meer. Een verleide is Curtis echter ter nau wer nood. Immers hij is begonnen met het verhaal van zijn betrekkingen tot de roovers te verzinnen; toen kwamen vanzelf de inkomsten, die hem tot een nieuwe figuur hebben gemaakt in de criminologie. Lindbergh betaalt duur voor zijn be roemdheid in deze dagen BINNENLAND. Dr. Cuypersmuseum te Roermond. Prinses Juliana heeft zich bereid verklaard, het Dr. Cuypers—museum te Roermond te openen. Deze opening zal op een nader te bepalen dag in de tweede helft van Augustus geschieden. De ramp van de Fransche mailboot Georges Phillppar. Aneta meldt uit Batavia Dr. Van Trlcht seinde naar Batavia dat zijn beide kinderen en de kinder- .uffrouw bij den brand aan boord van 'de Qeorges Phillppar in de vlammen zijn omgekomen. (Dit bericht, dat in tegenspraak is met een bericht van den Nederland- schen consul te Aden, Is door Aneta geverifieerd en Juist bevonden). Volgens een Reuter—telegram uit Aden heeft dr. Van Trlcht medegedeeld, dat hij en zijn echtgenoote door den rook wakker werden. ZIJ snelden naar de aangrenzende hut, waarin hun belde kinderen met de kinderjuffrouw sliepen, maer vonden de hut In vlammen, die redding onmogelijk maakten. De aardbeving en andere natuurver schijnselen in N.—O. Celebes. Menado. Dinsdag J1. zijn hier de rivieren de Palaus en de Poela in de omgeving van de hoofdplaats Ratahan onverwachts aan het bandjirren gegaan. Het water heeft een houten brug ver zet. Een padl—molen Is weggespoeld en een drietal padl—molens zijn ge zonken. Een ijzeren brug Is onder water gezet en beschadigd. Omtrent de aardbevingsramp kan nog gemeld worden, dat te Ratatotok het strand op verschillende plaatsen ts gespleten en dat uit de openingen water opspoot. Een gedeelte van een klappertuin is verzakt en op de plaats van dezen tuin spoelt thans de zee. Een zestal hulzen Is Ingestort. In de negorij Boejat Bolangmondondou zijn 40 hulzen en de moskee ingpstort leuning heen of Beb niets voor school er, en; cijfers gekregen? 't Gaat nog al," was 't onverschil lige antwoord, want Beb was kwaad te doen had. J "h 6 Cpnm nauw Sn e ze6 «"vandoor. I geworden, kwaad op vader, omdat die meld en Waging ze er van g de herinnerd enon. gang; moe moch._ hel nog een. vragen I. Had wa, ,k ge ook en dan vond ze het verveend opnieuw 0m dat beetje regels nu le lokken, want Bepihad wèl wat voo' I na e(en te schri]ven was de juffrouw te werken ze I toch wel wat saai en wat zouden de Vijf en twintig strafregels moet z I wel zeKgen, als ze niet buiten vandaag nog bij de veertig s. ïrj d n n0o wel om zoo'n reden. die de schooljuffrouw haar gisteren I werd ze dan uitgelachen en een opgegeven had, maar waarvan Bepp boontje genoemd. Nee, stellig helaas, nog geen woord op het papier braaf wonj naar had gezet. I l .u.. maar dan kon ze bijtijds thuis .Als je mij nu m°r*.0," „e. komen'. Op haar kamertje stond immers J - had toftrouwBtom een Inktpot en wanneer ze wat vroeger iiider schriftelijke toestemming is eenige overname uit deze rubriek verboden. DE WONDERREIS VAN schreven inlevert." had Juffrouw gezegd, dan zal ik je mores leeren. en ze keek daarbij zóó boos, dat Beb- naaf boven ging, kon ze het werk nog best klaar spelen, 't Bleef zoo lang licht. JD! eek. Ijzen, .EN raad. 141. ZEN. fllë. KNIP EN KNAP. )g door de lucht ging het -groote snelheid voort, daarheen ging wel de tocht r* aar Oost of West of Noord eg mij toch eens", sprak Knip. Waarheen we toch wel gaan ylaar wat geantwoord werd, pat kon hij niet verstaan. M zagen onder zich, Jog steeds maar de woestijn. ■Och, wist ik maar", sprak K"aP»B .Wat het doel der reis mag zijn 1 Het schrik dacht hij weer aan, Den vreeselljken nacht. Dien in de tent hij pas, Het Knip had doorgebracht. Het angstzweet brak hem uit, h hij begon te beven. Bij de gedachte alleen, Weer zoo iets te beleven. Haar eindelijk kwamen zij, Weer in een landstreek aan. Waar Knip en Knap zoowaar r hulzen zagen staan. En Ja, zij zagen ook, Al spoedig menschen loopen. Gelukkig, dacht nu Knap, Die weer begon te hopen. Maar ach, het viel niet mee, Het toestel daalde niet. -let vloog nog altijd door, Tot beider groot verdriet.. 't Werd donker om hen heen, De avond daalde weer. Toen daalde eindelijk toch, Het toestel langzaam neer. De streek was onbewoond, Waar ze aangekomen waren. Daar zag Knip eensklaps iets, Dat hij nog kon verklaren. (Wordt vervolgd). ple zich op Beppie had om half zes haar buikje nam. na schooled zoo gauw moge j rond gegeten en sprong al scheen het weer lustig met haar vriendinnetjes nam, na schooltijd aan 't werk te gaan Maar.... om vier uur zonnetje zoo heerlijk en een heeleboel I i^er was het op straat, het meisjes speelden er büHen. zonnetje stak niet zoo fel meer en Och. als ze t 8£afwerk da^n!| heat daarom vond Bep het nu nog prettiger het eten maakte. kwa™ J*4 t n om touw'ie te springen dan vanmid- klaar en dan zou moeder er meteen omi rouwje v an keek ze eens op niets van merken. Want geregeld bracht g. minuten en dan zi, vader naar 't kantoor om even een de^ klok. had er niet op minuten In een I wipje omvlogen, och, ze vond h.e' zich zelf. J1 verstandiger te wachten tot de torenklok zeven uur speelde. Zij zou 'UC Wanneer3 Ik puw krabbel, is alles Maar on. me..r l„ "ew wip ai*, overlegde Beppie bij gerei zoó «Zen* bete kenden toch elgem torenk oa zeven ^ggen Uk ook niemendal. Nee, dan had ze dankte» b|nnen gaan Werkelijk stond Beppie om zeven uur op den stoep eri belde. Ze klepte Stel niet uit tot morgen. „Moe—oeriep Beppie onder aan de trap. Geen antwoord er nog wel eens meer moeten schrijven. Onder 't touwtje springen dacht Bep aan geen strafwerk meer en toen moeder haar na een uurtje binnen tikte om te gaan eten, beloofde ze haar vriendinnetjes, heel gauw voort te zul- len maken en om half zes weer pre sent te zijn. Gelukkig, ze aten zuur- „Moe-oe, mag ik nog wa* *aan L, z00'n'potje doof elkaar was gauw urtip «nrtnoen eilde ze nu harder, k jms vandaag. touwtje springen?" gilde en moederldie het woordje „springent alleen maar verstond, begreep de rest wel, Nog even vroeg ze over detrap- ooeesmuld. Dat trof dus vandaag. Wel. kind, hoe is 't op school gegaan vroeg vader, ,heb Je mooie brievenbus, omdat ze nu haast had en ze liep al aan de Trientje, 8de° meid, bijna omver, toen deze heel bedaard de voordeur open dC!st. st, houd Je kalm, kind," ze! ze zachtjes, „er Is binnen bezoek en kwam Je Jurk is ook wel wat vuil, liet Trientje er op volgen, „kom, ik zal je even wat opknappen." Bep had het land, omdat het nu nog later werd eer ze aan 't werk zou kunnen gaanstraks was het nog donker. Maar eigenlijk wou ze toch ook wel graag bij de visite, zitten wie daar binnen wel zijn kon? Trien had die menschen nooit ge zien, vertelde ze, misschien kwamen ze wel uit een andere stad. In een keurig wit japonnetje gesto ken en met handen zoo schoon, dat het kind er zelf verbaasd van stond, stapte ze de huiskamer binnen. Daar zaten waarlijk oom Klaas en tante Mientje uit den Haag. Bep werd op eens gezoend van heb Ik jou daar, want ze was ook het eenige nichtje in de familie en tante vroeg haar da- delljk of ze naast haar kwam zitten. Beppie deed dit graag, al vond ze 't wel wat vervelend, dat tante haar telkens in de wangen kneep, dat stond zoo kinderachtig... Maar ze smulde lekker van de Haagsche beschuitjes, die tante had meegebracht. En Bep kreeg een mooie zwart-leeren schooltasch van haar present. Dat was altijd een wensch van de kleine meld geweest. maar op dat oogenblik vond ze he cadeautje niet zoo erg prettig. Hoe dat eigenlijk zoo kwam, wist zij zelf niet Nu ga ie morgen nog met veel meer pleizier naar school," zei tante Mientje en Beppie knikte met een zuurzoet lachje. ]a, als haar strafwerk maar af was nu werd het toch tijd naar boven te gaan. Maar ze zag er toch ook.een beetje tegen op, zoo uit ztch zelf de gasten goeden nacht te wenschen. Als moeder nu maar wat zei... Hè, wat brandde dat lichtje gezellig onder d en pruttelenden theepot en oom vertelde zoo leuk van Scheveningen en den Haag. Even bedacht, Bep, hoe zij t nu het best zou inpikken, de straf- toch nog af te krijgen. Als ze zacmjes, „w els toch nog at ie Krijgen, «.a moest'wassche^voo'r je In de bamer nu een» aan Trien vroeg, haar morgen wij

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1932 | | pagina 5